Ik lag zondagochtend in mijn nest met een kater, niet in staat te slapen, en me een vuige naarling voelend. Geen goed begin van de dag. Maar het kan verkeren. De telefoon deed piep! Sanja, met de vraag of ik zin had een makkelijk stukje te skiën met haar en Elvin de charmante hond. Natuurlijk! In een wip was ik op. Ontbijt was een stap te ver, maar een kop thee lukte.
Sanja had niet alleen een gasthond maar ook een leenauto. En ze dacht eraan naar Oldervik te rijden. Daar is het niet zo steil. Intussen boomden we over het feest van de afgelopen dag. Ze vond me minder berispelijk dan ik zelf, Dat luchtte gek genoeg een beetje op. Maakt dat zoveel uit, het oordeel van anderen?
Toevallig woont in Oldervik Dierk, de Duitse hippie! Dus we besloten tot een verrassingsbezoek. En hij was thuis! Elvin vond hem ergens tussen de bomen. En wat ik al aan zag komen: Elvin en Dierk, die lagen elkaar wel.
We besloten met ons vieren een stukje te skiën. Wat een goed idee! Na een dag als die ervoor was het fantastisch met twee vertrouwde lui en een prachthond door een sprookjeslandschap te klieren. Sanja is notoir wijs, en Dierk notoir gastvrij, en dat is een mooie combinatie. En dan met koffie op de top, en wat geravot met Elvin, om het af te maken, en dan weer neer. Mijn skivaardigheden waren pet als nooit tevoren maar een kniesoor die daarop let. Kop thee en boterham in de hut na, en dan huiswaarts! Wat mazzel ik met die mensen om mij heen. Volgende keer moet ik het dronken gedoe overslaan en meteen op zoiets overgaan!
Elvin was me steeds te rap af, en wandelde steeds de foto uit
Met de zelfontspanner! Ook die is Elvin te snel af... (zie honderiem links)
Dierk en Elvin die elkaar wel gevonden hebben
29 March 2009
Årsfest, Tanafest
Wat nou årsfest! Tana's verjaardag. First things first. Het zou een mooie dag worden, en ik zou om elf uur op de stoep staan om haar op te halen voor een verjaardags-skitochtje. En dat werd mooi. Het was geweldig weer, en het was lekker even frisse lucht te halen.
Na het skiën aten we nog wat, en deden we een bak koffie. En toen moest ik er als een speer vandoor. Met een verhaal over moeten douchen en tutten. Kon moeilijk zeggen "ik moet nog bloemen voor je kopen en de speech uitprinten die ik voor je geschreven heb". Want dat was het... maar douchen en tutten moest óók.
Als een speer gooide ik de jurk over mijn gereinigde lijf, en dekte die weer af met mijn dagelijkse kloffie. En toog, via de bloemwinkel, naar NP voor het printen. Daar wisselde ik ook even oorbellen en neusring, en smeerde ik blauw oogpotlood op mijn mik. Tijd om naar Driv te gaan, voor "forspiel". Ik werd heel blij! Er doken allemaal geweldig mooie types op. Van Helgard en Carsten wist ik al hoe dat eruit zou zien; Carsten had hetzelfde aan als vorig jaar, en Helgards jurk had ik zelf de vorige dag nog ingekort. Die had ik dus al in vol ornaat gezien. Maar Rafael bijvoorbeeld, daar kon ik alleen naar raden. Hij was mooi!
Rafael en Carsten. Alleen al voor de aanblik van die twee kerels was het feest het helemaal waard.
In het hotel waar het geheel plaats zou hebben deed ik een soort van superman-truuk in de garderobe. Kwam binnen in windstopperbroek, bergklossers en streepjes-T-shirt, en stripte daar even *hop* die hele laag eraf, en er kwam een mooie jurk onder vandaan. Nette schoenen in, en klaar! Van rafelige buitensporter naar dame in 10 seconden! Best leuk. Er waren wat mensen die niet wisten wat ze zagen.
En de hele hal stond vol met andere betoverend mooie lui! Nalan in een Indiase outfit, Steve in een veel mooier ensemble dan vorig jaar, Erlend de dansvloerkoning in iets heel gaafs zwart en roods, en zelfs Audun in een echt pak! Ik wist niet hoe ik het had.
Na een welkomstdrankje en een bloem voor in haar of knoopsgat konden we gaan zitten. Årsfest is nette boel, dat gaat met echte dinertafels. Om het sjieke gehalte nog te benadrukken hadden ze als contrast een soort melige spreekstalmeester ingehuurd. En op de achtergrond werden foto's gerelateerd aan NP geprojecteerd. Mooie! Ook met foto's van onze vaartochten, met modder en reddingspakken en wat niet. En Helgard op Antarctica. En meer van zulks!
Het mooiste stel! Met afstand. (De ijsbeer valt niet onder het stel, overigens)
Ik had mazzel, ik belandde aan tafel tussen Rafael en Carsten in. Ik zat goed! Het eten was verder niet om over naar huis te schrijven maar een kniesoor die daarop let. En du moment dat ik het op had haalde de spreekstalmeester me naar voren. Ik had iets gedacht met *tieng tieng tieng* tegen een glas en dan wat zeggen, maar het moest op het toneel, met een microfoon, en stapels spots in mijn mik. Sjonge! Maar het lukte me om Tana uit te leggen waarom ik het zo geweldig vond om de kans te krijgen haar even in het zonnetje te zetten. Die meid heeft veel meer ellende in haar mik, zowel privé als werkgerelateerd, dan ook maar vaaglijk te pruimen is, maar ze blijft lief en sociaal en een steun voor een ieder die dat nodig heeft. Zij was het op wier schouder ik Floor kon weghuilen, en ze zag zelfs kans om één van onze postdocs een goeie avond te bezorgen toen haar vader overleed terwijl zij nog hier was, en er dus niet bij was geweest. Ze was helemaal kapot, maar laat dat maar aan Tana over.
Maar dat kon ik dus even leuk zeggen met heel NP als getuige. Ere wie ere toekomt! En ze kreeg een gitaarcursus. Ze wil graag beter leren spelen.
Er was nog wat aan speeches (de directeur van het instituut moet en zal altijd wat zeggen) en entertainment, en toen was het tijd voor de muziek en de dansvloer.
O jee!
We dachten allemala al dat de grotendeels op de 4e verdieping huizende band slecht was. Nu weten we beter. Mijn god. Er verscheen een zichzelf heel cool vindende engerd die hele slechte liedjes zong, zichzelf begeleidend door middel van het uit zijn keyboard toveren van onherkenbare instrumentale versies daarvan. Achy breaky heart! Om er maar een te noemen. Waar haalt hij het vandaan. Als hij iets swingigs speelde gingen de smakelozeren van NP alsnog de dansvloer op, maar ik kreeg pas de spirit toen hij pauze nam, en iemand "oro jaska beana" draaide. Is hier een grote hit. Stapel sami-pubers die zingen over een obese hond. Klinkt volkomen pet, maar zoek maar es op op youtube: nog best leuk!
Jammer van het bandje van mijn fototas, maar wij mochten er ook best zijn! Helaas zijn er geen foto's van mij helemaal...
Tana was "not amused" dat er zoiets drakerigs plaatshad op haar verjaardag. En wilde ergens anders heen. Dacht dat het een vaag idee was. Maar nee! Ineens beende ze er met twee chaperones vandoor. Ja zeg, dit is Tanafeest! Dus ik snelde er achteraan. Ze bleken op weg naar Verdensteatret. Ik maar mee, dan! In mijn dunne jurk op prinsesseschoentjes. Gelukkig leende een van haar chaperones mij zijn jas. Daar werd het even een wat ongemakkelijke boel. Ook slechte muziek, niet heelveel sfeer. Maar binnen no time doken Helgard en Carsten op, en Rafael, en Steve, en Johanna, en Ingeborg, en Audun, en Erlend, en ging de boel toch nog los! Nog nooit zoveel mooie mensen in die kroeg gezien.
Wat een beetje jammer was was dat ik al sinds die in de soep gelopen date last had van een hormonenoverschot, iets waar ik een enorme hekel aan heb. Hormonen zijn leuk voor als je er een vent op na houdt, maar als je dat niet doet, dan zijn er twee opties: je doet niks en wordt naar en gefrustreerd, of je gaat nare dingen met jezelf en anderen uithalen. En er dook een flirtende man op op de dansvloer. Help. Slechte timing. Heb met mijn stomme kop met hem staan zoenen. Wat een slecht idee! Zomaar een kerel. Gelukkig accepteerde hij aan het eind van de avond als een man dat hij desondanks alleen naar huis moest. Maar het was een feest met zulke leuke mensen, en dan zie ik toch nog kans me slecht voelend over mezelf naar huis te gaan. Helemaal aan mezelf te danken. Maar het goede is dat dit een ros voor mijn morele bek was die ik blijkbaar nodig had. Dit doe ik niet nog es!
Een geluk bij een ongeluk was dat ik op weg naar mijn fiets (wel via het hotel; hoefde niet in mijn jurk naar huis) nog een gewaardeerde dame tegenkwam die er net zo aan toe was als ik... daar kan je veel beter mee flirten! Voel je je achteraf een stuk beter...
Na het skiën aten we nog wat, en deden we een bak koffie. En toen moest ik er als een speer vandoor. Met een verhaal over moeten douchen en tutten. Kon moeilijk zeggen "ik moet nog bloemen voor je kopen en de speech uitprinten die ik voor je geschreven heb". Want dat was het... maar douchen en tutten moest óók.
Als een speer gooide ik de jurk over mijn gereinigde lijf, en dekte die weer af met mijn dagelijkse kloffie. En toog, via de bloemwinkel, naar NP voor het printen. Daar wisselde ik ook even oorbellen en neusring, en smeerde ik blauw oogpotlood op mijn mik. Tijd om naar Driv te gaan, voor "forspiel". Ik werd heel blij! Er doken allemaal geweldig mooie types op. Van Helgard en Carsten wist ik al hoe dat eruit zou zien; Carsten had hetzelfde aan als vorig jaar, en Helgards jurk had ik zelf de vorige dag nog ingekort. Die had ik dus al in vol ornaat gezien. Maar Rafael bijvoorbeeld, daar kon ik alleen naar raden. Hij was mooi!
Rafael en Carsten. Alleen al voor de aanblik van die twee kerels was het feest het helemaal waard.
In het hotel waar het geheel plaats zou hebben deed ik een soort van superman-truuk in de garderobe. Kwam binnen in windstopperbroek, bergklossers en streepjes-T-shirt, en stripte daar even *hop* die hele laag eraf, en er kwam een mooie jurk onder vandaan. Nette schoenen in, en klaar! Van rafelige buitensporter naar dame in 10 seconden! Best leuk. Er waren wat mensen die niet wisten wat ze zagen.
En de hele hal stond vol met andere betoverend mooie lui! Nalan in een Indiase outfit, Steve in een veel mooier ensemble dan vorig jaar, Erlend de dansvloerkoning in iets heel gaafs zwart en roods, en zelfs Audun in een echt pak! Ik wist niet hoe ik het had.
Na een welkomstdrankje en een bloem voor in haar of knoopsgat konden we gaan zitten. Årsfest is nette boel, dat gaat met echte dinertafels. Om het sjieke gehalte nog te benadrukken hadden ze als contrast een soort melige spreekstalmeester ingehuurd. En op de achtergrond werden foto's gerelateerd aan NP geprojecteerd. Mooie! Ook met foto's van onze vaartochten, met modder en reddingspakken en wat niet. En Helgard op Antarctica. En meer van zulks!
Het mooiste stel! Met afstand. (De ijsbeer valt niet onder het stel, overigens)
Ik had mazzel, ik belandde aan tafel tussen Rafael en Carsten in. Ik zat goed! Het eten was verder niet om over naar huis te schrijven maar een kniesoor die daarop let. En du moment dat ik het op had haalde de spreekstalmeester me naar voren. Ik had iets gedacht met *tieng tieng tieng* tegen een glas en dan wat zeggen, maar het moest op het toneel, met een microfoon, en stapels spots in mijn mik. Sjonge! Maar het lukte me om Tana uit te leggen waarom ik het zo geweldig vond om de kans te krijgen haar even in het zonnetje te zetten. Die meid heeft veel meer ellende in haar mik, zowel privé als werkgerelateerd, dan ook maar vaaglijk te pruimen is, maar ze blijft lief en sociaal en een steun voor een ieder die dat nodig heeft. Zij was het op wier schouder ik Floor kon weghuilen, en ze zag zelfs kans om één van onze postdocs een goeie avond te bezorgen toen haar vader overleed terwijl zij nog hier was, en er dus niet bij was geweest. Ze was helemaal kapot, maar laat dat maar aan Tana over.
Maar dat kon ik dus even leuk zeggen met heel NP als getuige. Ere wie ere toekomt! En ze kreeg een gitaarcursus. Ze wil graag beter leren spelen.
Er was nog wat aan speeches (de directeur van het instituut moet en zal altijd wat zeggen) en entertainment, en toen was het tijd voor de muziek en de dansvloer.
O jee!
We dachten allemala al dat de grotendeels op de 4e verdieping huizende band slecht was. Nu weten we beter. Mijn god. Er verscheen een zichzelf heel cool vindende engerd die hele slechte liedjes zong, zichzelf begeleidend door middel van het uit zijn keyboard toveren van onherkenbare instrumentale versies daarvan. Achy breaky heart! Om er maar een te noemen. Waar haalt hij het vandaan. Als hij iets swingigs speelde gingen de smakelozeren van NP alsnog de dansvloer op, maar ik kreeg pas de spirit toen hij pauze nam, en iemand "oro jaska beana" draaide. Is hier een grote hit. Stapel sami-pubers die zingen over een obese hond. Klinkt volkomen pet, maar zoek maar es op op youtube: nog best leuk!
Jammer van het bandje van mijn fototas, maar wij mochten er ook best zijn! Helaas zijn er geen foto's van mij helemaal...
Tana was "not amused" dat er zoiets drakerigs plaatshad op haar verjaardag. En wilde ergens anders heen. Dacht dat het een vaag idee was. Maar nee! Ineens beende ze er met twee chaperones vandoor. Ja zeg, dit is Tanafeest! Dus ik snelde er achteraan. Ze bleken op weg naar Verdensteatret. Ik maar mee, dan! In mijn dunne jurk op prinsesseschoentjes. Gelukkig leende een van haar chaperones mij zijn jas. Daar werd het even een wat ongemakkelijke boel. Ook slechte muziek, niet heelveel sfeer. Maar binnen no time doken Helgard en Carsten op, en Rafael, en Steve, en Johanna, en Ingeborg, en Audun, en Erlend, en ging de boel toch nog los! Nog nooit zoveel mooie mensen in die kroeg gezien.
Wat een beetje jammer was was dat ik al sinds die in de soep gelopen date last had van een hormonenoverschot, iets waar ik een enorme hekel aan heb. Hormonen zijn leuk voor als je er een vent op na houdt, maar als je dat niet doet, dan zijn er twee opties: je doet niks en wordt naar en gefrustreerd, of je gaat nare dingen met jezelf en anderen uithalen. En er dook een flirtende man op op de dansvloer. Help. Slechte timing. Heb met mijn stomme kop met hem staan zoenen. Wat een slecht idee! Zomaar een kerel. Gelukkig accepteerde hij aan het eind van de avond als een man dat hij desondanks alleen naar huis moest. Maar het was een feest met zulke leuke mensen, en dan zie ik toch nog kans me slecht voelend over mezelf naar huis te gaan. Helemaal aan mezelf te danken. Maar het goede is dat dit een ros voor mijn morele bek was die ik blijkbaar nodig had. Dit doe ik niet nog es!
Een geluk bij een ongeluk was dat ik op weg naar mijn fiets (wel via het hotel; hoefde niet in mijn jurk naar huis) nog een gewaardeerde dame tegenkwam die er net zo aan toe was als ik... daar kan je veel beter mee flirten! Voel je je achteraf een stuk beter...
25 March 2009
Unbeschreiblich weiblich
Årsfest naakt! Wie zich de post van vorig jaar nog weet te herinneren weet dat dat dé gelegenheid is voor NP volk om zich es flamboyant aan te kleden. Sommigen hebben dat in zich, en sommigen zijn van die archetypische nerds die met hun hoekige motoriek net de verkeerde kleren aantrekken, of botweg weigeren zich in iets anders te hijsen dan wat ze normaliter voor een outfit door laten gaan. En die 1e categorie is altijd goed om naar te kijken: ik zie bijvoorbeeld uit naar Nalan; die weet zich wel te kleden, en die was er vorig jaar niet. Benieuwd waar die mee komt! En die 2e categorie, die doet niet alleen die 1e beter uitkomen, maar die kan er eventueel tot evolueren!
Helgard, waar ik vaak vrouwonvriendelijke taal uitslaand mee op grote bergklossers door de gangen stamp, had zich vorige keer wat terughoudend opgesteld in een nette broek en bloes, maar bleek later in het jaar toch wel degelijk een rok te hebben en deze ook bereid te zijn aan te trekken. Dus heel NP was het erover eens: die moest de volgende keer in een ravissante jurk! En zoiets heeft ze niet hangen. En dat geheel deed de vrouw in mij ontwaken. Ik ging haar meeslepen, jurken kopen! En zo nodig schoenen erbij! En zo nodig opsmuk! De oestrogenen dropen uit mijn oren.
Aldus geschiedde! We togen naar Fretex (het moet wel leuk blijven) en hebben werkelijk iedere jurk met årsfest-credibility aangetrokken. Allebei. De grootste lol! En we vonden ook voor beiden een geschikt exemplaar. En nog een backup! En daarna was het tijd voor schoenen. Er was helaas weinig, maar ik trof wel een paar schoenen aan (voor de prijs van een biertje tijdens happy hour) dat ik in de toekomst wil gaan gebruiken om te leren op hakken te lopen. Niet voor het feest; dan wil ik de dansvloer op, en ze staan niet bij de jurk die ik gekocht had.
Slechts twee van de vele jurken die we uitgeprobeerd hebben. En let op de glamoureuze ambiance!
Maar nou moet er nog een échte vrouwen-onder-elkaar date plaats hebben met Helgard en mij; haar jurk naar keuze was wat te lang, en ik heb een naaimachine. En ik wil haar schoenen keuren! En ik heb opsmuk nodig. En ik moet nog even zien hoe ik die jurk combineer met ondergoed. Hij ziet eruit alsof hij bedoeld is met slechts een minimum daarvan. Maar ik moet het maar even uitproberen. Weet niet of ik het zo extreem aandurf! Maar hoe het ook zij: ik heb lol in deze feminiene uitspattingen! En Helgard ook. Is Tromsø wel klaar voor zoveel vrouwelijkheid?
En wie de commentaren ook gelezen heeft snapt de onderstaande photoshop-actie van Maaike... hij is geweldig!
Helgard, waar ik vaak vrouwonvriendelijke taal uitslaand mee op grote bergklossers door de gangen stamp, had zich vorige keer wat terughoudend opgesteld in een nette broek en bloes, maar bleek later in het jaar toch wel degelijk een rok te hebben en deze ook bereid te zijn aan te trekken. Dus heel NP was het erover eens: die moest de volgende keer in een ravissante jurk! En zoiets heeft ze niet hangen. En dat geheel deed de vrouw in mij ontwaken. Ik ging haar meeslepen, jurken kopen! En zo nodig schoenen erbij! En zo nodig opsmuk! De oestrogenen dropen uit mijn oren.
Aldus geschiedde! We togen naar Fretex (het moet wel leuk blijven) en hebben werkelijk iedere jurk met årsfest-credibility aangetrokken. Allebei. De grootste lol! En we vonden ook voor beiden een geschikt exemplaar. En nog een backup! En daarna was het tijd voor schoenen. Er was helaas weinig, maar ik trof wel een paar schoenen aan (voor de prijs van een biertje tijdens happy hour) dat ik in de toekomst wil gaan gebruiken om te leren op hakken te lopen. Niet voor het feest; dan wil ik de dansvloer op, en ze staan niet bij de jurk die ik gekocht had.
Slechts twee van de vele jurken die we uitgeprobeerd hebben. En let op de glamoureuze ambiance!
Maar nou moet er nog een échte vrouwen-onder-elkaar date plaats hebben met Helgard en mij; haar jurk naar keuze was wat te lang, en ik heb een naaimachine. En ik wil haar schoenen keuren! En ik heb opsmuk nodig. En ik moet nog even zien hoe ik die jurk combineer met ondergoed. Hij ziet eruit alsof hij bedoeld is met slechts een minimum daarvan. Maar ik moet het maar even uitproberen. Weet niet of ik het zo extreem aandurf! Maar hoe het ook zij: ik heb lol in deze feminiene uitspattingen! En Helgard ook. Is Tromsø wel klaar voor zoveel vrouwelijkheid?
En wie de commentaren ook gelezen heeft snapt de onderstaande photoshop-actie van Maaike... hij is geweldig!
24 March 2009
Win win
Het verplaatsen van meerdere kuubs sneeuw is iets waarvan het een kunst is je er in je eentje voor te motiveren. Helemaal als je geen idee hebt waarheen. Met meerderen, daarentegen, is het leuk. Sanja had al spontaan aangeboden te komen scheppen. En Nina, onze Zweedse schone, die is er dol op. Zo had ik nog steeds werkelijk geen idee waar ik met de sneeuw heen moest toen ik maandag vier man zo gek had langs te komen om me te helpen met de parkeerplaats. Maar vier leuke mensen (en een hele knappe hond!) op bezoek, das altijd goed.
Ik stond druk te koken toen de 1e drie arriveerden. Ze waren nog niet binnen of ze eisten al een schop. Gewerkt moest er! Ik zette alle kookplaten uit en stak de handen uit de mouwen. We vonden uit dat aan het begin van de weg een door de sneeuwschuiver opgeworpen heuvel lag die best nog wat hoger kon. Dus we konden aan de slag! Toen we een half uurtje bezig waren arriveerden ook Sanja en Elvin (de knappe hond). Ze was later dan gepland, want haar fiets was gestolen...
In ongeveer een uur zagen we kans de hele parkeerplaats uit te graven. Zoals in Tromsø wel vaker gebeurt was het een ietwat surrealistische boel. Met vijf man waren we als malloten aan het scheppen en slepen, onderwijl rare Duitse woorden en frasen uitwisselend (we waren twee Finnen, een Zweedse, een Duitser en dan ik), zoals "Freizeitvergnügen" en "Stadtverwaldung statt Stadtverwaltung", verlicht door de stadionlampen in het schijnsel waarvan de sneeuw een dans deed, en omkranst met woeste geluiden van de wedstrijd TIL-Rosenborg die gaande was.
Het resultaat de volgende ochtend!
Toen het es tijd was het eten koken af te maken moest ik mij eerst langs Elvin wurmen. Sanja had hem, toen de schuinachterburen Heimveien inreden om er te parkeren, van de weg gehaald en aan mijn voordeur vastgemaakt. En daar voelde hij zich wat alleen... hij had in een poging dichterbij te komen de deur al opengetrokken, dus ik had mooie sneeuwduinen in de gang. Maar das een klein offer! Van mij mogen er vaker mensen langskomen die knappe kerels aan de deur binden. In het geval van menselijke exemplaren dan alleen liever iets ouder dan Elvin, die op een luttele drie levensjaren kan bogen.
Sanja, Elvin en Rafael, en brood en bier en kaas!
Sanja had gevraagd om warm en gezond eten dat goed is tegen hoest. Dus ik had een enorme pan groentecurry gemaakt, en ijs met honing-cognacsaus toe. Sanja stak nog een haardvuur aan. En zo had ik niet alleen een parkeerplaats (die wel wat krap is; ik ga hier heel goed van leren manouvreren!) maar ook een knus huis vol goed volk. Wat wil men nog meer! En als het goed is verkast het hele circus (of althans een deel ervan) woensdag naar Tordis: die heeft ook sneeuwhulp nodig, en die is zonder twijfel ook van harte bereid dat in te kopen tegen lekker eten en gezelligheid...
Elvin was ook blij met mijn rendiervel. En als hij dat moest delen met een mooie vrouw is dat alleen maar beter...
Ik stond druk te koken toen de 1e drie arriveerden. Ze waren nog niet binnen of ze eisten al een schop. Gewerkt moest er! Ik zette alle kookplaten uit en stak de handen uit de mouwen. We vonden uit dat aan het begin van de weg een door de sneeuwschuiver opgeworpen heuvel lag die best nog wat hoger kon. Dus we konden aan de slag! Toen we een half uurtje bezig waren arriveerden ook Sanja en Elvin (de knappe hond). Ze was later dan gepland, want haar fiets was gestolen...
In ongeveer een uur zagen we kans de hele parkeerplaats uit te graven. Zoals in Tromsø wel vaker gebeurt was het een ietwat surrealistische boel. Met vijf man waren we als malloten aan het scheppen en slepen, onderwijl rare Duitse woorden en frasen uitwisselend (we waren twee Finnen, een Zweedse, een Duitser en dan ik), zoals "Freizeitvergnügen" en "Stadtverwaldung statt Stadtverwaltung", verlicht door de stadionlampen in het schijnsel waarvan de sneeuw een dans deed, en omkranst met woeste geluiden van de wedstrijd TIL-Rosenborg die gaande was.
Het resultaat de volgende ochtend!
Toen het es tijd was het eten koken af te maken moest ik mij eerst langs Elvin wurmen. Sanja had hem, toen de schuinachterburen Heimveien inreden om er te parkeren, van de weg gehaald en aan mijn voordeur vastgemaakt. En daar voelde hij zich wat alleen... hij had in een poging dichterbij te komen de deur al opengetrokken, dus ik had mooie sneeuwduinen in de gang. Maar das een klein offer! Van mij mogen er vaker mensen langskomen die knappe kerels aan de deur binden. In het geval van menselijke exemplaren dan alleen liever iets ouder dan Elvin, die op een luttele drie levensjaren kan bogen.
Sanja, Elvin en Rafael, en brood en bier en kaas!
Sanja had gevraagd om warm en gezond eten dat goed is tegen hoest. Dus ik had een enorme pan groentecurry gemaakt, en ijs met honing-cognacsaus toe. Sanja stak nog een haardvuur aan. En zo had ik niet alleen een parkeerplaats (die wel wat krap is; ik ga hier heel goed van leren manouvreren!) maar ook een knus huis vol goed volk. Wat wil men nog meer! En als het goed is verkast het hele circus (of althans een deel ervan) woensdag naar Tordis: die heeft ook sneeuwhulp nodig, en die is zonder twijfel ook van harte bereid dat in te kopen tegen lekker eten en gezelligheid...
Elvin was ook blij met mijn rendiervel. En als hij dat moest delen met een mooie vrouw is dat alleen maar beter...
22 March 2009
Sneeuw
Het parkeerprobleem is opgelost. Of toch niet?
Het ging ineens snel. De 1e nacht na de schreeuwende Noor heeft het blik in de parkeergarage gestaan. Daarna besloot ik het er maar op te gokken en een gat te graven op het stuk gemeentegrond. Een Zweedse schone, Nina, wilde wel helpen. Toen ze aan kwam lopen zag ze vanaf een afstandje al mijn auto staan, dus wist ze dat ze goed zat. Maar waar was ik? Toen besefte ze dat ik niet overdreven had toen ik zei dat de sneeuw dieper was dan manshoog. Ik zat verborgen achter een sneeuwmuur waarboven je steeds een blobje sneeuw zag opgegooid worden...
We groeven ons helemaal scheel. Aan het eind hadden we een flink gat. Proberen of de auto erin past! Aanloopje, schietgebedje... en FFLOBP! Nee het was nog niet groot genoeg. Maar wat leuk om een ouwe auto te hebben waarmee je dat soort dingen kan doen.
Het gat! Groot, maar nog niet groot genoeg.
Maar we waren ongeveer daar, toen de overbuurman (die ene van dat giftige briefje) zei dat ik zo lang mijn blik wel op zijn terrein mocht zetten. Lief hoor! En spontaan kreeg ik ook een sms'je van Knut: de buurman (die woont in het enige andere huis aan Heimveien) vind het goed als ik mijn auto pal voor zijn garage parkeer. Hij heeft besloten een tijdje niet te rijden, en zijn auto officieel van de weg te halen. Hij sluit niet uit dat hij, volgend jaar bijvoorbeeld, het ding toch weer actief in zijn leven wil verwelkomen, dus hij doet hem niet weg. Dus dat hij die garage niet meer uitkomt als ik er met mijn brik voor ga staan boeit hem niet. Top!
Het enige probleem is dat ik om daar te kunnen staan eerst de sneeuw weg moet halen. Hij heeft die plek als dump gebruikt... en op zich schrik ik niet van een beetje sneeuwruimen. Maar waar moet het heen?
De parkeerplaats! In potentie...
Normaliter maakt de sneeuwschuiver een hoop sneeuw aan het eind van de weg, en kiepert hij het één en ander van de helling af die nog bij het kavel van Knut's huis hoort. Verder maakt hij nog een hoop in de tuin. Maar dit jaar viel er VEEL. En die helling, als we daar nog meer vanaf kieperen lazert het het kavel van de lui onderaan de helling op. En in de tuin liggen al twee hopen. Ergo, eigenlijk is het vol. Hoe nu? Wel heel arctisch: je auto niet kwijt kunnen omdat OVERAL sneeuw ligt...
De tuin! Of wat daar voor door moet gaan.
Er is een einde aan hoeveel sneeuw je bovenaan de helling kan opstapelen, en hoeveel je naar beneden kan kieperen voor het asociaal wordt...
Ik heb nog even om er over na te denken. Toen ik zaterdag met Tana wou gaan skiën wilde de auto helemaal niet. Ik had al eerder gehad dat het ding de helling niet op wilde (Subaru - ustoppelig! Or not), maar ik had de 10 cm laag sneeuwprut de schuld gegeven. Maar nu was het duidelijk dat er echt wat mis was. Ik werd ingehaald door voetgangers. Motor sloeg steeds af, en niet alleen omdat ik zo slecht rijd! Ik zette hem maar terug. De overbuurman keek dat gedoe zo es aan en constateerde dat ik condens in de tank had.
Als het meer gaat sneeuwen moet ik er ook voor gaan zorgen dat de brievenbus niet insneeuwt!
Met Carsten onder de auto liggen en met Fred Inge aan de telefoon hangen leidde tot de conclusie dat of dat nou waar is of niet (Fred Inge zegt dat het vanalles kan zijn), we kunnen het niet zelf oplossen en het ding moet naar de garage. Wordt vervolgd!
Het uitzicht uit het raam begint ook wat beperkt te raken.
En intussen heb ik weinig beweging van met de auto naar een plek gaan waar men kan skiën. Maar met al dat sneeuwruimen kom ik toch nog aan lichaamsbeweging! De ene parkeerplaats na de andere (ik help het terrein van de overbuurman vrij te houden), de sneeuw die Knut af en toe van het garagedak moet scheppen, en het paadje naar mijn huis. En meestal is scheppen niet genoeg: omdat de omringende sneeuw zo hoog ligt moet je het ver boven je hoofd smijten, anders haalt het de top van de sneeuwhoop niet...
Het is maar een klein paadje naar mijn deur, maar je moet goed mikken om de sneeuw bovenop de bult te smijten, zo dat het er niet ook weer af rolt...
Hier en daar moeten bomen hun best doen boven de sneeuw uit te blijven komen
Het ging ineens snel. De 1e nacht na de schreeuwende Noor heeft het blik in de parkeergarage gestaan. Daarna besloot ik het er maar op te gokken en een gat te graven op het stuk gemeentegrond. Een Zweedse schone, Nina, wilde wel helpen. Toen ze aan kwam lopen zag ze vanaf een afstandje al mijn auto staan, dus wist ze dat ze goed zat. Maar waar was ik? Toen besefte ze dat ik niet overdreven had toen ik zei dat de sneeuw dieper was dan manshoog. Ik zat verborgen achter een sneeuwmuur waarboven je steeds een blobje sneeuw zag opgegooid worden...
We groeven ons helemaal scheel. Aan het eind hadden we een flink gat. Proberen of de auto erin past! Aanloopje, schietgebedje... en FFLOBP! Nee het was nog niet groot genoeg. Maar wat leuk om een ouwe auto te hebben waarmee je dat soort dingen kan doen.
Het gat! Groot, maar nog niet groot genoeg.
Maar we waren ongeveer daar, toen de overbuurman (die ene van dat giftige briefje) zei dat ik zo lang mijn blik wel op zijn terrein mocht zetten. Lief hoor! En spontaan kreeg ik ook een sms'je van Knut: de buurman (die woont in het enige andere huis aan Heimveien) vind het goed als ik mijn auto pal voor zijn garage parkeer. Hij heeft besloten een tijdje niet te rijden, en zijn auto officieel van de weg te halen. Hij sluit niet uit dat hij, volgend jaar bijvoorbeeld, het ding toch weer actief in zijn leven wil verwelkomen, dus hij doet hem niet weg. Dus dat hij die garage niet meer uitkomt als ik er met mijn brik voor ga staan boeit hem niet. Top!
Het enige probleem is dat ik om daar te kunnen staan eerst de sneeuw weg moet halen. Hij heeft die plek als dump gebruikt... en op zich schrik ik niet van een beetje sneeuwruimen. Maar waar moet het heen?
De parkeerplaats! In potentie...
Normaliter maakt de sneeuwschuiver een hoop sneeuw aan het eind van de weg, en kiepert hij het één en ander van de helling af die nog bij het kavel van Knut's huis hoort. Verder maakt hij nog een hoop in de tuin. Maar dit jaar viel er VEEL. En die helling, als we daar nog meer vanaf kieperen lazert het het kavel van de lui onderaan de helling op. En in de tuin liggen al twee hopen. Ergo, eigenlijk is het vol. Hoe nu? Wel heel arctisch: je auto niet kwijt kunnen omdat OVERAL sneeuw ligt...
De tuin! Of wat daar voor door moet gaan.
Er is een einde aan hoeveel sneeuw je bovenaan de helling kan opstapelen, en hoeveel je naar beneden kan kieperen voor het asociaal wordt...
Ik heb nog even om er over na te denken. Toen ik zaterdag met Tana wou gaan skiën wilde de auto helemaal niet. Ik had al eerder gehad dat het ding de helling niet op wilde (Subaru - ustoppelig! Or not), maar ik had de 10 cm laag sneeuwprut de schuld gegeven. Maar nu was het duidelijk dat er echt wat mis was. Ik werd ingehaald door voetgangers. Motor sloeg steeds af, en niet alleen omdat ik zo slecht rijd! Ik zette hem maar terug. De overbuurman keek dat gedoe zo es aan en constateerde dat ik condens in de tank had.
Als het meer gaat sneeuwen moet ik er ook voor gaan zorgen dat de brievenbus niet insneeuwt!
Met Carsten onder de auto liggen en met Fred Inge aan de telefoon hangen leidde tot de conclusie dat of dat nou waar is of niet (Fred Inge zegt dat het vanalles kan zijn), we kunnen het niet zelf oplossen en het ding moet naar de garage. Wordt vervolgd!
Het uitzicht uit het raam begint ook wat beperkt te raken.
En intussen heb ik weinig beweging van met de auto naar een plek gaan waar men kan skiën. Maar met al dat sneeuwruimen kom ik toch nog aan lichaamsbeweging! De ene parkeerplaats na de andere (ik help het terrein van de overbuurman vrij te houden), de sneeuw die Knut af en toe van het garagedak moet scheppen, en het paadje naar mijn huis. En meestal is scheppen niet genoeg: omdat de omringende sneeuw zo hoog ligt moet je het ver boven je hoofd smijten, anders haalt het de top van de sneeuwhoop niet...
Het is maar een klein paadje naar mijn deur, maar je moet goed mikken om de sneeuw bovenop de bult te smijten, zo dat het er niet ook weer af rolt...
Hier en daar moeten bomen hun best doen boven de sneeuw uit te blijven komen
17 March 2009
IJslandpost uitgebreid
Ik heb even niet gehinderd door enige toestemming wat van de foto's van de andere Beunhazen aan het postje toegevoegd! Kijk en huiver.
Wanneer Noren beginnen te schreeuwen
Op de één of andere manier kan je hier achter mensen hun telefoonnummer komen als je hun nummerbord weet. Vraag me niet hoe, maar het is duidelijk dat het kan. Toen ik die auto al wel had, maar het rijbewijs nog niet, stond het blik een tijdje bij Helgard.Werd ik spontaan opgebeld door iemand in de straat: of ik dat ding NU kon weghalen want hij stond in de weg. Eh, nou ja, dat kan wel.
Later had ik het rijbewijs wel, en kon ik het ding in de straat boven mij parkeren. Dat was een tip van Knut: daar mag dat. Zo gezegd zo gedaan. Tot er een anoniem briefje onder mijn ruitenwisser verscheen: of ik die $@#§*-auto niet VANDAAG nog weg wilde halen, anders zou hij op mijn kosten weggesleept worden. Niet erg vriendelijk geformuleerd, maar als mensen er last van hebben... bedoel verder niemand in de weg te zitten. Zo groef ik mijn parkeerplaats aan de andere kant van de weg. En dat ging zo maanden goed.
Sterker nog, aan de vooravond van de IJsland trip groef ik het ding vast uit. En toevallig was de kerel aan de andere kant van de weg ook aan het sneeuwruimen. Hij bood me spontaan zijn sneeuwschuiver aan (ik was aan het pieren met alleen een schep), en ook een plekje op zijn erf om de auto de nacht voor mijn vertrek neer te zetten. Dit om te voorkomen dat hij in de tussentijd toch weer bedolven zou raken. Zo lief! En dat was dus dezelfde vent als van dat giftige briefje. Raar hoe naar en boos vriendelijke lui kunnen worden als het te maken heeft met parkeren...
Tot ik vandaag weer gebeld werd. Had een schreeuwende scheldende Noor aan de telefoon. Ik kreeg %^&µ@#!¤!! vijf minuten om die %^&µ@#!¤!!auto weg te halen, anders zou hij op mijn kosten weggesleept worden. Wat bleek? Waar ik de auto had staan was volgens Knut op gemeentegrond, en ongeveer voor een leegstaand huis. Dit was de (in Tromsdalen woonachtige) eigenaar van dat huis. En hij vond dat het zijn terrein was. En was niet voor rede vatbaar. Ik heb het ding maar weggehaald. Zet hem wel weer tien meter verderop, al weet ik zeker dat de sneeuwschuivers er daar nog véél meer sneeuw bevenop gaan kieperen als ze op de vorige plek al deden.
En nou maar wachten tot die kerel es in eigen persoon opwachting maakt. Best kans dat het net zo'n schat is als die vorige kerel... maar ja, parkeren he, daar ga jij blijkbaar als Noor van schreeuwen.
En het beperkt zich niet tot auto's! Ik was heel blij toen ik erachter kwam dat POMI (het gebouw hier, met NP en de rijksgeologische dienst en nog een hele sleep bedrijven en instituten) bezig was een fietsenhok te laten bouwen. Dat is er niet! er zijn hier twee rete-inefficiënte plaatsen waar je je fiets neer kan zetten; eentje waar je fiets nog net wel ergens tegen aan kan leunen, en eentje waarbij hij omvalt maar je hem wel ergens aan vast kan maken. Niet heel best. En beide in de open lucht. In een stad waar af en toe in één dag 60 cm sneeuw naar beneden komt. Lekker praktisch.
Maar ik vroeg es aan de portier of dat hok nou al es in gebruik was. Ik kreeg de keus tussen het officiële en het eigenlijke antwoord. Vanzelfsprekend wou ik het eigenlijke hebben. En dat was: ruzie! Die pipo's die het bouwden leverden het niet op tijd op, en POMI wou daar (als ik het goed begrepen heb) niet extra voor betalen. Dus nou leveren ze het maar helemaal niet op. Met Sint Juttemis misschien.
Noren. Het zijn in het algemeen zulke leuke lui. Maar als het te maken heeft met je vervoersmiddel ergens neerzetten loopt alles onmiddellijk gierend uit de hand... rare jongens.
Later had ik het rijbewijs wel, en kon ik het ding in de straat boven mij parkeren. Dat was een tip van Knut: daar mag dat. Zo gezegd zo gedaan. Tot er een anoniem briefje onder mijn ruitenwisser verscheen: of ik die $@#§*-auto niet VANDAAG nog weg wilde halen, anders zou hij op mijn kosten weggesleept worden. Niet erg vriendelijk geformuleerd, maar als mensen er last van hebben... bedoel verder niemand in de weg te zitten. Zo groef ik mijn parkeerplaats aan de andere kant van de weg. En dat ging zo maanden goed.
Sterker nog, aan de vooravond van de IJsland trip groef ik het ding vast uit. En toevallig was de kerel aan de andere kant van de weg ook aan het sneeuwruimen. Hij bood me spontaan zijn sneeuwschuiver aan (ik was aan het pieren met alleen een schep), en ook een plekje op zijn erf om de auto de nacht voor mijn vertrek neer te zetten. Dit om te voorkomen dat hij in de tussentijd toch weer bedolven zou raken. Zo lief! En dat was dus dezelfde vent als van dat giftige briefje. Raar hoe naar en boos vriendelijke lui kunnen worden als het te maken heeft met parkeren...
Tot ik vandaag weer gebeld werd. Had een schreeuwende scheldende Noor aan de telefoon. Ik kreeg %^&µ@#!¤!! vijf minuten om die %^&µ@#!¤!!auto weg te halen, anders zou hij op mijn kosten weggesleept worden. Wat bleek? Waar ik de auto had staan was volgens Knut op gemeentegrond, en ongeveer voor een leegstaand huis. Dit was de (in Tromsdalen woonachtige) eigenaar van dat huis. En hij vond dat het zijn terrein was. En was niet voor rede vatbaar. Ik heb het ding maar weggehaald. Zet hem wel weer tien meter verderop, al weet ik zeker dat de sneeuwschuivers er daar nog véél meer sneeuw bevenop gaan kieperen als ze op de vorige plek al deden.
En nou maar wachten tot die kerel es in eigen persoon opwachting maakt. Best kans dat het net zo'n schat is als die vorige kerel... maar ja, parkeren he, daar ga jij blijkbaar als Noor van schreeuwen.
En het beperkt zich niet tot auto's! Ik was heel blij toen ik erachter kwam dat POMI (het gebouw hier, met NP en de rijksgeologische dienst en nog een hele sleep bedrijven en instituten) bezig was een fietsenhok te laten bouwen. Dat is er niet! er zijn hier twee rete-inefficiënte plaatsen waar je je fiets neer kan zetten; eentje waar je fiets nog net wel ergens tegen aan kan leunen, en eentje waarbij hij omvalt maar je hem wel ergens aan vast kan maken. Niet heel best. En beide in de open lucht. In een stad waar af en toe in één dag 60 cm sneeuw naar beneden komt. Lekker praktisch.
Maar ik vroeg es aan de portier of dat hok nou al es in gebruik was. Ik kreeg de keus tussen het officiële en het eigenlijke antwoord. Vanzelfsprekend wou ik het eigenlijke hebben. En dat was: ruzie! Die pipo's die het bouwden leverden het niet op tijd op, en POMI wou daar (als ik het goed begrepen heb) niet extra voor betalen. Dus nou leveren ze het maar helemaal niet op. Met Sint Juttemis misschien.
Noren. Het zijn in het algemeen zulke leuke lui. Maar als het te maken heeft met je vervoersmiddel ergens neerzetten loopt alles onmiddellijk gierend uit de hand... rare jongens.
15 March 2009
Het kan nog veel gekker
Ik had gewaarschuwd moeten zijn! De vorige winterbarbecue was een soort van surrealistische sketch. En Tana dook weer op in mijn telefoon met een vergelijkbaar voorstel. En natuurlijk ging ik er op in. Dus ik haalde een sixpack bier, een ekosteak, een doos zoete tamarinde (had geen idee wat het was, maar het scheen eetbaar te zijn), een zak worteltjes en zo nog wat.
Toevallig had ik een pestdag. Had een slecht aflopende date achter de rug. En het leek wel alsof al mijn vrienden ofwel een volkomen aan gehakt liggend hart hadden, ofwel op het punt stonden te overlijden aan genadeloze ziekten. Ik was dus eigenlijk helemaal niet in een gezellige stemming. En toevallig was Audun ook uitgenodigd. Oplettende bloglezers zullen gemerkt hebben dat die naam vorige winter en voorjaar nog veel voorkwam, maar daarna duidelijk minder. Die vriendschap was verschrompeld tot hallo zeggen bij het koffiezetapparaat. Waar ik van baal. En ik had dus toch niet zoveel te verliezen... ik heb mijn rothumeur een beetje op hem afgereageerd.
Gelukkig was ik de enige die naar en vervelend was. En zo werd ik toch vrolijk. Best leuk om met leuke mensen onwaarschijnlijke dingen te eten en dito muziek te draaien. En zoals zoiets soms gaat: op een gegeven moment verschenen ineens zowel een fles goede wodka en een fles cognac op tafel, en werd het een beetje een zooi. U kunt zich er allen wat bij voorstellen. En zo eindigde ik na een erg onoverzichtelijk geworden avond ergens na vieren straalkachel in Tana’s bed. In het nette, overigens; er was een grens aan de chaos.
Ik had gedacht dat we gewoon een beetje zouden barbecuen. En dan zondag een stukje skiën. Ik dacht niet katerend wakker te worden naast een mooie vrouw die me koffie op bed kwam brengen (hoei!), een wat onwaarschijnlijk ontbijt voor me zou koken, en waarmee ik dan tot een uur of half vijf over de moeilijkheden des levens zou ouwehoeren. En daarmee was het niet voorbij. Ik besloot terwijl Tana bezig was excuses aan de buren te formuleren (’s ochtends trof ze een rond middernacht verstuurde sms in haar telefoon aan, van de buren, of die %#£+*muziek wat zachter kon) mijn gare lijf maar eens bijeen te rapen en naar NP te fietsen, om wat banenwebsites af te struinen. Maar ik bedacht me onderweg dat dat mij langs Auduns huis zou voeren. En ondanks dat ik vind dat het een plurk is, niet alleen omdat we geen vrienden meer zijn, maar ook omdat we dat wel op een voorkomender manier zouden kunnen zijn, wat ik vanzelfsprekend zijn schuld vind, voelde ik me rot over mijn gedrag van de vorige avond. Dus ik belde op om te zien of hij thuis was. Dat was hij! Tot mijn verbazing nodigde hij me monter op boven te komen. Alwaar hij me een koffie inschonk, de noodzaak van excuses achteloos wegwimpelde, en me uitnodigde mee te gaan de alcohol ons systeem uit te fietsen. Krijg nou wat.
En daar ploeter je, na gauw de zak worteltjes te hebben verschalkt, dan een steile weg op, waar je wielen slippen in de prut (die van Audun niet, die is zwaarder en zakt dus door de sneeuwzooi heen), langs mooi wolkige vergezichten, met een onwaarschijnlijke kerel, voelend dat fietsen inderdaad goed is tegen katers, en dan weet je dat het een raar weekend is geweest. De natuur mocht het een keer zonder mij stellen. Alles wat er goed en slecht kan gaan met mensen en wat die zoal met elkaar uithalen was deze keer het thema...
Toevallig had ik een pestdag. Had een slecht aflopende date achter de rug. En het leek wel alsof al mijn vrienden ofwel een volkomen aan gehakt liggend hart hadden, ofwel op het punt stonden te overlijden aan genadeloze ziekten. Ik was dus eigenlijk helemaal niet in een gezellige stemming. En toevallig was Audun ook uitgenodigd. Oplettende bloglezers zullen gemerkt hebben dat die naam vorige winter en voorjaar nog veel voorkwam, maar daarna duidelijk minder. Die vriendschap was verschrompeld tot hallo zeggen bij het koffiezetapparaat. Waar ik van baal. En ik had dus toch niet zoveel te verliezen... ik heb mijn rothumeur een beetje op hem afgereageerd.
Gelukkig was ik de enige die naar en vervelend was. En zo werd ik toch vrolijk. Best leuk om met leuke mensen onwaarschijnlijke dingen te eten en dito muziek te draaien. En zoals zoiets soms gaat: op een gegeven moment verschenen ineens zowel een fles goede wodka en een fles cognac op tafel, en werd het een beetje een zooi. U kunt zich er allen wat bij voorstellen. En zo eindigde ik na een erg onoverzichtelijk geworden avond ergens na vieren straalkachel in Tana’s bed. In het nette, overigens; er was een grens aan de chaos.
Ik had gedacht dat we gewoon een beetje zouden barbecuen. En dan zondag een stukje skiën. Ik dacht niet katerend wakker te worden naast een mooie vrouw die me koffie op bed kwam brengen (hoei!), een wat onwaarschijnlijk ontbijt voor me zou koken, en waarmee ik dan tot een uur of half vijf over de moeilijkheden des levens zou ouwehoeren. En daarmee was het niet voorbij. Ik besloot terwijl Tana bezig was excuses aan de buren te formuleren (’s ochtends trof ze een rond middernacht verstuurde sms in haar telefoon aan, van de buren, of die %#£+*muziek wat zachter kon) mijn gare lijf maar eens bijeen te rapen en naar NP te fietsen, om wat banenwebsites af te struinen. Maar ik bedacht me onderweg dat dat mij langs Auduns huis zou voeren. En ondanks dat ik vind dat het een plurk is, niet alleen omdat we geen vrienden meer zijn, maar ook omdat we dat wel op een voorkomender manier zouden kunnen zijn, wat ik vanzelfsprekend zijn schuld vind, voelde ik me rot over mijn gedrag van de vorige avond. Dus ik belde op om te zien of hij thuis was. Dat was hij! Tot mijn verbazing nodigde hij me monter op boven te komen. Alwaar hij me een koffie inschonk, de noodzaak van excuses achteloos wegwimpelde, en me uitnodigde mee te gaan de alcohol ons systeem uit te fietsen. Krijg nou wat.
En daar ploeter je, na gauw de zak worteltjes te hebben verschalkt, dan een steile weg op, waar je wielen slippen in de prut (die van Audun niet, die is zwaarder en zakt dus door de sneeuwzooi heen), langs mooi wolkige vergezichten, met een onwaarschijnlijke kerel, voelend dat fietsen inderdaad goed is tegen katers, en dan weet je dat het een raar weekend is geweest. De natuur mocht het een keer zonder mij stellen. Alles wat er goed en slecht kan gaan met mensen en wat die zoal met elkaar uithalen was deze keer het thema...
09 March 2009
Beunhaas doet IJsland
IJsland! Waar ze oud Noors spreken, waar het hele landschap spreekt van vuur en vernietiging, waar ze in een heel land minder inwoners hebben dan een paar Amsterdamse stadsdelen... toen het plan zo es losjes geopperd werd bij wijze van doel voor een Beunhaas sneeuwhop was ik snel enthousiast. En het ging door! Het plan: met 11 malloten die beter zouden moeten weten een week met tenten rondhiken in Zuid-IJsland, zo'n beetje in de buurt van Myrdaljökull.
Onno poseert bij de Geysir bij een typische IJslandse auto (niet onze Ford)
Het beginpunt
Mooi bleef het, maar wel minder nadrukkelijk, want het begon te sneeuwen en het zicht ging achteruit. Dus we zochten een tentplek, en vonden er een bij een grote steen, die met zijn concomitante turbulentie al een soort van zitkuil had gemaakt. We zetten er ietwat onwennig de tenten op en gingen eten. In dit lege landschap helaas geen porroaitat, en sneeuwschoenen zijn toch minder lekkere tentharingen dan ski's, maar het ging.
Jeroen doet eng bij het zoeken naar een geschikte kampeerplaats
De steen, het middelpunt van de kampeerplaats
Na het eten ging het op zijn sneeuwhops: iedereen meteen naar bed. Maar zo gaat dat. Er was een koffieploeg ingesteld om de volgende dag een begin te maken met sneeuw smelten en water koken voor ontbijt en meeneem, en zo togen wij bedwaarts. Tot mijn verbazing deelde ik mijn tent alleen met Jitske. Gek; we hadden drie stellen, maar de enigen die met hun tweeën wat privacy kregen waren wij. Waarschijnlijk wou er gewoon niemand in mijn niet helemaal stormvaste tentje slapen. En het is wel lekker ruim zo, maar ruim, das ook koud...
De volgende ochtend was hij nauwelijks te zien
Jitske en ik waren van onze kookgroep de vroeg-op-voor-koffie-vrijwilligers. Om half zeven staan er wat mensen op die beginnen met alle pakweg 20 liter heet water op te zetten die nodig zijn, en om zeven uur staat de rest op, ruimt zijn tent op, en komt dan ontbijten en de vroege kokers aflossen. Was nog niet makkelijk! Het woei nogal, en dat is niet bevorderlijk voor brandergebruik. En het werd alleen maar erger. Tegen de tijd dat ons kampje eruit zag als basecamp op de Mount Everest (nog versterkt door de verjaardagsslingers voor Maaike, die er uit zagen als boeddhistische bidslierten!) besloot Marijn dat we maar even niet gingen lopen. Dat deden we dan wel als we zicht hadden. Wat we wel gingen doen was muren bouwen van sneeuw rond tde tenten. Ik had gezien dat de wind naarstig aan het pogen was onder mijn tent te kruipen en deze schielijk te ontvreemden, en dat stemde mij wat verontrust. We bouwden een muur waar de Chinezen nog perplex van zouden staan, en zodra dat geruststellend genoeg was was de wind natuurlijk gaan liggen. Nog even pauze en dan opbreken!
De muur was af!
Het ging weer als op Senja. Ik arriveerde als eerste. Zo had ik al vrijdagmiddag door dat het landschap mooi is en Reykjavik erg lelijk. Gelukkig hebben ze er wel vriendelijke kroegjes waar je prima koffie en bier kan drinken terwijl je een brief aan je zus schrijft. En ik lag al in mijn nest toen de rest van de Beunhazen arriveerde. Een aangenaam wederzien! Maar geen biertje te krijgen in de omgeving, dus allemaal snel naar bed. De volgende dag moest er stevig voorbereid worden.
IJsland doet moeilijk over het invoeren van voedsel, en we hadden het wel nodig, voor 11 personen en 7 dagen. Dus allebei de kookgroepen hadden een pakket samengesteld en naar de jeugdherberg opgestuurd. Verder hadden we huurtenten waar we niet mee bekend waren, en moest er benzine gehaald worden. Dat is al helemaal niet in te vliegen... Ergo, er was wat te doen voor we rond het middaguur opgehaald zouden worden door een bus die ons naar Vik zou brengen.
En we hadden zeker wat te doen. Het ene pakket was niet aangekomen! Zomaar even moest er voor de hele kookgroep voor de hele tijd opnieuw ingekocht worden. Gelukkig was het hoofd voedsel een wonder van efficiëntie, dus ging dat nog goed ook. En zo konden we een kuub voer in de enorme Ford met achterland-bestendige wielen en op jaren zijnde chauffeur inladen, en op weg gaan.
Onno poseert bij de Geysir bij een typische IJslandse auto (niet onze Ford)
Hij zou ons ook langs wat toeristische trekpleisters brengen, als hij toch reed. Eerste stop: Thingvellir! Ik ging helemaal uit mijn dak. Wie niet begrijpt waarom googlet of wikipediaat hem maar. Thingvellir! Hoera!
Thingvellir, dus!Uitzicht vanuit Thingvellir
Thingvellir, dus!Uitzicht vanuit Thingvellir
En daarna nog een waterval en de geysir. Ook leuk! Mooi hoor, al die brute krachten net onder het oppervlak. We voelde ons wel een beetje Japanse toeristen. In de bus, naar een tourist trap, je krijgt 10 minuten van de chauffeur, je maakt wat foto's, en hop de bus weer in. Maar wel leuk!
's Avonds kwamen we aan in Vik. Daar aten we nog een geweldig maal, en dronken het hele benzinestation leeg qua alcohol (twee light biertjes de man! Bijna!), pakten onze spullen in, en namen nog een laatste douche. Nog in het donker stond onze chuaffeur er weer, die ons naar het beginpunt zou brengen. Een twijfelachtig tankstation met hotel in the middle of nowhere. Het enige volk dat je daar aantrof waren proleten met nóg véel grotere auto's en sneeuwscooters en dat werk. En wij gingen!
Metropool Vik
Metropool Vik
Het beginpunt
Het landschap was al wel meteen van dat mooie kotsgebeuren, met de fluimen der aarde scherp zwart gestold tegen de lichte lucht. Weinig sneeuw erop helaas, en zo te zien was het in de zomer een moeras, dus het was spekglad. De een na de ander ging onderuit. Maar gebruik van de sneeuwschoenen was nog niet opportuun. Deze samenloop van omstandigheden leidde al wel tot een zere knie van Thias, en een gebroken sneeuwschoen van Jeroen, die erbovenop gevallen was. Maar het was wel ontzettend mooi. Grauw weer, maar een heel mooi landschap van afwisselend rafelige lavavelden en lege witte valleien.
Navigatie door de basaltvlakte
Jeroen en de stukke sneeuwschoen
Navigatie door de basaltvlakte
Jeroen en de stukke sneeuwschoen
Mooi bleef het, maar wel minder nadrukkelijk, want het begon te sneeuwen en het zicht ging achteruit. Dus we zochten een tentplek, en vonden er een bij een grote steen, die met zijn concomitante turbulentie al een soort van zitkuil had gemaakt. We zetten er ietwat onwennig de tenten op en gingen eten. In dit lege landschap helaas geen porroaitat, en sneeuwschoenen zijn toch minder lekkere tentharingen dan ski's, maar het ging.
Jeroen doet eng bij het zoeken naar een geschikte kampeerplaats
De steen, het middelpunt van de kampeerplaats
De volgende ochtend was hij nauwelijks te zien
Jitske en ik waren van onze kookgroep de vroeg-op-voor-koffie-vrijwilligers. Om half zeven staan er wat mensen op die beginnen met alle pakweg 20 liter heet water op te zetten die nodig zijn, en om zeven uur staat de rest op, ruimt zijn tent op, en komt dan ontbijten en de vroege kokers aflossen. Was nog niet makkelijk! Het woei nogal, en dat is niet bevorderlijk voor brandergebruik. En het werd alleen maar erger. Tegen de tijd dat ons kampje eruit zag als basecamp op de Mount Everest (nog versterkt door de verjaardagsslingers voor Maaike, die er uit zagen als boeddhistische bidslierten!) besloot Marijn dat we maar even niet gingen lopen. Dat deden we dan wel als we zicht hadden. Wat we wel gingen doen was muren bouwen van sneeuw rond tde tenten. Ik had gezien dat de wind naarstig aan het pogen was onder mijn tent te kruipen en deze schielijk te ontvreemden, en dat stemde mij wat verontrust. We bouwden een muur waar de Chinezen nog perplex van zouden staan, en zodra dat geruststellend genoeg was was de wind natuurlijk gaan liggen. Nog even pauze en dan opbreken!
Naast onze muur onstons een mooie sneeuwluifel
Het weer werd weer mooi, en we trokken steeds verblindender wordende vergezichten door. Het was al wel duidelijk dat die rare geo(morfo)logie van IJsland de navigatie niet makkelijk maakte. Al die vulkanische blobs lijken op elkaar, en we zaten niet op een gemarkeerde route. Helemaal niet op een route, eigenlijk. Maar mooi was het. Voor mij niet eens waar het echt om ging. Mooi en sneeuw, dat heb ik thuis ook, maar thuis heb ik geen mensen die ik al heel lang ken. Dus ondanks dat er geen hop te verzinnen is die zich zo slecht leent voor sociaal contact als een sneeuwhop probeerde ik juist daar toch wel van te genieten. Helaas, sneeuwschoenen doe je in sneeuw waar je op blijft staan of sneeuw waar je in zakt. Dat 1e maakt zoveel herrie dat je niet goed met elkaar kan praten, en dat tweede is zo vermoeiend dat je het best achter elkaar in hetzelfde spoor kan blijven lopen. En verder heeft iedereen meter mutsen, hoofdbanden, capuchons en balaclava's over zijn oren, dus is ernstig hardhorend, en liplezen werkt met al die sjaals en gezichtsmaskers ook al niet best. En na het eten gaat iedereen naar bed. Gelukkig zouden we nog een dag Reykjavik hebben! En ik maakte me een beetje zorgen dat het zou gaan botsen; de meeste anderen hadden alle andere beunhazers op grijpafstand het hele jaar door, maar juist geen besneeuwde bergen... dus misschien dat die wel zo hard wilden hiken dat er helemaal níets meer over zou blijven van het sociale aspect. En ik was van de Pyreneeën erg wantrouwig geworden. Ik ging me niet weer dag na dag, tot tranen toe, laten martelen! Zak er maar in! Maar het zou gelukkig blijken dat het met dergelijke uiteenlopende belangen wel los zou lopen.
Er was wel vegetatie!
Deze dag mikten we op een hut. We waren er vanuit gegaan dat ze dicht waren, maar onze chauffeur had gezegd dat dat niet zo was, dus we probeerden het. En jawel; we kregen bebouwing in het oog! Ineens! Zo te zien huisjes die in de zomer verhuurd worden. Nu was er op het oog geen teken van leven. Onno spoedde vooruit, en meldde dat er een open was. Een ruw hokje met een enorme stapel sneeuw en een picnictafel erin. Bescheiden, maar wel knus! Niet winddicht; die bak sneeuw was door een 20 cm brede kier tussen de voor- en zijmuur binnen komen zetten, maar het woei toch al weinig, dus dat kwam goed. Wel comfortabel koken zo! En de kookploeg zette ook heel hulpvaardig de hele tijd de tafel en de olie en wat niet in de fik, dus het werd nog best lekker warm daarbinnen. Zeker gevoelsmatig, omdat het stervens koud was buiten. Ik was alleen bang dat het alleen maar erger zou worden, dus ik greep de windstilte toch maar aan voor een sneeuwdouche bij -15. Lekker!
Sfeerbeeld van in het hutje
Ons kampje 's ochtends. Naast mijn tent het hutje. Zie wel dat je op deze foto de hele deur niet kan zien. Hij staat in een laag sneeuw die hoger is dan dat... gelukkig heeft de wind er, net als bij de eerdergetoonde steen, een geul omheen geblazen, zodat je wel bij de deur kan komen.
We stonden op in prachtweer, en zo zette het geheel zich voort met verblindende lanschappen. En deze keer met bonus: al snel hadden we stoompluimen in zicht. Warme zwavelbronnen! Mooi hoor. Nieuwsgierig liep ik op de eerste, een kleintje, af. En zakte natuurlijk spontaan door de sneeuw. Die kan niet zo goed tegen ondermijning door stoom. Niks aan de hand gelukkig, ik werd er door Thias even hard weer uit gesleurd. Wel erg IJslands! En verderop lag zelfs een heel warm meertje. Zo te zien zo warm dat het niet geschikt was voor sanitaire doeleinden... maar dat was toch al niet van belang, want Marijn ging door: er was nog een hut in het verschiet.
De warme bronnen van een afstandje
Het kleine bronnetje, en erachter het gat waar ik door de sneeuw gezakt was, en waar Jitske wijselijk achterlangs loopt
We hoorden daar ook voor het eerst beschavingsgeluiden: een vliegtuigje! Pas toen het weg was drong het tot me door dat het waarschijnlijk onze chauffeur geweest was. Die hield ook vanuit de lucht de omgeving in de gaten. Later bleek dat het hem inderdaad was. En dat hij een paar dagen later nog naar ons gezocht had... hij was bezorgd. Had ons niet gevonden. Had hij dat wel had hij een verzwaard pamfletje naar beneden gegooid: "maak een O in de sneeuw als alles OK is, en een H als jullie hulp nodig hebben". Lief! Onze eigen beschermengel!
Zomaar tussendoor een mooie klont obsidiaan
Het jammere van die hut in kwestie was dat Marijn niet gehinderd door enige kaart dacht er heel hard heen te hotsen. Jitske zag hem de verkeerde kant op snellen, maar was niet binnen gehoorsafstand. Gelukkig kon het vrij snel opgelost worden, maar die hut, dat werd hem niet meer. Om zeven uur pas sloegen we ons kamp op. Voor mij te laat. Mopperend zette ik mijn tentje neer, aan de kop van de rij, waar ik al niet vrolijker van werd. Huur je speciaal stormvaste tenten, zet je ze neer in de beschutting van een tunneltentje... Gelukkig ging het zo rap dat ik al vóór het eten tijd had al mijn vier broeken aan te trekken, en al mijn truien, en al mijn jassen, en mijn leirsko (donspantoffels?). Zo kwam het wel goed met mij. Flesje cognac erbij. En dan na het eten nog even bijbomen met Jeroen en Marijn, die zich ook niet door de heldere kou naar bed lieten jagen. En er noorderlicht bij kregen.
Ons kampje
De volgende ochtend stak de wind weer zodanig op dat het koffiewater in de voortenten gekookt werd. En dat was nog in de beschutting... de route naar de hut ging het plateau op. We zouden er in een uurtje zijn, en hadden dus weinig water mee. En een extra handicap: Jeroen was bang dat zijn stukke sneeuwschoen het helemaal zou begeven, dus die wou een stuk zonder doen, en dan in die hut een noodreparatie proberen. Zo stapten we de volle wind in. Ik woei bijna om. En vervloekte dat ik er niet aan gedacht had mijn winddichte wanten aan te doen. Gelukkig was daar snel toch gelegenheid voor...
Met dat weer beginnen velen er wat insectig uit te zien...
Het loopt wel raar in zulke omstandigheden. Een beetje onwerkelijk. Met hoofdband en balaclava en capuchon en sneeuwbril op je kop voel je je erg in jezelf opgesloten, en je hoort geen klap, en je kan je hoofd niet meer goed bewegen, en het landschap heeft een rare kleur... je gaat er vanzelf een beetje van dromen.
Bij de warme bronnen heb je vaak hele mooie rare ijsvormpjes
Die hut, die bleek een uur of drie verderop. Hij lag er wel mooi bij! Alleen het halletje was open. Heel erg krap met elf man. Maar wel windstil, wat goed was voor de enorme hoeveelheden water die we wilden smelten en koken na deze dorsttocht. Water koken ging ook goed samen met het met een hete priem doorboren van Jeroens sneeuwschoen, om er daarna wat tie wraps doorheen te jassen, het geheel op smaak brengend met ducttape. Ook mijn ene telescoopstok had een probleem: die wou niet meer uit. Maar het halletje voorzag in een tang! Ook dat probleem was dus snel verholpen.
De krapte in het hutje. Die blauw-grijze blob vooraan ben ik, als ik mijn priem in de gasvlam aan het houden ben
Jammer van ons onderkomen was dat de wind steeds sneeuw tussen de deur woei, die je ook meteen niet meer dicht kreeg als er ook maar één persoon doorheen gekomen was. En dat klinkt als een overdrijving maar dat is het niet. En die wind, die werd alleen maar erger. Marijn blies het tent opzetten af toen alleen de snelle, lees: niet zulke stevige, tenten, stonden. Het was echt geen doen. Besloten werd dat de meesten in het halletje zouden slapen. En mijn tent stond op een plek die er heel beschut uit zag, maar schijn bedroog. Het arme ding stond te schudden en te klapperen als nooit tevoren. En ik was heel moe (voelde me wat griepsig) dus ik ging er maar snel in liggen. Helaas was ik te gaar geweest te bedenken dat dit mijn kans was geweest een extra binnenslaapzak te bietsen... die lui binnen hadden zulks niet nodig. Die hadden genoeg aan decoratief ondergoed. Maar te laat. De storm gierde zo hard dat het binnen ook woei. En in mijn slaapzak ook nog. Met handschoenen aan had ik nog koude handen ín de slaapzak....
De volgende ochtend gorgelde ik maar even met eng alchimistisch poeder van Thias, waarvan hij loensend en gnorkend beweerde dat het overal goed voor was. Maar wie schetst mijn verbazing: dat was het ook! Ergens laat in de ochtend ging de wind liggen, en kon ik mijn ontsmette keel in de open lucht uitproberen. We hadden besloten dat het zó vaak gebeurde dat we een ochtend niet konden lopen wegens harde wind dat we hiervandaan recht terug naar de beschaving zouden lopen. Als we dan nog een dag ergens zouden komen vast te zitten zouden we het alsnog halen met onze voorraad voedsel, brandstof en tijd.
Dank zij mijn "Nansen-balaclava" zag ik eruit als een Elbonian.
Zo liepen we noordwaarts. De route liet me mijn sneeuwschoenen aardig uittesten. Ik had andere dan de rest, en toevallig was het voornaamste verschil wrijving. Die had ik wat minder... gelukkig had de 1e steile helling die we tegenkomen dat intern ook niet, dus had ik halverwege geen keus anders dan me door een losgelaten plak verijsde sneeuw gerieflijk naar beneden laten schuiven. Zo wil het wel! Al snel hadden we een nog veel ergere helling: steiler en ijziger. Daar hield het ijs wel, en met een onelegant dwergenloopje kwam ik er zonder gezeur vanaf. Daarna lonkte een berg waar we gelukkig omheen mochten... dachten we. Helaas. We moesten er toch overheen! En nu vanaf de steile kant. Het was zo'n helling waarvan je weet dat als je er begint te glijden er geen weg terug is. Geen houvast, dus in vrijwel vrije val naar beneden. Gelukkig zijn mijn sneeuwschoenen voor zulke ijshellingen wel goed: grote stevige voortanden. En dan niet nadenken, niet uitrusten, gewoon omhoog raggen, tot je op een punt komt waar het niet meer levensgevaarlijk is op je bek te gaan. Poeh! En er dan weer af. Wat onder de juiste condities erg leuk is. Een soort telemark zevenmijlsstap!
De steile helling... bovenaan is Marijn te zien die een stukje sneeuw voro me aanstampt waar ik anders niet elegant vanaf kom
Boven rukte ik het lipje van mijn rits, wat foto's maken niet makkelijker maakte. En het was al geen sinecure. In zulke temperaturen moet ik mijn camera dicht op mijn lichaam bewaren, anders wordt de batterij te koud. En soms wil je de groep niet ophouden met allemaal gestrip ter verkrijging van de camera, en soms is het gewoon te koud en winderig je jas de hele tijd open te ritsen, en soms is het zo koud dat je steeds meer één foto kan maken voor de batterij het weer opgeeft. Maar nu werd het echt vervelend. Zonder lipje kon de rits allen nog maar omhoog... jammer! Het was, weer eens, heelergmooi.
En opeens dook er beschaving op. Een hut! Weer een met alleen het halletje open. En een warme bron erbij. We wilden alleen door, dus we hebben er niet gekampeerd. Was leuk geweest: met zijn allen in onze blote (en achteraf tevens reine) konten in zo'n bron in the middle of nowhere, alleen voor ons. was gaaf geweest. Maar het weer was nu nog goed. Voortmaken! Na de lunch, althans. En nadat Maaike een handige ring aan mijn rits had geprutst.
De bron bleek nog een rivier te voeden waar we meermalen overheen moesten. De 1e keer was het vrij diep. Marijn ragde er gewoon doorheen, maar daar had niet iedereen zin in. Een paar dames, waaronder ik, schakelde over op waterschoentjes (ik had degenen meegenomen die bij mijn dry suit horen) en plaste er vrolijk doorheen. Nog best lekker: die warme bron was nog vrij dichtbij...
Inmiddels schoten we goed op: bij die bron hadden we een weg bereikt. Een onzichtbare, maar toch: een weg. Niet de nadelen van een weg (lelijk, slecht voor je voeten) omdat er een halve meter sneeuw op lag, maar wel vrij vlak en goed navigeerbaar. Aan het eind van de dag weken we even af om in een geul een beschut plekje te vinden. Daar aten we zoals meestal weer eens goddelijk, en gingen naar bed. 's Deze keer sliep ik als een prinses. Marijn kwam erbij liggen, omdat ik het de nacht daarvoor zo koud had gehad, en geen extra kleren meer aan kon trekken. Helaas had nou Marijn het koud, maar ik had een heerlijke nacht!
Ochtends ging onze gewone routine wat traag: Marijn had het 1e half uur een brander in gebruik om zijn schoenen te ontdooien. Daar hadden wij nou schoenen voor gewisseld... ach ja. Uiteindelijk braken we toch op en gingen op weg, in wat grauwer weer dan meestal.
Na een half uur waren zijn schoenen zo ontdooid dat hij ze aan kon trekken
De laatste lunch
Bij de 1e pauze hadden we overleg. De weg, die we weer volgden, zag er best begaanbaar uit. Onze chauffeur kon misschien best dichtbij komen... Marijn belde hem op, en zo ging het. we stoven door het nog steeds mooie landschap, al was er nu beschaving te zien. En een uur na de lunch (wat overigens al 5 uur was) kregen we de auto in de peiling! Omdat er al het een en ander aan bloedblaren, open hielen en verloren gaande teennagels was geconstateerd was dat een welkom gezicht. En zo zaten we al vroeg in de avond comfortabel in de hele dikke Ford, op weg naar Reykjavik. Het lompe ouwe plattelandsding bleek ons midden in dat wat in Reykjavik het midden houdt tussen de Kalver- en P.C. Hooftstraat te moeten afzetten. Beetje cultuurshock...
We naderden duidelijk de beschaving. Let ook op de ijskap, links op de horizon...
Daar stond hij, onze chauffeur!
Onwennig stommelden we stinkend en beladen met buitensportgerei de luxe appartementen in. De douche wachtte! Heerlijk. Eenmaal allemaal schoon togen we naar de pizzeria, om er heel gelukkig te worden van lekker eten in de warmte, klaargemaakt door anderen, gepavoiseerd met halve liters bier, en geserveerd door een mengsel van Italianen (IJslands niet nodig, Marijn spreekt Italiaans!) en Zuid-Afrikanen (IJslands niet nodig, de ober spreekt Afrikaans!). Hmmm! Jammer dat ze heel slecht waren in het maken van Tiramisu.
Bier! Blij!
De bedden waren heerlijk. Na een goddelijke nacht met rare dromen stonden we verfrist op om ontbijtboodschappen te doen. En passent keken we nog even naar de kathedraal, die roemloos in de steigers stond. Na het uitgebreide en lome ontbijt ging ieder zijns weegs. Souvenirs kopen, musea bezoeken, koffie drinken in de boekhandel, dergelijks. De boekhandel was overigens een stuk beter met koffie dan met boeken: ze hadden het "book of settlement" niet! De Heimskringla van IJsland! Het boek der boeken, in die context! Nergens hadden ze het. Nah.
In sepia-tinten (das geen cameratruuk, zo zagen we er van pure ontspannenheid echt uit) in de kroeg
Na ook wat bier lonkte de ultramoderne keuken (kostte wat hoofdbrekens: we zijn zelf niet zo ultramodern) waar we een niet opgemaakte maaltijd opleukten tot beschavingsniveau. En het idee was wel daarna nog naar de kroeg te gaan, maar we zaten eigenlijk wel lekker... en er stond ook nog een jacuzzi op het balkon. Ik ben niet zo van de jacuzzi's, maar gewoon, omdat het kón gingen we er toch in. Hij was koud!
Jytte probeert naarstig de jacuzzi warmer te krijgen
De volgende dag stond "the blue lagoon" op het schema. Net als de jacuzzi: Ik ben er niet zo van, maar gewoon omdat het kón ging ik er toch in. Op Marijn en Onno na gingen we allemaal. En als ik om met leuke mensen te ouwehoeren met mijn knar in een touristische zwavelpoel moet gaan zitten dan zij dat zo. Dat was ook wel het leukste ervan: verder is die plas retesaai.
Leif Eiriksson (zoals de meeste niet-IJslanders hem kennen) staat pontificaal voor de kathedraal
Zo ziet het er nog wel spectaculair uit. Maar er is weinig aan...
Marijn en Onno waren op de bank films gaan kijken, en bij terugkomst werkte dat aanstekelijk. We keken nog even gnuivend "journey to the centre of the earth": wat een rukfilm! Maar het speelt wel gedeeltelijk op IJsland af...
Na de film werd het gerommel van magen onhoudbaar, en stekkerden we op de gok naar een Thai, waar we aanzienlijk meer hoofdgerechten naar binnen werkten dan we mensen hadden. Net zo makkelijk! Na afloop nog een koffie in een koffiebar, en dat was dan het einde van de pret. Men pakte in, en ging naar bed, met de onrustige gedachte dat de volgende ochtend de wekker om vier uur zou gaan...
Men trapte snel een ontbijtje naar binnen. Nog even iedereen zoenen of pulken of een knuffel geven, en zo waren alle tien in weer zo'n reusachtige IJslandse taxi verdwenen. Ik greep de gelegenheid aan even online in te checken, en ging terug naar bed.
Toen ik zelf opstond bleek het nog best wat werk het appartement weer in toonbare staat te krijgen. Maar het lukte net op tijd! En zo verliet ik, als laatste der mohikanen, ook het appartement, en Reykjavik, en IJsland, en Snieuwhop 2009....
Zelfs uit de lucht is IJsland mooi...
Het was een rare hop, maar wel een goeie. Ik was deze keer overdag prima voorbereid op de omstandigheden. Had een nieuwe skibroek (met rits! Dus hij hoeft niet uit als je naar de plee moet!), skibril, balaclava, donsjack, donssloffen... ik had me alleen vergist met de gedachte dat dat ook 's nachts genoeg zou zijn. Volgende keer óók een binneslaapzak mee. Of iets van dien aard. Maar het is inderdaad leuker als je beter voorbereid bent. Ook de 2 liter thermosflescapaciteit was erg lekker.
Verder was er maar één dag waarop we wat mij betreft wel één of twee uur eerder hadden mogen stoppen. En als ik aangaf niet veel verder meer te willen werd daar gewoon rekening mee gehouden! En na die ene windbreeknacht kreeg mijn tentje een plek tussen de steviger exemplaren. Zo is mijn vertrouwen in Beunhaas weer een aardig eindje heropgebouwd.
De groep was dit jaar natuurlijk erg incompleet: geen Roelof! We hebben hem gemist. Maar gelukkig waren zij die wél mee waren ook helden. Wat een lui. Eigenlijk een hele onwaarschijnlijke verzameling lui. Als ik nou probeer uit te leggen waarom ze zo gaaf zijn denkt iedereen dat ik geld van ze wil lenen, of zoiets, dus ik houd me maar even nabij de vlakte. Maar denk aan het gehalte aan geoliede oorlogsmachine-geloofwaardigheid! En de cumulatieve poel algemene ontwikkeling! En aan hoe volkomen ráár we gemiddeld waren. Waar vindt men zo snel het equivalent van een Henco-Onno-Thias combinatie, bijvoorbeeld...
En IJsland is gewoon zo mooi dat het iedereen stil krijgt. Wat een land!
Het weer werd weer mooi, en we trokken steeds verblindender wordende vergezichten door. Het was al wel duidelijk dat die rare geo(morfo)logie van IJsland de navigatie niet makkelijk maakte. Al die vulkanische blobs lijken op elkaar, en we zaten niet op een gemarkeerde route. Helemaal niet op een route, eigenlijk. Maar mooi was het. Voor mij niet eens waar het echt om ging. Mooi en sneeuw, dat heb ik thuis ook, maar thuis heb ik geen mensen die ik al heel lang ken. Dus ondanks dat er geen hop te verzinnen is die zich zo slecht leent voor sociaal contact als een sneeuwhop probeerde ik juist daar toch wel van te genieten. Helaas, sneeuwschoenen doe je in sneeuw waar je op blijft staan of sneeuw waar je in zakt. Dat 1e maakt zoveel herrie dat je niet goed met elkaar kan praten, en dat tweede is zo vermoeiend dat je het best achter elkaar in hetzelfde spoor kan blijven lopen. En verder heeft iedereen meter mutsen, hoofdbanden, capuchons en balaclava's over zijn oren, dus is ernstig hardhorend, en liplezen werkt met al die sjaals en gezichtsmaskers ook al niet best. En na het eten gaat iedereen naar bed. Gelukkig zouden we nog een dag Reykjavik hebben! En ik maakte me een beetje zorgen dat het zou gaan botsen; de meeste anderen hadden alle andere beunhazers op grijpafstand het hele jaar door, maar juist geen besneeuwde bergen... dus misschien dat die wel zo hard wilden hiken dat er helemaal níets meer over zou blijven van het sociale aspect. En ik was van de Pyreneeën erg wantrouwig geworden. Ik ging me niet weer dag na dag, tot tranen toe, laten martelen! Zak er maar in! Maar het zou gelukkig blijken dat het met dergelijke uiteenlopende belangen wel los zou lopen.
Er was wel vegetatie!
Deze dag mikten we op een hut. We waren er vanuit gegaan dat ze dicht waren, maar onze chauffeur had gezegd dat dat niet zo was, dus we probeerden het. En jawel; we kregen bebouwing in het oog! Ineens! Zo te zien huisjes die in de zomer verhuurd worden. Nu was er op het oog geen teken van leven. Onno spoedde vooruit, en meldde dat er een open was. Een ruw hokje met een enorme stapel sneeuw en een picnictafel erin. Bescheiden, maar wel knus! Niet winddicht; die bak sneeuw was door een 20 cm brede kier tussen de voor- en zijmuur binnen komen zetten, maar het woei toch al weinig, dus dat kwam goed. Wel comfortabel koken zo! En de kookploeg zette ook heel hulpvaardig de hele tijd de tafel en de olie en wat niet in de fik, dus het werd nog best lekker warm daarbinnen. Zeker gevoelsmatig, omdat het stervens koud was buiten. Ik was alleen bang dat het alleen maar erger zou worden, dus ik greep de windstilte toch maar aan voor een sneeuwdouche bij -15. Lekker!
Sfeerbeeld van in het hutje
Ons kampje 's ochtends. Naast mijn tent het hutje. Zie wel dat je op deze foto de hele deur niet kan zien. Hij staat in een laag sneeuw die hoger is dan dat... gelukkig heeft de wind er, net als bij de eerdergetoonde steen, een geul omheen geblazen, zodat je wel bij de deur kan komen.
We stonden op in prachtweer, en zo zette het geheel zich voort met verblindende lanschappen. En deze keer met bonus: al snel hadden we stoompluimen in zicht. Warme zwavelbronnen! Mooi hoor. Nieuwsgierig liep ik op de eerste, een kleintje, af. En zakte natuurlijk spontaan door de sneeuw. Die kan niet zo goed tegen ondermijning door stoom. Niks aan de hand gelukkig, ik werd er door Thias even hard weer uit gesleurd. Wel erg IJslands! En verderop lag zelfs een heel warm meertje. Zo te zien zo warm dat het niet geschikt was voor sanitaire doeleinden... maar dat was toch al niet van belang, want Marijn ging door: er was nog een hut in het verschiet.
De warme bronnen van een afstandje
Het kleine bronnetje, en erachter het gat waar ik door de sneeuw gezakt was, en waar Jitske wijselijk achterlangs loopt
We hoorden daar ook voor het eerst beschavingsgeluiden: een vliegtuigje! Pas toen het weg was drong het tot me door dat het waarschijnlijk onze chauffeur geweest was. Die hield ook vanuit de lucht de omgeving in de gaten. Later bleek dat het hem inderdaad was. En dat hij een paar dagen later nog naar ons gezocht had... hij was bezorgd. Had ons niet gevonden. Had hij dat wel had hij een verzwaard pamfletje naar beneden gegooid: "maak een O in de sneeuw als alles OK is, en een H als jullie hulp nodig hebben". Lief! Onze eigen beschermengel!
Zomaar tussendoor een mooie klont obsidiaan
Het jammere van die hut in kwestie was dat Marijn niet gehinderd door enige kaart dacht er heel hard heen te hotsen. Jitske zag hem de verkeerde kant op snellen, maar was niet binnen gehoorsafstand. Gelukkig kon het vrij snel opgelost worden, maar die hut, dat werd hem niet meer. Om zeven uur pas sloegen we ons kamp op. Voor mij te laat. Mopperend zette ik mijn tentje neer, aan de kop van de rij, waar ik al niet vrolijker van werd. Huur je speciaal stormvaste tenten, zet je ze neer in de beschutting van een tunneltentje... Gelukkig ging het zo rap dat ik al vóór het eten tijd had al mijn vier broeken aan te trekken, en al mijn truien, en al mijn jassen, en mijn leirsko (donspantoffels?). Zo kwam het wel goed met mij. Flesje cognac erbij. En dan na het eten nog even bijbomen met Jeroen en Marijn, die zich ook niet door de heldere kou naar bed lieten jagen. En er noorderlicht bij kregen.
Ons kampje
De volgende ochtend stak de wind weer zodanig op dat het koffiewater in de voortenten gekookt werd. En dat was nog in de beschutting... de route naar de hut ging het plateau op. We zouden er in een uurtje zijn, en hadden dus weinig water mee. En een extra handicap: Jeroen was bang dat zijn stukke sneeuwschoen het helemaal zou begeven, dus die wou een stuk zonder doen, en dan in die hut een noodreparatie proberen. Zo stapten we de volle wind in. Ik woei bijna om. En vervloekte dat ik er niet aan gedacht had mijn winddichte wanten aan te doen. Gelukkig was daar snel toch gelegenheid voor...
Met dat weer beginnen velen er wat insectig uit te zien...
Het loopt wel raar in zulke omstandigheden. Een beetje onwerkelijk. Met hoofdband en balaclava en capuchon en sneeuwbril op je kop voel je je erg in jezelf opgesloten, en je hoort geen klap, en je kan je hoofd niet meer goed bewegen, en het landschap heeft een rare kleur... je gaat er vanzelf een beetje van dromen.
Bij de warme bronnen heb je vaak hele mooie rare ijsvormpjes
Die hut, die bleek een uur of drie verderop. Hij lag er wel mooi bij! Alleen het halletje was open. Heel erg krap met elf man. Maar wel windstil, wat goed was voor de enorme hoeveelheden water die we wilden smelten en koken na deze dorsttocht. Water koken ging ook goed samen met het met een hete priem doorboren van Jeroens sneeuwschoen, om er daarna wat tie wraps doorheen te jassen, het geheel op smaak brengend met ducttape. Ook mijn ene telescoopstok had een probleem: die wou niet meer uit. Maar het halletje voorzag in een tang! Ook dat probleem was dus snel verholpen.
De krapte in het hutje. Die blauw-grijze blob vooraan ben ik, als ik mijn priem in de gasvlam aan het houden ben
Jammer van ons onderkomen was dat de wind steeds sneeuw tussen de deur woei, die je ook meteen niet meer dicht kreeg als er ook maar één persoon doorheen gekomen was. En dat klinkt als een overdrijving maar dat is het niet. En die wind, die werd alleen maar erger. Marijn blies het tent opzetten af toen alleen de snelle, lees: niet zulke stevige, tenten, stonden. Het was echt geen doen. Besloten werd dat de meesten in het halletje zouden slapen. En mijn tent stond op een plek die er heel beschut uit zag, maar schijn bedroog. Het arme ding stond te schudden en te klapperen als nooit tevoren. En ik was heel moe (voelde me wat griepsig) dus ik ging er maar snel in liggen. Helaas was ik te gaar geweest te bedenken dat dit mijn kans was geweest een extra binnenslaapzak te bietsen... die lui binnen hadden zulks niet nodig. Die hadden genoeg aan decoratief ondergoed. Maar te laat. De storm gierde zo hard dat het binnen ook woei. En in mijn slaapzak ook nog. Met handschoenen aan had ik nog koude handen ín de slaapzak....
De volgende ochtend gorgelde ik maar even met eng alchimistisch poeder van Thias, waarvan hij loensend en gnorkend beweerde dat het overal goed voor was. Maar wie schetst mijn verbazing: dat was het ook! Ergens laat in de ochtend ging de wind liggen, en kon ik mijn ontsmette keel in de open lucht uitproberen. We hadden besloten dat het zó vaak gebeurde dat we een ochtend niet konden lopen wegens harde wind dat we hiervandaan recht terug naar de beschaving zouden lopen. Als we dan nog een dag ergens zouden komen vast te zitten zouden we het alsnog halen met onze voorraad voedsel, brandstof en tijd.
Dank zij mijn "Nansen-balaclava" zag ik eruit als een Elbonian.
Zo liepen we noordwaarts. De route liet me mijn sneeuwschoenen aardig uittesten. Ik had andere dan de rest, en toevallig was het voornaamste verschil wrijving. Die had ik wat minder... gelukkig had de 1e steile helling die we tegenkomen dat intern ook niet, dus had ik halverwege geen keus anders dan me door een losgelaten plak verijsde sneeuw gerieflijk naar beneden laten schuiven. Zo wil het wel! Al snel hadden we een nog veel ergere helling: steiler en ijziger. Daar hield het ijs wel, en met een onelegant dwergenloopje kwam ik er zonder gezeur vanaf. Daarna lonkte een berg waar we gelukkig omheen mochten... dachten we. Helaas. We moesten er toch overheen! En nu vanaf de steile kant. Het was zo'n helling waarvan je weet dat als je er begint te glijden er geen weg terug is. Geen houvast, dus in vrijwel vrije val naar beneden. Gelukkig zijn mijn sneeuwschoenen voor zulke ijshellingen wel goed: grote stevige voortanden. En dan niet nadenken, niet uitrusten, gewoon omhoog raggen, tot je op een punt komt waar het niet meer levensgevaarlijk is op je bek te gaan. Poeh! En er dan weer af. Wat onder de juiste condities erg leuk is. Een soort telemark zevenmijlsstap!
De steile helling... bovenaan is Marijn te zien die een stukje sneeuw voro me aanstampt waar ik anders niet elegant vanaf kom
Boven rukte ik het lipje van mijn rits, wat foto's maken niet makkelijker maakte. En het was al geen sinecure. In zulke temperaturen moet ik mijn camera dicht op mijn lichaam bewaren, anders wordt de batterij te koud. En soms wil je de groep niet ophouden met allemaal gestrip ter verkrijging van de camera, en soms is het gewoon te koud en winderig je jas de hele tijd open te ritsen, en soms is het zo koud dat je steeds meer één foto kan maken voor de batterij het weer opgeeft. Maar nu werd het echt vervelend. Zonder lipje kon de rits allen nog maar omhoog... jammer! Het was, weer eens, heelergmooi.
En opeens dook er beschaving op. Een hut! Weer een met alleen het halletje open. En een warme bron erbij. We wilden alleen door, dus we hebben er niet gekampeerd. Was leuk geweest: met zijn allen in onze blote (en achteraf tevens reine) konten in zo'n bron in the middle of nowhere, alleen voor ons. was gaaf geweest. Maar het weer was nu nog goed. Voortmaken! Na de lunch, althans. En nadat Maaike een handige ring aan mijn rits had geprutst.
De bron bleek nog een rivier te voeden waar we meermalen overheen moesten. De 1e keer was het vrij diep. Marijn ragde er gewoon doorheen, maar daar had niet iedereen zin in. Een paar dames, waaronder ik, schakelde over op waterschoentjes (ik had degenen meegenomen die bij mijn dry suit horen) en plaste er vrolijk doorheen. Nog best lekker: die warme bron was nog vrij dichtbij...
Inmiddels schoten we goed op: bij die bron hadden we een weg bereikt. Een onzichtbare, maar toch: een weg. Niet de nadelen van een weg (lelijk, slecht voor je voeten) omdat er een halve meter sneeuw op lag, maar wel vrij vlak en goed navigeerbaar. Aan het eind van de dag weken we even af om in een geul een beschut plekje te vinden. Daar aten we zoals meestal weer eens goddelijk, en gingen naar bed. 's Deze keer sliep ik als een prinses. Marijn kwam erbij liggen, omdat ik het de nacht daarvoor zo koud had gehad, en geen extra kleren meer aan kon trekken. Helaas had nou Marijn het koud, maar ik had een heerlijke nacht!
Ochtends ging onze gewone routine wat traag: Marijn had het 1e half uur een brander in gebruik om zijn schoenen te ontdooien. Daar hadden wij nou schoenen voor gewisseld... ach ja. Uiteindelijk braken we toch op en gingen op weg, in wat grauwer weer dan meestal.
Na een half uur waren zijn schoenen zo ontdooid dat hij ze aan kon trekken
De laatste lunch
Bij de 1e pauze hadden we overleg. De weg, die we weer volgden, zag er best begaanbaar uit. Onze chauffeur kon misschien best dichtbij komen... Marijn belde hem op, en zo ging het. we stoven door het nog steeds mooie landschap, al was er nu beschaving te zien. En een uur na de lunch (wat overigens al 5 uur was) kregen we de auto in de peiling! Omdat er al het een en ander aan bloedblaren, open hielen en verloren gaande teennagels was geconstateerd was dat een welkom gezicht. En zo zaten we al vroeg in de avond comfortabel in de hele dikke Ford, op weg naar Reykjavik. Het lompe ouwe plattelandsding bleek ons midden in dat wat in Reykjavik het midden houdt tussen de Kalver- en P.C. Hooftstraat te moeten afzetten. Beetje cultuurshock...
We naderden duidelijk de beschaving. Let ook op de ijskap, links op de horizon...
Daar stond hij, onze chauffeur!
Onwennig stommelden we stinkend en beladen met buitensportgerei de luxe appartementen in. De douche wachtte! Heerlijk. Eenmaal allemaal schoon togen we naar de pizzeria, om er heel gelukkig te worden van lekker eten in de warmte, klaargemaakt door anderen, gepavoiseerd met halve liters bier, en geserveerd door een mengsel van Italianen (IJslands niet nodig, Marijn spreekt Italiaans!) en Zuid-Afrikanen (IJslands niet nodig, de ober spreekt Afrikaans!). Hmmm! Jammer dat ze heel slecht waren in het maken van Tiramisu.
Bier! Blij!
De bedden waren heerlijk. Na een goddelijke nacht met rare dromen stonden we verfrist op om ontbijtboodschappen te doen. En passent keken we nog even naar de kathedraal, die roemloos in de steigers stond. Na het uitgebreide en lome ontbijt ging ieder zijns weegs. Souvenirs kopen, musea bezoeken, koffie drinken in de boekhandel, dergelijks. De boekhandel was overigens een stuk beter met koffie dan met boeken: ze hadden het "book of settlement" niet! De Heimskringla van IJsland! Het boek der boeken, in die context! Nergens hadden ze het. Nah.
In sepia-tinten (das geen cameratruuk, zo zagen we er van pure ontspannenheid echt uit) in de kroeg
Na ook wat bier lonkte de ultramoderne keuken (kostte wat hoofdbrekens: we zijn zelf niet zo ultramodern) waar we een niet opgemaakte maaltijd opleukten tot beschavingsniveau. En het idee was wel daarna nog naar de kroeg te gaan, maar we zaten eigenlijk wel lekker... en er stond ook nog een jacuzzi op het balkon. Ik ben niet zo van de jacuzzi's, maar gewoon, omdat het kón gingen we er toch in. Hij was koud!
Jytte probeert naarstig de jacuzzi warmer te krijgen
De volgende dag stond "the blue lagoon" op het schema. Net als de jacuzzi: Ik ben er niet zo van, maar gewoon omdat het kón ging ik er toch in. Op Marijn en Onno na gingen we allemaal. En als ik om met leuke mensen te ouwehoeren met mijn knar in een touristische zwavelpoel moet gaan zitten dan zij dat zo. Dat was ook wel het leukste ervan: verder is die plas retesaai.
Leif Eiriksson (zoals de meeste niet-IJslanders hem kennen) staat pontificaal voor de kathedraal
Zo ziet het er nog wel spectaculair uit. Maar er is weinig aan...
Marijn en Onno waren op de bank films gaan kijken, en bij terugkomst werkte dat aanstekelijk. We keken nog even gnuivend "journey to the centre of the earth": wat een rukfilm! Maar het speelt wel gedeeltelijk op IJsland af...
Na de film werd het gerommel van magen onhoudbaar, en stekkerden we op de gok naar een Thai, waar we aanzienlijk meer hoofdgerechten naar binnen werkten dan we mensen hadden. Net zo makkelijk! Na afloop nog een koffie in een koffiebar, en dat was dan het einde van de pret. Men pakte in, en ging naar bed, met de onrustige gedachte dat de volgende ochtend de wekker om vier uur zou gaan...
Men trapte snel een ontbijtje naar binnen. Nog even iedereen zoenen of pulken of een knuffel geven, en zo waren alle tien in weer zo'n reusachtige IJslandse taxi verdwenen. Ik greep de gelegenheid aan even online in te checken, en ging terug naar bed.
Toen ik zelf opstond bleek het nog best wat werk het appartement weer in toonbare staat te krijgen. Maar het lukte net op tijd! En zo verliet ik, als laatste der mohikanen, ook het appartement, en Reykjavik, en IJsland, en Snieuwhop 2009....
Zelfs uit de lucht is IJsland mooi...
Het was een rare hop, maar wel een goeie. Ik was deze keer overdag prima voorbereid op de omstandigheden. Had een nieuwe skibroek (met rits! Dus hij hoeft niet uit als je naar de plee moet!), skibril, balaclava, donsjack, donssloffen... ik had me alleen vergist met de gedachte dat dat ook 's nachts genoeg zou zijn. Volgende keer óók een binneslaapzak mee. Of iets van dien aard. Maar het is inderdaad leuker als je beter voorbereid bent. Ook de 2 liter thermosflescapaciteit was erg lekker.
Verder was er maar één dag waarop we wat mij betreft wel één of twee uur eerder hadden mogen stoppen. En als ik aangaf niet veel verder meer te willen werd daar gewoon rekening mee gehouden! En na die ene windbreeknacht kreeg mijn tentje een plek tussen de steviger exemplaren. Zo is mijn vertrouwen in Beunhaas weer een aardig eindje heropgebouwd.
De groep was dit jaar natuurlijk erg incompleet: geen Roelof! We hebben hem gemist. Maar gelukkig waren zij die wél mee waren ook helden. Wat een lui. Eigenlijk een hele onwaarschijnlijke verzameling lui. Als ik nou probeer uit te leggen waarom ze zo gaaf zijn denkt iedereen dat ik geld van ze wil lenen, of zoiets, dus ik houd me maar even nabij de vlakte. Maar denk aan het gehalte aan geoliede oorlogsmachine-geloofwaardigheid! En de cumulatieve poel algemene ontwikkeling! En aan hoe volkomen ráár we gemiddeld waren. Waar vindt men zo snel het equivalent van een Henco-Onno-Thias combinatie, bijvoorbeeld...
En IJsland is gewoon zo mooi dat het iedereen stil krijgt. Wat een land!