14 September 2008

Paradijs vervolgd

Door een vergnaasde knie een zomer machteloos aan je voorbij voelen gaan. Ik ken het gevoel! Tana kan duidelijk weer vanalles, zie postje over het vorige weekend, en die probeert nou heel hard de schade in te halen. Dit weekend, het laatste dat ze heeft voor ze de halve wereld over moet hotsen voor allerlei meetings, was haar laatste kans voor zomergevoel. Als ze terugkomt ligt er waarschijnljk sneeuw, en dan is het wel gedaan. Maar de weergoden hadden nú duidelijk het beste met haar voor, want de weersvoospelling voor het hele weekend was geweldig. En deze keer stond Ringvassøya op het programma. Over de brug naar Kvaløya rechts, na 30 km een tunnel door en je bent er. Patrycja ging deze keer ook mee. Gezellig!

Zo begon de tocht



We liepen pas een meter of 200 of we hadden door dat de weergoden het meenden. De broeken werden afgeritst en alle truien gingen uit! Wie had dat gedacht. Het pad liep door een schitterend hersftig dal. Rap gingen we niet; Tana en Patrycja zijn bosbessenverslaafd, en Patrycja kwam eigenlijk pas voor het eerst achter haar bureau vandaan sinds ze hier woonde. Zo bereikten we na twee uur het eind van het pad.

Bij dit meertje eindigde het pad. En het daglicht was ook op weg naar de uitgang...


Bij het meertje vond ik nog twee spinnen die bezig waren met sex of geweld. Moeilijk te onderscheiden bij spinnen...


Ik wist dat de hut in een blokkig terrein lag, en met twee dames met zwakke knieën wil je niet in het donker over een blokkenveld heen struikelen. Dus ik begon de goegemeente een beetje achter de broek aan te zitten. Het heeft me al de term "bosbessen-nazi" opgeleverd... Maar in ieder geval, we moesten nu zonder pad bij de hut komen. En terrein zonder pad, dat is de pest voor Tana. En Patrycja zat stuk. En Tana is dan zo'n koppige bikkel dat ze met knie en al de tas van Patrycja wil overnemen. En Patrycja is zo koppig dat ze pas spullen door anderen wou laten dragen toen ik daadwerkelijk dingen begon te gappen. Ik voelde me een beetje een beunhaas, met verstandige praat over niet lanterfanten vanwege verdwijnend daglicht, en verantwoordelijkheid en groepsgevoel en watniet, en ik ben er niet zo goed in (heb het natuurlijke overwicht van Marijn niet), maar uiteindelijk is het gelukt te regelen dat Patrycja wel gewicht weggaf, maar niet in de vorm van de hele tas in Tana's mik. Zo togen we verder langs een riviertje dat ons naar het volgende meer zou brengen.

Bij het meer was het avondlicht schitterend

Vanaf dat meertje was het eitje. We pikten de officiële route, die een dal verder naar het zuiden pakte, maar wat door een van de NP-ers als minder mooi was afgedaan, weer op. Snel stapten we de hut in, die al lekker warm was, want er waren ook anderen. We begroetten twee Noorse kerels van de hogeschool voor visserij (eentje draaide ook zijn hand niet om voor landdieren; het bleek dat het zijn schoten waren geweest die we hadden gehoord onderweg. Hij had één sneeuwhoen weten om te leggen...), en twee Germanofone medische dames. De ene, de Duitse, had nog geassisteerd bij het onderzoek op Tana's knie... de andere was een Oostenrijkse medische student. Leuke mensen.

Wij sprongen in het meer (dat is, Tana en ik; Patrycja is niet zo dol op koud water), kookten ons potje, en ouwehoerden wat met de andere gasten. Was erg gezellig, en ondanks de verwarrendheid van de mix Noors-Engels-Duits, goed voor onze talenkennis. En op tijd gingen we naar de zeer comfortabele bedden...

Heel ander uitzicht uit het raam dan vorige week...

De volgende ochtend keutelden we allemaal wat aan: Tana was fanatiek IPCC-papieren aan het lezen, ik tiefte de ene na de andere bak primitief gezette, slappe koffie naar binnen, en Patrycja lag overal en nergens plat op haar buik op de grond, foto's makend van wie weet wat.

Maar we ontbeten samen, en maakten een plan voor de dag. Ik wilde wel een nabije berg op, en de dames wilden -natuurlijk- bosbessen plukken. Beiden hadden na een dag als gisteren niet veel zin in veel afmattends. En het idee was dat ze zouden plukken langs de gemarkeerde route naar het noorden, waardoor ik ze makkelijk zou kunnen terugvinden.

Bij het de berg op klimmen had ik al snel heel mooi uitzicht op het meer waar de hut aan ligt. Hut is ook te zien (twee gebouwtjes; die rechter is plee, brandhoutopslag, en noodonderkomen).

Zo hopste ik de berg op. Nog steeds gewoon in T-shirtje en korte broek; niet te geloven! Ik kwam al snel boven de begroeiïng uit. De berg was een serieuzer exemplaar dan ik had gedacht, maar geen moeilijke of gevaarlijke. En na twee uur genoeglijk klauteren stond ik boven.

Obligaat zelfportret bij top

Vanzelfsprékend schitterend uitzicht!

Ik genoot even van het uitzicht, en ging weer terug. Kwam onderweg nog twee sneeuwhoenders tegen die blijkbaar fortuinlijkerwijs aan onze jager waren ontsnapt, en kwam terug in een lege hut, met een lege maag. Toen daar aangenamerwijs brood met makreel, en koffie, in zat toog ik weer op weg, hopend dat ik na al die tijd de dames nog kon terugvinden.

De hutten vanaf de andere kant


Dat kon ik. Ze hadden een half kuub aan bosbessen verzameld, en waren al langzaamaan op de terugweg, omdat de zon tegen de helling op aan het kruipen was. Toen we weer binnen een veilige marge waren was het zo warm (graad of twaalf!) dat de meertjes lokten... Patrycja was, zoals te verwachten was, niet vatbaar voor deze verleiding, maar Tana en ik stonden in no time in onze blote konten op de kant, en hebben zowaar een paar stukjes gezwommen. Was net minder koud dan dat Lofoten-meertje! En maar een beetje kouder dan het meertje onderaan de Mont Carlit...

Eén van die meertjes was het

Tot mijn grote verbazing doken er niet meteen stapels jagers op. We waren al gewaarschuwd voor de uitgebroken vogeljacht, en de dames waren ook onderweg nog opgeschrikt door een hele klont kerels met getrokken geweer, en ik neem aan dat een beetje jager wel een verrekijker bij zich heeft... maar niets daarvan, dus.

Blije dames

Patrycja met bosbessenverslaving

Helemaal fris kwamen we terug. En begroetten een Noors uitgebreid gezin, en een eenzame wandelaar, die inmiddels in de hut waren neergestreken. We kregen nog even wat uitleg over Hutiquette; als je ergens meer dan 1 nacht blijft, en er onstaat plaatsgebrek, sta je je bed af aan een nieuwkomer. Wist ik nog niet. Wel een mooi gebaar.

We pakten onze reut dus in, en lieten ons kamertje aan het gezin. En gingen buiten lekker drank hijsen en van ons af ouwehoeren in de zon. Tot we nóg vier lui zagen naderen. De Germanofonen waren ook terug. Druk! Dus ik ging snel koken voor het spitsuur werd. En het werd een knusse boel; de eenzame wandelaar, Gunnar, bood iedereen zijn whisky aan (wat een mán! En het was een Islay!), de groep van vier bleek uit 3 Noren en een Mexicaanse te bestaan, en die laatste leek het wel even lekker te vinden om met mede-buitenlanders te ouwehoeren, en de Duitse dames probeerden onze glutenvrije pasta...

Intussen was het gezin een spelltje gaan doen. Gunnar sloot zich erbij aan om de jongste telg bij te staan. En Tana kreeg in de smiezen dat het een soort van pim pam pet was, wat dus goed is als Noorse les. Dus die deed ook mee. En ik later ook. Woorden! My favourite!

Gunnar bleek twéé flessen whisky bij zich te hebben, en de jager en de visser hadden hun buitenlandse dames wijn nagelaten, en de rum en eigen whisky kwamen ook op tafel. Een goeie avond. En buiten scheen een volle maan, en was het een hele zachte avond. Ik zag zo de gezelligheid en drukte aan, en schatte zo in hoe lang de laatste feestbeesten nog door zouden gaan, en besloot lekker buiten te gaan slapen.

Ik vond een plekje aan de andere kant van het meer en lag nog even heerlijk naar het 1e Noorderlicht van het seizoen (voor mij dan) te kijken. Heel duidelijk wordt het niet als het tegen een volle maan op moet blazen, maar het was wel lekker. En ik had niet het minst hobbelige stukje uitgezocht maar toch sliep ik best lekker.

's Ochtends ging de wekker vroeg. Tana moest haar nieuwe huisgenoot van het vliegveld halen, en daarvoor op tijd weer in Tromsø zijn. Zo begon ik zachtjes met bosbessenpannekoeken bakken. De Duitse dames waren al op; die wilden noordwaarts terug, en das een kolereeind.

Op de verande nuttigden we ons decadente maal, en pakten daarna in. We zeiden nog gedag naar al onze medegasten, en waren onderweg. Natuurlijk in t-shirt en korte broek...

In de wat donkerder stukken van het dal was het wel fris. Met rijp!

Tana ging nog een keer of honderdduizend bíjna catastrofaal door haar knie op het padloze stuk. Bíjna. We waren blij toen we weer op het pad waren. En toen ging het snel. En op tijd waren we weer bij de auto. Weer een geweldig weekend.

Laatste pauze

Het vorige weekend had veel meer sfeer gehad, wegens de dreigende wolkenluchten en dergelijke... maar dit was ook gaaf. Overigens ben ik niet de enige met een zwak voor herfsttaferelen: Audun spoorde me nog aan om veel foto's te maken. Waarop hij een blik uit het raam wierp; naar de zee als een spiegel, en de zon in de stralend blauwe, wolkenloze hemel, en teleurgesteld opmerkte dat het helaas geen mooi weer voor het maken van foto's was...

Maar er is een tijd voor alles, of zo, en dit was tijd voor geef-Tana-de-zomer-terug. Nu kan ze naar omstandigheden tevreden vrijdag het vliegtuig pakken...

No comments:

Post a Comment