Soms verandert er niets. In januari kwam Allard hierheen, nieuwsgierig naar mørketid. We hoopten korte skitochten te kunnen doen, sfeervol, in het schemerlicht. Maar het regende dat het goot, en ik was bij aan het komen van een voorhoofdsholteontsteking. Hij heeft me een beetje moeten verplegen. Vergeet dat skiën dus maar. Duisternis kreeg hij overigens wel! Het was niet allemaal vergeefs.
Bij weggaan kondigde hij aan later in het seizoen nog es terug te komen om het skiën in te halen. En het seizoen schreed voort en voort. Ik meende al dat het een loos voornemen was! Maar vrij kort voor Pasen kreeg ik ineens mail. Of hij mee mocht met wat ik met Pasen van plan was. En natuurlijk mag dat. Dus ik verwachtte hem zo witte donderdag of zo. Maar neen! De vrijdag vóór Pasen (dus niet goede vrijdag) kwam hij al aan.
Het was schitterend weer: zon, vorst, wat wil je nog meer. En ik had nergens een ontsteking deze keer. De goden waren ons welgezind! Zaterdag deden we inkopen, en haalden we zijn bagage van de luchthaven (die had het 2e vliegtuig gemist), en al dat soort voorbereidende dingen. De bagage bevatte ook zijn hoge verwachtingen geschapen hebbende pulk! Hoe heet zo'n ding in het Nederlands. Bagageslee? Wie zich afvraagt wat hij of zij zich erbij moet voorstellen diene even terug te bladeren naar de blogpost over de First International Poroaita Expedition, of de post er even na, met wat extra foto's. Het is een mooi dingetje! 's Avonds deden we pizza bij Mats de Fin, en een biertje bij Rafael. Misschien werden het er enkele.
Zondag wedern we wakker in een mooie dag. Die moest uitgebuit worden met pulktestactiviteiten! Het ding was gloedjenieuw. Ik was gaar als een konijn maar het moest er toch van komen. We plukten Helgard van het vasteland en togen naar Håkøybotn. En het prachtige landschap en de frisse lucht deden wonderen. Allard was zo maf die pulk de heuvels in te sleuren zonder vellen onder zijn ski's, en dan ook nog es steiler dan wat ik zelf ooit met zo'n ding heb gedaan. Halverwege deed hij toch maar vellen onder, maar het waren smalle kortfell, en ze bleven nog es niet zitten ook. Maar we kwamen er!
Toen begon het moeilijke stuk. Naar beneden! Voor het steile stuk liet ik mijn korte vellen er maar onder zitten. Allard niet, die ging onbevreesd en geheel velloos met pulk en al naar beneden, geregeld een sneeuwduik moetende maken. Dat komt wel goed dus. Na afloop aten we bij Helgard en Carsten, en togen huiswaarts. Maandag zou ik nog werken, en dan zouden we dinsdag weggaan.
Maandag kwam ik na een redelijk lange werkdag thuis. En kon "schat, ik ben thuis!" roepen. Dat gebeurt me niet vaak. Best bijzonder, zoiets. Het heeft wel wat! Toch gek dat als je maar 2,5 jaar bij elkaar bent, en een groot deel ervan elkaar de tent uit vechtend, en dan tien jaar uit elkaar, en dat het dan toch vertrouwd aandoet als je thuis komt met de boodschappen op je nek en er een gare Fries op de bank ligt. Arme Allard was een beetje ziek geworden! Dat wordt dus even uitstel van zaken. Maar het is wel mooi symmetrisch nou: de vorige keer wilde hij skiën maar moest mij verplegen. Nou wil hij skiën en moet hij zich door mij laten verplegen... maar er is nog zat tijd, dat skiën gaat nog wel lukken!
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment