31 March 2008

Eigen ski’s!

Met pasen had ik de kans eens het een en ander aan skispullen uit te proberen. En ik was enthousiast geworden. Verder gonste NP vanwege een imposante ski-uitverkoop. Helgard en Audun liepen al een tijdje helemaal te stralen omdat ze nieuwe ski’s hadden gekocht. Dus ik ging ook maar es kijken toen ik toch naar de stad moest. En nou ja, ze hadden wel wat naar mijn smaak, dus na een paar minuutjes peinzen hakte ik de knoop door en kocht een set fjellski met telemarkbinding. Met bijbehorende schoenen. Van die mooie ouderwetse! En was. Wasloze fjellski hadden ze niet.


De dag dat ik ze kocht was het prachtweer, dus toen ik Audun van mijn aankoop vertelde wou hij ze meteen dezelfde dag nog uitproberen. Dat ging alleen niet door, want ik had beloofd die dag Arto te helpen verhuizen. Waarop Audun spontaan aanbood mee te helpen. Dat was wel goed! Het heeft weinig met ski’s te maken, maar het was leuk om eindelijk, na alle verhalen, kennis te maken met Arto’s vrouw en zijn honden. De 1e gesierd met een buik van 8 maanden, en de laatsten met veel enthousiasme en slechte adem. Dank zij de extra hulp trokken we vrij rap die verhuiswagen leeg. Ondanks de enorme bank die niet in de lift paste. Maar Arto is klaar voor een hernieuwd bestaan in Tromsø.

Zo bleef het weekend over voor ski-inwijding. Audun had wel een idee voor een niet te steil stuk. Sanja, Helgard en Carsten ging ook mee. Zo togen we het pad af! En zo’n pad, daar is niet zoveel aan, dat kan ik ook op langlaufski’s. Toen ik dus voorstelde van het pad af te gaan eindigde dat snel in een drama. Om het desondanks spannend te houden ging het pad steil omhoog, en gingen we er op een gegeven moment vanaf om naar een hutje te gaan. Dat was meer iets voor mijn nieuwe ski’s. We hebben ze goed uitgeprobeerd: ik heb vaak languit in de sneeuw gelegen. In het begin lag ik dan net zo lang te spartelen tot een passerende galante man me onceremonieel omhoog hees, maar ook opstaan leer je. Op een gegeven moment lukte het me vrij rap alleen, maar in diepe zachte sneeuw blijft het lastig. Op het veel hardere pad was het op een gegeven moment eitje!

Sanja, Helgard, Audun en Carsten in typischer outfits dan in het vorige postje

Ik ben er wel achter dat ik met was aanbrengen nog niet zo goed ben: ik had nul wrijving, en omhoog wilde bijna niet. Naar beneden daarentegen ging prima. Mijn ski’s zijn niet zo zwaar als wat ik met pasen geleend had (en als de jaloersmakende logge ski’s van Audun en Carsten. Knut heeft ook zo’n paar. Ik heb de indruk dat ze niet meer gemaakt worden…) De steile helling die we ook weer af moesten lukte met maar een paar keer onderuit gaan. Op een gegeven moment ging Carsten, die meer doodsverachting heeft dan skivaardigheden, voor me op zijn plaat. Toen ben ik, op de helling, gestopt. Tot zijn bewonderende verbazing! Goed dat.

Het was een beetje naargeestig weer. Overigens zijn we ook nog een rivierbedding door gegaan. Dat was te steil voor iets anders dan met je ski's parallel aan de helling omhoog hupsen...

Zo kwam ik weer een buitensportdag door zonder knieblessures. En terug thuis heb ik mijn ski’s in de garage gezet, bij de ski’s van het gezin boven. Ik voelde me helemaal Noors.

Overigens kwam de echte egoboost maandag tijdens de koffiepauze... ik was sterke verhalen aan het vertellen over mijn niet geringe wapenfeiten, terwijl intussen naast me Tana geringschattend zat te doen over de elevaties van misschien wel 50 cm waar ik het over had. Tot ze vroeg waar we heen gegaan waren. Toen ik dat uit de doeken deed keek ze me met grote ogen aan: "but that is STEEP!" Kijk. Dat doet een mens goed.



ps Elvar, van wie Carsten zijn hotte ski's had geleend, verklaarde dat ze zulke ski's nog wel degelijk verkopen, maar dat ze pestpokkeduur zijn...

Årsfest

Het is al bijna april 2008, maar dat houdt NP niet tegen om het jaar 2007 te vieren. Vrijdag de 28e had het jaarfeest (årsfest, dus) plaats in het instituut. Het lagerfest en de kerstfeesten al meegemaakt hebbend had ik al een beetje een idee van wat er ging komen. Aan de wat mindere kant: een redelijk sfeerloos diner in de bedrijfskantine, maar aan de goeie kant: lui op hun paasbest! Bij sommigen is dat alleen maar leuk omdat het niet lukt, maar er zijn er ook altijd wel een paar die zich ineens ontpoppen tot de onberispelijkheid zelve. Ik keek specifiek uit naar Carsten in pak; met kerst was zijn welwillende intentie er netter uit te zien dan anders uitgemond in doffe ellende. Maar nu had hij Helgard die hem opdroeg zijn echte pak uit Duitsland te laten opsturen. Dat beloofde wat!

Omdat ik ook achteraf van het visuele aspect van de avond wilde kunnen genieten wilde ik mijn camera bij me hebben. Ik had er alleen niet aan gedacht de toestand van de batterijen te controleren. Volkomen leeg! En Patrycja, meestal de meest gemotiveerde paperazzo, leed aan hetzelfde euvel. Dus ging ik terug naar huis, volle halen. Op de terugweg kwam ik een van de mannen van IT tegen, die net uit de supermarkt kwam rollen. Dat verbaasde me. Er zou ons tenslotte een serieus diner geserveerd worden! Maar het bleek te gaan om de drank. Eerdere jaarfeesten hadden blijkbaar uitgewezen dat het instituut je de 1e paar uur op één drankje wil laten teren. En daar tuinen die Noren niet in. Die regelen zelf wel wat! Dat werd bij de deur meteen bevestigd door het arriveren van Audun, ook met zijn nette schoenen en wat reservebier in zijn tas.

Årsfest had de naam excessiever te zijn dan kerstmis qua outfits, dus ik zag al meteen mijn kans om een jurk aan te trekken die ik op de kop had getikt op de veiling van de boedel van een over de kop gegane theatervereniging. Tot zover had ik hem alleen aan gehad tijdens een kroegentocht en een gekostumeerd feest. Maar waarom niet op mijn werk! Patrycja vond dat ik dan ook maar all the way moest, en make up dragen. Dus om een uur of half zes heb ik me in de jurk gehesen, en voor het eerst in mijn leven mascara op mijn hoofd gesmeerd. Op naar het feestgedruis. Dat er niet was. Dus de mannen met bier in hun tassen indachtig ging ik op zoek naar waar de preparty zich dan afspeelde. En trof een kudde Noorse mannen (van de afdelingen management, kartografie, PZ en dergelijke natuurlijk: de wetenschappelijke afdelingen hebben praktisch geen Noorse mannen) in pak en aan het bier aan. Het bier van de IT-er bleek geweldig met mijn outfit te combineren.



Verder kon ik natuurlijk niet mijn neus vertonen zonder doorgezaagd te worden over het Senja-avontuur: Noren kunnen er ECHT niet bij dat mensen anders dan at gunpoint op sneeuwschoenen een flinke afstand afleggen. Inmiddels begrijp ik dat ook een beetje.

De tweede poging feestgedruis werkte wel. Er had zich allerlei volk verzameld, inclusief Carsten, die er inderdaad fenomenaal uit zag. Soms hebben kerels gewoon een vrouw nodig, blijkt maar weer. Daar nog niet van bekomen zijnde werden we al het auditorium ingebonjourd voor het gratis bijgeleverde theater. Ik verstond er maar de helft van, maar Tordis die bij herhaling dubbel lag wist te suggereren dat de andere helft hilarisch was.

Carsten in driedelig! Er was zo'n beetje een rij om daarmee op de foto te mogen

Het erop volgende diner was NP op zijn slechtst: prima eten, maar gepavoiseerd met saaie muziek, afschuwelijke meezingers, speeches in slecht verstaanbaar Noors… maar het was zo erg dat we ons er als geheel buitenlandse tafel erg vrolijk over konden maken.


Laura op haar paasbest


En daarna begon het feestgedeelte van het feest. Dat was goed! Tordis liet er geen gras over groeien een ging meteen volkomen los op de dansvloer. Waarop die niet meer leeg is geweest. Ik heb ook met de grootste lol allerlei kerels (en een dame, waarom niet) die kant op gesleept. Geweldig om te zien dat op zo’n serieus instituut, waar nauwelijks studenten zijn en dus iedereen relatief oud en serieus is, links en rechts iedereen met iedereen aan het dansen slaat. Met wisselend succes, overigens. Ik was blij dat er een paar mannen waren die stevig konden leiden, dan lijk ik ook nog wat. Het ziet er al wat minder geroutineerd uit als ik degene ben die dat op zich moet nemen… Maar dergelijks zal iedereen een biet zijn.


VLNR: ik, Helgard, Tana en Audun in atypische outfits


Sfeervolle dansvloerfoto


Nogmeer extra mooie NP-ers: linksvoor Patrycja

Op een gegeven moment hield het dan toch op. Tijd om terug naar boven te gaan. Niet om om te kleden, maar voor de afterparty… Er bleven mensen drank uit hun kantoren toveren, Laura wist een aanwezige stereoinstallatie aan de praat te krijgen, en Tana, die toevallig ook nog jarig en tevens niet te stuiten was, zag geen enkele reden om nu al te stoppen met dansen. Maria, van de Arctic Council, gaf zowaar mijn getergde, want in weinig comfortabele schoenen gehuld geweeste voeten, een massage. En zo keutelde het feest naar zijn inmiddels door het dakraam van ochtendlicht voorziene einde. Het laatste wat ik deed was nog in feestjurk, en straal kachel, Audun mijn nieuwe ski’s showen. En over die ski’s binnenkort meer!

Maar nu mijn vierkante hoofd es achter deze computer vandaan vissen en boodschappen doen. En dan katerend verder met de revisie van mijn Paleoceanography paper. Het feest is afgelopen, de harde werkelijkheid is terug!

28 March 2008

Wilders in het hoge noorden

Na een paar weken in Denemarken geweest te zijn was Steffen vandaag weer op zijn plek op de universiteit. En dus skypebaar. Die gelegenheid greep ik aan om hem welkom terug te heten. En meteen na de standaard beleefdheden meldde hij dat hij had gehoord dat Wilders' film uit was. Laat het aan een Deen over om dat te weten. Dus ik zocht hem op on het net. Terwijl ik aan het kijken was hoorde ik het geluid in een raar soort stereo... dat bleek Jesper te zijn, de Arctic Council Deen, in het kantoor naast me. Die was ook meteen gaan kijken.

Tegen het eind van het filmpje begon hij zich hardop af te vragen waar hij het muziekje toch van kende. De aftiteling bracht uitkomst: Peer Gynt! En toevallig heeft de Arctische raad vandaag om tien uur een videoconferentie met het Noorse ministerie van buitenlandse zaken. Hij schertste al dat hij ze maar ging vragen wat ze vonden van Noorse muziek in Fitna...

Verder schijnt Wilders geen toestemming te hebben voor het gebruik van de cartoonrellen-cartoon. Wel grappig. Voor je het weet heeft onze Geert de moslims, de Denen en de Noren tegen zich... maar daar vraagt hij om.

Wel knap gedaan. Hij heeft de aandacht! Ook van mij, dus, en onze omringende Denen.


De laatste keer dat ik bij Steffen thuis was hief hij zijn glas op "de twee in de moslimwereld meest gehate landen". En in een latere koffiepauze gaf Bas, onze Nederlandse student, blijk van zijn echte Nederlandse instelling: het leek hem wel wat om Nederlandse en Deense vlaggen te gaan verkopen en rijk te worden. Pretpakket met twee vlaggen en een aansteker!



ps Jesper kon het niet laten zijn grote mond open te trekken... reactie van BuZa: "welke film? Nooit van gehoord..."

Prinses zonder erwt

Bij mijn verhuizing uit Nederland had ik mijn ouwe bed niet meegenomen, omdat het volkomen onmogelijke afmetingen had. Hier kon ik een afgedankt kinderbed (wel zo'n 1.95m lang, overigens) bietsen met dunne schuimmatras. En ik was wel van plan daar nog een betere matras voor te kopen. Maar ja, ik ben wel meer van plan, en zo'n matras, die krijg je nooit mee op de fiets, etc etc. Ergo, tien maanden later sliep ik nog op dat stukje schuim.

Gisteren heb ik de stoute schoenen maar es aangetrokken en aan Audun, die een grote auto heeft, gevraagd of hij misschien mee wou een matras kopen. En het is een schat, dus dat wilde hij wel. Dus kocht ik een matras! En met prakken ging dat ding inderdaad achterin. En het is een echte. Met veren. Wat een feest! Vooralsnog ligt die gewoon op de ouwe matras; als ik es tijd heb (o jee) moet ik het bed maar even aan de matras aanpassen. Maar wat sliep ik lekker! Ik heb nou al zin in vanavond. Mag ik weer!

Het is overigens voor het eerst van mijn leven dat ik een nieuwe matras koop. Is wel een stap in de richting van later groot worden, maar slechts een klein stapje. De matrassenverkoper was al niet zo onder de indruk. Die vroeg nog even heel ongelovig "so you want óne mattress??". Dus toch nog een beetje studentikoos...


24 March 2008

Pasen op ski's

Het was er niet echt van gekomen na te denken over wat ik met Pasen zou doen. Ik mazzelde, want ik was nauwelijks terug uit Oslo of er bereikten mij berichten over een te huren hut op Lyngen, het nabijgelegen schiereiland met de meest serieuze bergen in de omtrek. Dat klonk wel goed. En dat werd het ook.

Met 7 NP-ers (of eigenlijk 6 en 1 stuks aanhang) reden we oostwaarts, in prachtig weer. Het idee was een beetje dat de heftige skiërs de alpiene stukken aan puin zouden raggen, terwijl Helgard en ik dan rond zouden gaan sneeuwschoenen. Eventueel nu en dan versterkt door lui die dat ook wel es zouden willen proberen. Dus met allerlei soorten ski’s en ander tuig, zelfs hengels voor een luie dag, togen we op weg.

De hut bleek weinig rustieks te hebben, maar wel verder alles wat je zou kunnen willen. De sneeuw lokte meteen, en met een paar dames gingen we de omgeving even per ski verkennen. Mooi! Achter de hut ging een weg omhoog, die na enkele honderden meters overging in een sneeuwscooterpad. Ook prima bruikbaar als skiløype. Uitmuntend beginnersterrein. Helaas kreeg Tana het op haar heupen en wist ze vrij snel ook de heftigste helling van de omstreken te betrekken. Dat was weer ouderwets op mijn plaat gaan. Maar wat geeft het.

Na deze exercitie was het tijd voor avalanche beacon training. Helgard en ik zouden die dingen niet nodig hebben, maar nou en. De mindere goden hadden gehuurde piepers, maar Audun had er zelf een gekocht. Mocht zich nog es een lawine voordoen in die goser zijn omgeving dan gaat dat ding zijn geld ook wel opbrengen. Hij liep zó naar de verstopte pieper toe. En met die geruststellende gedachte konden we aan de barbecue beginnen.

De volgende dag was er tijd voor een steviger tocht. De alpien geschoolden peerden hem een ridicuul hoge berg op terwijl Helgard haar gloedjenieuwe sneeuwschoenen ging uittesten, met mij als meeklosser. Dat werd vrij woest, want de helling bleek toch vrij snel flink steil te worden. En daar niet rap meer mee op te houden. Zo sleurde ik de arme Helgard meteen langs de grenzen van wat je met sneeuwschoenen kan doen, maar gelukkig is dat niet iets waar je haar dan mee hebt. En eenmaal boven gekomen hadden we prachtig weer, prachtig uitzicht, en verder een hele nette wandeling terug naar de hut.









Daar doken vrij snel ook de skiërs op, die afhankelijk van hun driestheid die dag meer of minder ver het op de berg heersende slechte weer in waren gestekkerd. Helaas leverde dat Laura de 1e hele dag meteen een zere keel en dus gedwongen rust op.

’s Avonds kon je wel zien dat de gemiddelde leeftijd in de hut ver boven de dertig lag. Weinig alcohol, op tijd naar bed, en tussen buiten spelen, eten en slapen door nog even achter de laptop, nog wat werk voor elkaar krijgen. Ik was een van de drie laptop meegenomen hebbende nerds. Dat gaf wat geestelijke rust. Mijn revisie schiet al op.

Het was overigens wel heerlijk wakker worden. In een comfortabel bed, en dan wakker worden van de geluiden die gave mensen maken als ze koffie voor je aan het zetten zijn. Idylle! En dan met zijn allen ontbijt aan tafel. Kirsty en Elvar hadden ook hun broodbakmachine meegenomen. Dat ding heeft een timer, dus als je ’s ochtends je nest uit komt is dat ding net welriekendewijs de laatste mechanische hand aan het brood aan het leggen. Geweldig.

Nog een dag verder leek het me leuk om es verschillende soorten ski’s uit te proberen. Er was zat mee. De meeste van die skiërs hebben vanalles. Langlauf, alpien, telemark, watniet. En dat kan allemaal in die dikke auto’s. Dus ’s ochtends ben ik een stuk scooterpad gaan doen op Kirsty’s backcountry ski’s (of hoe heten die dingen) met Laura’s schoenen erop, en ’s middags een stuk over een meer met Helgards fjellski (hoe dat ook mag heten in het Nederlands). Die 1e waren gaaf… het ziet er wat alienesque uit, van die enorme plastic laarzen, en dan met van die grote, lange, zware ski’s eraan. Wel lekker: die ski’s bijten zich zowat vast in de sneeuw. Ze hebben ook stalen randen, en de rigide schoen zit goed aan de ski vast. Ergo, als je je voet kantelt gaat de ski mee, en die heeft dan ook echt grip. Dit in tegenstelling tot mijn (geleende) langlaufski’s die helemaal plastic zijn, en lage floppy schoenen hebben. Als het je al lukt die ski’s op hun rand te zetten gebeurt er nog niks. Nu wel! Lekker zeg. Daarmee kan ik sneeuwploegen.





Tot mijn verbazing durfde ik met die ski’s ook erg Noors te doen, voor het eerst: skiën op de openbare weg! Ik had zoveel controle dat ik er vertrouwen in had bij het naderen van een auto mezelf keurig in de berm te kunnen parkeren. De berm naar keuze, zelfs. Dus waar het scooterpad weer overging in de weg kon ik de ski’s aanhouden. Het ging wel mis in een bocht in de weg, waar de auto’s zoveel sneeuw hadden weggeërodeerd dat er niets te sneeuwploegen was. Maar daar schaam ik me niet voor.

De ski’s van Helgard zijn weer heel wat anders: kort, licht, subtiel. Wel stalen randen. Niet heel erg uit kunnen proberen want een meer geeft je daar weinig gelegenheid toe. Wel nuttig om dat ook es geprobeerd te hebben!




Bij terugkeer waren er sauna-plannen. Ik hou niet van sauna’s, maar deze bood gelegenheid tot in de sneeuw rollen. Dat had Helgard ook door. Die kans lieten we niet liggen! De sauna horde alleen bij alle hutten op het kluitje (stuk of 3), dus er waren wel buren om rekening mee te houden. Voor de zekerheid maar even aan Audun gevraagd of Noren daar tegen kunnen: naakte in de sneeuw rollende Germanen in hun achtertuin. Na enige aarzeling vond hij dat dat wel kon. In de sauna troffen we daarentegen Elvar aan, die zei dat we geschifte buitenlanders waren (zei de IJslander) en gearresteerd zouden worden. Edoch, dit verslag is in vrijheid geschreven. En het was best es leuk!

De laatste dag ging ik met Helgard diep het scooterpad op. We wilden naar het achterliggende dal. Op ski’s! Ik had de ragbakken van Kirsty weer geleend. Het was nog best gedoe om bij dat dal te komen. We kunnen allebei nauwelijks skiën, en we troffen ook een bos aan. En al die bomen, das moeilijk omheen skiën. We hebben rare omtrekkende bewegingen moeten maken. Maar wel mooi! Met de grootste lol zijn we door het niks wezen glijen, afgewisseld met hier een daar een scooterspoor. Ik begin te begrijpen wat er leuk aan is. Bossen en ander stukken met hopen vegetatie zijn pet met van die onhandelbare dingen aan je voeten, maar verder is het erg leuk. Omhoog is moeilijk en vermoeiend, dus dat houdt het spannend, en omlaag is leuk, en soms nog veel spannender voor beginners als wij. Misschien moet ik ook maar ski’s gaan kopen! Ook logge. Dat bevalt.



Overigens was het maar goed dat die van Helgard niet zo log waren. Na de lunchpauze stond ze ineens boven haar ski’s te vloeken. Een van de bindingen weigerde ineens. En na een half uur poeren gaven we het op. Ze heeft met haar ski’s op de schouder terug moeten lopen naar de hut. Dat wordt terug naar de winkel…

En daarmee was voor mij het paasweekeinde voorbij. De echte paasdag was nog niet eens aangebroken, maar er zijn dingen die ik gewoon vanuit NP moet doen voor dat vervelende artikel. En daar heb ik dan 2e paasdag voor. En toevallig had Audun ook zulke ideeën. Die was nauwelijks 3 weken uit het gips, en nog niet helemaal hersteld. Die kon dus niet zo suïcidaal de steilste bergen af razen als hij gewend is. En die besloot ook al zondag terug te gaan, omdat hij ook zat werk had en dus toch niet uit Lyngen kon halen wat er in zat. Sip, maar zo kon ik wel een hele comfortabele lift bietsen.

En nu ben ik dus weer thuis. Geen Paashop dit jaar, maar toch een hele gave Pasen!

Laptop!

Terwijl ik op Senja mijn kont eraf aan het vriezen was kreeg ik ongemerkt een nieuwe computer. De ouwe was een beetje gaar, en geen laptop, en het leek me zo handig er wél een te hebben. En daar bleek geld voor te zijn. Mooi! Het was even wennen, maar dan heb je ook wat.

Het is nog niet gelukt dat ding het draadloze netwerk van de bovenburen te laten oppikken, maar dat is vast een kwestie van even de juiste toverspreuken aan de lieden van de IT-afdeling ontfutselen. En dan kan ik thuis zitten skypen!

Dat is nog toekomstmuziek, maar wat al wel kan is het ding meenemen en er zut op doen die offline kan. Dit postje typen, bijvoorbeeld. Lekker op de bank. Muziekje erbij, kopje thee, top! Ik moet oop nog een opstel schrijven voor Noorse les. Dat kan zo ook thuis. Geweldig! Een opstel schrijven trouwens, das wel weer helemaal lagere school. Best schattig, zo’n cursus. We hadden al het diktaat, en als je dat foutloos weet te doen krijg je een lolly of iets dergelijks, dus het was al zo nostalgisch, maar nou moeten we als lelijke ouwe mensen ook een opstel schrijven. Ik vind het ontroerend.

Verder was de laptop ook mee naar Lyngen (zie volgende postje). Geweldig! Kan je, als je aan het stressen bent over deadlines, toch naar een hut met leuke mensen, en daar in de vrije uren gewoon doorwerken. Geweldige uitvinding. En het ding gaat ook meegaan naar Wenen. Natuurlijk ligt het risico op je thuis ook scheel workaholiccen op de loer, maar een kniesoor die daarop let. Tot zover houdt het ding me keurig bij het instituut vandaan op uren dat ik daar niet hoor te zijn! Leve moderne techniek.

18 March 2008

Beschamende deuken

Met rasse schreden komt nu niet alleen het congres in Wenen nabij, maar ook het moment dat ik mijn gereviseerde artikel bij Paleoceanography moet inleveren. En voor beide moet nog een hoop gebeuren. Werk aan de winkel. Dus nu even geen schaatsen ('t is paasstop, en slechts de weergoden weten of er na Pasen nog geschaatst kan worden), en geen klimmen, en wel meer dingen niet, maar gewoon achter mijn bureau blijven zitten en hard werken. En aangezien dat het één en ander aan microscoopwerk vergt loop ik nou meestal rond met de zogeheten "embarrassing dents" in mijn voorhoofd. Van het langdurig leunen op het oculair. Krijg je vast heel veel nerdpunten voor...

14 March 2008

Brandoefening

Stond ik in alle rust een monster te zeven, gaat ineens het brandalarm af. Ze stellen het op prijs als je dat serieus neemt, dus ik ging op weg naar de hoofdingang. Daar stond een kerel over het brandalarm heen te proberen uit te leggen wat er aan de hand was. Er was iets gaande bij de brouwerij, iets met een bus op een vrachtwagen met vervelende gassen gereden of zo, maar voor ons gebouw was er duidelijk weinig risico. Toen ik dus dan maar terugging zag ik ineens uit het raam een bus in het water liggen. Dat ziet men niet vaak.

Het een en ander bleek gelukkig een degelijk uitgevoerde oefening te zijn. Die bus was waarschijnlijk een sloopgeval. Wel een spectaculair gezicht!


13 March 2008

The Kingdom

Voor mijn verjaardag kreeg ik van Floor een DVD-serie: “the Kindom”, van Lars von Trier. Oorspronkelijke title: Riget (“het rijk”.) Ik had er wel es van gehoord; je kan niet lang met Denen rondhangen voor die term valt. Maar ik wist er weining van.


Ik ben wel een beetje van de anticipatie, dus het heeft een tijdje geduurd voor ik er aan begon om die es te bekijken. Maar in ben eraan begonnen. En het is een gave serie! Half over the top kritiek op hoe in ziekenhuizen menselijk gerommel het toch vaak wint van medische ethiek (medische blunders in de doofpot, geneeskundestudenten die weinig respectvolle grapjes uithalen bij snijpraktikum, dat sort werk), half X-files achtige bovennatuurlijke bende, en dan overgoten met Zweedse Denenhaat. Volkomen raar, maar erg goed.

Wat me wel opviel was dat je af en toe zo’n shot krijgt, vanuit de lucht, van het ziekenhuis. Nogal luguber gebouw… ik vroeg me af welke sovjet woonkazerne ze daar nou weer voor uitgekozen hadden. Maar het bleek dat het daadwerkelijk ”het” ziekenhuis van Kopenhagen is! Rigshospitalet, oftewel Riget, in de volksmond. Geweldig! Die Denen laten rustig door de nationale mafkees hun belangrijkste ziekenhuis afschilderen als een tent waar je, als je een neurochirurg aan je laat zitten, er weer uitkomt als een kwijlende groente. En wat dies meer zij.


In de special features zit ook gepraat van de makers. Die riepen dat het naargeestige van de serie redelijk vanzelf ging. In de leader vertellen ze, omlijst met stemmig lugubere beelden, dat het ziekenhuis gebouwd is waar vroeger textielblekers in het moeras aan het rondploeteren waren. En in de serie is het gebouw ook de hele tijd aan het lekken en verzakken. Blijkt dat dat allemaal gewoon echt waar is, en ze het alleen maar hoefden te accentueren… typisch. Probeer je dat in Nederland voor te stellen. Echt niet dat een overbetaalde ziekenhuisdirecteur zijn inkomstenbron daarvoor laat gebruiken.

En na elke aflevering krijg je von Trier zelf in beeld, die een uitleidend praatje houdt. Met een allerbeminnelijkste glimlach haalt hij zijn hele publiek nog even door de mangel. Na de 1e aflevering, bijvoorbeeld: ”we zijn rustig begonnen, zodat er niemand achterblijft. In de volgende aflevering wordt het spannender! Er is iets niet in de haak, en iemand roept om hulp. Hoe vaakt hoort u zo’n roep? En hoe vaak steekt u een hand uit om te helpen? Vaak? Soms? Nooit? Gelukkig blijft deze serie beperkt tot fantasie, en komen we nooit in de buurt van het door God geschapen leven.”

En na de 2e aflevering zegt hij iets als: ”Dank u voor het kijken van deze episode van ”Riget”. Ik zou deze zelf boeiend en poëtisch willen noemen. Misschien vindt ú het daarentegen voorspelbaar en deprimerend. Zo ja, denk dan even aan uw eigen leven. Is het eentonig en saai? Ja? In dat geval bevindt u zich op vertrouwd terrein. Zit uw leven echter vol spanning, geniet dan van deze welkome afwisseling, met z’n kijk op onbeduidende zaken die u ongetwijfeld achter u gelaten heeft. ”

Aanrader, dus!

12 March 2008

Nieuwe kansen

Het is een beetje gewoonte aan het worden op dinsdag te gaan klimmen met Celia. En deze keer was dat met de ouwe klimzut van Marijn. Die klimt niet meer, en ik vind het wel mooi om dan met zijn zut gewoon verder te klimmen. Ik had alleen kunnen verzinnen dat het spul wel rechtstreeks uit zijn aura of destruction komt. Zoals je op de foto (die schoenen zijn niet van Marijn geweest, overigens) kan zien is die karabiner al helemaal krom... en met klimmen moet je geen grapjes uithalen, dus ik ben bang dat de prachtige continueringsfilosofie toch moet wijken voor veiligheidsoverwegingen. Ik moet maar een nieuwe kopen.


Toen ik na het klimmen mijn fiets van het slot stond te halen zag ik overigens dat de skischansen, die niet ver van de klimhal staan, in gebruik waren. Goed zeg, ik zag nooit live skispringen.

Verder, bij tuiskomst besloot ik handelend op te treden. Toen we na een week van Senja kwamen lag er een pak sneeuw voor de deur. Daar zijn we toen met 11 man overheen gestampt. Dan krijg je het niet meer weggeschept, maar het wordt wel ridicuul glad. Hou ik niet van. Ik heb dus es gekeken of dat homocidaal-esque landbouwwerktuig (of wat is het) dat bij mij aan de muur hangt het ook doet als ijshouweel. En jawel! Als een zonnetje. Die heeft ook een tweede leven nou. En de stoep is weer keurig begaanbaar.


Tijdens het hakken werd ik ook nog op noorderlicht getrakteerd. Ik kon zien dat het heel mooi geweest zou zijn als Tromsø er niet onder lag. Maar dat doet het dus wel. Sterker nog, de stadionlømpen waren aan. Volgens mannen als Knut en Audun is het skiseizoen hier eigenlijk nog niet begonnen; Noren schijnen te willen skiën op dagen met veel licht. En omdat dit jaar Pasen zo vroeg valt is dat nu het begin van het seizoen. Het is nu al 12 uur per dag licht, en het wordt snel meer. En het is nog koud genoeg. Maar ondans dat het wintersportseizoen dus nog moet beginnen is het zomersportseizoen al wel losgebarsten. En was weer voetbaltraining in het stadion! Zeg maar dag tegen je noorderlicht. Maar, rare jongens, die Noren.

En daarna was het tijd voor een kopje thee en rustiger bezigheden. Ik was net mijn sokken aan het stoppen toen mijn moeder belde. Die was helemaal verbaasd dat ik me met dergelijks inliet. Terwijl zij het toch was die het me ooit nog eens geleerd heeft.

Maar ik vind het een goed idee al die wedergeboorte-achtige dingen te zien als een aansporing om Floor-gerelateerde sipheid zo goed mogelijk aan de kant te schuiven en me met hernieuwd elan in mijn werk te storten. En daar ga ik nu mee beginnen.

10 March 2008

Weekendje Oslo

Tot zover had ik van heel Noorwegen alleen Tromsø en omgeving gezien. Voor het gemak tel ik Senja ook even als zodanig; het is allemaal nog Troms. En het is leuk om ook es wat meer te zien.

Verder is het enorm tijds-efficiënt om, als Floor en ik elkaar willen zien, dat dan halverwege te doen. Scheelt de overstaptijd en een vlucht.

Ergo, het was tijd voor een weekendje Oslo. Vier uur nadat ik het ijshockeyveld af kwam had ik Floor in mijn armen. En in Oslo doen ze wel aan degelijk openbaar vervoer (treinen! Trams! Ongelooflijk!) dus in no time waren we in het hotel.

In Oslo is vanalles te doen (in ieder geval wel als je het met Tromsø vergelijkt), dus we zijn enthousiast van het ene naar het andere museum gehopst. Het vikingschipmuseum natuurlijk, waar zowel het Gokstad- als Osebergschip te zien zijn (en Tune, maar die is niet zo bekend). En het volksmuseum, wat een openluchtmuseum is, met mooie houten opslaghuisjes en een staafkerk en wat dies meer zij. En in een tentoonstellingsruimte: Pompel & Pilt! Met natuurlijk Gorgon Vaktmester. Geweldig! Ik heb meteen een P&P T-shirt gekocht.







Ook zijn we over het terrein van het Akerslot gestekkerd. Slot zelf was dicht, maar er was toch stemmig langs alle verdedigingswerken te wandelen.

Als poolonderzoeker moet je natuurlijk, als je de kans hebt, ook langs het Frammuseum. Kijken naar de bootjes waar waaghalzen als Nansen en Amundsen allerlei onherbergzame zeeën bevoeren. Als je dat van zeeën kan zeggen tenminste.

Verder schijnt de wereld bij ouwe troep niet op te houden, dus we zijn ook naar het Munchmuseum geweest (wel een beetje oud), en naar het nationale museum voor moderne kunst.

En zo een uur of vier à vijf gaat dergelijks meestal dicht, en de rest van de dag was voor bierdrinken en eten. En praten. Ook heel belangrijk.

Na 14 maanden samen, waarvan 4 in hetzelfde land, en 10 op flinke afstand, was het tijd om de stand van zaken door te nemen. Werkt het, zoiets? Valt het een en ander te overbruggen, bijvoorbeeld met moderne technologie? Is afstand een gegeven of een variabele? Dergelijke kwesties vroegen de aandacht.

Dus nu zit ik achter mijn microscoop en heb zaken van velerlei aard om te overdenken. Maar ik moet ook maar es rap gaan nadenken over kleine doje zeebeestjes. De volgende trip komt eraan. Naar Wenen, voor de european Geosciences Union General Assembly...

03 March 2008

Beunhaas Travels doet Noord-Noorwegen

Het is weer achter de rug! Ik zit weer achter mijn computer in mijn kantoortje. Nog daas, want het was een woeste week. Een hike van een week, in Februari, boven de poolcirkel, doet wat met je.

Vrijdag de 22e nam ik de laatste boot naar Finnsnes, met 12 liter kampeerbrandstof in mijn bagage. Omdat er tussen het aankomen van de laatste boot en het aankomen van de andere hikers nog zo'n 7 uur zat ging ik eerst maar es naar de bioscoop om wat tijd stuk te slaan. Atonement, een aanrader. Na de film pikte de vriendelijke dame van de jeugdherberg me op bij het internaat waar we aanvankelijk zouden slapen, en bracht me naar de jeugdherberg zelf. Daar kon ik nog even een paar uur pitten voor de rest aankwam. Een geweldig weerzien!

Na de ontmoeting werd de bagage herverdeeld (was ik mooi van 11 van die 12 liter benzine af) en gingen we, veel te laat, naar bed. De volgende ochtend pakten we in de stralende zon de bus naar het vertrekpunt. Het kon beginnen! Nog wat onwennig op de sneeuwschoenen begonnen we aan dezelfde route als marijn en ik in Augustus ook gedaan hadden. Bij het 1e meertje zagen we op een heuvel in de buurt nog wat buitensporters. Het zouden de enigen zijn die we de hele week zouden waarnemen.



Dat 1e uur zou later vrij representatief blijken. Mooi weer, mooi uitzicht, maar met die heldere lucht erg koud. Ga stil zitten en je verkleumt. Zeker als er wind staat. Meteen bij de 1e pauze moesten er al voeten opgewarmd worden...




We stoomden flink door, zodanig zelfs dat we pas in het bijna donker op een kampeerplekje uitkwamen. Daar merkten we dat die branders het bij temperaturen van zo'n -12 niet goed doen op de meegebrachte brandstof. Gelukkig stonden we in de buurt van een huis. En de bewoners waren, zoals je van Noren verwacht, erg begaan met buitensporters. Ze leenden ons hun auto om naar een benzinepomp te gaan en gewone loodvrije benzine te kopen: dat zou het bij koude wel goed doen. Schatten van mensen.



De dag erna gingen we weer met frisse moed op weg. Dieper Senja in.
Bij de 2e kampeerplek begon zich een routine in te zetten. Zodra er een plaats gekozen was zette men zijn tenten op, groef Onno een riante zitkuil voor kook- en socialise doeleinden, wasten de frissere types zich in de sneeuw en kon men gaan koken. Voor kampvuren was geen animo: na het eten wilde iedereen meteen naar bed. En zich daar dan in warme slaapzakken wurmen, al dan niet met een imposante laag fleecetruien aan.






In de loop van de week werd het landschap steeds hoger, en dus steeds mooier. We hebben de grenzen van de sneeuwschoenen afgetast met steile hellingen omhoog waar een trappetje in getrapt moest worden, en hellingen omlaag die eventueel traag en voorzichtig konden, of woest en leuk maar met risico op een misstap en dan overal sneeuw in je kleren. Intussen bleef het weer maar mooi. 's avonds was er meer dan eens adembenemend noorderlicht te zien.







Verder weten sneeuw en ijs ook fraaie vormen aan te nemen. De mooie ijspegelconstructies in de beken waarschuwden ons ook voor dat je het stromend water vaak niet ziet. En de sneeuwbedekking erop houdt niet altijd... de volgend efoto lijkt een neutraal landschap, maar bij hoge resolutie zie je dat Roelof bij een tot aan zijn middel door de sneeuw gezakte Thias staat. Hij kon er zonder gedoe weer uitgehaald worden, maar het resulterende gapende gat zei wel dat je met de winter niet moet spotten.






In de loop van de week begon zich slijtage voor te doen. vanzelfsprekend gingen mijn voeten pijn doen, maar deze keer waren er meer die daar last van hadden. Ook werd er een wat zwaar belaste knie bespeurd. En met de toenemende kou (of beeldden we ons dat in?) werd het steeds zwaarder om in verband met lunch (sneeuw smelten voor koffie: duurt lang!) en avondeten min of meer stil te zitten en het dus koud te krijgen. Maar op en neer springen geeft pijn...




Verder heb je in zo'n tent last van condens. Elke nacht werd je slaapzak natter en natter. Dus terwijl we tijdens het lopen ons steeds meer liepen te vergapen aan de bergen vreesden we de lunches en avonden ook meer en meer, en keken we meer en meer uit naar het terugkomen in de beschaving, en de droge bedden van de jeugdherberg.







De laatste loopdag beloonde ons nog even met prachtige uitzichten van het eiland af voor we in Å kwamen (zo heet het echt) waar we in de luwte van een schuur op de bus wachtten. Die bracht ons bij een pizzeria in Finnsnes waar ze zowaar pizza's in Marijn-compatibel formaat hadden. En met volle maag togen we daarna naar de jeugdherberg, waar we bij een lekker houtvuurtje bijkwamen van alle kou en andere ellende.








Ontspannen en gedouchet pakten we zaterdag de Hurtigruten naar Tromsø. We hadden nog anderhalve dag voor het bekijken van Tromsø, beetje shoppen, de geijkte bezienswaardigheden bekijken (Polaria, Polarmuseet, Kabelbaan), en erg veel nabomen in mijn woonkamer bij nog meer haardvuur. Met dank aan de bovenburen die hun logeerkamer uitleenden lukte het de hele bende aan de Heimveien onderdak te bieden.




En op maandagochtend was het wel weer mooi geweest met Tromsø. Het vliegtuig wachtte, en daarachter weer gewone werkdagen. Terug achter microscoop en computer. Maar met mooie herinneringen! En mooie foto's. En een verlanglijstje (donsjack! grote thermosfles!) voor de volgende keer. IJsland, misschien!