Het was er niet echt van gekomen na te denken over wat ik met Pasen zou doen. Ik mazzelde, want ik was nauwelijks terug uit Oslo of er bereikten mij berichten over een te huren hut op Lyngen, het nabijgelegen schiereiland met de meest serieuze bergen in de omtrek. Dat klonk wel goed. En dat werd het ook.
Met 7 NP-ers (of eigenlijk 6 en 1 stuks aanhang) reden we oostwaarts, in prachtig weer. Het idee was een beetje dat de heftige skiërs de alpiene stukken aan puin zouden raggen, terwijl Helgard en ik dan rond zouden gaan sneeuwschoenen. Eventueel nu en dan versterkt door lui die dat ook wel es zouden willen proberen. Dus met allerlei soorten ski’s en ander tuig, zelfs hengels voor een luie dag, togen we op weg.
De hut bleek weinig rustieks te hebben, maar wel verder alles wat je zou kunnen willen. De sneeuw lokte meteen, en met een paar dames gingen we de omgeving even per ski verkennen. Mooi! Achter de hut ging een weg omhoog, die na enkele honderden meters overging in een sneeuwscooterpad. Ook prima bruikbaar als skiløype. Uitmuntend beginnersterrein. Helaas kreeg Tana het op haar heupen en wist ze vrij snel ook de heftigste helling van de omstreken te betrekken. Dat was weer ouderwets op mijn plaat gaan. Maar wat geeft het.
Na deze exercitie was het tijd voor avalanche beacon training. Helgard en ik zouden die dingen niet nodig hebben, maar nou en. De mindere goden hadden gehuurde piepers, maar Audun had er zelf een gekocht. Mocht zich nog es een lawine voordoen in die goser zijn omgeving dan gaat dat ding zijn geld ook wel opbrengen. Hij liep zó naar de verstopte pieper toe. En met die geruststellende gedachte konden we aan de barbecue beginnen.
De volgende dag was er tijd voor een steviger tocht. De alpien geschoolden peerden hem een ridicuul hoge berg op terwijl Helgard haar gloedjenieuwe sneeuwschoenen ging uittesten, met mij als meeklosser. Dat werd vrij woest, want de helling bleek toch vrij snel flink steil te worden. En daar niet rap meer mee op te houden. Zo sleurde ik de arme Helgard meteen langs de grenzen van wat je met sneeuwschoenen kan doen, maar gelukkig is dat niet iets waar je haar dan mee hebt. En eenmaal boven gekomen hadden we prachtig weer, prachtig uitzicht, en verder een hele nette wandeling terug naar de hut.
Daar doken vrij snel ook de skiërs op, die afhankelijk van hun driestheid die dag meer of minder ver het op de berg heersende slechte weer in waren gestekkerd. Helaas leverde dat Laura de 1e hele dag meteen een zere keel en dus gedwongen rust op.
’s Avonds kon je wel zien dat de gemiddelde leeftijd in de hut ver boven de dertig lag. Weinig alcohol, op tijd naar bed, en tussen buiten spelen, eten en slapen door nog even achter de laptop, nog wat werk voor elkaar krijgen. Ik was een van de drie laptop meegenomen hebbende nerds. Dat gaf wat geestelijke rust. Mijn revisie schiet al op.
Het was overigens wel heerlijk wakker worden. In een comfortabel bed, en dan wakker worden van de geluiden die gave mensen maken als ze koffie voor je aan het zetten zijn. Idylle! En dan met zijn allen ontbijt aan tafel. Kirsty en Elvar hadden ook hun broodbakmachine meegenomen. Dat ding heeft een timer, dus als je ’s ochtends je nest uit komt is dat ding net welriekendewijs de laatste mechanische hand aan het brood aan het leggen. Geweldig.
Nog een dag verder leek het me leuk om es verschillende soorten ski’s uit te proberen. Er was zat mee. De meeste van die skiërs hebben vanalles. Langlauf, alpien, telemark, watniet. En dat kan allemaal in die dikke auto’s. Dus ’s ochtends ben ik een stuk scooterpad gaan doen op Kirsty’s backcountry ski’s (of hoe heten die dingen) met Laura’s schoenen erop, en ’s middags een stuk over een meer met Helgards fjellski (hoe dat ook mag heten in het Nederlands). Die 1e waren gaaf… het ziet er wat alienesque uit, van die enorme plastic laarzen, en dan met van die grote, lange, zware ski’s eraan. Wel lekker: die ski’s bijten zich zowat vast in de sneeuw. Ze hebben ook stalen randen, en de rigide schoen zit goed aan de ski vast. Ergo, als je je voet kantelt gaat de ski mee, en die heeft dan ook echt grip. Dit in tegenstelling tot mijn (geleende) langlaufski’s die helemaal plastic zijn, en lage floppy schoenen hebben. Als het je al lukt die ski’s op hun rand te zetten gebeurt er nog niks. Nu wel! Lekker zeg. Daarmee kan ik sneeuwploegen.
Tot mijn verbazing durfde ik met die ski’s ook erg Noors te doen, voor het eerst: skiën op de openbare weg! Ik had zoveel controle dat ik er vertrouwen in had bij het naderen van een auto mezelf keurig in de berm te kunnen parkeren. De berm naar keuze, zelfs. Dus waar het scooterpad weer overging in de weg kon ik de ski’s aanhouden. Het ging wel mis in een bocht in de weg, waar de auto’s zoveel sneeuw hadden weggeërodeerd dat er niets te sneeuwploegen was. Maar daar schaam ik me niet voor.
De ski’s van Helgard zijn weer heel wat anders: kort, licht, subtiel. Wel stalen randen. Niet heel erg uit kunnen proberen want een meer geeft je daar weinig gelegenheid toe. Wel nuttig om dat ook es geprobeerd te hebben!
Bij terugkeer waren er sauna-plannen. Ik hou niet van sauna’s, maar deze bood gelegenheid tot in de sneeuw rollen. Dat had Helgard ook door. Die kans lieten we niet liggen! De sauna horde alleen bij alle hutten op het kluitje (stuk of 3), dus er waren wel buren om rekening mee te houden. Voor de zekerheid maar even aan Audun gevraagd of Noren daar tegen kunnen: naakte in de sneeuw rollende Germanen in hun achtertuin. Na enige aarzeling vond hij dat dat wel kon. In de sauna troffen we daarentegen Elvar aan, die zei dat we geschifte buitenlanders waren (zei de IJslander) en gearresteerd zouden worden. Edoch, dit verslag is in vrijheid geschreven. En het was best es leuk!
De laatste dag ging ik met Helgard diep het scooterpad op. We wilden naar het achterliggende dal. Op ski’s! Ik had de ragbakken van Kirsty weer geleend. Het was nog best gedoe om bij dat dal te komen. We kunnen allebei nauwelijks skiën, en we troffen ook een bos aan. En al die bomen, das moeilijk omheen skiën. We hebben rare omtrekkende bewegingen moeten maken. Maar wel mooi! Met de grootste lol zijn we door het niks wezen glijen, afgewisseld met hier een daar een scooterspoor. Ik begin te begrijpen wat er leuk aan is. Bossen en ander stukken met hopen vegetatie zijn pet met van die onhandelbare dingen aan je voeten, maar verder is het erg leuk. Omhoog is moeilijk en vermoeiend, dus dat houdt het spannend, en omlaag is leuk, en soms nog veel spannender voor beginners als wij. Misschien moet ik ook maar ski’s gaan kopen! Ook logge. Dat bevalt.
Overigens was het maar goed dat die van Helgard niet zo log waren. Na de lunchpauze stond ze ineens boven haar ski’s te vloeken. Een van de bindingen weigerde ineens. En na een half uur poeren gaven we het op. Ze heeft met haar ski’s op de schouder terug moeten lopen naar de hut. Dat wordt terug naar de winkel…
En daarmee was voor mij het paasweekeinde voorbij. De echte paasdag was nog niet eens aangebroken, maar er zijn dingen die ik gewoon vanuit NP moet doen voor dat vervelende artikel. En daar heb ik dan 2e paasdag voor. En toevallig had Audun ook zulke ideeën. Die was nauwelijks 3 weken uit het gips, en nog niet helemaal hersteld. Die kon dus niet zo suïcidaal de steilste bergen af razen als hij gewend is. En die besloot ook al zondag terug te gaan, omdat hij ook zat werk had en dus toch niet uit Lyngen kon halen wat er in zat. Sip, maar zo kon ik wel een hele comfortabele lift bietsen.
En nu ben ik dus weer thuis. Geen Paashop dit jaar, maar toch een hele gave Pasen!