Ik had gewaarschuwd moeten zijn! De vorige winterbarbecue was een soort van surrealistische sketch. En Tana dook weer op in mijn telefoon met een vergelijkbaar voorstel. En natuurlijk ging ik er op in. Dus ik haalde een sixpack bier, een ekosteak, een doos zoete tamarinde (had geen idee wat het was, maar het scheen eetbaar te zijn), een zak worteltjes en zo nog wat.
Toevallig had ik een pestdag. Had een slecht aflopende date achter de rug. En het leek wel alsof al mijn vrienden ofwel een volkomen aan gehakt liggend hart hadden, ofwel op het punt stonden te overlijden aan genadeloze ziekten. Ik was dus eigenlijk helemaal niet in een gezellige stemming. En toevallig was Audun ook uitgenodigd. Oplettende bloglezers zullen gemerkt hebben dat die naam vorige winter en voorjaar nog veel voorkwam, maar daarna duidelijk minder. Die vriendschap was verschrompeld tot hallo zeggen bij het koffiezetapparaat. Waar ik van baal. En ik had dus toch niet zoveel te verliezen... ik heb mijn rothumeur een beetje op hem afgereageerd.
Gelukkig was ik de enige die naar en vervelend was. En zo werd ik toch vrolijk. Best leuk om met leuke mensen onwaarschijnlijke dingen te eten en dito muziek te draaien. En zoals zoiets soms gaat: op een gegeven moment verschenen ineens zowel een fles goede wodka en een fles cognac op tafel, en werd het een beetje een zooi. U kunt zich er allen wat bij voorstellen. En zo eindigde ik na een erg onoverzichtelijk geworden avond ergens na vieren straalkachel in Tana’s bed. In het nette, overigens; er was een grens aan de chaos.
Ik had gedacht dat we gewoon een beetje zouden barbecuen. En dan zondag een stukje skiën. Ik dacht niet katerend wakker te worden naast een mooie vrouw die me koffie op bed kwam brengen (hoei!), een wat onwaarschijnlijk ontbijt voor me zou koken, en waarmee ik dan tot een uur of half vijf over de moeilijkheden des levens zou ouwehoeren. En daarmee was het niet voorbij. Ik besloot terwijl Tana bezig was excuses aan de buren te formuleren (’s ochtends trof ze een rond middernacht verstuurde sms in haar telefoon aan, van de buren, of die %#£+*muziek wat zachter kon) mijn gare lijf maar eens bijeen te rapen en naar NP te fietsen, om wat banenwebsites af te struinen. Maar ik bedacht me onderweg dat dat mij langs Auduns huis zou voeren. En ondanks dat ik vind dat het een plurk is, niet alleen omdat we geen vrienden meer zijn, maar ook omdat we dat wel op een voorkomender manier zouden kunnen zijn, wat ik vanzelfsprekend zijn schuld vind, voelde ik me rot over mijn gedrag van de vorige avond. Dus ik belde op om te zien of hij thuis was. Dat was hij! Tot mijn verbazing nodigde hij me monter op boven te komen. Alwaar hij me een koffie inschonk, de noodzaak van excuses achteloos wegwimpelde, en me uitnodigde mee te gaan de alcohol ons systeem uit te fietsen. Krijg nou wat.
En daar ploeter je, na gauw de zak worteltjes te hebben verschalkt, dan een steile weg op, waar je wielen slippen in de prut (die van Audun niet, die is zwaarder en zakt dus door de sneeuwzooi heen), langs mooi wolkige vergezichten, met een onwaarschijnlijke kerel, voelend dat fietsen inderdaad goed is tegen katers, en dan weet je dat het een raar weekend is geweest. De natuur mocht het een keer zonder mij stellen. Alles wat er goed en slecht kan gaan met mensen en wat die zoal met elkaar uithalen was deze keer het thema...
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment