30 June 2008

Verhuizen is ook sport


Ik ben altijd heel blij als er mensen bereid zijn me te helpen met de afschuwelijke teringklus die verhuizen is. Toen Stuart de volkomen maffe politicoloog, die tot nog toe kon claimen boven Helgard en Carsten te wonen, me vroeg hem te helpen verhuizen zei ik ook ja. Ik hield mijn hart een beetje vast, want Stuart heeft de naam de minst georganiseerde vent van de verre, verre omstreken te zijn, Maar het moest maar.

Ik had een paar postjes terug al lopen klagen over sportgebrek. En een zonnige zondag als deze zou een uitgelezen kans hebben geboden om te gaan klimmen, of iets dergelijks. Maar ik gokte erop dat verhuizen ook fysiek bevredigend zou zijn. Als we inderdaad een beetje door konden halen.

Eenmaal binnen begon ik Stuart het vuur na aan de schenen te leggen. En het ging beter dan ik dacht! We propten een busje vol en smeerden hem naar het nieuwe huis. Dat bleek inderdaad het huis te zijn dat hij gekocht had van Stein (zie het postje over de laatste mogelijkheid tot skiën). Dat verbaasde me, want ik wist dat Stein er nog woonde, maar het bleek dat die in al zijn goedheid een kamer had vrijgemaakt waar Stuart alvast zijn zut in kwijt kon. En er konden dingen naar zolder; Stein gebruikte hem niet.

Maar eerst er maar eens heen. Stuart en Helgard met de bus, een meehelpende NP-Italiaan en ik op de fiets, en Stuarts dochter bleef achter om het inpakken voort te zetten.

We vonden het snel en allemaal tegelijk. Aangekomen viel het me op dat Stein bij wijze van naambordje een steen aan de gevel heeft gelijmd... droog. Helaas vonden we Stein niet. En Stuart had nog geen sleutel... we mikten de hele integrale bende maar in de tuin; het was toch mooi weer. Net toen we terug wilden dook Stein op. Konden we alles toch nog naar boven slepen. Over een fijne retesteile on-Tromsøse trap. Maar het ging goed! Zelfs de wasmachine.

De spullen die naar de zolder moeten waren zelfs beter: de zolder, daar moet je komen door de badkamer heen... daar zit een obscuur deurtje dat naar de zoldertrap leidt. Lief! Wat een huis.

In no time was de tuin weer leeg. We konden terug voor de 2e ronde! Deze keer zonder Helgard; zodra Stuart zijn hielen heeft gelicht smeren zij en Carsten hem naar het appartement boven. En dan trekt een nieuwe oceanografie-postdoc in het appartement beneden. Gaat erg ons kent ons hier... Maar zij had dus zelf ook wel wat te doen. De Italiaan moest ook ergens ander heen. Dus deze keer waren het Stuart, Pascale (zijn dochter) en ik. Weer de brug over. Met minder mensen is zut zeulen het zwaarder, en het was ook te zien dat Stuart en zijn naaste geen gestaalde sportlui waren. Maar weer lukte het!

Dat werd nogmaals de brug over om de 3e lichting in te laden. Maar er bleek weinig te zijn. En wat er was moest eerst gesorteerd worden. En dat moesten ze toch echt zelf doen. Zo eindigden Helgard en ik met een biertje op het zonovergoten balkon, terwijl Stuart en Pascale de laatste zut inpakten. Dat was een aangenaam ontspannen einde van een zweterige dag! Helgard moest natuurlijk wel op tijd in de voetbalkroeg zijn om de EK finale te zien, en we fietsten samen terug. Zo had ik voor de 6e keer op één dag de brug overgefietst. Wat een persoonlijk record is. En met al het na de brug omhoog fietsen en zware dingen zeulen kon ik mezelf feliciteren met een misschien wat atypische, maar zeker sportieve dag! Maar dan óók met alcohol in de zon. En vrienden blij maken! Wat men noemt een geslaagde dag.

In mijn up de fjord over

Ik had een heel weekend wel mijn artikel terug gehad, maar er niet aan gewerkt, wegens bezoekende familie. Dat kan je niet blijven doen, dus ik greep het grijze zaterdagweer aan voor manuscriptwerk. Ik hoopte dat ik later op de dag nog met Sanja kon gaan kajakken, maar dat leek het niet te worden. Toch was ik na een hele tijd alleen rustig aan doen en/of alcohol consumeren (familiebezoek, prosjektgrill, Duitsland-Turkije, overwerk*, bij Tana langs*...) toe aan wat activiteit. En in de namiddag werd het weer prachtig. Dus ik ging mooi toch kajakclubwaarts. Het is nog even gedoe voor je geregistreerd en betaald hebt, en een kajak met drijver, pomp, sok, peddel en reddingsvest hebt, en je dry suit aan, en dan het boothuis weer op slot en het geheel verder gecombineerd aan de waterlijn. Maar toen was ik er ook klaar voor. Ik had een dry suit en het weer was goed, dus ik kon vrij liberaal bezig. Ik besloot de fjord maar over te steken, en naar Håkøya te gan. Zo gezegd zo gedaan. Half uurtje! De zich recentelijk voortgeplant hebbende zeemeeuwen vonden het niet zo’n goed idee, maar gelukkig zetten ze hun kreten geen kracht bij met bot geweld.


Dit is wat er zoal aan de waterlijn groeit en bloeit


De kajak (niet op zijn mooist met een uit het achtervak stekende rugzak, maar een kniesoor die daarop let) met Tromsøya op de achtergrond.


Zelfportret met babyblauw dry suit

Ondanks de wind in de rug bleek de terugweg ook een half uurtje. Toevallig dook er net een kajakker op toen ik aanmeerde, dus dat scheelde weer het zeulen met een boot! Hij nam graag kajak en sok van me over. Ook hem scheelde dat een zeulpartij.

Als je, zoals ik, geen auto hebt, moet je dus altijd bij het boothuis beginnen. Of mensen mét auto lief aankijken. Maar ook als het bij dat 1e blijft kan ik me daar vast best lang mee vermaken. Dat ging in het Amsterdamse Bos al best goed... als je een standaardtraject hebt, zoals boothuis-Håkøya-boothuis kan je het gewoon doen op snelheid. En dan zijn de tripjes met de autobezitters bonus! Met mij komt het wel goed.

*: niet op de blog vermeld maar wel echt gebeurd

28 June 2008

Lentebeestjes

Op het dak tussen NP en de kunstacademie woont een zeemeeuwengezin met drie kindertjes. Meestal zit mams bovenop het kroost, maar soms moet ze even boodschappen doen, of iets dergelijks, en komen de pluizige spruiten tevoorschijn. Ik heb de roddelfotograafkwaliteiten van mijn cameraatje tot het uiterste aangesproken, en een knus familiekiekje gemaakt. Ziehier het resultaat.

Bij veel mensen hier wekt zo'n beeld overigens alleen agressie op, enerzijds omdat meeuwen hier in het algemeen niet populair zijn (krijsen je de hele nacht wakker), en anderzijds omdat meeuwenouders nogal geneigd zijn zodanig op te treden dat het door menselijke wezens als overprotectief wordt gezien.

Ik heb al es mijn fietshelm geprezen als ik blijkbaar te dicht langs een nest fietste. Woeste duikvluchten krijg je over je heen. Wie een nest in de buurt van zijn voordeur heeft heeft een probleem...

27 June 2008

Duitse hooligan

Mijn zwart-rood-gele outfit mocht weer uit de kast! Met een hele club mafkezen van NP en de universiteit zouden we Duitsland-Turkije gaan kijken in de voetbalkroeg. Onder ons wel 5 echte Duitsers. En dan nog een hele blob Noren, Denen, Britten, Polen en één Canadese. Allemaal Duitsland-supporters... helaas wou Nalan niet mee. Dat zou de enige Turkije-fan (want Turkse) zijn.

De vorige keer dat de Duitsers ergens kwamen in voetbal leken ze even de verkrampte zelfhaat te verliezen waar ze al langer dan ik leef aan lijken te lijden. Ze durfden zowaar met de nationale driekleur te zwaaien! En ik vind in het algemeen Duitsers leuke lui, ik gun ze dat. En verder is het ook een puberaal-rebels soort leuk om openlijk Duitsland te supporten. Als je dat doet als Nederlandse weet men meestal niet wat men overkómt. Duitserhaat is nog steeds algemeen.

Hier merk je het ook. Dat ik vorig jaar bij de roeiwedstrijd als Nederlandse met de Duitse vlag op mijn shirt rondhopste oogstte al immense verbazing. Een van de Duitsers die hier al een jaar of tien werkt zegt dat hij, als hij claimt Noor te zijn, hij veel en veel positievere respons ontvangt dan wanneer hij bekent Duitser te zijn. Noren klagen ook graag over Duitse caravans en campers die de boel ophouden op de weg, maar meestal blijken die dingen bijnadere inspectie gewoon een Noors kenteken te hebben.

Toen ik ook tijdens de koffiepauze een keer vertelde dat als Nederland het EK uitgeschopt zou worden, ik daarna Duistland zou steunen, keek Dorthe me ook vies aan, en zei dat ze initieel van plan was voor Nederland te zijn, maar als het zo moest ze daar vanaf zag.

Ik liep op woensdag met Gerit (een echte Duitse) kroegwaarts. Ik bekende ook eigenlijk niet aan voetbal te doen, normaliter. Ze vroeg wat er dan gebeurd was dat ik nu wél ging kijken. Ik antwoordde dat je van in het buitenland gaan wonen erg nationalistisch word. Ze keek zo es naar het zwart-rood-geel en reposteerde dat ze me er maar matig nationalistisch uit vond zien... daar had ze ook wel weer een punt.

Zo eindigde ik dus in Duits outfit in de voetbalkroeg. Ik vroeg me al af wat de kroegbaas ervan zou denken: die heeft me ook wel es helemaal in oranje die kroeg binnen zien sjokken. Helgard was ook in Duitse kleuren, maar die had de boel precies opsekop. Zo zagen we er samen maar fraai uit. Helaas is het er niet meer van gekomen daar een foto van te maken...

Er waren ook echte Duitse supporters: eentje met een vlag om zijn schouders en vlaggetjes op zijn wangen. Ze zongen ook authentieke Duitse voetballiedjes. De hele kroeg werd gedomineerd door aangangers van Duistland, wat een beetje jammer was, want de sfeer wordt gewoon wat energieker als het half om half is.

Over de wedstrijd hoef ik niks te zeggen neem ik aan. Tromsøse Duitsers kunnen overigens niet feesten: na de overwinning ging iedereen gewoon naar huis. Rare boel.

Ik heb nou wel, na voor het eerst dit tournooi een hele wedstrijd gezien te hebben (dat is, voor zover dat mogelijk was, met die maffe stroomstoring) een overdosis voetbal in mijn mik. Duitsland mag zonder mij de Spanjaarden het hoofd bieden. Maar toch was het bijzonder een keer in een volle kroeg te juichen voor de Mannschaft!

26 June 2008

Projectbarbecue

Het loopt tegen komkommertijd, en links en rechts vertrekt men op vakantie of wetenschappelijke cruise. Tijd om het jaar af te sluiten met de projectgroep. Tijd voor barbecue bij Mortens buitenhuisje! Vorig jaar was dat het laatste dat ik deed voor ik naar Nederland vloog om mijn proefschrift te verdedigen.

Dit jaar zou het weer pet zijn. Regen en kou. Gelukkig passen we ook in het huisje, en buiten, aan een picknicktafel onder een luifel. Het rotweer leek de sfeer alleen maar te verhogen.

Simon, een van de universiteitsDenen, had geweldig vlees uitgezocht, waar Patrycja vervolgens op los ging met olie en knoflook. Die lui kan je om een boodschap sturen. Dat we binnen aten deed af aan de barbecuesfeer, maar het is zo'n dropsig huisje dat dat niet gaf.


Zo te zien heeft Morten niets aan de inrichting veranderd toen hij het huisje van een oud dametje kocht

En met twee Poolse schonen heb je ook strakke garanties op paparazzigedrag. Ik heb mijn camera maar in mijn tas gehouden. En sommige projectlui gaan niet graag op de foto, dus ik ga niet eens proberen toestemming te krijgen voor het op de blog zetten van de groepsfoto... maar er is nog genoeg moois.

Het echte paparazzo-werk!

Na het eten maakte ik nog warme banaan met chocola... ik had in de supermarkt een ingeving gekregen. Ging ook mooi samen met de door Morten geserveerde koffie met gammeldansk en cognac! En het uitmuntende gezelschap. Ik mazzel maar met mijn collega's.

Banaan met chocola, daar maak je vrienden mee
Lieve foto van Patrycja

Een mooie afsluiting van het projectjaar!

Alle foto's gemaakt door Patrycja en Kasia

Dry suits in atoomkelders

Een herinnerings-SMS'je doet soms wonderen! Een ogenblik nadat ik het verstuurd had had ik de kerel die dry suits verkoopt aan de lijn. En vijf minuten later zat ik op de fiets.

Ik had begrepen dat deze kerel een wat onorthodoxe handel in kajakzut heeft. Je belt hem, en dan komt hij ofwel bij je thuis om zijn handelswaar te slijten, of hij neemt je mee naar zijn opslag. Het werd de 2e optie. Dus ik smeerde hem gauw naar huis om de kleren aan te trekken die ik normaliter onder zo'n pak zou dragen. En klokslag vijf draaide er een auto Heimveien in.

Dry suits passen is een hel; stel je voor dat je een groot hoofd hebt met veel touwhaar, en dat moet je dan door een rubberen of neoprenen kraag heen wurmen die zo smal is dat het nauw aansluit in de nek. En dat dan met meerdere van die pakken. Ik stel me zoiets voor bij rebirthing therapie. Maar ik kocht een dry suit. Nu nog even de hals zodanig oprekken dat ik het pak kan dragen zonder blauw aan te lopen.

Ik kreeg nog bonus bij het pak... het bleek dat de kerel zijn opslag in een ouwe koude oorlog atoombunker gevestigd is! Geweldig!

Wel raar als zo'n kerel ineens stopt bij een mysterieuze roldeur in de rotswand. En zich daarachter een wat duistere gang met veel geluid van stromend water uitstrekt. Navraag leerde dat in de jaren '50 de Noren ondergrondse opslag voor hun hele bevolking wilden. In ieder geval in Troms. Rusland is niet ver weg... dus het schijnt dat Kvaløya en het vasteland beide één zo'n gangenstelsel hebben (deze op het vasteland schijnt 800 m2 te zijn) en Tromsøya meerdere. Ik had me al eens afgevraagd wat die deuren toch zijn...

Inmiddels zijn de Noren niet meer zo bang voor de Russen, en heeft de gemeente (of wie ook) die dingen in de verkoop dan wel verhuur gedaan. Lijkt me fantastisch dat je een stuk van zo'n gang kan huren of kopen... en voor opslag voor kajaks prima geschikt! En in geval van atoomoorlog schijnen we dan maar met alle overlevenden ons heil te moeten zoeken in de parkeergarage in het centrum, die oorspronkelijk ook voor dat doel is aangelegd. Klinkt weinig aantrekkelijk. Maar ja, doodgaan aan stralingsziekte klinkt ook maar suboptimaal.

Wat wel optimaal klinkt is rap dat pak gaan uitproberen!


Het pak! Met krantomwikkelde petfles om de hals wat op te rekken. Hopen dat dat werkt. Moet ook nog een plastuit zien te kopen ergens, anders heb ik niets aan die 2e rits...

24 June 2008

Weekend met familie

Zowel mijn Nederlandse zus als mijn vader had zin om eens langs te komen. Ze waren van plan in twee opeenvolgende weekends te komen, maar per ongeluk kwamen ze toch allemaal tegelijk. Ik vond het wel gezellig zo.

Zo viste ik op vrijdagochtend mijn vader en stiefmoeder van de luchthaven. Prachtig weer! We zijn een beetje door de stad gaan slierten, eindigend met een goed bord zeehondenlasagne bij Skarven, tot het tijd was Petra ook te gaan halen.

Thuis bij de thee bedachten we een plan voor het weekend. Ik stelde voor: op zaterdag de bus naar Kroken pakken, daar Krokdalen in lopen, omhoog de berg op, overnachten in Skarvassbu, en dan zondag door Tromsdalen weer terug lopen. Petra leek het wat mild, maar zwaarder konden we het altijd nog maken.

Bij best fraai weer liepen we zo Krokdalen eens in. Ik verwachtte half door de gepensioneerden eruit gelopen te worden - die hebben tijd om hun conditie op peil te houden, maar 37 jaar jonger zijn en vaak de heuvel overfietsen blijkt toch zwaarder te tellen. Het ging niet heel rap. Al vrij snel kwamen we een ouwe kerel tegen die ons waarschuwde dat het nog moeilijk ging worden het riviertje over te steken. De stenen die erin liggen, waar je normaliter van de een naar de ander springt en zo oversteekt, lagen wegens overvloedig smeltwater 20 cm diep. Niet eenvoudig daar een beetje comfortabel overheen te komen.

Wim en Joke nog onder de boomgrens

Petra kon de verleiding van een sneeuwbal eind juni niet weerstaan


We probeerden rechts langs het riviertje omhoog te komen, maar de stenen werden te glad, en de sneeuw te verraderlijk geacht. We besloten terug te gaan. Jammer, het is een mooie tocht, maar als mensen zich er niet lekker bij voelen moet je het niet doen.

De pas aan het eind van Krokdalen zag er wat woester uit


Zo keerden we terug, tot een gesprekje met een lokale dame het vuur in Joke toch deed ontbranden (tenminste, ik gok dat dat de aanleiding was). Ze vertrok alsnog richting rivier. Wim vond dat niet zo zinvol want die wou toch niet meer naar die hut (veel te laat!). Petra beloofde nog mee te gaan als Joke eroverheen zou komen. En dat kwam ze! Gewoon op blote voeten erdoorheen. En das retekoud. Helaas weigerde Wim categorisch erachteraan te komen, weigerde Joke categorisch terug te komen (die wist hoe koud het was), en trok Petra het oversteken niet.

Petra doet een poging het riviertje over te steken


Daar zit je dan. De ene helft van je bezoek weigert iets te doen en de andere helft weigert het na te laten. Wat dan? De situatie loste zich maar niet op. Joke zei dat ze per se verder naar die hut wou, maar zo, zonder kaart, kennis van het terrein, telefoon, of niks vond ik dat niet verantwoord. Voor je het weet maakt ze een move zoals degene die Tana haar knie kostte, en kan dan niet even 112 bellen om dat iemand te vertellen. Dus ik ben haar maar een kaart, foon, en sleutels van huis en hut gaan brengen. Verdomde koud, inderdaad! Meteen begrijpelijk dat ze niet terug wou. Het gevoel in je voeten ben je dan wel kwijt.

Gelukkig besloot Joke toch mee terug te gaan, dus was daarmee het gevaar van een in de directe nabijheid van Tromsø kreperende Nederlandse toerist wel geweken. In de regen liepen we een uur of twee later van de bushalte naar le Mirage, waar we konden bijkomen van onze avonturen, met goed eten een een biertje, en uitzicht op de middernachtsmarathon.

In wat toevallig de rust van de wedstrijd NL-RU was gingen Wim en Joke naar huis. Petra en ik gingen nog even naar de voetbalkroeg voor de 2e helft. Sip! We hadden niet verwacht zo'n daverende nederlaag te zien. Maar wat doe je eraan.

De volgende dag liep Joke Knut tegen het lijf, die ons fietsen aanbood. Dat gaf ons de gelegenheid naar Kaldfjord te fietsen en daar op zeeniveau een wandelingetje te maken. Het was enorm bewolkt, dus hoger dan een meter of 200 moesten we ook niet komen, dan zouden we in de mist zitten. Joke wenste nog rendieren te zien, en die kreeg ze. Nog voor Dagtun liep er een groepje in de berm. Bij Kaldfjord lag er nóg een verzameling in het weiland, en daar waar we lunchten keutelde een solitair exemplaar rond. Het was een ontspannen wandelingetje, met naar omstandigheden prachtig uitzicht.

Op de terugweg kreeg het bezoek toch wel respect voor de heuvel. En honger. We zijn meteen doorgefietst, weer naar Skarven, waar de bacalao en en overige stoofpot smaakte. Wederom gingen Wim en Joke op tijd naar huis, waarna Petra en ik nog even bijboomden aan het haardvuur. Ik ben weer helemaal op de hoogte.

Nabomen in Skarven

Maandag nam ik het hele spul mee naar NP, gewoon, om es te laten zien waar ik werk. De 10 uur koffiepauze leent zich daar wel voor. Het is een beetje komkommertijd nu, en vrij leeg, maar gelukkig was Dorthe er. Die is belangrijk! En die hebben ze nou gezien en gesproken.

Na dat, en wat forams, en de ijsbeer in de hal beneden, scheidden onze wegen. Wim en Joke wilden nog even de stad in, en dan zo zoetjesaan es naar de luchthaven. Petra vloog pas dinsdag, dus met het prachtige weer besloten wij Fløya op te gaan. Het werd een ontspannen wandelingetje, met veel in de zon liggen.


Als bonus kwamen we ook of Fløya nog rendieren tegen. Hele fotogenieke!


Die rechter ligt wel heel poepig met al zijn voetjes naar de zon... en die ene met zijn kin in de sneeuw is ook geweldig.

Deze lag koninklijk op een verhoginkje de boel in de gaten te houden

Voor het diner vervoegden we ons in Compagniet, waar ik nooit was. Sfeervolle tent! Ik ben culinair gezien meer van het kroegvoer, maar dit had zeker ook wat.En zo was het alweer bedtijd, en dinsdag was het programma simpel: naar de luchthaven. En zo ging het.

Het was leuk al die lui Tromsø en de omgeving te laten zien. Het was ook heel knus om weer een beetje bij te bomen hier en daar, biertje erbij, niks aan de hand. Ik heb weer uitgebreid gehoord hoe het er in Nederland aan toe gaat, en als zij nou dit blog lezen weten ze ook waar het over gaat.

Ik ben alleen nu, na vier dagen kalm aan doen, wel weer toe aan het woeste Tromsøse leven... hard werken, als een malloot dat eiland over raggen op de fiets, hard sporten en hard feesten. Bring it on!

17 June 2008

Zakpijpen en slijmwurmen in vier talen

Ik zit hier van een aantal soorten forams de distributie in de Barents Zee uit te zoeken. En niet alleen waar ze zitten, maar ook waar dat vanaf hangt. En het leek ons zinnig om dan ook te kijken naar wat er allemaal aan grotere beesten (en planten) daar op de zeebodem rondhangt. Is vast relevant! Dus ik toog naar het instituut voor marien onderzoek, de jongens die de monsters voor ons nemen, en ook zo’n beetje met alle andere relevante informatie komen. De dame daar waar we mee samenwerken had wel een bestand met gegevens over wat voor antiperistaltisch uit zijn dak gaand ongewerveld gespuis zich in de buurt van onze monsters ophoudt.

Dat bestand was is het Deens. Sjøedderkopper, isopoder, svamper, slimormer, trollkreps… Als het onduidelijk was was het allemaal was gaf ze de Engelse of Latijnse naam, of liet ze in een boek zien wat het was. Zo met een half vertaalde file toog ik terug naar NP. Daar besloot ik dat ik van alle beesten de latijnse naam moest hebben (das tenminste lekker onambigu), maar ook de Engelse (zodat ik erover kan praten met lui als Lis, waar ik de data van kreeg, en Dorthe), en de Nederlandse (dat helpt vaak om een idee te krijgen van wat het nou eigenlijk ís.

Zo dook ik Wikipedia in. En wat ging er een rare wereld open! Sommige beesten kende ik nog wel uit mijn sedimentaire tijd, maar had geen idee van de Nederlandse naam. Wat ik ken als bryozoën blijken mosdiertjes te zijn. Klinkt meteen een stuk schattiger. Amphipoden blijken vlokreeftjes. Maar ik kwam ook vanalles tegen waar ik geen weet van had. Als het niet fossiliseert at ik er weinig kaas van. Zo dwaalde ik tussen de tandschelpen, spuitwormen, slangsterren, keverslakken en zakpijpen. In het Engels ook al wazig: peanut worms, spoon worms, sea squirts...

Er zijn nog twee groepen waar ik nog niet uit ben. De slimormer en trollkreps... letterlijk vertaald slijmwormen en toverkrabben. Wikipedia kent geen slijmwormen of slime worms. En als je het op een googlen zet kom je wel bij hele uiteenlopende dingen uit. Daar moet ik voor terug! En de toverkrab, dat heeft Lis me wel uitgelegd, maar het lijkt wel alsof alleen de Denen die klassificatie aanhouden. Toverkrabben zijn krabben waarvan één stel poten gereduceerd is geraakt. Spinkrabben schijnen eronder te vallen, maar ook heremietkrabben en kreeften. Hoe noemt men dat in Latijn, Nederlands of Engels?

16 June 2008

Kajakclub lidmaatschap ingewijd

Dan sta je voor de 1e keer bij je gehuurde clubkajak en dan vraag je je af of je je camera mee zal nemen. Zonde om op zo’n mooie dag geen camera bij je te hebben! Maar ook zonde om in de niet geringe golven om te slaan en het ding kwijt te zijn. Ik besloot het onverstandige maar te doen. En de blog vaart er wel bij! Mooie plaatjes.

Ik had net dezelfde dag de sleutel van het boothuis in de bus gekregen. Die kwam meteen van pas! Ik ging mee met Heli, een van de Finse dames, en Audun. Beide hebben een eigen kajak, maar die van Audun ligt bij dezelfde club. Ik zocht een mooie kajak uit (ze zijn allemaal mooi!) en alles wat erbij hoort: sok, reddingsvest, peddel, drijver. Achteraf bedacht ik dat het idee is dat je ook een pomp meeneemt, maar als je twee mede-kajakkers bij je hebt is dat eigenlijk niet nodig.

Het was een vrij stille dag in de stad, maar in Ersfjord, waar we heen gingen (mooie smalle fjord zonder wegen) woei het toch harder dan ik had verwacht. Dus dat was nog even dubio, met die camera... Maar Audun en ik hadden toch geen dry suits, dus het idee was toch om niet om te slaan. Dus, spullen aan en gaan. Tussen de golven van een halve meter langs het klimgebied. Mooi!

Toen we ergens een strandje tegenkwamen gingen we aan land, koffiepauze houden. Ik was duidelijk nog niet zo geroutineerd, dus kwam niet mooi loodrecht aanvaren, en dan duwen de golven je parallel aan de waterlijn en dreigen de golven over je boot heen te slaan. Ik was dus vrij nat toen ik aan land kwam. Zo leert men. Gelukkig zat de camera veilig onder de sok...


We besloten niet verder te varen maar terug, en aan dezelfde kant van de fjord, omdat in die wind oversteken zonder dry suits vragen om moeilijkheden zou zijn. Terug hadden we de wind in de rug, en de zon ook, dus dat was lekker ontspannend. Ik belandde op kop, en nam aan dat dat zichzelf wel op zou lossen, wegens dat de andere twee ervarener en dus sneller waren (waarbij Audun –natuurlijk- ook nog een veel snellere boot heeft). Het bleek van niet! Ik heb geloof ik per ongeluk een reputatie opgelopen van zeeduivel, of peddelfanaat of zoiets. Iets dat onervaren en al schijt heeft aan deining.

Let op het verschil tussen de zuidhelling (1e foto) en de noordhelling (deze)...

Overigens, het ziet er hier vrij kalm uit, al komt Auduns kajak enthousiast uit het water klotsen, maar daar waar de golfslag wel fotogeniek was hield ik mijn handen maar aan de peddel...

Van tijd tot tijd werd je opgetild door een golf van zo’n halve meter, wat op zich best lekker is, maar wel enigszins verontrustend als je net bij de pauze verhalen hebt gehoord over hoe makkelijk je omslaat op een golf, en je je camera bij je hebt. Maar je er zorgen over maken maakt de boel niet beter. Toen ze me eindelijk ingehaald hadden deden we het kalmer aan, en keutelden terug naar het strandje. Lekker hoor. Vaker doen! Hopen dat de dry suit colporteur snel zijn opwachting maakt, dan kan er meer!

Wereldkrukken

Hier in Tromsø kukelt iedereen aan de lopende band van een berg af, of glibbert uit over uitbundig voorradig ijs, of doet iets anders wat niet goed is voor de mens. Er word heel wat op krukken rondgestruikeld. Officieel zou je bij verwonding van de betrokken instanties krukken moeten krijgen, maar in de praktijk heb ik dat nog niet zien lukken. Toen Tana ongelukkig onderuit ging in Ersfjord betekende dat meteen dat mijn krukken weer emplooi gingen vinden.

Hier in Noorwegen zijn krukken met armsteunen die maar 180 graden beschrijven populair. Ik begrijp niet waarom! Ik heb nog een paar ouwe, die zo'n 345 graden doen, wat veel beter is, want als je dan je kruk moet loslaten om de deur op slot te doen (bijvoorbeeld) blijven ze aan je arm hangen. Als je links en rechts geblesseerd bent heb je wel wat anders aan je kop dan de hele tijd je krukken van de grond oprapen.

Die krukken zijn al mee geweest op hopen veldwerken en -excursies. Hebben Duitsland, Frankrijk, Schotland en Spanje gezien, als ik het mij goed herinner. En nu mochten ze mee naar Griekenland! Tana verklaarde me al voor gek dat ik niet als een malloot touristenstickers ben gaan verzamelen op die dingen. Zou wel grappig zijn...

Maar laten we hopen dat ze snel weer zonder kan, en ze hun feestbestaan met zeilvakanties weer kunnen inruilen voor een stoffig bestaan in de gangkast. Het zuigt, in de zomer in Tromsø opgesloten zitten in een zere knie! Iedereen is in het zonnetje aan het hiken en klimmen en jij zit je thuis af te vragen hoe je een kop koffie van de keuken naar de bank krijgt. De prognose is: zes weken in gips...

130 jaar in 1 weekend

Het lijkt mode te zijn een verjaardag met een mooi rond getal qua leeftijd te vieren te hebben de laatste tijd. Arto werd 40, Fred Inge de gevaarlijke bibliothecaris was eind mei 40 geworden maar zat die dag op het vliegtuig naar Canada en was nu pas terug. Stuart de volkomen maffe politicoloog zou in juli 50 worden maar dan is hij op sabbatical, dus dat moest ook van tevoren gebeuren. Zo stapelden zich drie decenniale verjaardagen op in twee dagen.

Fred Inge begon. Het was een kalm feest! Vanaf 5 uur was men welkom. Ik dook om een uur of zeven op, en trof pas 6 rustig in de zon van bier en wiet genietende types aan. Langzaam veranderde het feest in de richting van meer mensen, vlees op de barbecue (gerookt rendier, oeh!) en vreemdere drank. Na een tijdje stond ik buiten, en kwam Laura juichend naar buiten springen, “twee-nul!” roepend. Ik rende mee naar binnen, en met een groeiend aantal dames keken we het laatste half uur van de wedstrijd Nederland-Frankrijk. Daarna ging het feest nog een tijdje op zijn Fred Inges door, met rare muziek en ruime hoeveelheden drank, en buiten zelfs een dansvloertje. Maar rond middernacht vond ik het wel weer best, want ik wist dat ik nog twee feesten door moest.

Zaterdag moest ik het een en ander in de stad doen. Toen dat gedaan was pakte ik alles wat ik nodig had voor de hele nacht feest en ging langs bij Tana, die terug was uit Griekenland. Ze had kans gezien om ondanks haar knie een mooie week te hebben. Maar de knie was flink pet. Gerit nam haar nog mee boodschappen doen, en daarna vertrokken we allemaal richting Arto. Die woont nogal onvindbaar, dus ik was er net tien minuten toen ik de rest vanaf de ballustrade naar binnen moest vlaggen. Bij Arto was het druk! De baby en de honden genoten van de aandacht, en wij genoten van een prima feest. Het was jammer om om elf uur weg te gaan, want het was nog op geen enkele manier aan het inkakken. Maar Stuart wachtte.

Met Steffen ging ik richting vasteland. Bij onze binnenkomst zakte de gemiddelde leeftijd acuut. Een mooie verzameling rare types had hij bijeen! Inclusief lieden die hem zeker 30 jaar voorop waren qua leeftijd, maar dat nergens een belemmering voor vonden. En stapels geblesseerde dames (Tana was helemaal op haar plaats geweest!).

Stuart en Jack, een van onze glaciologen, trokken vrij snel hun gitaren en bas tevoorschijn, terwijl Steffen zijn fles tequila trok. Die vond ook bij de bejaarden gretig aftrek. De muziek lokte nog een van de met krukken getooide dames naar de dansvloer, die ze uitgebreid met een lokale dandy (ze bestaan!) onveilig maakte. Carsten kwam ook nog ontspannen van beneden aankakken. Het geheel eindigde met Steffen die me probeerde muzikaal op te voeden, en woeste plannen over filmavonden. Toen was het vier uur en vond ik het wel best om naar huis te gaan. Ik liet een bezopen Steffen, als last man standing, achter in de goede zorgen van Stuart.

In één weekend 130 jaar bijeen gefeest... niet slecht!

13 June 2008

Beschamend digitaal

In een grijs verleden haalde Alex, mijn Amsterdamse officemate, me ertoe over een facebook account aan te maken. Hij flikkert daar veel foto's op en als je daar toegang toe hebt blijf je dus op de hoogte.

Ik deed een hele tijd niets met die account. Tot ineens ik een uitnodiging kreeg een "vriend" van mijn zus te worden. Haar avatat was een trouwfoto. Ondanks dat ze al iets van driekwart jaar getrouwd was had ik er daar nog geen van gezien! Gelukkig bleek ze bereid er nog wat te posten.

Zo kwam ik dan toch op die site, en van het een komt het ander. Steffen waarschuwde me al voor het verslavende effect. Ik vond dat ik maar matig vatbaar ben voor computergerelateerde verslavingen, maar mijn facebookgebruik is de laatste tijd toch aanzienlijk toegenomen.

Laatst keek ik voor ik wegging even of er nog wat interessants gebeurd was op die site. Bij Sanja's avatar stond ineens "goes home slowly (knee)" en dan nog wat. Ik wist niks van een knie! Hele dag niet met Sanja gepraat. En dan moet ik van internet horen dat ze haar knie heeft bezeerd. Ik schaamde me diep. Ik kwam haar bij het naar huis gaan nog tegen. De schade viel mee, maar, het moet niet gekker worden dan dit!

10 June 2008

Overbevolking in Ersfjord

De riedel mag inmiddels bekend verondersteld worden: mooi weer, dus klimmen. In Ersfjorden, deze keer. Ik was er al eens met Kirsty en Elvar. En de naam heeft inmiddels een nare klank gekregen: het weekend dat ik met Audun op Lofoten rondstekkerde waren de bovengenoemden daar met Tana gaan klimmen. En op de terugweg gleed ze ergens uit op dat nauwelijks het epithet “pad” waardige lineament in het blokkenveld, en viel rot. Ik weet niet precies wat de medische status van haar knie nu is (volkomen vergnaasde knie of niet, ze is naar Griekenland vertrokken voor zeilvakantie) maar best zal het niet zijn.

Gelukkig had ik twee kniebraces bij me. Ik heb ze niet nodig gehad, maar je kan maar beter het zekere voor het onzekere nemen. In ieder geval, we togen naar dezelfde wand als ik al es geweest was. En we klommen zo es iets, terwijl uit alle hoeken en spleten meer klimmers kwamen sijpelen. Binnen no time krioelden er 8 man aan hetzelfde wandje. Niet te geloven! We zijn hem maar gepeerd naar een andere route, iets van 20 minuten klauteren verderop. De zon was er inmiddels weg, maar het was een leuke route! En vanaf daar had je mooi uitzicht op de steenklont waar we vandaan waren gevlucht. En op de rest van de omgeving, eigenlijk. De rots zelf lijkt met leedwezen op de drukte uit te kijken...

De mensenmassa


De rechterfallus is het zijaanzicht van dat wandje op de foto hierboven. En de rotswand kijkt droef...

Voor rust ga je naar de kroeg

Ik had me voorgenomen om geen voetbal te kijken tot mijn fiets gerepareerd was. Overigens was de band van Knuts fiets ook lek (hij heeft er ook twee, en het was de imponerende die atypisch sip in de garage stond). Het leek me een goeie gelegenheid om es iets liefs voor die lui boven te doen, in plaats van het meer gebruikelijke andersom. Dus ik trok twee fietsen de garage uit, zette ze opsekop, en nam een aanvang in plakwerkzaamheden.

Knuts fiets was eitje. Bescheiden gat zo gevonden, band er weer op, kind kan de was doen. Met mijn fiets bleek dat mijn vermoeden klopte: die spijker, die was niet alleen aan de ene kant mijn binnenband in gefietst, maar ook aan de andere kant er weer uit. Dus dat gat moest ook dicht.

Bij het de band terugstoppen was ik nog flink aan het lazeren met het ventiel recht houden en dergelijke. Maar uiteindelijk had ik weer een werkende fiets! Die niet helemaal regelmatig rijdt, maar dat deed hij toch al niet, want beide wielen hebben een lichte slag.

Zo kon ik me in oranje hijsen, en op mijn lang genegeerd geweeste fiets naar de kroeg rijden. Ik had met Laura bekokstoofd dat het wel leuk was alle Nederlanders (en wie nog meer zin had) naar de voetbalkroeg te slepen en naar Nederland-Italië te kijken. Ik liep binnen, en verwachtte daar zweet, rondvliegend bier, geloei en wat dies meer zij. Niks! Er zaten wat kalme mensen netjes op hun stoel muisstil naar een scherm te kijken. Ik had de 1e twee doelpunten al gemist. Laura had nog wel een oranje shirt aangetrokken maar dat was het wel, qua oranjegekte. Is verder mijn sterkste kant ook niet, maar in een ander land gaan wonen helpt vaak prima.

Geheel tegen onze verwachting in speelde Nederland de Italianen helemaal van het veld af. Ik hoop dat ze zo doorgaan! Ik hoop op Nederland-Duitsland. Van beide nationaliteiten hebben we zat mensen (nou ja, drie Nederlanders, met wat pech), en het is een mooie historische discordia, en daarmee kunnen we die kroeg nog wel tot een woeste boel omtoveren. Go Nederland, go Duitsland!

09 June 2008

Kajakcursus deel 2

Zondagochtend, in prachtweer en na een te korte nacht, was het tijd voor het echte werk! We trokken enthousiast "onze" kajaks uit de schuur en "onze" dry suits aan. Na wat inleidend gepraat gingen we de zee op, en oefenden nog even het een omgeslagene met twee man weer in een lege kajak krijgen. Daarna was het tijd voor theoretische slecht weer training: hoe je balans te houden als er grote golven aan komen en je omver dreigen te gooien. Bij gebrek aan grote golven moesten we onszelf maar uit balans brengen.

Bij rotweer kan het ook gebeuren dat je, als je omslaat, je kajak kwijt raakt omdat deze harder weggeblazen word dan je er achteraan kan zwemmen in je onhandige outfit. Dus we oefenden ook even het aan land brengen van een drenkeling. De geprefereerde optie is dat die ondersteboven aan de punt van je boot gaat hangen. Een lief gezicht! Zelf gaf ik de voorkeur aan iemand achterop liggend: das wel donders zwaar maar het trekt je niet zo uit koers.

Met wat kajaklozen konden we ook de slecht weer training uitbreiden. Je kan als mens best golven nadoen... Sanja bleef onder mijn geweld keurig overeind. Mij had ze binnen drie seconden om... misschien toch nog maar es oefenen op die dingen.

Sanja en ik in flatteuze kajakdracht

Het was nu tijd om met steeds minder mensen iemand uit het water te krijgen. Met één persoon kan je ook zonder moeite iemands kajak leeggooien, omdraaien en de bijbehorende er weer in laten klauteren. Als het iemand betreft met een wat onhandige massa-spierkracht verhouding is het even gedoe, maar het lukt uiteindelijk altijd wel.

Om wat gevoel te krijgen voor stabiel klauterwerk riepen ze ook ineens: ga twee aan twee liggen en wissel van kajak! En dan weer terug! Het is gewoon spelen, zo'n cursus.

Na de lunch, waarbij ik in 5 minuten mijn hele 0.5 l thermosfles koffie had leeggezopen - toch koud dat water - gingen we voor de jackpot. De rol! Ze deden het eerst even voor. Er verschenen al bezorgde passanten op de pier die Johnny, een van de instructeurs, ineens ondersteboven zagen gaan, en bang waren dat er iets mis was.

Om het niet meteen te moeilijk te maken begonnen we met een drijver aan onze peddel. Die heb je bij je om ook in je eentje weer zo'n kajak in te kunnen klimmen. Helaas is het in je eentje niet mogelijk het ding eerst leeg te gooien. Maar je kan niet alles hebben.

We begonnen rustig met 90 graden omkukelen en ons dan met een soepele beweging weer overeind te hijsen. Makkelijk! En daarna: 180 graden. De 1e keer wilde het niet. De tweede wel! Trots! Het is wel heftig oefenen, want je krijgt toch vaak wel wát water in je pak, en zo'n badmuts is al helemaal meer voor de sier. Dus als je een tijdje van je af eskimoot heb je het in het algemeen wel koud, en ik had zelf nogal last van een onderkoelend hoofd. Toen ik verschijnselen van knetterstonedheid begon te vertonen, van pure hoofdkou, deed ik het maar even rustig aan.
Op die manier was ik niet meer op mijn enthousiasmepiek toen ik de rol zonder drijver probeerde (het enige realistische scenario). Het lukte dan ook niet. Het zij zo. Ik weet niet wanneer ik nog es kan oefenen: als je lid wordt van de kajakclub kan je wel een kajak huren maar geen pak. En zonder pak, das wel echt koud. Ik ga het wel zien!

Bij het terugvaren aan het eind van het geheel meende ik bij het boothuis een bekende gestalte te zien. En jawel! Audun was zich aan het opmaken voor een solotochtje. Toen die begreep dat ik de kajakcursus met succes had afgerond vond hij dat we dan maar een keer per kajak de hort op moesten. Een uitstekend plan!

Spijkerband

Ik had met mijn luie hoofd nog steeds winterbanden op mijn groene fiets zitten. Das in juni, als je in je T-shirtje kan rondfietsen, een beetje onzin. Dus mijn voornemen was om daar van het weekend wat aan te doen.

Zo zat ik op een gegeven moment de zomerband met bandenlichters op mijn achtervelg te prutsen. En ik deed wat ik veel te vaak doe: ik gebruikte geweld, en ragde een gat in de binnenband. Ik leer het ook nooit. Dus daar kwam een bandenplaksessie bij.

Onwennig op mijn vers omgebande fiets ging ik vervolgens naar de supermarkt. Halverwege ineens "pssh" horend en een zwabberende fiets constaterend. Damn! Er bleek een flinke spijker in te zitten. Toch nog een winterband, dus. Wat een gelazer.



Toen ik dat gat plakte wist ik dat ik weer een gok nam. Ik heb nooit zin om, als ik een gat gevonden heb, de band na te lopen op eventuele extra gaten. En ik liep ook de buitenband niet na op meer scherpe voorwerpen. En vanzelfsprekend had ik dat wel moeten doen. Hij is weer leeg.

Mijn zwarte fiets ziet zijn dienst geduldig nog wat verlengd. Vanavond bandenplaksessie nummer twee! Is het plan.

07 June 2008

Brian Adams vs Lars von Trier

Voor de cultuur ga je niet naar Tromsø. Als je op loopafstand van Paradiso en de melkweg hebt gewoond valt het je ook op dat er qua muziek niet zoveel te doen is hier. En áls het er es is, dan komt het slecht uit. Mijn jeugdidolen A-ha speelden terwijl ik in Finland was, 22 Pistepirkko speelde terwijl ik in Oslo was, en the Posies speelden een paar dagen voor Wenen. En als er dan een band die het lokale circuit overstijgt speelt op een dag dat ik er ben is het doffe ellende. Er stond al maanden een concert van, godbetert, Brian Adams aangekondigd, in Alfheim stadion. Nee toch.

Ik las vrijdag ook nog een ijselijke krantenkop: Brian Adams belooft extra lang concert... nee... gelukkig had ik een Riget-date met Steffen op de avond in kwestie. Tussen kajakkursus en von Trier was ik even thuis om mijn spullen te dumpen. En hij begon net. Wat erg. Wat doet die man hier. Erg goed om naar de andere kant van het eiland te fietsen! En daar te genieten van huisgemaakte sushi, en welverdiend bier, en absurde Deense humor. Zo kwam het toch nog goed.

Steffen kwam wel met het gerucht dat 50 cent ook nog plannen had om een concert in Alfheim te komen geven... laat het niet waar zijn...

Kajakcursus deel 1

Kajakken is een populaire sport hier. En daar kan ik me vanalles bij voorstellen. Ik had er al lol mee in Amsterdam; toen de RSI uit de hand begon te lopen had ik de gewoonte ergens 's middags naar de kanoverhuur in het Amsterdamse bos te fietsen (minuutje of tien), en een kajak te huren voor een uur. Een uur asubtiel door die sloten en vijvers raggen doet het bloed weer vrijelijk stromen door je verkrampte bovenlijf. Lekker! En hier is het natuurlijk onvergelijkelijk veel mooier dan daar. Het water alleen is diep en ijskoud. Ik begreep dat je hier alleen een kajak kan huren, dan wel lid worden van een kajakclub, als je een cursus hebt gedaan waarin je leert zowel jezelf als anderen weer netjes terug de kajak in te krijgen in geval van omslaan. Zinnig! In Finland hebben ze daar geen last van: Ik heb meermalen nabij Helsinki een kajak gehuurd. No questions asked! Je kan gewoon in je uppie, zonder ooit eerder een kajak gezien te hebben, de zee op peddelen, de horizon tegemoet. En het enige dat ze doen om te bevorderen dat je terugkomt is een borg vragen. Typisch.



Maar hier dus niet. Ergo, ik wilde die cursus! De Finnen hadden zich ergens ingeschreven, en ik deed mee, want met leuke mensen is het leuker. Johanna bedacht zich later (die kan al die veiligheidsdingen al; die zou meer gaan voor het verbeteren van de techniek, maar dat is niet het zwaartepunt van de cursus). Zo eindigde ik met Sanja op een zonovergoten vrijdagmiddag aan het strand. We bleken met 6 cursisten te zijn. Na wat inleidende praat volgde het uitdelen van de outfits (het water was een graad of zes, dus je draagt een dry suit met alles erop en eraan). Zo'n dry suit is niet niets! Het moet goed waterafsluitend zijn, dus strak zitten om de uiteinden. Bij je polsen geeft dat niet. Maar bij je nek... ik dacht dat ik dood ging. Het went, gelukkig. En zodra je in het water ligt ben je blij dat het inderdaad strak zit.

Let op de flatteuze badmuts! En op de slechte techniek met je peddel subverticaal houden.

Met de pakken aan begon het praktijkgedeelte. Eén voor één begin je met zo'n tien meter de fjord in te peddelen, en onder het wakend oog van een van de instructeurs je hele kajak ondersteboven te kieperen. De 1e keer even raar, maar met zo'n dry suit heb je niet het shockeffect van het koude water, en verder is het heel helder (verbazend genoeg), dus het is volkomen eitje. Dat doe je dan een paar keer. Met tussendoor de kajak weer naar de wal slepen en leeggooien.
Sanja bij tegenlicht op het punt van omslaan

En om!

De volgende stap was een eind de fjord in, en dan leren wat te doen als één persoon omslaat. Die kajakkers hebben een verdomd handige routine om zo'n kajak dan, vauit de kajaks die nog bovensteboven zijn, leeg te gooien, om te draaien, en de ongelukkige er weer in terug te laten klauteren.

Het begin van de cursus bevat heelveel kajaks leeggieten. Het verdere gedeelte van de cursus is niet gefotografeerd geworden omdat dat niet erg geschikt was voor camera's...

Zondag schijnen we het ook te leren met één omgeslagene en één overeindgeblevene, en zelfs helemaal alleen. En met wat mazzel leren ze ons de "eskimo": als je omslaat iets heel doordachts doen zodat je geen 180 graden draait maar 360. En je gewoon weer verder kan varen. Benieuwd of ik dat voor elkaar kan krijgen!

05 June 2008

Meer mensen op Brensholmen

Het was weer eens een mooie dag; goed voor een potje klimmen na het werk. Deze keer waren we met ons vieren: Audun, Celia, Bjørn (ook van NP) en ik. Was weer een goeie dag! Mooi weer, lekker geklommen. Ik merk dat ik nog steeds vooruit ga.


Bjørn (bovenop) en Celia (zoek het witte helmpje) bezig met de natuurlijke route die Audun en ik de vorige keer deden

Audun probeerde nog een route die te moeilijk was. Verwensingen uitend hing hij aan de wand, en riep uit: "I'm such a sissy!". Waarop ik vroeg "if you're a sissy, then what does that make me?" Vermetel repliceerde hij "but you're not suppósed to be anything else!". Openhartige taal voor een vent wiens leven je via het touw in je handen hebt.

De te veel vergende route


Celia fotogeniek abseilend in tegenlicht

04 June 2008

Heel saai boek

Het is altijd mooi als je collega's van je houden. En Arto houdt van me, dat is duidelijk. Ik kwam hem tegen bij de postvakjes, waar hij mopperend een dikke envelop uit haalde. De afzender bleek een uitgever te zijn, die hem traditiegewijs volgooit met promotiemateriaal. Deze keer zelfs in tweevoud. En vanuit de goedheid van zijn hart gaf hij mij een van de boekjes uit de envelop. En ik heb een gegrond vermoeden dat het het saaiste boek uit de geschiedenis moet zijn. Geweldig!

Lente, nu echt!


Weken geleden maakte ik al melding van het uitlopen van de rozenstruik voor mijn raam, maar het is niet te geloven hoe traag zo'n struik uit zijn winterstemming komt. Nu is hij los! Hij heeft blaadjes! En met hem de meeste bomen in de stad. Het is nog echt pril groen, maar de dagen van grauw en bruin zijn voorbij. Helaas. Al schijnen veel mensen dat overdadige jubelgebladerte nadrukkelijk op prijs te stellen...

01 June 2008

Lofoten

Krijtstreepcolbertje de tas uit, klimhelm erin. Met een volkomen gaar hoofd was ik woensdagavond mijn tas aan het ompakken. Na hard werk past schaamteloos ontspannen. Het toeval wilde dat de bijeenkomst op Sommarøy viel in een week vakantie van Audun, en die het wel een goochem idee vond om dergelijks af te sluiten met een lang weekend klimmen op de Lofoten. Dat leek me een typisch geval van een uitstekend plan. Ook licht verontrustend: ik overleef een dagje klimmen tot zover wel, maar wie weet hoeveel blessures ik in een heel weekend weet op te lopen. Maar what else is new, ik doe zelden dingen die niet licht verontrustend zijn tegenwoordig.

De weersvoorspelling was wat ambivalent: verwacht werd dat vrijdag heel mooi zou worden, en zaterdag tot een uur of twee, en dan zou de regen terug zijn. We gingen het wel zien. Door petweer reden we zuidwaarts, maar het was droog toen we aankwamen op de plaats waar Audun een kampeerplek in gedachten had. Daar zochten we een vlak stukje voor de tent, waarbij duidelijk was dat we niet helemaal dezelfde selectiecriteria hanteerden. De zoektocht werd tot mijn grote verbazing onderbroken door een kreet: "Margot!" Het was Bas, waarvan we wisten dat hij ook op de Lofoten zou zitten, maar dan waarschijnlijk elders. Maar na zes uur rijden bleken we de auto een meter of 20 van die van hem en zijn maat geparkeerd te hebben. Apart dat.

De kampeerplek, landinwaarts gefotografeerd

Bas en zijn kompaan Jirka waren al naar bed, omdat ze de dag erna een stevige klim wilden maken, maar Bas had mijn stem herkend en was zijn nest uitgekropen voor een praatje. Ontvangst met schaarsgeklede man, wat wil je nog meer. Ze bleken de hele week in de regen te hebben gezeten, maar keken ook uit naar de verwacht mooie vrijdag.

Uitzicht vanaf de kampeerplek

Bas gaf ons nog een update van de omstandigheden en wat ze vonden van de tot zover geklommen routes, en ging toen toch maar terug naar bed. Het was al na middernacht, dus ik liet mijn wilde plannen voor mooie doch bewerkelijke tentplekjes varen en gaf toe aan Auduns autobezitterswens om de tent zo'n beetje op de motorkap neer te zetten. We hadden nog wel een biertje verdiend, te genieten met het fraaie uitzicht, voor we gingen slapen.

Het werd een Beunhaas in gedachten brengende nacht. Audun vertoont nadrukkelijke Roeloftrekjes: hij heeft een aangenaam gelijkmatige snurk, en 's ochtends is hij veranderd in een groot uitgevallen spanrups die moeilijk iets mompelt over niet zijn nest uit willen komen. Toen dat uiteindelijk toch gebeurde volgde een Paashopwaardig ontbijt met veel koffie en spiegeleieren met spek. Bas en Jirka kwamen ook nog even langswippen: die waren op weg naar de meest onvergevende rotswand in de omgeving, en lieten hun telefoonnummer achter zodat we eventueel na het klimmen nog met ons vieren een biertje konden doen, of iets van die strekking.

Bas (m) en Jirka (l) al helemaal klaar voor de klim

Wij vertrokken naar een route voor veel minder stoere lui: bare blåbær, een fraaie wandeling verderop. Het was een ontzettende zweetboel om er te komen, bijna meer werk dan de route op komen. Mooi weer, en eindeloos geklauter over rotsblokken en geworstel door de vegetatie. Het was een route van 4 pitches (eigenlijk 5, maar zowel de klimgids als een duidelijk ook klimgerichte passant waar we onderweg nog even mee praatten rieden dat laatste stuk af; niet erg boeiend, en met garanties dat je touw klem komt te zitten), langs een spleet.
Het was geen moeilijke klim, maar klimmen in een spleet is een korte weg naar zere voeten. Het uitzicht intussen was prachtig. Ik bleek niet in mijn handigste bui te zijn alleen: het was een natuurlijke route, wat wil zeggen dat Audun met allerlei vrotjes waar ik nog niet de moeite heb genomen alle namen te leren, maar die zich prima laten vangen onder "dangly bits" het touw zekert, en ik er bij het erachteraan klimmen al die dingen weer uit de rots poer. Meteen het 1e dangly bit liet ik vallen, waardoor ik terug moest. Kleine moeite, gelukkig. Een later dangly bit zat zo vast dat ik er voor mijn gevoel een kwartier over heb gedaan om hem eruit te pulken. Ik zag ook ergens kans om het ding dat daar speciaal voor bedoeld is, en wat tot zover bekend stond als "elongated metal object with a hook" maar wat in goed Noors een nøtterpirk, en in goed Nederlands een nuttefrutter schijnt te heten, uit mijn jatten te laten pleuren. Die donderde zo'n eind de berg af dat teruggaan geen optie was. Gelukkig had Audun er nog een.

Onderweg naar bare blåbær, een route op die berg rechts

Uitzicht vanaf de 1e richel

Audun bezig met de 2e pitch


Ik schijn fotogenieker te worden naarmate ik me in ongemakkelijker poses bevind. Meen ik soms uit Auduns fotografeergedrag op te maken.


Zo kwamen we toch boven, naar een comfortabele richel. Sommige van de richels tussen de pitches (die moet je bij deze route zelf kiezen overigens; er zit alleen boven een anker in de rots) waren zo miniem dat je er niet ontspannen kon staan of zitten zekeren. Eenmaal boven was ik best gaar geklommen. Vandaar konden we in twee keer abseilen naar het beginpunt. Was het idee. Helaas was uiteinde van het touw ergens (vlak bij het anker) klem komen te zitten dus moest Audun bijna een hele touwlengte terug om dat weer vlot te trekken. De 2e helft ging gelukkig probleemloos.

Daar beneden ergens is Audun aan het abseilen.

Beneden was het tijd voor een vruchteloze zoektocht naar de nuttefrutter, en voor brood, chocola en water. En de terugtocht. Die leidde, nog steeds warm en zweterig, langs het meertje beneden. Dat konden we niet weerstaan. Het was van dat water waar je een paar slagen in kan zwemmen en dan gierend weer de kant op moet. Maar wel lekker! Beetje jammer dat we erna onze zweetkleren weer in moesten, maar zo gaat dat.

Het meertje

De avond gaf eerst een biertje. Dan een ruime hoeveelheid lapskaus, en dan koffie en cognac. Kamperen op stand. Bas en Jirka kwamen er ook nog even bij. Ondanks dat ze het snoeihard verdiend hadden wilden ze geen biertje: ze gingen dezelfde avond nog terug naar Tromsø. Woeste types.

Voor je het weet is het met die middernachtzon weer ongemerkt laat geworden. Veel te laat noemden we het een dag. Dat kregen we de volgende ochtend op ons bord: om 8 uur werden we de tent uit gebrand. Veel te weinig slaap na een dag klimmen. We maakten ook weinig haast met het ontbijt. In hemdje! Het was ineens echt zomer. We vertrokken naar een gebiedje met, naar verluid, het oudste gesteente van Noorwegen. Moet reteoud zijn.

Audun organiseert zijn dangly bits


Zomaar een mooi verweringspatroon op een intrusie (gokje) in de graniet

We klommen er een niksig stukje, genoten van het fraaie uitzicht, en besloten toen dat het tijd was voor koffie. Het was bedoeld als luie dag, dus brander, pan en koffie waren mee. Tijdens de koffie sloeg het weer om, en we smeerden hem. Audun stelde nog voor om Svolvær te verkennen, maar dat is een blaartrekkend lelijk (in de oorlog platgbombardeerd) gehucht. Dus dat werd plan B: siesta. De namiddag ging op aan pitten bij het geluid van regen op het tentdak.





We gokten erop dat dat het qua regentechnisch wel weer was voor die dag, en kookten buiten. We gokten goed. Het eten en het biertje toe werden nog opgeleukt door passerende zeearenden en zeehonden, en oeverloos geouwehoer, tot Audun, die ongeveer evenveel kleren aanhad als Roelof op Senja op een koude avond, het te koud vond.




Het programma voor zondag was: ontbijten, inpakken en wegwezen. Wederom in rotweer. We hadden mazzel met die anderhalve dag klimweer! En geen mooie dagen verspeeld aan in een auto zitten. We hebben niet de helft geklommen van wat ik had gedacht, maar toch, een donders goed weekend, dat.