Ga als Nederlander in een vliegtuigje met maar vijf passagiers zitten, en vind alsnog een andere Nederlander in het vliegtuig. De amateur-ornitholoog van het Nederlandse onderzoeksstation moest ook terug naar Longyearbyen.
Prachtige, duistere doorkijkjes in het wolkendek
De 5e passagier verdween. Nummer 3 en vier (mijn telling) waren Italianen. Die meldden desgevraagd dat ze een lift vanaf de luchthaven gingen krijgen van een vriend. Dezelfde kerel waarmee ik oorspronkelijk zondag de hort op zou gaan! Helaas stuurde deze een ander, maar desondanks waren de genoemde Italianen zo vriendelijk mij en de vogelman: Oebele, ook mee te nemen.
Johanna zat nog op haar rots. Dus ik toog met Oebele de stad in voor een biertje. En, na een kort sleutel-van-Johanna-krijgen-interval, voordat laatstegenoemde dringend moest gaan slapen, ook voor eten in Kroa. Leuk bijbomen! En ik stak nog wat op. Ik leer hier vanalles over vogels, maar vaak weet ik de Nederlandse naam niet, bijvoorbeeld. Nu wel. Later doken ook Rike en Jonathan, een voormalige NP-student, op.
Nóg een mooie sfeerfoto van Longyearbyen, met Hiortfjellet dreigend op de achtergrond
Met Rike sprak ik af de volgende dag een eind te gaan lopen. Ze heeft nog steeds veel last van haar met Pasen gebroken enkel. En ze wil wel nog hiken later in het seizoen, dus die poot heeft oefening nodig!
De steenkool-kabelbaan naar, naar ik meen, groeve 7
Zo dumpte ik de dag erna mijn grote rugzak bij UNIS, en vertrok Adventdalen in, met Rike. Die haar schoen nog los had zitten (enkel nog steeds dik) en ook nog één van haar krukken bij zich had. Al snel werd het toch nog serieus: er kwam een rivier uit de berg. en beneden bij de weg was wel een brug, maar niet waar wij liepen. En kruk of geen kruk, Rike besloot zich daardoor niet te laten kisten, en wist zich de vrijwel verticale helling af te manouvreren zonder meer kleerscheuren dan een stoffige broek. De rivier over was daarna niet zo'n probleem.
Of de foto oogt het weinig spectaculair, maar het gaat hier vrijwel verticaal naar beneden. Ook moeilijk zónder recentelijk gebroken been
We volgden voor het gemak één van de oude transportlijnen van steenkool. Mooie oude houten structuren met zo nu en dan een ijzeren exemplaar ertussen. Maar we gingen niet zo hard, en ik had een vliegtuig te halen. Dus we keerden al vrij snel om. De helling af komend hadden we ook nog even spraakverwarring. Ik ben Nederlands, Rike is Duits, dus wat spreken we met elkaar? Noors en Zweeds natuurlijk. Meestal gaat dat goed. Maar ze riep ineens iets als "se på det: en svamp!" En een svamp, dat is een spons, in het Noors. Maar een spons? Op het land? Not bloody likely. En Engelse invloed is sterk (q.e.d.) in niet-anglofoon-Europa, dus een anglicisme hier en daar kan verwacht worden, maar het hele dal is een modderbende, dus het leek me ook niet waarschijnlijk dat ze mijn aandacht wilde vestigen op een zojuist ontdekt moeras. Maar een blik verklaarde alles: een paddestoel! Svamp dus, in het Zweeds. Weer wat geleerd.
Op de terugweg kwamen we nog een pijpleiding tegen. Deze moest natuurlijk ook de rivier over! En bleek dat te doen met behulp van een hangbrug. En het is Longyearbyen, dus zulke structuren worden dan ook door voetgangers gebruikt. En ook door ons. Een on-Nederlands gevoel: een half ravijn oversteken over een deinende hangbrug, waarvan de kabels alleen aan de uiteinden een beetje hoog zitten, maar in het instabiele midden slechts op enkelhoogte... maar natuurlijk kwamen we ermee weg. Wederom, kruk of geen kruk.
Aan de ander kant van de brug werd ik weer herinnerd aan de contrasten tussen mijn moederland en het land waar ik mij in bevond. Nog geen 100 meter van de bebouwde kom troffen we een rendier aan dat zich niet had weten te verweren tegen wat het zoal bedreigt. Een mooi symbool van vergankelijkheid in roerige tijden.
En zo waren we terug in Longyearbyen. Rike ging haar voet uit laten rusten op de bank. En ik ging naar het vliegveld; terug naar huis. het was een hele bijzondere week geweest...
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment