Vrijdag was een wat rare dag om zoiets op poten te zetten: iedereen had de hele tijd besprekingen, dus er was geen enkel moment handig om het over dingen te hebben. ’s Middags was er wel een moment om het ergens over te hebben. En waarover! Stront, in epische hoeveelheden, aan de knikker met Tana. Wie had dat aan zien komen. Tana misschien, maar ik niet. Ik was de rest van de dag vreselijk chagrijnig: ik heb helemaal geen zin in ruzie met iemand die ik als een goede vriendin zie. En ik was vreselijk verontwaardigd over de hele zaak. Ik kan me niet herinneren mijn karakter ooit eerder in zulke felle tinten van verachtelijkheid beschreven heb gehoord. Gelegenheid om het uit te praten leek er niet te zijn. We zouden toch gaan. Ik hoopte dat het zou helpen.
Zaterdagochtend had ik tijd zat. En de zon scheen, dus ik deed maar es een kop koffie in de zon voor het huis. Alwaar ik Knut aantrof, die precies dezelfde gedachte had gehad. Hij waarschuwde me nog: het zou die nacht gaan stormen. Maar dat geeft niet, want 's nachts zouden we knus in Ringvassbu zitten.
Om een uur of elf kwam Tana me halen. “Are you ready?” Nou nee dus. Ik zet geen stap voor deze ellende wat opgehelderd is. Ik deed uit de doeken dat ik diep gekwetst was, en wilde weten wat ze van plan was met die informatie. Gelukkig pakte ze het constructief op: haar aantwoord was “apologise?”. Wat ze deed. En we gaven elkaar een dikke knuffel. Het begon veelbelovend.
We begonnen met stralend weer. Ik probeerde ervan te genieten, maar ik merkte dat ik te hard op mijn ziel getrapt was om echt blij te zijn. Wat is er weinig nodig om mooie dingen stuk te maken. Verontschuldigingen betekenen veel, maar de gedane schade helemaal ongedaan maken doen ze niet. Alles van waarde is weerloos. Maar wat heeft waarde? Wat lijkt alleen waarde te hebben? Met tollend hoofd klom ik de helling op.
Klaar voor vertrek. Let ook op Audun's knickerbocker!
Ineens hoorde ik Helgard achter me: "hee, een rendier!" En Audun: "nee, een eland!" En verhip! Een heuse eland op de horizon. Die ons zo een tijdje aanzag en toen achter de heuveltop verdween. Toevallig moesten we toch die kant op, dus wie schetst onze verrassing toen we een bocht om kwamen, en zagen dat het er drie waren! Wat een prachtige beesten. En wat lopen ze mooi.
De route was mooi, en prima te doen, en het weer was ook prachtig. Dat laatste werd op een gegeven moment wat minder: er verscheen sneeuw aan de horizon. We besloten ergens te lunchen, met uitzicht op de dichttrekkende hemel. Audun bestond het te vragen "iemand een biertje?". Wat goed! Gewoon omdat het kón nam ik dat aan. Sjonge! Hij had écht een sixpack in zijn rugzak.
Na de lunch was het door de sneeuw het laatste stukje. Toen we bij de hut aankwamen kwam er net een vent naar buiten met zijn hond. Binnen stond nog een dame. Gezellige lui! Snel zou zich nog een dame zich bij dat gezelschap voegen. En met zeven man in die hut hadden we zeeën van ruimte.
Iedereen begon mythische hoeveelheden drank uit zijn rugzak te trekken, en ongeremd begonnen we alles te proberen. Tot ik me maar es van mijn culinaire taken kweet. En na het eten deden we maar een kaartspelletje. Dat werd nog een chaos. Na een potje poker deden we iets dat "500" heet, en wat Helgard en ik nog nooit gedaan hadden. Er ging een wereld voor ons open. Zowel Tana als Audun kenden het, maar duidelijk allebei op een heel andere manier, dus elke minuut dook er weer een regel op die voor ons zuid-Germanen nieuw was, en waar de andere twee het niet over eens konden worden. Hield het wel spannend. En ik had moest iedere spanning die zich voordeed aangrijpen om me nog een beetje senang te voelen want mijn grafstemming kwam weer terug. Dat viel Tana ook op, en die vond dat ik niet moest zeuren. Fijn, een trap na, net waar ik op zit te wachten. Ik wist dat ik twee dingen kon doen: de boel laten ontploffen, of mijn kop houden tot we hier weer vandaan waren, en het dan één op één uitpraten, al dan niet met bijkomende ontploffingen. En ik koos dat tweede. Zwaarmoedig vertrok ik naar bed. En zwaarmoedig kwam ik er weer uit. Ik wilde eigenlijk nog maar één ding: weg hier, weg van Tana, rust aan mijn kop, dingen laten bezinken.
Maar Knut had gelijk gehad. Er was die avond een storm opgestoken. Het was, naar omstandigheden, heel knus om whisky te drinken in een warme hut terwijl de wind loeit in de kachel en de sneeuw langs de ramen giert, en het was ook lekker slapen bij dergelijke geluiden, maar het hield de volgende dag niet op. En het zag er niet uit als aantrekkelijk skiweer. Naar de plee gaan was al een uitdaging. Het pleehokje was bij vlagen nauwelijks zichtbaar, al stond het een steenworp verderop, en als je erheen probeerde te lopen woei je bijna om.
Wat wel leuk was was de hond, Shrek, meenemen als je ging. Klierend en ravottend door de diepe sneeuw! Wat een leuk beest. Iedereen was meteen verliefd. Al was het een waardeloze apporteur.
We ontbeten eerst maar. En ergens helemaal in het begin van de tocht , op een onmogelijk stukje steil omhoog waar de sneeuw al gedeeltelijk weg was, en ik er proefondervindelijk achter kwam dat mijn ski's geen grip hebben op hei, had ik Audun gevraagd me even te helpen, en daarop had hij zijn rugzak afgedaan en me een skistok toegestoken. Maar bij het zijn rugzak neerpleuren riep hij verschrikt: "de eieren!". Ik dacht dat hij een grapje maakte, maar hij had écht 12 rauwe eieren bij zich. Niet te geloven. Er waren ook twee soorten kaas en een liter jus (wederom Audun). Om met Helgard te spreken: das opulentes Frühstückbuffet! Paashop, eat misschien niet your heart out, maar we komen wel in de richting!
Het uitgebreide ontbijt inspireerde de wind niet te gaan liggen. Integendeel, leek het wel. Er was al sprake van misschien deze dag nog niet weggaan. De schrik sloeg me om het hart. Nog een dag! Mijn god! Ik had 's nachts besloten Tana de "neutral treatment" te geven: zoveel mogelijk ontwijken, en verder beleefd blijven. Mijn standaardstrategie als ik moeite heb met mensen maar de omstandigheden eisen dat dit niet tot uitbarsting komt. Het leek er niet op dat ze dingen wilde uitpraten, dus dat toch proberen kan dat tot heftige explosies leiden. En daar heb je dan alle zeven mensen mee. En verder, als je in een storm op een berg zit moet je de samenhang lang genoeg bewaren om allemaal weer veilig naar beneden te komen. In conflictvermijdstand dus. Maar om daar de héle dag in te blijven... erg aantrekkelijk was het niet.
We dronken nog maar een industriële hoeveelheid koffie, en doken es een boek in. En klierden wat met de hond, die graag met de sok van zijn baas mocht sjouwen, en zich gaarne in dat kostbare bezit bedreigd zag.
De mannen en hun speeltjes
Gelukkig had de andere groep er wel fiducie in. De mannen gingen bij elkaar zitten,
Als zombies komen we uit het hutje stommelen om weg te gaan
En dat ging best goed! Het was spectaculair om in die omstandigheden te skiën. Je ziet geen enkel contrast, dus je moet echt voelen wat het terrein doet. Boem is ho. En de sneeuw was op de meeste plekken zacht, dus je kon je wat risiko's permitteren. Redelijk wat stukken waren flink steil, dus het was nog best uitdagend. Ik voelde me vrij pet, maar het skiën was leuk, dus ik deed maar even aan scheiding van lichaam en geest. Niet teveel op de geest letten nu. Kein keloel, skiën!
Op een mooie overzichtelijke helling probeerde ik maar weer de alpiene zigzag op mijn fjellski. Ging nog best aardig! Maar wat een wissel op je spieren. Een stuk ietsje later was te smal om op te slalommen. Dat moest sneeuwploegend. Ik aarzelde even, en *pop!*, daar was Helgard in de whiteout verdwenen. Ze was maar 10 meter verderop. Apart! Gelukkig dook snel het silhouet van Audun op: die had zich tot taak gesteld een herder te zijn voor alle klunzende skiërs. Mooi, dat.
Klunzend en al kwamen we allemaal heelhuids bij de auto's van het Tromsøse trio aan. Ik liet me bij NP afzetten. Enerzijds omdat ik mijn foto's van mijn camera wilde trekken, maar ook omdat ik omhoog zat, en zo snel mogelijk weg wilde. Weg! Ik gaf Audun een "takk for turen"-knuffel. En meldde Tana dat ik er niet zeker van was of ik klaar was voor eenzelfde behandeling van haar. En met een "fine, goodbye" stoof ze weg.
Maar nu had ik wel rust. Deze skitrip was een gok. Ik geloof dat ik verloren heb. Dat we verloren hebben? Wer hat verloren. Ich mich? Du dich? Oder... oder wir uns!? De tocht was mooi, de toevallige medereizigers waren leuk, het was bij vlagen gezellig, maar het heeft de boel waarschijnlijk alleen erger gemaakt. Nu maar zien wat de komende dagen brengen. Ik hoop dat tijd deze wonden heelt.
Het is overigens zeer wel denkbaar dat lezers zich nou hard afvragen wat er eigenlijk gebeurd is. Wat deed ik dat Tana ertoe noopte mijn moraliteit in twijfel te trekken? Wat zei ze dat zo’n schop in mijn gebit was? Helaas, lezers, dat weten alleen Tana en ik, en dat gaat waarschijnlijk zo blijven. Niet alles is geschikt voor een blog.
Ik zal me maar even onthouden van goedbedoeld maar ongetwijfeld volsterekt nutteloos advies (behalve dan: gebruik in godsnaam geen songteksten van Henk Westbroek als leidraad voor je leven! Dat is maar één stap verwijderd van een beetje verliefd hier heel alleen kerstfeest zitten te vieren met een vlieger... Hoewel, als je dan in België gaat wonen kun je wel weer gezellig mee Paashoppen. Wij hadden ook sixpacks bier. En drieliterpakken wijn. En we misten je.). Klamp je vast aan het glorieuze feit dat je een elandmoment van elanden hebt waargenomen: voorwaar een zeldzaamheid. Normaal zijn het alleen Jeroenen en Roelofs en dergelijke die dat doen.
ReplyDelete(Nou, stiekem toch: het komt vast wel weer goed. Met Audun kwam het ten slotte ook goed.)
Okee, ik zal mijn Goede Doel onzin verder bij me houden. Falco is blijkbaar wel door de ballotage?
ReplyDeleteEn, een Jeroen of Roelof op de horizon waarnemen is voorwaar ook een niet gering genoegen. Maar die elanden, dat was een first timer! Bijzonder hoor.
En, update, we hebben het erover gehad, en het ziet er naar uit dat het goed komt... gelukkig. Overigens deed dit geheel ook meteen weer schade aan de hele Audun bende, maar ook dat komt volgens mij goed. Gaan we weer, van himmelhoch jauchzend naar zu Tode betrübt, maar gelukkig ook weer terug! En dan waarschijnlijk die cyclus nog eindeloos vaak...
Je wordt niet vergeten.
ReplyDeleteMarijn
Dat is mooi.
ReplyDelete