10 August 2009

Gletschercursus

Het moment dat voor de 1e keer de gletscher over de horizon komt dreigen is machtig. Wat een dingen zijn het! Groot. Koud. Schijnbaar bewegingloos. Eindeloos krachtig en vernietigend. Onvergevend. En mooi.

Maar er ging wat aan dat moment vooraf.

Tijdens het theoretische deel van de cursus waren dingen als vervoer, eten en tenten onderling geregeld. Ik werd een team met Ragnhild, een Bergense die net diezelfde week naar Tromsø was komen verhuizen. Mooi team wel: zij die komt met zij die gaat. Ze zou me ook een lift geven. En aldus geschiedde. Bij de rij voor de pont naar Lyngen zagen we elkaar allemaal weer. En togen gezamelijk naar Koppangen, waar we de boot zouden nemen. Geen pont deze keer, maar een vissersbootje van een kerel die altijd het laatste stuk vervoer op zich neemt.

Bij onze zware rugzakken wachten tot iedereen klaar is om de boot op te gaan

NB: al deze foto's zijn nog gemaakt met de oude camera. Op de één of andere manier verwisselden de postjes over gletschers en camera ineens van volgorde...




Het landschap werd allengs grimmiger naarmate we verder richting ons doel voeren. Het strand waar we landden was een oase van vlak en groen in een dreigende massa gabbro-reuzen. We hesen er onze tiefend zware rugzakken op de rug, en aanvaardden nederig de weg omhoog. Want het vlakke strand was pas het begin. Ons doel lag op ~500 m. En een echt pad is er niet. Het is voornamelijk struikelen over een puinhelling. En met een rugzak met een tent, slaapzak, warme kleren, eten voor viereneenhalve dag en een kuub gletscherparafernalia ligt je zwaartepunt ineens zo excentrisch dat het geen sinecure is om die 500 meters te overbruggen. Maar ik kwam er! Een liter zweet op de helling achterlatend. En wát een mooi kampeerveldje verwelkomde ons. We zetten er de tent op, en kookten een laat avondmaal. We hadden flink trek. De buren trokken nog even ostentatief een blikje bier open... bier! die helling op! Maar later zou blijken dat ze te weinig eten hadden meegenomen. Onverstandig, maar toch heeft het wat sympathieks, zulke prioriteiten...

Poppetjes die een steile puinhelling op sjouwen

Ragnhild die meteen met de 1e maaltijd de toon zette: goddelijk!

We gingen na het eten naar bed. Het zou vroeg worden de volgende dag. Om zeven uur blies Hilde, de cursusleider, réveil op de mondharmonica. En na een goed ontbijt (Ragnhild is beter in ontbijten verzinnen en meezeulen dan ze ook daadwerkelijk op te eten) stouwden we onze gletscherkrääsää in onze tassen, en water en lunch, en warme kleren, en vertrokken in de brandende zon verder omhoog. Hilde verbaasde me door dit traject in roze ondergoed af te leggen. Ik associeer gletschers toch met andere uitdossingen...

Hilde speelt réveil

Ontbijt in ons prachtige, zonovergoten kamp

Op weg naar de gletscher overheersen zulke taferelen

En zo, nabij de top van de heuzel, brak het moment aan dat we hem zagen liggen. Strupbreen. De stropgletscher. Omineuze naam. Maar wat een schoonheid. We trokken toch maar wat meer aan; vanaf de top bevind je je in de baan van de wind die van de gletscher af komt. En bij de gletscher zelf ging de hele meuk aan. Thermo-ondergoed, goretex broek, fleece, goretex jas, sjaal, muts, handschoenen, gamaschen, en dan nog klimgordel, borstharnas, steigijzers, en een hele kerstversiering aan karabiners, ijsschroeven, slings (daar is misschien ook een NL woord voor), prusiktouwtjes en wat niet.

Strupbreen, voor het eerst! En let op Hilde in haar onverzoenlijke outfit

Blij zelfportert met zon en ijs

Het uiteinde van de gletscher


Al onze reut aan

En dan de eerste stappen op de gletscher! A small step for mankind, a giant leap for Margot... op de gletscher bonden we ons in een touwgroep, en daar gingen we. We kregen wat basale training in hoe je eigenlijk loopt op stijgijzers, op allerlei terrein, hoe je jezelf stopt als je uitgelijdt op een helling, hoe je een ijsschroef zet, en dat soort dingen. En dan welverdiende lunch. Na de lunch leerde ik nog even dat ik een goeie broek heb, en een goed klimharnas: ze combineren, wegens rits en loshaalhaakje, uitstekend als je naar de plee moet. Het harnas hoeft niet uit!

Blije Margot met veel reut op de gletscher


De andere touwgroep bedwingt een spleet

Lunch op de gletscher

Tot slot gingen we een stukje wandelen, al lerend hoe je als touwgroep over terrein met spleten heen komt. En zo was de dag qua onderricht om. En struikelden we de verraderlijke helling weer af (gletschers leggen allemaal puin heel losjes neer; je gaat heel makkelijk op je plaat op dat soort zut) naar het kamp. En hadden alweer flinke maaltijd verdiend. Vonden we zelf.


Ik nam ook nog een bad. Het veldje waar we stonden werd vaker voor dit soort activiteiten gebruikt, en er was een hele infrastructuur ontstaan: het poeltje in het noordwesten was de badkuip, het poeltje in het zuidwesten was de gootsteen, de kuil in het zuiden was de plee. En het poeltje was diep genoeg om in te gaan liggen... en met wat een uitzicht!

's Avonds namen met ons allen nog even de dag door. Hoe ging het, wat hadden we geleerd, was dat conform onze verwachtingen, wat zouden we de volgende dag gaan doen; dat soort dingen. Niet al te formeel. De cognac ging rond. En zo was het weer bedtijd.

Uitzicht vanaf het kamp, met avondlicht

Vrijdag hadden we al zowat routine. Réveil, ontbijt, inpakken en wegwezen. Inpakken ging alweer een stuk makkelijker, want we hadden de gletscherreut gewoon bij de gletscher achtergelaten. Het is een fortuin waard bij elkaar, maar hee, het is Lyngen, behalve ons was er geen hond. Dat schijnt op zuid-Noorse gletschers wel anders te zijn. En al was er een hond. Niet waarschijnlijk dat die zich malafide zouden betonen.

Deze dag zouden we elkaar uit gletscherspleten vissen. En om het overzichtelijk te houden zouden we beginnen met dat het steeds de 1e in de touwgrope zou zijn die in de spleet zou "donderen". Helaas, de voorgaande dagen was iedereen al eens 1e geweest, behalve Geir, de enige kerel in het gezelschap. En, niet geheel onverwacht, veruit de zwaarste. Wat een doffe ellende om die omhoog te hijsen. Om het een beetje een worst case scenario te doen zijn was afgesproken dat hij niet zou meehelpen, en zich als een zak aardappelen omhoog zou laten sleuren. Potdikkie! We gebruikten, omdat het de 1e keer was, alleen een 1:2 katrol. Dat was maar net genoeg. Gelukkig zouden we de dag erna ook de 1:3 en 1:6 leren. Dan krijg je ook zware lui weer op veilige grond. Maar met veel geklaag en gesjor lukte het toch met Geir en de 1:2 katrol. En zo was het mijn beurt. Mooi hoor, zo'n spleet! Jammer dat ze me maar tot halverwege lieten zakken (de ellende met Geir indachtig). En ik was er ook zo weer uit... en dan tijd voor Ragnhild. We waren sneller en sneller. 45 minuten voor Geir, 12 voor mij (ik weeg ook wel iets minder, en Geir is waarschijnlijk sterker dan ons meiskes). Dus Ragnhild was ook zo boven. Maar toen hadden we ook wel trek en was het lunchpauze. Iedereen was vreselijk onder de indruk van mijn pindakaas in plastic pot...

Dit was eigenlijk een andere spleet dan die ene waar we uit "gered" werden, maar het is lastig foto's maken met je handschoenen aan, wetend dat je elk moment omhoog gehesen kan worden, en niet wensend het ding te laten lazeren, want dan is hij echt weg.

Na de lunch moest de laatste uit de touwgroep, Lena, nog even de spleet in en uit, maar zij voelde zich niet zo best, en had geen zin om langer in zo'n kouwe afgrond te hangen dan nodig, dus zij hielp mee. Dus dat was echt eitje. Wat overigens realistisch is: niet iedereen die in zo'n spleet lazert ramt zich bewusteloos tegen de wand, of breekt talloze botten. En zo hadden we tijd over voor een wandelingetje. Deze keer over moeilijker terrein! Veel geklier met ijsschroeven. Gaaf. En wat een mooi deel van de gletscher kan je dan door. Geweldig.


Ietsje laat waren we terug in het kamp. Douche, eten, nabespreking. Slapen.


Nabespreking: Hilde en Merete, de cursusleiders

Ragnhild, Maria en Geir

Ann-Kristin en ErlendMathis, en Hilde weer. Lena, de laatste van de groep, zat zo dichtbij dat ik het niet kies vond recht in haar mik een foto te maken

Zaterdag zouden we alle mogelijkheden voor reddingskatrolsystem doornemen. Katrol is trouwens een groot woord: het zijn gewoon karabiners die als kartol fungeren. Maar Erlend, een van de cursisten, die op steen al wel een ervaren kimmer/redder was, had ook echt dingetjes die een karabiner tot een echte katrol ombouwen, wat bijvoorbeeld je 1:6 katrolssysteem een stuk wrijvingsarmer maakt. We gebruikten ze niet, maar het is goed te weten dat het bestaat. Maar al dat gekatrol is nogal een gepriek, dus we besloten deze keer rugzakken te redden. Op die manier konden we van beide touwen die we hadden beide uiteinden gebruiken, en dus met 2x zo veel mensen tegelijkertijd het op een redden zetten.

Ik was vrij rap die ochtend. En nam de tijd een paar arty foto's te proberen te maken. Beetje jammer dat ik toen ik daarna mijn stijgijzers aantrok Erlend opmerkte dat ik daar iets fout aan deed, en opnieuw kon beginnen. En zo was ik alsnog het laatst klaar.

Geir begon. Met een 1:6 katrol. Jammer dat de rugzak nauwelijks iets woog, want zo is je touw de hele tijd volkomen slap, en dat geeft nodeloos gedoe. Ik had er daarna ook last van. maar toen hadden we een idee. Stenen! Die liggen her en der op zo'n gletscher. Twee stuks in een rugzak en je hebt bijna een realistisch persoon. Ondanks dat sta je met regelmaat toch even te kijken, van "hoe moest het ook alweer", en zie je (niet eens alleen als beginner!) veel te vaak kans alle touwwen en slings waar je mee bezig bent op onhandige manieren door elkaar te vlechten. Maar bij elkaar kregen we er toch handigheid in. Maar het vreet tijd, en de dag erna zou lang en zwaar worden, dus na al het gered (geredder?) gingen we niet meer een eindje aan de wandel, maar terug naar het kamp.

Margot pulkt met een prusik

Hier gaan drie touwen, met ongelukkige rugzakken eraan, de spleet in, en een vierde zal snel volgen

Hilde aanschouwt streng de constructie van een z-katrol (te zien in haar zonnebril)

Dat deden we in de regen. Dat maakte het niet makkelijker in één stuk beneden aan te komen, maar het lukte. En zo kon ik baden in de regen. Bijzonder. Daarna moest ik even mijn stokoude dagrugzak repareren (was heel lang geleden es gekocht op het Waterlooplein, voor f10.-), en kon een aanvang nemen met het laatste avondmaal. Na het eten staken we de koppen bij elkaar: de zondag zou opgaan aan een heuse gletscherhike. Strupbreen op, een eind omhoog, naar waar zich een andere gletscher afsplitst: Koppangbreen. En dan aan de andere kant er af, en teruglopen naar de auto's. En er waren vragen als: zouden we het hele stuk over de gletscher doen, of het 1e stuk afsnijden? Als we dat ook over ijs zouden doen zou dat aanzienlijk meer tijd kosten, en het zou überhaupt een lange, zware dag worden. Het werd afsnijden. Helaas. En zouden we in dezelfde touwgroepen gaan? Dat zouden we niet: Lena en Erlend waren een stel, en hadden gezamelijke spullen als een thermosfles, en wilden bij elkaar in de touwgroep. Dat was tot zover niet het geval geweest. Maar Lena voelde zich nog steeds rot, dus die wist niet eens zeker of ze het aan ging kunnen.

We besloten haar staat af te wachten, en gingen allemaal vroeg naar bed. Ik maakte nog éven een avondwandelingetje, naar het dal waar de gletscher niet zo lang geleden nog doorheen kwam. Nu blijft hij een stuk hoger steken. De schoonheid was verpletterend. Wat een landschap. Wat een majestueus afscheid van een prachtig land.

Het wordt 's avonds alweer zo donker dat landschapsfotografie dan niet meer zo goed werkt. Maar met flits kunnen details nog wel... verder is dat landschap ook niet te vangen in foto's.

En dan naar bed. De wekker stond op half zes! Ik sprong uit bed. Gauw, koffie zetten! Snel zou ik gescheiden raken van mijn brander, dus ik moet nu tanken wat ik tanken kon. We aten ook ontbijt, en pakten al onze zooi. We zouden alles wat we niet nodig zouden hebben op de gletscher terug brengen naar het strand, waar het door dezelfde visser opgepikt zouworden, en afgeleverd bij de auto's. Zo konden we met bescheiden bagage de gletschers over.

Om zeven uur waren we klaar, en vertrokken we omlaag. De mist in! Met gelukkig minder zware tassen, deze keer. Om tien over acht was ik beneden. En kwart over acht gingen we weer omhoog. Nu helemaal zónder bagage! Iets van tien voor negen was ik weer boven. We waren echt rap. Nu was het tijd voor het tweede ontbijt, en dan het kampement verlaten, wellicht voor eeuwig.

Koffie! En ontbijt! Vóór zessen 's ochtends...


Op weg naar het strand verdwenen we in de mist

Toen we later op weg waren naar de gletscher kwamen we heel mooi boven de mist uit

We klauterden met doodsverachting naar een goede opstapplaats. Over het ijs was, omdat daar veel spleten waren, wel tijdrovender geweest, maar in mijn ogen wel veel veiliger. Maar ik zag kans niet mijn knieën te slopen. En zo stonden we na een tijdje in de touwgroep, nu voor het echie!


het begin was nog steeds flink spleterig. Niet iets wat met wat springen niet opgelost kon worden, maar wel enigszins tijdrovend. Maar in vlakker terrein werd het een vrij gewone wandeling.


Na een snackpauze besloten we zonder touw verder te gaan. Dat hielden we vol tot de vrij steile afdaling naar Koppangbreen. Dat zag er wost uit, en we bonden ons weer in. In de regen. Dat werd slagregen. En hagel. En meer slagregen. Het bleek dat het bij nader inzien meeviel met de spleten, dus we namen onszelf weer uiot het touw. Op hellingen zonder spleten is een touw alleen maar slecht: als er één uitglijdt gaat de rest waarschijnlijk mee. Zonder touw is er maar één in de penarie als hij valt. Dus touwloos liepen we in de zondvloed naar beneden. En vielen niet, natuurlijk. Overigens maakt een steile gletscher in een wolkbreuk een waanzinnig geluid: om de meter een razende stroom water. Dat buldert. En de natuur liet zich van zijn grimmige kant zien. Ijs en steile rots. Nergens beschutting. Loodgrijze hemel, striemende neerslag, onaards gebulder. Mooi hoor.

In de slagregen de helling af. De drupopels staan duidelijk al op de lens, dus ik heb na dit moment snel de camera opgeborgen... ik heb iets geleerd.
Onderaan de helling probeerden we toch een lunch te genieten. Lastig brood smeren in slagregen. We hielden de pauze kort...

Koppangbreen is een bescheiden gletschertje. En niet al te spletig; we hebben het hele stuk touwloos gedaan. En hadden al snel de mond van de gletscher in de smiezen.

Eind in zicht

Vrij snel waren we bijna beneden, waar het nog even lastig werd: een stuk waar we konden kiezen tussen hetige spleten, of een stukje over land, of een stukje sneeuw. We kozen de sneeuw. Maar dat moet in een touw. Blauw ijs kan je wel vertrouwen, maar sneeuw nooit. Dus voor die 50 meter bonden we ons in. Maar het ging goed! En zo stonden we beneden, in het recentelijk door de gletsche vrijgegeven maanlandschap. Mooi. Wel moe en gaar, en nat, maar tevreden. En nu moesten we het gevecht met een hele lange puinhelling aan...

Vóór het stukje sneeuw deden we enige luttele meters over land. Wat een bezoeking, met stijgijzers op steen!

Voor de laatste helling het touw, dat we gebruikten voor de sneeuw, weer uit



Vier nietige poppetjes in een maanlandschap onderaan de gletscher

Puin is al niet mijn talent, maar al helemaal niet als ik om half zes ben opgestaan, voor negenen er al 1000 hoogtemeters op heb zitten, en daarna nog een hele gletscher over gestekkerd ben. Maar ik kwam er. Ik was wel het traagst, maar daar schaamde ik me niet voor; de rest was Scandinaviër, en had tussen de 20 en 50 (gokje) jaar meer ervaring met zoiets. Na een hele tijd besloten Geir en Merete genade te hebben met mijn nederlandse hoofd en mijn zere voeten, en namen wat gletscher-ijzerwerk van me over. En constateerden daarna dat de rest van de groep weg was.

Nogmeer maanlandschap

Puin zover het oog reikt

We stekkerden spontaan de verkeerde kant op, tot we een fluitje hoorden van Hilde. Geir was al te ver weg op onze alternatieve route om dat nog te horen, en ski'de over een steenlawine elegant naar beneden. Wij keerden terug en sloten ons weer aan voor de laatste etappen. Nog steeds puin, puin en nog meer puin. Ik ben geloof ik nog nooit zo opgelucht geweest in vlak en groen te belanden.

Vlak en groen! En de vallei waar we uit kwamen.

Bij de auto's zorgden we nog even dat alle geleende spullen weer bij Hilde belandden, en reden terug naar de pont. Daar waren we nog bang dat we er niet op zouden passen, maar het viel mee. En na een laatste koffie was het tijd afscheid te nemen. Wat een leuke klub mensen! Wéér een melancholisch afscheid. En dan ieder zijns weegs. Ragnhild reed me naar huis, en zou daarna hetzelfde met Ann-Kristin doen. Zo gaf ik die twee gave dames nog een laatste knuffel, en was weer thuis. En kon beginnen met natte dingen uithangen, vieze dingen wassen, en dergelijk post-buitensport gedoe. En dan terug de realiteit in...

No comments:

Post a Comment