31 August 2008

Tropische chick bouwt polaire geloofwaardigheid

Zonet drukte ik op "send". En toen moest ik nog wat klieren in Acrobat, en wat rommelen in mijn mailtool, en toen klikte ik nog es op "send". En als het goed is hebben nou het Norsk Geologisk Tidsskrift, de guest editor van een special issue, en al mijn co-auteurs mijn 1e manuscript betreffende polaire benthische forams. (Een ervan heeft een snel overstuur zijnde mailbox, dus die moet altijd een speciale versie hebben, met een geheugen vretende topografische kaart eruit weggelaten.) Nog geen week geleden was ik nog bezig met tropische planktonische forams.

Vanaf nu kan ik beginnen mezelf serieus te nemen in dit vakgebied. Manuscript afgeleverd. En dat zonder inbreng van onze statisticus. En ook met twee co-auteurs die geen sjoege gaven. Onder tijdsdruk. We gaan het zien. Hopen dat de reviewers het een beetje te pruimen vinden...

Beetje jammer dat het best mooi weer was, de afgelopen week. En de voorspelling voor de komende dagen is volkomen ruk. Het regent nu ook, overigens. Maar ik ga naar huis. Als ik er energie voor heb steek ik de open haard aan...

28 August 2008

Vrijgezelle mannen en beer geeks

In de week tussen de Pyreneeën en de Lance cruise stond ik weer even in de AIO-stand. Werken, slapen, en tussendoor nog met zo weinig mogelijk moeite wat eten in je systeem douwen. Tot er een kladversie van een artikel bij je co-auteurs ligt.

Toen die er lag keek ik ook nog even in mijn Amsterdamse mailbox. Ik bleek de hete adem van Paleoceanography in mijn nek te hebben. Dus zodra ik van de boot af kwam ging ik meteen head first dat manuscript in. Manuscript pulken, slapen, en tussendoor nog met zo weinig mogelijk moeite wat eten in je systeem douwen. Ik eet 's middags warm in de bedrijfskantine. En 's avonds loop ik even naar de supermarkt verderop in de straat voor het saladebuffet en een broodje.

Mijn keuken ligt er verlaten bij. De laatste keer dat ik de afwas deed was ergens vóór de Pyreneeën. Ik ben weer echt in een vrijgezelle man veranderd.

En het kan woester: Tana is weer helemaal street credible met haar knie. Ze heeft de krukken niet meer nodig! En als dank voor het lenen gaf ze me drie exotische biertjes. En eentje is wel heel geweldig! Beer geek breakfast! Bier met koffie! Scart eat your heart out! Ik ben er klaar voor.

27 August 2008

Wim, kijk je wel uit?

Er waart een spook door Tromsø, het spook van de paternale sterfelijkheid. Ik werkte hier pas net of Steffen, de universiteits-foram-AIO, moest als de donder terug naar Denemarken omdat zijn vader op sterven lag. Daar waren we nog niet van bekomen of hetzelfde gebeurde Dorthe. Twee NP-vaders kunnen, in verband met kanker, ieder moment ook omvallen, en een derde deed dat van het jaar al. Ik ben met een manuscript bezig, waarin ik veel met statistiek doe. De NP-statisticus zou me helpen. Maar net voor hij daaraan toe kwam vertrok hij stel op sprong naar de US: zijn vader lag op zijn sterfbed. Nu zit ik ongeduldig te wachten op commentaar van mijn co-auteurs, waaronder Morten, de universiteitsprof. Hij had me vandaag zijn inbreng beloofd. Maar net hoor ik dat hij halsoverkop naar Oslo is vertrokken. Vader overleden. Het is een slecht jaar voor vaders! Dit is veel meer dan je zou verwachten. Ik ga me zorgen maken. Wim, eet je wel goed? Kijk je uit met oversteken? Doe je wel een das om als het koud is?

25 August 2008

Zondag & maandag: terug

Ik was van plan te slapen tot een uurtje voor de lunch: genoeg tijd om te douchen en mijn spullen te pakken. Dan lunch, dan schoonmaken. Maar ik werd wakker van de ontbijtaankondiging over de intercom, en ging maar naar de mess. Na een nacht drinken is het goed ’s ochtends veel thee naar binnen te gieten... en dan terug naar bed. Tot tien uur. Na de lunch ruimden we de labs op, en boenden de modder van de muren, deuren, vloeren, plafonds, en waar niet. Waarna de rust wederkeerde. En ik mijn blog weer kon updaten op de brug...

We aten voor de laatste keer op het schip. En daarna was het afscheid, voor een deel van de mensen. De meesten zagen elkaar weer, om acht uur, in de “standaard” kroeg. Maar iedereen was helemaal kapot. En alle tafels waren gereserveerd, dus we konden er niet blijven. Na wat vruchteloos gedrentel langs nog wat kroegen had ik het wel gehad. Om tien uur lag ik in bed...

De Lance in Longyearbyen. Op de achtergrond het onderzoeksschip van de universiteit: de Jan Mayen.

Maandag was ik zowaar om zeven uur op. En ik was niet de enige; er bleken ook twee Oslose glaciologen in dezelfde blokhut te logeren. Daar dronk ik nog een kopje thee mee. Daarna probeerde ik me nog in een excursie naar een kolenmijn te wurmen, maar dat werd niks. En zo werd de dag doorgebracht met een beetje aankeutelen. Tot we weer naar huis gingen... waar het prachtweer bleek.

Ik liep nog even langs de sledehondenkennel. Waar het eten voor de beesten buiten hangt...

Blik Adventdalen in, het dal waar Longyeardalen een zijdal van is

Helaas moet er nu snoeihard gewerkt worden! De ene deadline voor een artikel verdringt de andere...

Maar dat snoeiharde werken kan ik wel doen, onderwijl goede herinneringen koesterend aan de tocht. Een wetenschappelijk en mediageniek gezien succesvolle tocht! Met leuke mensen erop, die prima samenwerkten, en prachtig weer, en geweldige uitstapjes. Top!

Zaterdag: laatste werkdag!

Het was weer zo’n dag: het CTD’en was nog niet klaar, dus we konden nog even wat rondfrutsen tot de multicorer voor het eerst naar beneden ging. Het was spannend: we waren dicht bij de gletscher kernen aan het steken, en das lastig. Het materiaal is extra zacht en het glibbert zo je kern weer uit. Verder luistert het vrij nauw hoeveel gewicht je op het ding laat zitten. Maar het ging best goed! Al moest de meest gletscher-nabije poging opnieuw: maar één van de zes buizen vol. Had er misschien ook mee te maken dat de kerel die de lier bediende het ding pardoes bovenop een passerende ijsklont had laten zakken...

Het licht en de wolken waren prachtig

Een stormvogel verliest zijn evenwicht op een ijsbergje

En het licht werd almaar mooier

En het uitzicht dus ook

Dus!

Maar zo lieten we ook nog een heel klein beetje werk over voor de andere shift. En wij konden foto’s blijven maken! Het was schitterend weer geworden. De kapitein stuurde het schip expres met wat krullen in de koers terug naar Ny-Ålesund, waar we klokslag etenstijd aankwamen. En het eten was niet niets! Kaarslicht, wijn, sjiek eten in plaats van de gebruikelijker traditioneel-Noorse prak... en speeches. En na afloop Juttertje bij de koffie. Kadootje van de dames van het NIOZ! Na het eten printte ik nog net even wat foto’s voor de fotowedstrijd uit, en ging de stad in.

Het strand van Ny-Ålesund

En het dorp zelf

In het kader van dat vast gehad hebben begon ik met souvenirs kopen in de winkel, die voor ons open ging. Kon ik daarna aan de wandel. Al snel kwam ik een groepje al dan niet Lance-lui tegen, waaronder Kim, de NP onderzoeksdirecteur, die toevallig ook in het dorp was. Ik liet vallen van plan te zijn naar de luchthaven te lopen; niet dat ik luchthavens nou zo gaaf vind, maar omdat ik had gehoord dat dat ijsbeertechnisch veilig was. Maar het clubje met Kim erin ontkende dat. Waarop Kim meteen begon te hinten dat als ik maar iemand met een geweer mee zou nemen ik overal heen kon. Wink wink, nudge nudge. Een Noor die toevallig in de blokhut naast die van Kim logeerde snapte de hint, en haalde zijn geweer. Ole Magnus, de Aftenpostenjournalist, ging ook mee. Weer een buitenkans! Geweldig!

Ole Magnus, Paul en Erik, de ijsberen-chaperone

Uitbundige plantengroei

Aan de horizon zagen we het silhouet van Paul, de Amerikaan. Die was blijkbaar van mening dat die bordjes met “niet van de weg af” “pas op voor ijsberen” “tot hier en niet verder zonder geweer” niet voor hem bedoeld waren.

Bij de mast, waaraan in de jaren twintig één of twee zeppelins, gebruikt voor poolreizen (mafkezen!) geankerd hadden gehangen, pikten we hem weer op. Waarop hij me licht shockeerde door te vinden dat het gebod “jatten af van alles wat ouder is dan van ‘46” óók niet voor hem gold. Hij klom gewoon naar boven! En hij kijkt zo gezagsgetrouw uit zijn hoofd.

Daarna liepen we nog wat rond bij wat monumenten ten nagedachtenis aan lui die op zee waren verongelukt, of ik de lokale kolenmijn, of bij poolexpedities... En restanten van de kolenwinning. Intens mooi.

De rails waren weg... een deel ervan was in gebruik als anti-in-zee-rol-richeltje op de kade.

We joegen nog een rendier op de vlucht

Lance lag er mooi bij aan de kade

Schitterend avondlicht

Inmiddels lokte de kroeg, dus we keerden terug naar de bebouwde kom. De ijsberenwacht, Erik, legde eerst zijn geweer weer terug. Daarna liet ik hem bij wijze van wederdienst Lance zien. En daarna was het kroegtijd. Niet te geloven, Nederlandse bierprijzen! En zo’n ontspannen houding jegens alcohol! Als je bij de barman twee bier bestelt wijzen ze je de koelkast aan. Regel het maar.

Wel gaaf, zo’n einde aan een cruise. Diner, aan land, wandelingetje feest. Heerlijk. Al snel was de muziek zodanig te pruimen dat we de dansvloer in gebruik namen. In Ny-Ålesund trek je je schoenen uit als je een gebouw in gaat, ook als het de winkel of de kroeg is. En Dorthe’s sokken deden het geweldig in blacklight...

Dat soort uitzicht hadden we de afgelopen week niet gehad!

Zo dronken en dansten we de avond weg. Ole Magnus bleek geweldig te kunnen leiden, Kim was de enige die raar met me op een neer wou springen op “the final countdown” (moet je een Zweed voor hebben!), onze atmosferische NP-Zweed bleek ook ter plaatse en had meer moves dan je op het oog zou gokken. Het was een goeie nacht! Maar van de kapitein moesten we om twee uur terug zijn op het schip. Drie voor twee trok ik mijn jas aan, maar zag dat Nalan nog zat. En zonder Nalan gaan ze niet weg... helaas was mijn verschijning met jas een beetje haar cue en met de hele dronken bende zwalkten we terug naar het schip. Bijna, dan. Twee schone dames en een grote, ruige matroos waren te koppig, en die lieten zich niet zomaar meenemen. Nalan en Ole Magnus stonden op de kade op ze te wachten, toen Tor Ivan, de technicus, ineens besefte dat hij de verkeerde schoenen had aangetrokken. Die ging terug, en keerde weder met de balorige laatkomers. En tegen drieën voer het schip weg.

Vrijdag: even kalm aan

De nachtdienst had kans gezien alle monsters weg te werken, en we lagen ’s ochtends nog voor de journalisten in Ny-Ålesund, dus er kwam ook niet meteen wat nieuws bij. Wel lekker, even rust na een dag als donderdag! Ik kon mooi mijn bed weer in kruipen voor een extra tukje tot 10 uur. En het bleek dat we pas tegen lunchtijd weer op een station aan zouden komen dus het was een luie boel. Zo had ik nog kans wat naar vogels te kijken. Zag nog wat raars: een Noorse Stormvogel die wat ronddobberde, en ineens een kwal ondiep voorbij zag komen. Buitenkans! Het beest begon meteen fanatiek met zijn pootjes al het water boven de kwam naar de zijkant weg te trappen, zodat het arme beest naar boven gezogen werd. Snuggere beesten, die stormvogels! Toen de kwal aan de oppervlakte verscheen werd zijn hele existentie genadeloos gereduceerd tot een halverwege verlaten, en slijmerig en draderig middagmaal.

De fulmar, of Noorse stormvogel moet ik zeggen, of voor mijn part zeepaard, want zo noemen de Noren hem ("havhest"), trappelt de kwal naar boven.

Lekkor!

En niet alleen de vogels hadden interesse in invertebraten: wachtend op activiteit begonnen de wetenschappers emmers aan touwen overboord te kieperen, in een poging allerlei onduidelijke, vlokkige beestjes te vangen, die je vanaf het schip in eindeloze aantallen voorbij zag zweven, maar niet kon zien wat het was. Zo zagen we kans iets heel elegants zeeslakkigs te vangen (“een zwemmende jurk”, volgens Maarten), en een soort van doorzichtige, roze augurk. Je verzint het gewoon niet, wat daar allemaal in die fjord rondconvulseert!

De komkommer

En het slakje

Na de lunch was het overigens wel gewoon ouderwets aanpoten. Maar op zo’n dag ben je om vier uur niet helemaal kapot, dus ging ik na dienst niet pitten maar met foto’s aan de slag. De crew had een smoelenboek, zodat we alle namen zouden weten, maar ze wilden er ook een van ons. Ik had kans gezien de NRK-journaliste daarvoor warm te maken; ze maakte een hele elaborate, artistiek verantwoorde collage, niet al te overzichtelijk maar wél compleet. Konden wij de namen bij zetten en bij de 1e officier inleveren. En daarna kon ik me wijden aan de fotowedstrijd... het thema deze keer was “bordjes op de Lance”, wat heel saai klinkt, maar waar ik uiteindelijk toch wel wat mee kon. En meer mensen met mij. Ik zag op de stapel al allerlei fraais verschijnen!

Het was were heel stil weer... met mist. En dan vaar je in het niks! Sfeervol.

En dan de avonddienst weer in. Er was zo weinig werk dat Nalan had besloten dat de andere dienst nog wel even door kon. Wij vonden dat alleen wat cru, en kwamen toch opdagen. Maar dat duurde niet lang. Snel was het gedaan en konden we een bakje thee gaan doen. Waarbij ik mocht constateren dat ik met de fotowedstrijd in de prijzen was gevallen! Vleiend. Zeker met zoveel waanzinnige fotografen aan boord.

Uitslag van de fotowedstrijd van de dag

Het was de laatste avond vóór een werkdag, dus ik verwachtte wel wat sociaals na afloop. Maar dat viel ietwat tegen. Er doken nog wat mensen op om “the libertine” te kijken, maar na een tijdje liet ik hem maar libereren en ging naar bed.

Donderdag: hektiek!

Donderdag was een dag met veel stations, dicht bij elkaar. Het effect daarvan is dat je om de haverklap de Multicorer (MC) laadt, hem overboord begeleidt, hem van het dek af peert (ze willen niet hebben dat je daar bent terwijl er lieren en kranen bezig zijn), dan haal je hem weer binnen (wat ook met lieren en kranen gepaard gaat, maar daar is niets aan te doen), trekt hem leeg, brengt de kernen naar binnen, laadt hem weer, en voor je de kans hebt gehad die kernen ook te bemonsteren, zodat eventueel overblijvende modder overboord kan, de buis weer schoongemaakt en hergebruikt kan worden, ben je alweer op het volgende station, en kan het ding weer overboord. Zo stapelen de te bemonsteren kernen zich dan op in het lab. En tot op zekere hoogte geeft dat niet, want de nightshift lost dat wel op; die nemen zelf weinig kernen. Maar als je je zut niet meer kwijt kan is dat wel onpraktisch.


Het was ineens mooi en stil weer!

We hadden zelfs een uurtje zon tijdens de shift.

Tussen het kernen door hadden we ook nog even heel wat anders te doen: de kok moest herbevoorraad worden, en als menselijke keten haalden we in Ny-Alesund even vier pallets eten van de kade naar het ruim... sommige potige bemanningsleden vinden het erg leuk om met dozen vol melkpakken naar fragiele wetenschappelijke meisjes te gooien. Maar fragiel of niet, er ging niets mis!

Maar daarna terug naar de modder. Zo werken we ons best scheel, tot een kwartiertje voor tijd. Er is wat gaande met bootjes om het schip. Allerlei lui gaan om al dan niet duidelijke redenen allerlei kanten op. En als onze dienst er bijna op zit roept Nalan: omkleden! We gaan aan land!

Dat hoeft ze natuurlijk niet te herhalen. Als een speer hijs ik me in een overall (iets tussen een werkpak en een safety suit in; als je ermee overboord slaat blijf je net even langer leven dan met een gewoon overall aan, schijnt) en zorg dat ik klaarsta op het dek. Als 1e gaan Nalan en Petter, de kapitein, de hort op: zij kunnen schieten, en gaan even zien hoe druk het is waar we aan land willen, qua ijsberentechnisch.

Nalan en Petter, de kapitein, klaar om de zodiak in te stappen

Het blijkt in orde want we mogen erachteraan. Het blijkt dat we op bezoek gaan bij een ouwe, mislukte marmergroeve. Geweldig verhaal... de één of andere Australische malloot had es marmer ontdekt op Svalbard, en was met dat idee gaan leuren in Londen. Niet gehinderd door enige kennis waren allerlei financiers enthousiast in zee gegaan met de beunhaas, en de nog niet bestaande groeve leverde al een miljoen pond op. In 1910! De Australiër kon aan de slag. Met 25 arbeiders werd een hele mijnbouw-infrastructuur neergezet, tegenover Ny-Ålesund. En al snel werden de 1e paar kuub marmer naar Londen verscheept. Waar het waardeloze prak bleek. Weg miljoen pond! Maar de overblijfselen zijn verbluffend mooi. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat zoiets went: rondlopen op Svalbard. Adembenemend.

Zo zag het schip er vanuit de zodiak uit... zoek de vliegende Hollander!

We sjouwden er wat rond, in nauw groepsverband, want ze willen niet hebben dat je te ver van de geweren afdwaalt. De terabytes aan foto’s die we er namen zullen niet te tellen zijn geweest...


De gebouwtjes en een ouwe kraan, die nog (min of meer) staan.

Het hoofdgeboutje, met de toch trotse naam...

Imposante machinerie

Dit is het hele afgegraven stuk. Formaatje Uilenstedekamer!

Er stond ook nog een aan flarden gegane stoommachine

Hier poseer ik bij een heel schattig fornuisje dat er nog stond.

Decoratieve karretjes

Het geheel lag aan een fraai strandje

Met de speedboot terug naar Lance

Toevallig had de crew ook een fotowedstrijd ingesteld. Elke dag was er een thema, en in dat thema kon iedereen max. 3 foto’s insturen. Ik had nog net tijd, voor ik weer aan het werk moest, er eentje uit te printen en in te leveren voor het thema van de dag... Wel leuk, zo’n fotowedstrijd, het inspireert mensen wel, en ’s avonds na je avonddienst kan je leuk met een kop thee nog even zien wat er zoal ingestuurd is geworden.

We vingen per ongeluk ook nog een diepwatergarnaal in een van de kernen...

De avonddienst was ook weer hektiek, maar wel onderbroken: we waren toevallig in de buurt van Kongsbreen, “de” gletscher van Kongsfjorden, en we gingen even sightseeën. En daarna weer terug de modder in.

Je krijgt zo’n gletscher er nooit op: veel te groot. Maar stukjes zijn ook mooi.

Dus.

Iedereen schiet wederom hele geheugenkaarten vol

Toch mooi, dat blauwe ijs... en dat is echt! Komt niet uit photoshop.

Woensdag: de zee op

We waren ’s nachts in Ny-Ålesund aangekomen. Daar kon een van de journalisten haar blog even uploaden. En daar in de fjord was de zee als een spiegel. Dus dit was het moment om de fjord uit te gaan en de monsterlocaties in open zee te doen! Helaas bleek Kongsfjord toch niet zo’n goeie indicatie te zijn van de situatie op open zee. De MC zwaaide vervaarlijk over het dek, en kwam leeg weer boven. Dat werkte dus niet. Zo kwam het dat we bijna de hele dag alleen maar CTD metingen deden (een diepteprofiel van temperatuur, saliniteit, en nog zo wat parameters) en er nauwelijks iets te modderen viel. Het voordeel daarvan was dat ik nog wat “gewoon” werk gedaan kreeg. Er viel zat te editen aan de figuren van mijn NJG manuscript...

’s Avonds ging de wind toch nog liggen, en kregen we toch nog een hoop modder te verwerken.

Tom, een van de bemanningsleden, verveelt zich bij het bedienen van de kraan

Zo verdwijnt de multicorer onder water

Veel modder!

Dorthe dumpt overtollige modder in zee


Als de kernen gesampled zijn


En dan hou je heel veel lege flessen van roze gekleurde alcohol over


Tegen het eind van de dienst spuit Patrycja het dek schoon