Toevallig was ik ook nog bezig het 3e, uit mijn proefschrift voortkomende, artikel gepubliceerd te krijgen. Paleoceanography had het me teruggestuurd met een “major revision”. En major was het.
Zo had ik op een gegeven moment de routine van tot een uur of 5 á 6 mijn gewone NP-werk doen, en dan tot ergens tussen 9 en half 11 verder aan het artikel. Dat heb ik zo net zo lang volgehouden tot het in zoverre af was dat ik het naar de andere 8 auteurs kon sturen. En toen was ik kapot.
Nu in de komende week moet ik helemaal vanaf nul een praatje voor in Wenen in elkaar draaien, en ook nog de eventuele commentaren van mijn Paleoceanography-artikel verwerken. En tussen de bedrijven door een taxonomie-workshop regelen. Gelukkig heb ik hulp van Steffen. Maar bij elkaar wordt het weer een woeste week.
Verder is zo’n congres zelf is ook behoorlijk vermoeiend. ’s Ochtends vroeg op, de hele dag praatjes luisteren, en dan ’s avonds nabomen met mensen die je iets interessants hebt horen vertellen. En dan ook nog de kroeg in met mensen die je lang niet hebt gezien. Meestal ben ik ziek na zo’n week.
Deze keer ga ik niet meteen terug naar huis, maar kachel ik eerst naar Nederland, om daar nog een paar dagen te blijven. Ik hoop dat ik er als herkenbaar menselijk wezen aankom!
No comments:
Post a Comment