
De kurk die ik in de boot zag liggen werd afgekeurd. We vonden zomaar een houtje en staken van wal! Sanja legde ons uit hoe je dat vissen aanpakt. Je hebt gewoon een spoel met visdraad en meerdere haken, en een gewicht aan het eind. Je laat het tot op de bodem zakken, en dan haal je het weer een halve meter op, en je wacht tot je iets voelt spartelen. Die kabeljauwen zijn zo dom dat ze normaliter ook happen zonder aas.
En jawel, na een minuut of drie had Sanja een vis. Ze trok een stevig exemplaar aan boord. Maar ze vond hem nog te klein; die mag eerst nog een stuk doorgroeien voor iemand hem in een pan mikt.
En daarna beet er niets meer.
Nog twee keer kondigde ze een vis aan, maar beide keren was hij weg voor we hem binnenboord konden halen. Ik dacht ook een paar keer dat ik wat had, maar niks! Een lief klein stukje koraal was waar we het mee moesten doen. Verder waren Carsten en ik alleen goed in elkaar aan de haak slaan. Goed voor de koffiepauzeroddel, vond Helgard, maar culinair gezien heb je er niet veel aan.
We vonden wel de plug. Het was tóch de kurk geweest...
No comments:
Post a Comment