30 September 2008

28.6 miljard krone

Grote koppen in het nieuws: mochten de Olympische winterspelen in 2018 naar Tromsø komen, dan gaat dat 28.6 miljard NOK kosten. En das veel geld. Als je er af trekt wat het de stad op zou leveren is het nog steeds 19.1 miljard. Volgens de een of andere commissie. Vóór die commissie met haar berekening kwam gokte Tromsø op 9.5 miljard. En het zal een ieder opvallen dat het verschil aanzienlijk is. Het lijkt erop dat het niet door gaat! Ik vind het goed. Olympische spelen in een gat van 60.000 inwoners, onzin is het.

Domme dingen om te zeggen in het Noors

Het was vorige week een goeie week voor mijn Noors. Twee rijlessen (in het Noors, dus), een avond bij-ouwehoeren met Audun (wat meestal in het Engels gaat, maar tijdens het eten besloot hij ineens dat mijn Noors eigenlijk retegoed was, en het alleen beter zou worden door oefening, dus dat de rest van de avond in het Noors zou gaan, en aldus geschiede), en een afscheid van een kerel van management. Ik wist al wel wat me te wachten stond. Management, das niet wetenschap, dus zijn het Noren. En men is nogal hokjesgeestig (onderschat bijvoorbeeld de scheiding tussen de 5e en 6e verdieping niet – ne’er the twain shall meet! Nou ja, zelden, in ieder geval) dus bij een afscheid van een manager vind je managers. Zo togen een stuk of 15 Noren (bijna allemaal mannen, ook nog) en ik kroegwaarts. Alle Noren lopend en ik op de fiets. Zo gaat dat.

Zo zwatelde ik urenlang Noors, met wisselend succes. Er zijn grote verschillen tussen hoe duidelijk men praat, en tussen de algemene begrijpelijkheid van de verschillende dialecten. Tegen het eind van de avond was ik met de afscheidnemer aan het lullen. En riep iets over ergens een vaste aanstelling. Dacht ik. Iets met een “feststilling”. Waarop de kerel in kwestie de 1e de beste nabije Noor vroeg “hva er en feststilling?” Toen ik toen riep “permanent position!” moest hij erg lachen. Ik had moeten zeggen “fast stilling”. Zo was het een “feest-aanstelling”. Leek hem wel wat...

Later biechtte ik dat ook op aan Sanja. Die meteen riep dat ze een keer, misschien wel bij de vorige wetenschapsdagen, geprobeerd had iets met zwaartekracht uit te leggen. En de frase “graviditetskraft” had geïmproviseerd. Wat neerkomt op “zwangerschapskracht”...

Verder is een lift in het Noors een “skyss”. Moet je wel zorgvuldig uitspreken. Het kan verraderlijk veel klinken als een “kyss”, een kus dus. Scheen een van onze Amerikaanse glaciologen last van gehad te hebben. Hij probeerde naar het schijnt een keer een lift te bietsen bij een grote, viriele, harige kerel van logistiek... lief!

Oog (deel 2)

Leve Duitse orthopedisch assistenten. Op aanraden van de dame die (zie postje ”paradijs vervolgd”) Tana al had bijgestaan met haar knie, en die we volkomen onverwacht in the middle of nowhere tegenkwamen, had ik twee weken laten passeren na het gebruik van de eerderbeschreven oogdruppels. Ik kon het weer proberen met de lenzen! Dus dat deed ik. Na een uur of anderhalf was ik al een beetje zenuwachtig in mijn oog aan het pulken, maar alles leek nog goed. En pas na een uur of vijfeneenhalf trok in ze er weer uit. En alles leek nog steeds in orde! Het lijkt geholpen te hebben. Mooi zo.



29 September 2008

Water, veel water

Voor het hele weekend was petweer voorspeld. Kajakweer dus! Ik was bang dat ik in mijn eentje zou moeten, omdat Tana op Groenland zit (de mazzelaar), en Sanja geen dry suit heeft. En dan is kajakken in het algemeen geen probleem, maar wel als het hard waait, want als je omslaat ben je zuur. Om de twee meest voor de hand liggende types te noemen. Maar ik rekende buiten het onmiskenbare feit dat Sanja geheel onbevreesd is.

Zondagochtend 10 uur kwamen we bij het boothuis. Het zag er kalm uit! We besloten deze keer es noordwaarts te gaan.

Het ging soepel, maar Sanja had toch wat moeite met wakker zijn op dat uur, dus die vatte het plan op om de fjord over te peddelen en bij haar thuis (Dagtun staat aan het water) een kop koffie te gaan drinken. Goed idee!

We staken probleemloos over en trokken de kajaks het strand op. Het was hoog water, dus heel ver hoefden we niet te zeulen met die dingen. Snel zaten we in de intens knusse keuken terwijl de percolator op het fornuis stond. En we waren lekker aan het bomen met een warme mok in onze handen toen Sanja ineens riep "de kajaks!!"

Het was eigenlijk nog geen hoog water geweest toen we aanlegden. Nu wel, dus de kajaks kwamen zonder ons erin gezellig langsdobberen. Dus we speerden naar buiten... eentje was alweer aan de andere kant van het baaitje aangespoeld. De andere dobberde nog een flink stuk uit de kust. Maar gelukkig boeit dat niet als je een pak aan hebt. Je loopt gewoon de zee in...

Deze keer trokken we ze écht hoog de kant op. En dronken de koffie verder op, terwijl het buiten heel hard regende.

Toen de koffie op was gingen we terug. Inmiddels was de wind flink sterker geworden; de peddel werd bijna uit je handen getrokken. Gelukkig maar dat Sanja zo vermetel is... en om het nog erger te maken verscheen er een enorm schip aan de horizon. We besloten maar even langs de kust te varen om het ding te laten passeren. Wil je niet onder komen met je kajakje... toen hij weg was konden we over, in hogere golven dan ooit. Gelukkig was de golflengte vrij groot, zodat je er met je kajak minder last van hebt. Dus het ging goed!

Eenmaal aan de andere kant dacht ik dat Sanja het wel gehad had. Maar nee! Ze stelde voor nog een eindje naar het zuiden te stekkeren. Wat we deden. In kalm water, gek genoeg. Zoiets kan snel gaan.

Bij terugkeer kwamen we een hoek om en zaten meteen weer in de wilde golven. Ik dacht nog éven dat het mis ging toen Sanja ineens uit beeld verdween, maar ze was alleen even verborgen geweest achter een grote golf...

Bij het boothuis aangekomen werden we nog even voor een kwestie gesteld. Het was zulk hoog water dat het strand weg was! En op het strand heb je van die banen; van ronde balken in een ijzeren rails, waarover je je kajak zonder schade naar boven kan slepen, maar die waren niet alleen onder water verdwenen, maar er waren ook nog eens wat van die balken losgeslagen. Moest je ook nog langs zien te manouvreren. Maar het lukte!

Tot mijn verbazing zag ik dat we vijf uur bezig waren geweest, bij elkaar. Lekker, dat.

Normaliter zit er nog een strand tussen boothuis en zee...

Terug bij mijn fiets bedacht ik dat het met een dag vol slagregen als deze het niet per se handig is om je helm aan je fiets te laten hangen. En terwijl het water in mijn ogen droop fietsten we weg. Waarbij ik ook nog eens tot over mijn assen in een waterplas belandde... een ontzettend Nederlandse dag, bij elkaar!

Wetenschapsdagen

Tromsø heeft maar 60.000 inwoners, maar heeft wel talloze serieus te nemen onderzoeksinstituten die met de zee van doen hebben. NP, de universiteit, het instituut voor marien onderzoek, de hogeschool voor visserij en dan nog een stapel instituutjes die in hetzelfde gebouw zitten als NP. En das alleen nog maar de zee...

Iedere herfst presenteren al die instituten zich op de wetenschapsdagen. Gaaf om te zien dat zo'n durp zoveel te bieden heeft! Ik kwam eigenlijk alleen even langs omdat ik wist dat er allerlei lui van NP en de uni waren (Sanja, Helgard, Patrycja, etc etc) maar werd toch wel gegrepen door het succes van het geheel.

Wat ik het goochemst vond was het aquarium van SciencePub, een wetenschappelijk verband waar zowel NP als de uni bij betrokken zijn. Het was een mini-thermohaliene circulatie! Of eigenlijk een thermische circulatie. Niks met zout. Maar ze hadden aan de ene kant, de zuidkant, een dompelaar in het water gehangen, en aan de noordkant ijsklonten in het water gelegd. Waarop inderdaad het water aan de oppervlak noordwaarts gaat stromen, en bij het tegenkomen van het ijs afkoelt, in dichtheid toeneemt, en zinkt. En langs de bodem terugstroomt. Wat ze met kleurstof in het water konden laten zien. Lief!

Het was overigens geen model van zomaar circulatie; het was semi-lokaal... het was een nabootsing van de warme golfstroom die de Noord-Atlantische Oceaan in komt kachelen en de koude stroming terug. Wat geïllustreerd was met piepschuim 2D landmassa's met de Noorse, Faroërse, IJslandse en Groenlandse vlaggetjes erop. Geweldig!

Op de foto's is te zien hoe Steffen een lokaal kind ook helemaal warm krijgt voor dit fenomeen...

23 September 2008

Rijles - nu echt!

Nerveus!
Men stelle iets niet 16 jaar uit om er vervolgens koelbloedig aan te beginnen. Gelukkig had de rij-instructeur geruststellend geklonken toen we over de telefoon een les afspraken. Hij zag er ook geruststellend uit. De auto niet! Een dikke vette BMW...

Ik had geen idee waar we zouden beginnen. Ik hoopte op een verlaten vlakte. Maar nee. Hij reed gewoon een weg op waar ik elke dag overheen kom. En liet ons van plaats wisselen. En droeg me op weg te rijden! Niets met "koppeling is links, rem is midden, gas rechts" of iets met waar de knipperlichten zitten of wat ook... niks met wanneer je eigenlijk de koppeling in moet drukken. Niets van al dat fraais. Stoel en spiegels stellen, en gaan! Op de openbare weg!

Zwetend reed ik weg. En merkte meteen dat men niet ongestraft als maagdelijk chauffeur een dikke vette BMW rijdt met kisten aan. Ik vóel dat gaspedaal niet eens en ik accellereer me al scheel! De volgende les doe ik op zijn minst met mijn Franse kisten... dat zijn net pantoffeltjes.

Het stoppen en optrekken oefenden we goddank op een parkeerplaats. Ik rem als een hork, maar ook dat wordt vast beter met andere schoenen. En dan terug! Ik zag nog kans om niét onze ene bibliothecaris, die toevallig daar aan de wandel was, dood te rijden. En toen was het uur al voorbij. Wat er ook mee te maken had dat een uur rijles maar 45 minuten duurt...

Donderdag weer!

21 September 2008

Noodzakelijke zondag

Soms lijkt het leven sneller te gaan dan jij zelf. Ik zat al een tijdje in een hoge versnelling; hard werken, hard hiken, hard op en neer rennen naar de verkeersschool... Leuk, maar niet zo goed voor je algehele organisatiegraad.

Als je dan een week afsluit met een zuippartij met Steffen, vrijwel naadloos opgevolgd door een hike met drie woeste dames, wordt het daar niet beter op. Mijn huiskamer was een vieze kroeg geworden met overal lege drankflessen en sigarettenpakjes, er stond een enorme afwas, het vuilnis rees de pan uit, het wasgoed puilde de slaapkamer uit, er lag een dry suit in een hoek (uit de tas geflikkerd toen we ineens níet gingen torsdagspadle), er stond een tas met hikeparafernalia... het was een bende.

Na de zaterdagshike maakte ik de afwas nog even wat groter en ging vroeg naar bed. Was toch wel moe na die aaneenschakeling van vermoeiendheden! En voor de zondag had ik niks bijzonders. Handen uit de mouwen!

Ik deed de afwas, mestte de koelkast uit, ruimde het afval op, onderhield mijn haar, ging de rozenstruik te lijf die steeds mijn raam wil dichtgroeien, en die bovendien spookachtig met zijn doorns tegen het slaapkamerraam krast, ik zette mijn schoenen in de was, ruimde de slaapkamer op, verving de lakens, deed de was en hing die op, worstelde door een flinke stapel achterstallige post, worstelde me vervolgens door een nóg veel grotere stapel nóg achterstalliger post, ik veegde de vloer, ik trok de zwanenhals van de afvoer open, maakte het fornuis schoon, en hing het dry suit op...

Dit was nog maar de 1e stapel post

Het is allemaal vrij saai werk maar wat ís het lekker als het af is. Soms heb je zo'n dag nodig!

En inmiddels is ook de blog bijgewerkt. Ben van plan vanavond wat kledingreparatie te doen en het theorieboek uit te lezen... en dan ben ik weer bij. Klaar voor een nieuwe week die veel te snel gaat!


ps het theorieboek is uit (op de appendices na) en bijna de hele stapel reparaties is weggewerkt... ik ben een ideale huisvrouw! Alweer!

Zaterdagwandeling

Na lange tijd stilte had Celia ineens weer ge-SMS't met een voorstel tot een stuk sjokken. Goed idee! En de Finnen hadden ook zin in wat activiteit. Zo zaten we zaterdagochtend gevieren over de kaart gebogen, op zoek naar een mooie route.We besloten een vallei in te rijden (Celia had een auto tot haar beschikking!) waar ik al heel vaak doorheen gekomen was, meestal met Audun op weg naar een klimgebied, en die ook heel mooi was, maar waar ik nog nooit te voet was geweest.

We sjokten vrij lukraak een kant op. Er was wel ergens een pad, maar dat negeerden we. En kwamen uit bij twee hele mooie bergmeertjes. Daarvandaan besloten we de kam over te gaan,naar het volgende meertje. Maar halverwege lokte een woeste rotspiek. Celia was niet onder de indruk, maar de overige drie struinden met jeugdig enthousiasme omhoog. Tot het allemaal nog wel mogelijk, maar niet per se helemaal veilig meer was. En keerden terug.

Vanaf het andere meertje hadden we ook schijt aan paden. En gingen waar de bessen ons leidden. Of waar Johanna dat deed... die kan over de meest waazinnige en onbegaanbare soorten terrein onwaarschijnlijk snel vooruit komen. Zonder zich te bezeren...

Inmiddels beginnen de bomen overigens hun bladeren te verliezen. Niet veel tijd meer voor deze herfst!




Celia met kop thee

Johanna met vrolijk stemmende muts, en Sanja

De meertjes

Celia als zonnegodin

Lunch bij de meertjes

We werden goed in de gaten gehouden door een nieuwsgierig sneeuwhoen

De Finnen op het niet meer helemala verantwoorde stuk


Bosbessen!

Blijft mooi, riviertjes.

19 September 2008

Avondwandelingetje

Eigenlijk zouden Tana, Sanja en ik meedoen aan de "torsdagspadling". Maar het weer was veel te mooi! We besloten een stuk te gaan wandelen in de plaats. Gewoon, de 1e de beste berg op achter Sanja's huis.



We vertrokken rond half zes, en we waren net terug voor het té donker was. En tegen die tijd had ik een geheugenkaart met een paar mooie foto's, en Tana en Sanja een ziplock vol bosbessen. Sanja moest diezelfde avond beslissen over of ze een baan in Helsinki ging accepteren of niet... ik denk niet dat we met zo'n avond Helsinki een dienst hebben bewezen. Daarvandaan kan je niet na je werk nog even voor het donker in zulk mooi terrein rondwandelen...



Terug in de stad lokten haardvuur en whiskyfles... en lekker eten, met ijs met warme bosbessensaus toe! Wat een feest.

18 September 2008

Basiscursus ten einde!

Je mag autorijden op je 16e, maar je moet wél een basale EHBO-cursus hebben gedaan. De Noorse wet riekt naar door verstandige mensen bewoond platteland. Maar zo was ik dinsdagavond "kunstmatige beademing", "bekkenschade" en zo nog wat van die termen in het woordenboek op aan het zoeken. Woensdag EHBO-cursus, als afsluiter van de trafikalt grunnkurs!

Het meeste was theorie. Maar al snel lag er toch een oefenpop op de grond, die we allemaal moesten reanimeren en beademen. En zoals dat gaat in een klas vol pubers wilde niemand de 1e zijn. Ik ben inmiddels te oud om me daar ongemakkelijk over te voelen...

En de afsluiter van de dag was: rollenspel! Vertrouwd terrein. Leuk hoor. Ik werd met twee 15-jarige meisjes geconfronteerd met een zogenaamd tunnelongeluk. Auto vol jongeren was ergens bovenop geknald. Regel het maar! We constateerden snel dat ze allemaal ademden, en twee van de drie bij bewustzijn waren. Vijftienjarige meisjes zijn niet noodzakelijkerwijs de meest besluitvaardige types ooit, dus ik greep maar de regie. Mooi dat, want zo kon ik er eentje zogenaamd 113 laten bellen. Altijd handig als de centrale het ook een beetje begrijpt, en niet verloren raakt in een kaas-accent.

Het andere meisje kon de gevarendriehoek niet vinden. En bij een zogenaamd tunnelongeluk is het best relevant de plek des onheils als zodanig te markeren.

Ik merkte wel dat ik écht niét goed ben met auto's. De radio stond hard aan. Waar zou de uitknop zitten? En die motor moet ook uit! Jemig. Gelukkig zijn moderne 15-jarige meisjes beter thuis in dat soort dingen. Paps en mams hebben een auto...

Na de evaluatie werden de rollen omgedraaid. Zo waren wij de slachtoffers. Ik hoopte dat ik het shock-geval mocht spelen. Helaas, ik was bewusteloos. Ben onelegant in mijn gordel gaan hangen. Veel meer kan je niet doen als bewusteloos slachtoffer. Ons shockgeval is op een gegeven moment de "tunnel" nog ingestekkerd, maar men kan niet overal op letten. En onze ad hoc redders hadden hun auto pontificaal in de weg van eventuele ambulances gezet. Maar daar zullen ze nu als ze het echt nog es nodig hebben wel aan denken...

En met al het gekluns hebben we nou wel allemaal het recht verworven rijles te nemen. Zodra we daar bewijs van in de bus hebben kunnen we los! Ik heb de "L" en de extra spiegel al in huis...

16 September 2008

Lance cruise foto's door Patrycja

Meestal gebruik ik op mijn blog alleen foto's die ik zelf heb gemaakt... maar op de Lance cruise werden zúlke mooie foto's door anderen gemaakt. Vooral Patrycja. Het is een paparazzo van de bovenste plank, maar fóto's die ze maakt! Schitterend. Dus bij deze even een selectie.

Sfeerbeeld vanuit Longyearbyen

Dorthe zoals ik haar het liefst zie

En zo zie ik mezelf graag: ontspannen en tevreden

Als de samenwerking tussen jou en je baas er zo uit ziet is het goed

Deze hangt op mijn deur. Ik geloof dat de foto in de volksmond al "de bergtrol" heet. Saxiculeus!

In Longyearbyen deed ze een duutje in het gras... en als je dan een tijdje niet beweegt vinden de rendieren je niet meer eng

14 September 2008

Filmpje van bij Ringvassbu



Deze wilde om de één of andere reden niet in het vorige postje. Is genomen vanaf de subtop van die berg waar ik optiefte! Mooi het Henco?

Paradijs vervolgd

Door een vergnaasde knie een zomer machteloos aan je voorbij voelen gaan. Ik ken het gevoel! Tana kan duidelijk weer vanalles, zie postje over het vorige weekend, en die probeert nou heel hard de schade in te halen. Dit weekend, het laatste dat ze heeft voor ze de halve wereld over moet hotsen voor allerlei meetings, was haar laatste kans voor zomergevoel. Als ze terugkomt ligt er waarschijnljk sneeuw, en dan is het wel gedaan. Maar de weergoden hadden nú duidelijk het beste met haar voor, want de weersvoospelling voor het hele weekend was geweldig. En deze keer stond Ringvassøya op het programma. Over de brug naar Kvaløya rechts, na 30 km een tunnel door en je bent er. Patrycja ging deze keer ook mee. Gezellig!

Zo begon de tocht



We liepen pas een meter of 200 of we hadden door dat de weergoden het meenden. De broeken werden afgeritst en alle truien gingen uit! Wie had dat gedacht. Het pad liep door een schitterend hersftig dal. Rap gingen we niet; Tana en Patrycja zijn bosbessenverslaafd, en Patrycja kwam eigenlijk pas voor het eerst achter haar bureau vandaan sinds ze hier woonde. Zo bereikten we na twee uur het eind van het pad.

Bij dit meertje eindigde het pad. En het daglicht was ook op weg naar de uitgang...


Bij het meertje vond ik nog twee spinnen die bezig waren met sex of geweld. Moeilijk te onderscheiden bij spinnen...


Ik wist dat de hut in een blokkig terrein lag, en met twee dames met zwakke knieën wil je niet in het donker over een blokkenveld heen struikelen. Dus ik begon de goegemeente een beetje achter de broek aan te zitten. Het heeft me al de term "bosbessen-nazi" opgeleverd... Maar in ieder geval, we moesten nu zonder pad bij de hut komen. En terrein zonder pad, dat is de pest voor Tana. En Patrycja zat stuk. En Tana is dan zo'n koppige bikkel dat ze met knie en al de tas van Patrycja wil overnemen. En Patrycja is zo koppig dat ze pas spullen door anderen wou laten dragen toen ik daadwerkelijk dingen begon te gappen. Ik voelde me een beetje een beunhaas, met verstandige praat over niet lanterfanten vanwege verdwijnend daglicht, en verantwoordelijkheid en groepsgevoel en watniet, en ik ben er niet zo goed in (heb het natuurlijke overwicht van Marijn niet), maar uiteindelijk is het gelukt te regelen dat Patrycja wel gewicht weggaf, maar niet in de vorm van de hele tas in Tana's mik. Zo togen we verder langs een riviertje dat ons naar het volgende meer zou brengen.

Bij het meer was het avondlicht schitterend

Vanaf dat meertje was het eitje. We pikten de officiële route, die een dal verder naar het zuiden pakte, maar wat door een van de NP-ers als minder mooi was afgedaan, weer op. Snel stapten we de hut in, die al lekker warm was, want er waren ook anderen. We begroetten twee Noorse kerels van de hogeschool voor visserij (eentje draaide ook zijn hand niet om voor landdieren; het bleek dat het zijn schoten waren geweest die we hadden gehoord onderweg. Hij had één sneeuwhoen weten om te leggen...), en twee Germanofone medische dames. De ene, de Duitse, had nog geassisteerd bij het onderzoek op Tana's knie... de andere was een Oostenrijkse medische student. Leuke mensen.

Wij sprongen in het meer (dat is, Tana en ik; Patrycja is niet zo dol op koud water), kookten ons potje, en ouwehoerden wat met de andere gasten. Was erg gezellig, en ondanks de verwarrendheid van de mix Noors-Engels-Duits, goed voor onze talenkennis. En op tijd gingen we naar de zeer comfortabele bedden...

Heel ander uitzicht uit het raam dan vorige week...

De volgende ochtend keutelden we allemaal wat aan: Tana was fanatiek IPCC-papieren aan het lezen, ik tiefte de ene na de andere bak primitief gezette, slappe koffie naar binnen, en Patrycja lag overal en nergens plat op haar buik op de grond, foto's makend van wie weet wat.

Maar we ontbeten samen, en maakten een plan voor de dag. Ik wilde wel een nabije berg op, en de dames wilden -natuurlijk- bosbessen plukken. Beiden hadden na een dag als gisteren niet veel zin in veel afmattends. En het idee was dat ze zouden plukken langs de gemarkeerde route naar het noorden, waardoor ik ze makkelijk zou kunnen terugvinden.

Bij het de berg op klimmen had ik al snel heel mooi uitzicht op het meer waar de hut aan ligt. Hut is ook te zien (twee gebouwtjes; die rechter is plee, brandhoutopslag, en noodonderkomen).

Zo hopste ik de berg op. Nog steeds gewoon in T-shirtje en korte broek; niet te geloven! Ik kwam al snel boven de begroeiïng uit. De berg was een serieuzer exemplaar dan ik had gedacht, maar geen moeilijke of gevaarlijke. En na twee uur genoeglijk klauteren stond ik boven.

Obligaat zelfportret bij top

Vanzelfsprékend schitterend uitzicht!

Ik genoot even van het uitzicht, en ging weer terug. Kwam onderweg nog twee sneeuwhoenders tegen die blijkbaar fortuinlijkerwijs aan onze jager waren ontsnapt, en kwam terug in een lege hut, met een lege maag. Toen daar aangenamerwijs brood met makreel, en koffie, in zat toog ik weer op weg, hopend dat ik na al die tijd de dames nog kon terugvinden.

De hutten vanaf de andere kant


Dat kon ik. Ze hadden een half kuub aan bosbessen verzameld, en waren al langzaamaan op de terugweg, omdat de zon tegen de helling op aan het kruipen was. Toen we weer binnen een veilige marge waren was het zo warm (graad of twaalf!) dat de meertjes lokten... Patrycja was, zoals te verwachten was, niet vatbaar voor deze verleiding, maar Tana en ik stonden in no time in onze blote konten op de kant, en hebben zowaar een paar stukjes gezwommen. Was net minder koud dan dat Lofoten-meertje! En maar een beetje kouder dan het meertje onderaan de Mont Carlit...

Eén van die meertjes was het

Tot mijn grote verbazing doken er niet meteen stapels jagers op. We waren al gewaarschuwd voor de uitgebroken vogeljacht, en de dames waren ook onderweg nog opgeschrikt door een hele klont kerels met getrokken geweer, en ik neem aan dat een beetje jager wel een verrekijker bij zich heeft... maar niets daarvan, dus.

Blije dames

Patrycja met bosbessenverslaving

Helemaal fris kwamen we terug. En begroetten een Noors uitgebreid gezin, en een eenzame wandelaar, die inmiddels in de hut waren neergestreken. We kregen nog even wat uitleg over Hutiquette; als je ergens meer dan 1 nacht blijft, en er onstaat plaatsgebrek, sta je je bed af aan een nieuwkomer. Wist ik nog niet. Wel een mooi gebaar.

We pakten onze reut dus in, en lieten ons kamertje aan het gezin. En gingen buiten lekker drank hijsen en van ons af ouwehoeren in de zon. Tot we nóg vier lui zagen naderen. De Germanofonen waren ook terug. Druk! Dus ik ging snel koken voor het spitsuur werd. En het werd een knusse boel; de eenzame wandelaar, Gunnar, bood iedereen zijn whisky aan (wat een mán! En het was een Islay!), de groep van vier bleek uit 3 Noren en een Mexicaanse te bestaan, en die laatste leek het wel even lekker te vinden om met mede-buitenlanders te ouwehoeren, en de Duitse dames probeerden onze glutenvrije pasta...

Intussen was het gezin een spelltje gaan doen. Gunnar sloot zich erbij aan om de jongste telg bij te staan. En Tana kreeg in de smiezen dat het een soort van pim pam pet was, wat dus goed is als Noorse les. Dus die deed ook mee. En ik later ook. Woorden! My favourite!

Gunnar bleek twéé flessen whisky bij zich te hebben, en de jager en de visser hadden hun buitenlandse dames wijn nagelaten, en de rum en eigen whisky kwamen ook op tafel. Een goeie avond. En buiten scheen een volle maan, en was het een hele zachte avond. Ik zag zo de gezelligheid en drukte aan, en schatte zo in hoe lang de laatste feestbeesten nog door zouden gaan, en besloot lekker buiten te gaan slapen.

Ik vond een plekje aan de andere kant van het meer en lag nog even heerlijk naar het 1e Noorderlicht van het seizoen (voor mij dan) te kijken. Heel duidelijk wordt het niet als het tegen een volle maan op moet blazen, maar het was wel lekker. En ik had niet het minst hobbelige stukje uitgezocht maar toch sliep ik best lekker.

's Ochtends ging de wekker vroeg. Tana moest haar nieuwe huisgenoot van het vliegveld halen, en daarvoor op tijd weer in Tromsø zijn. Zo begon ik zachtjes met bosbessenpannekoeken bakken. De Duitse dames waren al op; die wilden noordwaarts terug, en das een kolereeind.

Op de verande nuttigden we ons decadente maal, en pakten daarna in. We zeiden nog gedag naar al onze medegasten, en waren onderweg. Natuurlijk in t-shirt en korte broek...

In de wat donkerder stukken van het dal was het wel fris. Met rijp!

Tana ging nog een keer of honderdduizend bíjna catastrofaal door haar knie op het padloze stuk. Bíjna. We waren blij toen we weer op het pad waren. En toen ging het snel. En op tijd waren we weer bij de auto. Weer een geweldig weekend.

Laatste pauze

Het vorige weekend had veel meer sfeer gehad, wegens de dreigende wolkenluchten en dergelijke... maar dit was ook gaaf. Overigens ben ik niet de enige met een zwak voor herfsttaferelen: Audun spoorde me nog aan om veel foto's te maken. Waarop hij een blik uit het raam wierp; naar de zee als een spiegel, en de zon in de stralend blauwe, wolkenloze hemel, en teleurgesteld opmerkte dat het helaas geen mooi weer voor het maken van foto's was...

Maar er is een tijd voor alles, of zo, en dit was tijd voor geef-Tana-de-zomer-terug. Nu kan ze naar omstandigheden tevreden vrijdag het vliegtuig pakken...

12 September 2008

Oog

Tussen al het overige geweld viel het niet eens op: mijn relaas over dat mijn oog ineens uit elkaar leek te vallen, in de Pyreneeën. Maar ik was er flink van geschrokken.

Daarzo in het zuiden deed ik mijn lenzen uit en niet meer in. Maar ik wilde wel weten of er iets permanents mis was, of dat het uit zichzelf zou genezen. Na een dag of twee was er niks meer te zien... misschien was het spontaan genezen.

Ik greep een zaterdags kajaktochtje met Tana aan om het weer eens te proberen. Een paar uur maar. Maar meteen leek mijn hoornvlies weer los te zitten... tijd voor medisch advies!

Ik was nog nooit bij mijn arts geweest. Het bleek een lange, jonge, ongeduldig kijkende kerel te zijn. Die hoorde mijn relaas in slecht Noors aan, keek even met een lampje in mijn oog, en besloot dat het misschien een ontsteking was. Dat leek me niet zo waarschijnlijk maar hij wuifde mijn tegenwerpingen weg. En stuurde me de straat op met een recept voor oogdruppels.

Als het niet baat schaadt het ook niet, dacht ik, en zo ben ik al een paar dagen aan het oogdruppelen. En “een paar dagen” is zo precies als de arts het uitdrukte. En na die “paar dagen” mag ik het weer proberen met lenzen. Ik ben benieuwd.



Ik hoop maar dat dit gaat helpen. De bijsluiter zegt zowaar iets over loszittende hoornvliezen. En áls het helpt ben ik blij, want zoiets als vorig weekend is maar niets zonder lenzen. In de regen is een bril een slecht idee. En kajakken met bril is het ook niet. Lenzen zijn zo’n lekkere uitvinding! Ik druppel dus noest door. En breng verslag uit...

09 September 2008

Rijles!

Vijftien jaar uitstel is nog geen afstel! Een rijbewijs is iets donders handigs; daar ben ik altijd al van doordrongen geweest. Maar ik heb nogal last van koudwatervrees. En als je dat combineert met hele gezonde praktische bezwaren gebeurt er dus niets. Ik ging op mijn 17e in Amsterdam wonen. Wat heb je als student, en later als AIO, aan een rijbewijs? Je hoeft niet meer van je vrienden te profiteren als je zelf kan rijden. Maar een auto hebben in Amsterdam, das pure waazin. Zeker in de Pijp. Zeker als je aan de VU werkt. En niet oefenen betekent het meteen weer verleren. Slecht plan dus!

Maar nu woon ik in Tromsø. Hier is een auto een heel goed idee. Met streekbussen die es eens per dag gaan, en dat soort grappen. Dus de koudwatervrees bleef, maar de praktische bezwaren verdwenen, en zo eindigde ik in de mallemolen die hier in dit land tot een rijbewijs moet leiden. Het kostte me wat moeite uit te vinden hoe dat werkt hier, maar ik ben er, meen ik, uit: je begint met de basiscursus. Als je die hebt afgerond mag je gaan lessen; hetzij bij een rijschool, hetzij met een bekende die bereid is een L op zijn/haar auto te plakken. En als je denkt dat je er klaar voor bent doe je rijexamen, wat theorie en praktijk in één is. En als dat toevallig niet in de winter is moet je bij de 1e de beste gelegenheid de cursus “poolnachtrijden” doen. En dan ben je volledig gekwalificeerd.


Zo stapte ik gisteren een sjofel leslokaaltje in. Een rij puisterige koppen staarde me verbaasd aan. In Noorwegen mag je beginnen met rijles op je 16e. En al die Noren willen dat dus ook. Dus doe je de basiscursus op je 15e... ik was de enige meerderjarige in de hele cursus. Wel grappig... waar kom ik anders Noorse pubers tegen?

De docent sprak heftig Tromsøs, maar gelukkig zo mooi gearticuleerd als ik dacht dat men alleen van kon dromen, dus ik begreep zowaar, bijna woord voor woord, waar de cursus over ging. Eitje, dit! Hopen dat het zo blijft: hij kondigde al aan dat hij volgende week een vervanger stuurt. Hopen dat ik die ook kan volgen. Maar die basiscursus is duidelijk niet de beperkende factor. Het lessen wordt het enge deel... wordt vervolgd!

07 September 2008

Paradijs in de achtertuin

Buiten ruikt het naar herfst! En binnen lopen stuiterence Canadezen rond, die wegens het schrijven van een scritie en het breken van een knie zo'n beetje de hele zomer aan zich voorbij hebben moeten laten gaan. En nu weer min of meer recht van lijf en leden zijn, en de boel hebben ingestuurd! Hoog tijd om er op uit te trekken. En ik snakte daar ook naar.

Het plan was: vrijdag ne het werk de bus pakken naar het noordelijkste punt op het vasteland waar hij komt (en dan bedoel ik niet Noordkaap, maar gewoon het noordelijkste punt waar de noordwaartse streekbus hier komt), en dan gedurende het weekend teruglopen. En overnachten in de hutten die hier verspreid staan.

Het begon niet helemaal goed. De bus kwam niet! Pet-OV hier. We hebben maar een taxi gepakt. We laten ons niet zomaar van een geweldig weekend afhouden. En in de regen stapten we uit. En liepen de zomp in. Het was nat boven en onder, maar wel ontzettend mooi. En we schoten lekker op.



Voor het donker kwamen we bij de geplande hut uit. Waar we welkom geheten werden door twee bevriende kerels en hun nog veel bevriendere zevenjarige zoontjes. En de zoontjes waren welgemanierd, dus het feit dat hun vaders de kachel al aan hadden gestoken, en al water hadden opgezet woog wel tegen het kindergehalte op. En de avond ging op aan lekker binnen zitten, terwijl de regen tegen de ramen sloeg en de kachel loeide, en whisky drinkend ouwehoeren met de mannen. Dat was ook goed voor ons Noors.

Het bleek dat ze die zaterdag met de jochies gingen vissen in het nabijgelegen meertje. Ik hoop dat ze meer forel gevangen hebben dan ze op kunnen! En we bleken een van de heren, die een Finse plastisch chirurg bleek, net die woensdag nog gegroet te hebben bij het boothuis... hij herkende mijn haar.


De volgende ochtend begon met bosbessen plukken. En ontbijten met bosbessenpannekoeken. Wat een dag! Pas om elf uur stekkerden we de hut nog es uit.


Wat je ziet als je 's ochtends het gordijn openschuift.

Perfekt ontbijt!

Langs het pad vonden we niet alleen nóg meer bosbessen, maar ook de nog veel harder begeerde kruipbramen. In een herfstzonnetje plukten we een ziplock vol terwijl een kudde rendieren kwam lansdenderen.


De kruipbramen waren al een feest, maar rendieren met gevoel voor dramatiek maken het af...


We namen het niet zo nauw met het pad: tijd zat. Maar zo'n pad ligt daar niet voor niets. Als je er vanaf wijkt haal je je vanalles op de hals... in dit geval: heel veel moeras, onhandige berkenbosjes, en vervelende hellingen.


Herfstkleuren, dreigende wolken, verse sneeuw, en nieuwsgierige rendieren. Is het raar dat de herfst mijn favoriete seizoen is?


Zo was het al best laat voor we bij de volgende hut aankwamen. En dat urenlange cross-countryen had het een en ander van Tana's knie gevergd. Zo besloten we in die hut te blijven. Hier hadden we de tijd... tijd voor boek lezen, baden in de rivier, nogmeer bosbessen plukken... lekker. Avondwandelingetje door de verpletterend mooie omgeving.

Als je heel goed kijkt kan je op deze foto (de grote versie, dan) het hutje zien liggen. In het totale niets.

De dag erna wilden we op tijd op. Geen diee hoe goed Tana's knie zou zijn na een dag als die, en als het niet zo best gaat wil je ruim de tijd hebben om weer terug te lopen naar de beschaving. Deze hut had geen goeie koekenpan, dus de kruipbramenpannekoeken moesten opgegeven worden, en het werd kruipbramenhavermout. Ook goed! En om negen uur waren we onderweg. Door nog steeds waanzinnig landschap. En volkomen verlaten. Na onze twee vaders hadden we geen mens meer gezien.


Rond elven waren we bij de volgende hut, maar het was te vroeg voor lunch, dus veel deden we er niet. Wel kwamen we weer menselijke zielen tegen. Twee jongens die het ook een mooi hikeweekend vonden. Maar wij trokken verder. En tot zover was de geologie gunstig geweest voor begroeiïng, maar nu kwamen we in het regime van de blokkenvelden. Uitdagend, als je bedenkt dat het een blokkenveld was dat Tana initieel haar knie gekost had. Maar het ging goed!

Onoverwinnelijke vrouw

Zo kwamen we weer in de beschaving aan. Zodra we een weg tegenkwamen was daar ook meteen een bushalte. En ook meteen een bus. En zo kwamen we zonder enig gedoe weer in de stad aan. Bij NP, want daar stonden onze fietsen. En mijn computer. Waar ik dit kon schrijven en mijn moeder kon bellen.

Een eind aan een heerlijk weekend. Misschien snel weer!