Morgenochtend heel vroeg ga ik. Ben de 10e weer online! En breng spoedig verslag uit.
...
En inmiddels ben ik er! Doe even een half uurtje internet in de jeugdherberg in Reykjavik waar we verzamelen. De 1e indrukken zijn: Reykjavik is lelijk maar het landschap is mooi. Zelfs voor mij, een bevestigd aanhanger van ouwe zut! En wat een jong land is dit zeg. Maar uit het raam van de shuttlebus kijkend was ik snel verkocht. Een landschap als een nare ziekte! Overal uitgebraakte lava. Overal opengebarsten bulten. Overal klonten en groeven.
Overigens wordt het nog spannend met het weer. Vandaag is het rond nul, en regent en sneeuwt het van tijd tot tijd. Niet best voor een hike. Kouder is beter! Helaas is de voorspelling: rond nul zover het oog reikt. We gaan het zien!
26 February 2009
25 February 2009
Extreme shopping
Het begint te werken! Men krijgt door dat het zonde is als een auto alleen de eigenaar van dienst is. Ingeborg wilde een hele stapel karton naar het milieustation brengen, en ging lief naar me knipperen opdat ik haar en het karton zou chaufferen.
En we hebben nieuwe AIO's! In glaciologie natuurlijk: ijs is hot. Eentje ervan kwam al net zo ontdaan van zut hierheen als ik destijds deed, en kwam tot zover de nachten door op een matras geleend van Jack en Elisabeth (het echtpaar dat de Glacio-groep leidt). Ik slaap nog steeds in een bed dat een van hun kinderen heeft toebehoord... maar dat terzijde. Hij had een echte matras nodig! Twee, eigenlijk, alvast zijn vast nog wel es langskomende vriendin in acht nemend. En Elisabeth vond dat ik wel wat rij-training kon gebruiken, dus dat ik privéchauffeur mocht spelen. En verder zei ze dat ze vond dat Mats, de AIO, met jongelui rond moest hangen, en niet alleen met ouwe knarren als zijzelf. Dat ging mooi samen. En het weer maakte er een uitdaging van.
Het was zo'n dag dat je de voordeur met kracht door de plak sneeuw moet duwen die zich 's nachts opgehoopt heeft. En die plak sneeuw ligt ook op en naast en achter de auto. En de sneeuwschuiver was nog niet langsgeweest... in whiteout over de weg glibberend in een poging te keren (de weg waar de auto staat is alleen doorgaand verkeer de ene kant op) raakte ik nog een muur. Voor het eerst!
Foto de volgende ochtend genomen. Dat paadje krijgt steeds hogere muren!
Ik zag de hele dag de sneeuw rond het gebouw gieren, en bedacht dat we eerst Ingeborgs karton moesten halen.Ze woont vlak bij mij... ik had misschien de mensen naar de auto moeten halen in plaats van de auto naar de mensen! Zo sneeuwt intussen je parkeerplaats dicht. Maar zo is het wel gezelliger.
Ongerelateerde foto, maar wel mooi: de garage krijgt met dergelijk weer een mooie luifel.
Het karton bleek in de auto te passen, en voortvarend gingen we naar Tromsdalen, waar het weggegooid moest worden. Ik had de gelegenheid aangegrepen mij ook van wat stukke dingen te ontdoen. Ik ben nou helemnaal geïnspireerd! Zo is opruimen makkelijk. Grote dingen in containers flikkeren. Hoera! Meer meer!
Van onder de luifel
Ingeborg wilde ook nog langs de 2e hands winkel die bij het afvalstation op het eiland hoort. Aanvakelijk meenden we dat het op dezelfde plaats was, maar het besef van niet deed ons niet van het plan afwijken. Op naar de winkel! Voor Mats ook goed; die kon nog wel een pan gebruiken, en een schaal, en watniet. Ik was op jacht naar espressokopjes, omdat een espresso geserveerd in een grote mok en dom uitziet en heel snel koud wordt. Gevonden!
En dan de matrassen. Op naar de beddenzaak. En ook maar meteen een dekbed. We waren teleurgesteld dat hij er geen Barbie-dekbedovertrek bij kocht, maar een kniesoor die daarop let. Nog even langs de supermarkt en dan op naar Mats, die de hele tijd een beetje moeilijk deed over dat je niet van mensen kon verwachten dat ze naar zijn huis kwamen.
Nu weten we waarom. Ik had gamaschen aan. (Kom al twee dagen met gamaschen aan naar mijn werk: is nodig!) En dat was een druppel op een gloeiende plaat! Op Mats' aanwijzingen parkeerde ik de auto ergens. En zo volgden we hem. Hij stak de weg over en verdween subiet in het geboomte erachter. Routineus snelde hij hutwaarts. Ingeborg, in tweede positie, was wat langzamer: de sneeuw lag zo diep dat het mij tot mijn kruis kwam, en zij probeerde in Mats' met veel te lange passen genomen spoor te lopen, wat volkomen kansloos was. En helaas werkte de hele situatie zo op de lachspieren dat haar hele musculatuur er met regelmaat mee ophield.
Toch kwamen we aan. Gauw hout in de kachel en linzensoep op het vuur! De goser woont knus. Toch moesten we niet eeuwig blijven hangen: we moesten nog terug, en ik vreesde de hoeveelheid sneeuwruimen voordat ik naar bed zou kunnen...
Wel mooi!
Dat was volkomen terecht. De sneeuwschuivers hadden mijn hele integrale parkeerplaats volgestort. Die lag dus niet vol met zachte, licht, pluizige nieuwe sneeuw, maar met zware ijzige brokken. Zoals gezegd: van een auto word je niet dik en lui... maar toen ik eenmaal in mijn nest lag kon ik terugzien op een geslaagde dag!
En we hebben nieuwe AIO's! In glaciologie natuurlijk: ijs is hot. Eentje ervan kwam al net zo ontdaan van zut hierheen als ik destijds deed, en kwam tot zover de nachten door op een matras geleend van Jack en Elisabeth (het echtpaar dat de Glacio-groep leidt). Ik slaap nog steeds in een bed dat een van hun kinderen heeft toebehoord... maar dat terzijde. Hij had een echte matras nodig! Twee, eigenlijk, alvast zijn vast nog wel es langskomende vriendin in acht nemend. En Elisabeth vond dat ik wel wat rij-training kon gebruiken, dus dat ik privéchauffeur mocht spelen. En verder zei ze dat ze vond dat Mats, de AIO, met jongelui rond moest hangen, en niet alleen met ouwe knarren als zijzelf. Dat ging mooi samen. En het weer maakte er een uitdaging van.
Het was zo'n dag dat je de voordeur met kracht door de plak sneeuw moet duwen die zich 's nachts opgehoopt heeft. En die plak sneeuw ligt ook op en naast en achter de auto. En de sneeuwschuiver was nog niet langsgeweest... in whiteout over de weg glibberend in een poging te keren (de weg waar de auto staat is alleen doorgaand verkeer de ene kant op) raakte ik nog een muur. Voor het eerst!
Foto de volgende ochtend genomen. Dat paadje krijgt steeds hogere muren!
Ik zag de hele dag de sneeuw rond het gebouw gieren, en bedacht dat we eerst Ingeborgs karton moesten halen.Ze woont vlak bij mij... ik had misschien de mensen naar de auto moeten halen in plaats van de auto naar de mensen! Zo sneeuwt intussen je parkeerplaats dicht. Maar zo is het wel gezelliger.
Ongerelateerde foto, maar wel mooi: de garage krijgt met dergelijk weer een mooie luifel.
Het karton bleek in de auto te passen, en voortvarend gingen we naar Tromsdalen, waar het weggegooid moest worden. Ik had de gelegenheid aangegrepen mij ook van wat stukke dingen te ontdoen. Ik ben nou helemnaal geïnspireerd! Zo is opruimen makkelijk. Grote dingen in containers flikkeren. Hoera! Meer meer!
Van onder de luifel
Ingeborg wilde ook nog langs de 2e hands winkel die bij het afvalstation op het eiland hoort. Aanvakelijk meenden we dat het op dezelfde plaats was, maar het besef van niet deed ons niet van het plan afwijken. Op naar de winkel! Voor Mats ook goed; die kon nog wel een pan gebruiken, en een schaal, en watniet. Ik was op jacht naar espressokopjes, omdat een espresso geserveerd in een grote mok en dom uitziet en heel snel koud wordt. Gevonden!
En dan de matrassen. Op naar de beddenzaak. En ook maar meteen een dekbed. We waren teleurgesteld dat hij er geen Barbie-dekbedovertrek bij kocht, maar een kniesoor die daarop let. Nog even langs de supermarkt en dan op naar Mats, die de hele tijd een beetje moeilijk deed over dat je niet van mensen kon verwachten dat ze naar zijn huis kwamen.
Nu weten we waarom. Ik had gamaschen aan. (Kom al twee dagen met gamaschen aan naar mijn werk: is nodig!) En dat was een druppel op een gloeiende plaat! Op Mats' aanwijzingen parkeerde ik de auto ergens. En zo volgden we hem. Hij stak de weg over en verdween subiet in het geboomte erachter. Routineus snelde hij hutwaarts. Ingeborg, in tweede positie, was wat langzamer: de sneeuw lag zo diep dat het mij tot mijn kruis kwam, en zij probeerde in Mats' met veel te lange passen genomen spoor te lopen, wat volkomen kansloos was. En helaas werkte de hele situatie zo op de lachspieren dat haar hele musculatuur er met regelmaat mee ophield.
Toch kwamen we aan. Gauw hout in de kachel en linzensoep op het vuur! De goser woont knus. Toch moesten we niet eeuwig blijven hangen: we moesten nog terug, en ik vreesde de hoeveelheid sneeuwruimen voordat ik naar bed zou kunnen...
Wel mooi!
Dat was volkomen terecht. De sneeuwschuivers hadden mijn hele integrale parkeerplaats volgestort. Die lag dus niet vol met zachte, licht, pluizige nieuwe sneeuw, maar met zware ijzige brokken. Zoals gezegd: van een auto word je niet dik en lui... maar toen ik eenmaal in mijn nest lag kon ik terugzien op een geslaagde dag!
22 February 2009
Da herrene dro
Senja heeft ergens een heel lief klein buur-eilandje (eigenlijk een schiereiland; er gaat een brug naartoe) met 150 inwoners, die voornamelijk van de visvangst leven. En de nationale televisie heeft op een gegeven moment alle vrouwen van het eiland boven de 18 tien dagen op vakantie gestuurd, en een camerateam ervoor in de plaats gezet om te kijken wat dat opleverde. Resultaat: "Da damane dro". Best amusante televisie! Het is een vrij traditioneel dorp, dus veel van die mannen hebben geen idee van hoe je de was doet of een pan soep kookt. En nu moeten ze wel. Met beelden van een kerel die ruim 50 jaar getrouwd is, en nu ineens eenzaam zijn boterhammetjes eet, en vertwijfeld met de vaatwasser klungelt, en duidelijk geen flauw idee heeft wat hij met zichzelf en het huishouden aan moet.
En dan natuurlijk de kinderen. De vaders moeten bij toerbeurt het kinderdagverblijf runnen. En dat doen ze met even weinig enthousiasme als talent. Trekt er één een konijnenpak aan dat hij nog had liggen van een verre carnaval: alle kinderen in paniek.
Maar goed. Nu de heren. Die auto van mij start alleen na veel overredingskracht, en übehaupt leek het me wel goed om een blik dat 1,5 jaar stil heeft gestaan even na te laten kijken. Maar ik ben een vrouw, en nog een immigrant ook, dus ik wil eerst advies van een man. Ik vroeg aan Fred Inge de gevaarlijke bibliothecaris, annex locale auto-expert, welke garage hij kon aanbevelen. Hij kon wel wat aanbevelen, maar hij vond dat ik (lees: hij) eerst zelf aan de slag moest. Leek me goed! Ik heb geen idee wat al die krullen onder de motorkap zijn. Materiaal voor een steile leercurve.
Fred Inge begon vanalles open te schroeven en los te halen. Dus dat grote ding vooraan, das het luchtfilter! En die klont met tentakels, dat is iets met de ontsteking! Omdat het ding niet best start wou hij eerst de plugs verwisselen (zijn dat bougies?), en ook de rotor (rotor? Tis geen helikopter!) en nog iets. Zo reden we het hele eiland af, want de gemiddelde auto-onderdelenzaak heeft niet het hele assortiment voor Subaru's uit 1986. En altijd dezelfde riedel: "een frutje voor een '86 Subaru 1.8 graag". "Wat voor Subaru?" " Een 1.8 GL.". "Nee de naam!" "Deze is van vóór Subaru's een naam hadden. " "Eeeeeh..."
Maar we vonden vier bougies (gok ik maar) en een rotor. Tijd om te sleutelen!
En de sexestereotypen vierden hoogtij. Ik weet niks! Ik heb een paar uur zitten en staan kijken naar Fred Inge die doelgericht aan het epibreren was. En das best vermoeiend, ook omdat die kerel normaal al niet articuleert, maar het helemaal cryptisch wordt als hij voorovergebogen met zijn neus in de motor vaktermen staat te mompelen.
En naast de technische boel hebben we (lees: Fred Inge) ook de autoradio vervangen. Oorspronkelijk zat er een radio/cassettespeler in. Maar Fred Inge had een radio/CD speler over. Had hij gekocht voor zijn eigen auto, maar hij paste niet bij het interieur... Dus nou neem ik hem over. Past ook niet in mijn interieur, maar ik ben daar een tikje pragmatischer in...
En na afloop was Fred Inge niet tevreden over de CD-speler. Hij had op de gok de speakers maar aangesloten, en het was niet helemaal gegaan zoals het bedoeld was. Maar hij maakt geluid, dus mij hoor je niet klagen. En hij startte even slecht als tevoren! Maar ik heb tenminste wat geleerd. Zien of we nog es zo'n sessie kunnen doen voordat iemand op het idee komt alle mannen van Tromsø op vakantie te sturen...
En dan natuurlijk de kinderen. De vaders moeten bij toerbeurt het kinderdagverblijf runnen. En dat doen ze met even weinig enthousiasme als talent. Trekt er één een konijnenpak aan dat hij nog had liggen van een verre carnaval: alle kinderen in paniek.
Maar goed. Nu de heren. Die auto van mij start alleen na veel overredingskracht, en übehaupt leek het me wel goed om een blik dat 1,5 jaar stil heeft gestaan even na te laten kijken. Maar ik ben een vrouw, en nog een immigrant ook, dus ik wil eerst advies van een man. Ik vroeg aan Fred Inge de gevaarlijke bibliothecaris, annex locale auto-expert, welke garage hij kon aanbevelen. Hij kon wel wat aanbevelen, maar hij vond dat ik (lees: hij) eerst zelf aan de slag moest. Leek me goed! Ik heb geen idee wat al die krullen onder de motorkap zijn. Materiaal voor een steile leercurve.
Fred Inge begon vanalles open te schroeven en los te halen. Dus dat grote ding vooraan, das het luchtfilter! En die klont met tentakels, dat is iets met de ontsteking! Omdat het ding niet best start wou hij eerst de plugs verwisselen (zijn dat bougies?), en ook de rotor (rotor? Tis geen helikopter!) en nog iets. Zo reden we het hele eiland af, want de gemiddelde auto-onderdelenzaak heeft niet het hele assortiment voor Subaru's uit 1986. En altijd dezelfde riedel: "een frutje voor een '86 Subaru 1.8 graag". "Wat voor Subaru?" " Een 1.8 GL.". "Nee de naam!" "Deze is van vóór Subaru's een naam hadden. " "Eeeeeh..."
Maar we vonden vier bougies (gok ik maar) en een rotor. Tijd om te sleutelen!
En de sexestereotypen vierden hoogtij. Ik weet niks! Ik heb een paar uur zitten en staan kijken naar Fred Inge die doelgericht aan het epibreren was. En das best vermoeiend, ook omdat die kerel normaal al niet articuleert, maar het helemaal cryptisch wordt als hij voorovergebogen met zijn neus in de motor vaktermen staat te mompelen.
En naast de technische boel hebben we (lees: Fred Inge) ook de autoradio vervangen. Oorspronkelijk zat er een radio/cassettespeler in. Maar Fred Inge had een radio/CD speler over. Had hij gekocht voor zijn eigen auto, maar hij paste niet bij het interieur... Dus nou neem ik hem over. Past ook niet in mijn interieur, maar ik ben daar een tikje pragmatischer in...
En na afloop was Fred Inge niet tevreden over de CD-speler. Hij had op de gok de speakers maar aangesloten, en het was niet helemaal gegaan zoals het bedoeld was. Maar hij maakt geluid, dus mij hoor je niet klagen. En hij startte even slecht als tevoren! Maar ik heb tenminste wat geleerd. Zien of we nog es zo'n sessie kunnen doen voordat iemand op het idee komt alle mannen van Tromsø op vakantie te sturen...
20 February 2009
Mindere en betere dagen
Eigenlijk is het leven elke dag een paradijs voor mensen als ik. Kijk een film als "Lilja 4ever" of lees een boek als "im Westen nichts Neues" en besef dat. Maar niets menselijks is de mens vreemd, en mij ook niet. Dus ik was bloedchagrijnig*. Twee dagen lang. Ik had een enorm werk-high gehad, maar nu liep ik vast in computer-ellende. Ik wil iets met data, maar ik kan het niet. Audun kwam met een database programma waar het één en ander mee zou kunnen, maar het kost altijd moeite met zo' n programma te leren omgaan. En ik wilde eigenlijk me een weg om de database heen programmeren, maar het boek dat ik besteld had, waar de kennis in staat die ik nodig heb, had een lange levertijd. Dus wat nu? Tijd weggooien in de database**, of duimen draaien tot het boek komt? Wat ik maar deed was provisorisch doen, en het boek bestellen bij de bieb. Dan heb ik vast een leenboek voor mijn eigen exemplaar komt. En intussen was het perfekt weer. Maar ik was te rusteloos om een halve dag vrij te nemen en ervan te genieten. Grom.
En zo werd het donderdag. Ik kwam naar het werk gefietst met een appeltaart in mijn rugzak. Tordis was jarig! En die diende in het zonnetje gezet. Opengooiende mijn mailbox zag ik dat ik een bericht had van Paleoceanography. Nu al! Met een ernstig verhoogde hartslag opende ik het mailtje. Artikel geaccepteerd! Het einde aan een lijdensweg van jaren. Wat heeft dat artikel moeite gekost. Maar nu is het volbracht, en ik ben er trots op!
Bij de lunch was het rustig. Er wordt gesegregeerd gegeten; meestal eten de Noren om half twaalf in de kantine, de AIO's en postdocs om twaalf uur op banken in de gang, en de oceanografen om twaalf uur in de kantine. (Ik ben mij er overigens van bewust dat deze verdeling vreselijk rammelt, maar ik heb even geen zin het correct te doen). Meestal eet ik met de AIO's en postdocs. Zo ook Ingeborg, een Noorse biologie-AIO. Die ook vaak gestreepte sokken draagt. Gestreepte sokken! En ergens een lunch maanden terug kwam het gesprek op mussen. En ik vind het zo lief als de mannetjes een imponeerdansje doen voor de dames die ze op het oog hebben. Ik zou week in mijn knieën worden van zo'n move! En zo liep het helemaal uit de hand en beloofde ik een keer zo'n dansje te doen voor Ingeborg. Als ze gestreepte sokken aan had. En dat had ze vandaag! En ik vond het een goede dag voor mussendansjes. Dus tot de lichte verbijstering van de ook aanwezige nieuwe AIO, die met zijn 3e werkdag bezig was of zo, deed ik dat. En Ingeborg was onder de indruk!
Even later werd ik ineens gebeld. Het was een kerel die nauw met Tordis samenwerkt. Voormalige collega's van haar uit Geneve hadden ineens ook bedacht dat ze jarig was. Of we een bos bloemen konden kopen uit hun naam. Natuurlijk! Zo kwam ik een uur later samen met Helgard (die ook in het Tordis-complot zat, en kwarktaart had gebakken) beladen met bloemen de stad uit en het gebouw weer in. Langs Kurt, de receptionist. Die me meldde dat er post was gekomen voor Dorthe.
Dorthe is een week les aan het geven op Svalbard, en net voor ze vertrok zei ze nog gauw "ik denk niet dat de monsters deze week komen, maar voor het geval dát moet je Kurt maar even waarschuwen dat hij jou daarvoor moet hebben. Het spul is bevroren, en moet snel opgeslagen worden..." Monsters? Huh? Hebben we niet genoeg zut? Maar het bleek samen te hangen met haar plannetje om geld los te peuteren om me te houden. Ging maar net goed; voor je het weet was die boodschap niet doorgekomen en had de hele boel een week in het posthok staan ontdooien. Ze had me niet verteld dat ze daar zo woest mee bezig was! En dat is zo concreet dat we nu drie dozen bevroren modder hebben staan! Hoopgevend.
En met de drie dozen veilig in de koude opslag was het tijd de meegenomen appeltaart in gebruik te nemen. Tordis was 65 geworden, en NP viert zoiets niet officieel (alleen 50, geloof ik), maar we wilden er toch wat mee doen. En velen met ons! De opkomst was hoog, de koffie vloeide rijkelijk, de taart verdween rap, en het betrof een Noorse, dus er werd gezongen en gespeecht. Goed dat.
De taartentafel vóór iedereen op kwam dagen. Echte traditionele nederlandse appeltaart! En Noorse worteltaart met glazuur. En nog zo het één en ander.
Enig werk moet toch verzet. Maar slechts gedurende enige uren. Het zou de laatste dag met prachtweer zijn, dus we wilden avondskiën. Tegen zessen stonden er drie vermetele dames naast de auto die in het totale niets geparkeerd stond. En de maan was nog niet op, of alweer onder, net als de vorige keer, dus het was vrij donker, maar voor noodgevallen hadden we hoofdlampen. En deze keer zonder vellen! Wat een stuk meer geglibber is. Het was een prachtroute; je krijgt toch nog wel wat licht van de sterren, en nachtskiën blijkt aanzienlijk leuker met meer personen. En ik heb mijn hoofdlamp niet nodig gehad, en toch kans gezien me met mijn ontvelde ski's niet te bezeren. Viel alleen om toen ik tijdens een sterren-bewonder-pauze een warmblijfdansje deed op ski's. En we kregen er nog wat noorderlicht bij en koffie na. Top!
En toen ik toch aan het bakken geslagen was had ik maar meteen twee taarten gemaakt. En taart smaakt prima na zo'n avond. Dus ik ging boven even polsen of Knut, Martha en Inger mijn baksel wilden proberen, en wie schetst mijn verbazing; daartoe waren ze bereid. Knusse boel. Martha trok zelfs een fotoalbum te voorschijn met foto's van Knut in pak!
Dat was dus een beslist eind aan twee dagen pesthumeur. Dat heb ik keurig aan het weer overgedragen: in plaats van de heldere hemel en zon en geweldigheid giert de wind nou om het gebouw, en liggen de bergen verstopt achter een grijze deken. Maar ik heb weer vanalles om op te teren!
* daar de spelling van is iets waar je vanzelf al chagrijnig van wordt! Ik vind iets als "sjacherijnig" veel mooier staan. Maar dat ziet er dan weer uit als "gelijk een sjacheraar". Ach ja. Men kan niet alles hebben.
** Bjørn de data-kerel wees me er even op dat die database software alleen maar een velletje om de database programmeertaal heen is, en dat die taal leren ongeveer even nuttig is al dat sed en awk gebeuren waar ik mijn zinnen op heb gezet. Maar dan nog. Ik wil awk!
En zo werd het donderdag. Ik kwam naar het werk gefietst met een appeltaart in mijn rugzak. Tordis was jarig! En die diende in het zonnetje gezet. Opengooiende mijn mailbox zag ik dat ik een bericht had van Paleoceanography. Nu al! Met een ernstig verhoogde hartslag opende ik het mailtje. Artikel geaccepteerd! Het einde aan een lijdensweg van jaren. Wat heeft dat artikel moeite gekost. Maar nu is het volbracht, en ik ben er trots op!
Bij de lunch was het rustig. Er wordt gesegregeerd gegeten; meestal eten de Noren om half twaalf in de kantine, de AIO's en postdocs om twaalf uur op banken in de gang, en de oceanografen om twaalf uur in de kantine. (Ik ben mij er overigens van bewust dat deze verdeling vreselijk rammelt, maar ik heb even geen zin het correct te doen). Meestal eet ik met de AIO's en postdocs. Zo ook Ingeborg, een Noorse biologie-AIO. Die ook vaak gestreepte sokken draagt. Gestreepte sokken! En ergens een lunch maanden terug kwam het gesprek op mussen. En ik vind het zo lief als de mannetjes een imponeerdansje doen voor de dames die ze op het oog hebben. Ik zou week in mijn knieën worden van zo'n move! En zo liep het helemaal uit de hand en beloofde ik een keer zo'n dansje te doen voor Ingeborg. Als ze gestreepte sokken aan had. En dat had ze vandaag! En ik vond het een goede dag voor mussendansjes. Dus tot de lichte verbijstering van de ook aanwezige nieuwe AIO, die met zijn 3e werkdag bezig was of zo, deed ik dat. En Ingeborg was onder de indruk!
Even later werd ik ineens gebeld. Het was een kerel die nauw met Tordis samenwerkt. Voormalige collega's van haar uit Geneve hadden ineens ook bedacht dat ze jarig was. Of we een bos bloemen konden kopen uit hun naam. Natuurlijk! Zo kwam ik een uur later samen met Helgard (die ook in het Tordis-complot zat, en kwarktaart had gebakken) beladen met bloemen de stad uit en het gebouw weer in. Langs Kurt, de receptionist. Die me meldde dat er post was gekomen voor Dorthe.
Dorthe is een week les aan het geven op Svalbard, en net voor ze vertrok zei ze nog gauw "ik denk niet dat de monsters deze week komen, maar voor het geval dát moet je Kurt maar even waarschuwen dat hij jou daarvoor moet hebben. Het spul is bevroren, en moet snel opgeslagen worden..." Monsters? Huh? Hebben we niet genoeg zut? Maar het bleek samen te hangen met haar plannetje om geld los te peuteren om me te houden. Ging maar net goed; voor je het weet was die boodschap niet doorgekomen en had de hele boel een week in het posthok staan ontdooien. Ze had me niet verteld dat ze daar zo woest mee bezig was! En dat is zo concreet dat we nu drie dozen bevroren modder hebben staan! Hoopgevend.
En met de drie dozen veilig in de koude opslag was het tijd de meegenomen appeltaart in gebruik te nemen. Tordis was 65 geworden, en NP viert zoiets niet officieel (alleen 50, geloof ik), maar we wilden er toch wat mee doen. En velen met ons! De opkomst was hoog, de koffie vloeide rijkelijk, de taart verdween rap, en het betrof een Noorse, dus er werd gezongen en gespeecht. Goed dat.
De taartentafel vóór iedereen op kwam dagen. Echte traditionele nederlandse appeltaart! En Noorse worteltaart met glazuur. En nog zo het één en ander.
Enig werk moet toch verzet. Maar slechts gedurende enige uren. Het zou de laatste dag met prachtweer zijn, dus we wilden avondskiën. Tegen zessen stonden er drie vermetele dames naast de auto die in het totale niets geparkeerd stond. En de maan was nog niet op, of alweer onder, net als de vorige keer, dus het was vrij donker, maar voor noodgevallen hadden we hoofdlampen. En deze keer zonder vellen! Wat een stuk meer geglibber is. Het was een prachtroute; je krijgt toch nog wel wat licht van de sterren, en nachtskiën blijkt aanzienlijk leuker met meer personen. En ik heb mijn hoofdlamp niet nodig gehad, en toch kans gezien me met mijn ontvelde ski's niet te bezeren. Viel alleen om toen ik tijdens een sterren-bewonder-pauze een warmblijfdansje deed op ski's. En we kregen er nog wat noorderlicht bij en koffie na. Top!
En toen ik toch aan het bakken geslagen was had ik maar meteen twee taarten gemaakt. En taart smaakt prima na zo'n avond. Dus ik ging boven even polsen of Knut, Martha en Inger mijn baksel wilden proberen, en wie schetst mijn verbazing; daartoe waren ze bereid. Knusse boel. Martha trok zelfs een fotoalbum te voorschijn met foto's van Knut in pak!
Dat was dus een beslist eind aan twee dagen pesthumeur. Dat heb ik keurig aan het weer overgedragen: in plaats van de heldere hemel en zon en geweldigheid giert de wind nou om het gebouw, en liggen de bergen verstopt achter een grijze deken. Maar ik heb weer vanalles om op te teren!
* daar de spelling van is iets waar je vanzelf al chagrijnig van wordt! Ik vind iets als "sjacherijnig" veel mooier staan. Maar dat ziet er dan weer uit als "gelijk een sjacheraar". Ach ja. Men kan niet alles hebben.
** Bjørn de data-kerel wees me er even op dat die database software alleen maar een velletje om de database programmeertaal heen is, en dat die taal leren ongeveer even nuttig is al dat sed en awk gebeuren waar ik mijn zinnen op heb gezet. Maar dan nog. Ik wil awk!
16 February 2009
Winterbarbecue
Ga barbecuën in de winter en word geconfronteerd met moslims, zombies, onzichtbare kinderen en dwalende antipodale gezusters. Zoiets excentrieks werkt als een magneet op nog veel meer rariteiten!
Maar misschien ook niet. De moslims, dat waren geen moslims, dat lag aan een communicatiestoornis. Zondagochtend had Tana een sjiek ontbijt geregeld voor Elvar de IJslander en diens dochter, en mij. Geweldig! In het zonnetje fruitsalade, wentelteefjes en chocoladetaart eten. Elvar is een jonge strakke kerel, maar die heeft zich zo vroeg voortgeplant dat zijn dochter al een vrouw is, en dus helemaal niet eng. In ieder geval, Tana stelde voor 's avonds te gaan barbecuën op het strand. Elvar zei dat hij nog wat moslims had, voor op het vuur. Dachten we. Anders zo'n politiek correcte vent! Maar wat hij had echt had gezegd was "mushrooms".
Overigens kwamen ze niet, onze IJslanders. Maar wij zetten het plan door. Op het strand is een vuurplaats gemetseld, maar we hadden snel door dat die te veel in de wind lag. Dus groeven we de barbecue uit de sneeuw... dat was nog best een werk.
Verder was er natuurlijk niemand bezig met dergelijks. Wel liepen er in de periferie allemaal types rond. Vaak een beetje kleumend, aarzelend, en/of glibberend. Dat geeft mensen een zombie-motoriek. Steeds van die onelegant uit de boomrand opdoemende schaduwen... geen enkel probleem je in een horrorfilm te wanen.
En twee schimmen bleven maar verdacht om ons heen dwalen. Geen idee wat die in hun schild voerden. Maar na de aardappelen en worst hadden we een toetje: gekaramelliseerde vijgen met room. En we kregen het niet op! En ga maar es in glibber drijvende vijgen transporteren zonder dat het een kliederboel wordt. Dus ik stapte op de ene schim af, en vroeg of ze toevallig zin had in ook een toetje. En dat had ze! De twee schimmen bleken twee Australische zusjes die een paar dagen in Tromsø waren, en heel erg hoopten op noorderlicht. Zo waren ze al een hele tijd wat aan het dralen onder het dichte wolkendek. In de kou. En hun toeristengids had gezegd dat je noorderlicht beter ziet een eindje uit de stad. Dus kozen ze telegrafbukta... is een weinig Australische benadering van "een eindje uit de stad", in mijn ogen. Maar deze avond had het ze niet geholpen verder weg te gaan.
De dames informeerden ook nog naar het kind dat we bij ons hadden. Kind? Dan een weinig zichtbaar exemplaar... wij wisten van niets. Maar op een avond als deze is er wel meer mogelijk! Zij hadden waarachijnlijk tijdens de voorbereidingen voor hun trip niet gedacht dat ze achter de Noorse poolcirkel vijgen gevoerd zouden krijgen door Nederlanders en Canadezen...
Maar misschien ook niet. De moslims, dat waren geen moslims, dat lag aan een communicatiestoornis. Zondagochtend had Tana een sjiek ontbijt geregeld voor Elvar de IJslander en diens dochter, en mij. Geweldig! In het zonnetje fruitsalade, wentelteefjes en chocoladetaart eten. Elvar is een jonge strakke kerel, maar die heeft zich zo vroeg voortgeplant dat zijn dochter al een vrouw is, en dus helemaal niet eng. In ieder geval, Tana stelde voor 's avonds te gaan barbecuën op het strand. Elvar zei dat hij nog wat moslims had, voor op het vuur. Dachten we. Anders zo'n politiek correcte vent! Maar wat hij had echt had gezegd was "mushrooms".
Overigens kwamen ze niet, onze IJslanders. Maar wij zetten het plan door. Op het strand is een vuurplaats gemetseld, maar we hadden snel door dat die te veel in de wind lag. Dus groeven we de barbecue uit de sneeuw... dat was nog best een werk.
Verder was er natuurlijk niemand bezig met dergelijks. Wel liepen er in de periferie allemaal types rond. Vaak een beetje kleumend, aarzelend, en/of glibberend. Dat geeft mensen een zombie-motoriek. Steeds van die onelegant uit de boomrand opdoemende schaduwen... geen enkel probleem je in een horrorfilm te wanen.
En twee schimmen bleven maar verdacht om ons heen dwalen. Geen idee wat die in hun schild voerden. Maar na de aardappelen en worst hadden we een toetje: gekaramelliseerde vijgen met room. En we kregen het niet op! En ga maar es in glibber drijvende vijgen transporteren zonder dat het een kliederboel wordt. Dus ik stapte op de ene schim af, en vroeg of ze toevallig zin had in ook een toetje. En dat had ze! De twee schimmen bleken twee Australische zusjes die een paar dagen in Tromsø waren, en heel erg hoopten op noorderlicht. Zo waren ze al een hele tijd wat aan het dralen onder het dichte wolkendek. In de kou. En hun toeristengids had gezegd dat je noorderlicht beter ziet een eindje uit de stad. Dus kozen ze telegrafbukta... is een weinig Australische benadering van "een eindje uit de stad", in mijn ogen. Maar deze avond had het ze niet geholpen verder weg te gaan.
De dames informeerden ook nog naar het kind dat we bij ons hadden. Kind? Dan een weinig zichtbaar exemplaar... wij wisten van niets. Maar op een avond als deze is er wel meer mogelijk! Zij hadden waarachijnlijk tijdens de voorbereidingen voor hun trip niet gedacht dat ze achter de Noorse poolcirkel vijgen gevoerd zouden krijgen door Nederlanders en Canadezen...
Sneeuwschoenen uit het vet
Finvik
15 February 2009
IJzers in het vuur
Ik heb hier nog vier maanden een contract. Vier maanden en een beetje. Een doodenge gedachte.
Het project waar ik op werk biedt geen mogelijkheden voor vervolg. Dorthe, mijn directe baas, is aan het proberen uit te zoeken of we misschien een zijdeurtje kunnen vinden waardoor ik toch nog een tijdje door kan.
Verder worden er zo ongeveer in april calls verwacht van de nationale wetenschapsraad. Als ik mazzel heb zit er een call bij waar mijn werk bij past, en kan ik een onderzoeksvoorstel schrijven. En dan maar zien. Het probleem is dat je natuurlijk niet eindeloos met je duimen kan blijven draaien tot ze es met een uitslag komen.
En het is duidelijk dat Tromsø geen garanties biedt. Ik ben dus ook elders aan het kijken. Ik heb twee brieven eruit gedaan, recentelijk. Eén voor een postdocbaan bij de rijks geologische dienst van Denemarken, en eentje bij een aan de UN gelieerd instituut, waar de vacature wat meer populair-wetenschappelijk georiënteerd was.
En zowel voor onderzoeksvoorstellen als sollicitaties is het belangrijk een mooie publicatierecord te hebben. En daar wordt aan gewerkt! Dat manuscript dat ik laatst instuurde, waarvan ik kond deed op de blog, was oorspronkelijk geweigerd. Althans, dat adviseerde de reviewer. De editor zag het allemaal niet zo zwart en gaf ons de kans het te verbeteren. En gelukt! Van "rejected" naar "publish as is" in één keer! Niet slecht.
En zojuist heb ik ook een manuscript ingestuurd dat nog bij mijn proefschrift hoort. Voor wie het heeft: hoofdstuk 4. Dat artikel, met zijn negen auteurs, is sisyphuswerk. Het is verdomd lastig alle co-auteurs én de reviewers én de editor te behagen. Het is dus al drie keer heen en weer geweest... en nou ga ik bagger schijten tot ik bericht heb van de editor. Ik hoop ik hoop ik hoop dat het deze keer geaccepteerd wordt!
En alles bij elkaar dus never a dull moment. En dat blijft waarschijnlijk ook zo, zo lang ik in de wetenschap blijf...
Het project waar ik op werk biedt geen mogelijkheden voor vervolg. Dorthe, mijn directe baas, is aan het proberen uit te zoeken of we misschien een zijdeurtje kunnen vinden waardoor ik toch nog een tijdje door kan.
Verder worden er zo ongeveer in april calls verwacht van de nationale wetenschapsraad. Als ik mazzel heb zit er een call bij waar mijn werk bij past, en kan ik een onderzoeksvoorstel schrijven. En dan maar zien. Het probleem is dat je natuurlijk niet eindeloos met je duimen kan blijven draaien tot ze es met een uitslag komen.
En het is duidelijk dat Tromsø geen garanties biedt. Ik ben dus ook elders aan het kijken. Ik heb twee brieven eruit gedaan, recentelijk. Eén voor een postdocbaan bij de rijks geologische dienst van Denemarken, en eentje bij een aan de UN gelieerd instituut, waar de vacature wat meer populair-wetenschappelijk georiënteerd was.
En zowel voor onderzoeksvoorstellen als sollicitaties is het belangrijk een mooie publicatierecord te hebben. En daar wordt aan gewerkt! Dat manuscript dat ik laatst instuurde, waarvan ik kond deed op de blog, was oorspronkelijk geweigerd. Althans, dat adviseerde de reviewer. De editor zag het allemaal niet zo zwart en gaf ons de kans het te verbeteren. En gelukt! Van "rejected" naar "publish as is" in één keer! Niet slecht.
En zojuist heb ik ook een manuscript ingestuurd dat nog bij mijn proefschrift hoort. Voor wie het heeft: hoofdstuk 4. Dat artikel, met zijn negen auteurs, is sisyphuswerk. Het is verdomd lastig alle co-auteurs én de reviewers én de editor te behagen. Het is dus al drie keer heen en weer geweest... en nou ga ik bagger schijten tot ik bericht heb van de editor. Ik hoop ik hoop ik hoop dat het deze keer geaccepteerd wordt!
En alles bij elkaar dus never a dull moment. En dat blijft waarschijnlijk ook zo, zo lang ik in de wetenschap blijf...
11 February 2009
Alpien ontmaagd!
I'm scared I'm scared! Ik kon mijn oude ski-lijfspreuk weer uit de kast halen. Ik had "ja" gezegd toen Sanja en Johanna vroegen of ik mee ging, skiën op de piste hier. En bang was ik. In de bus erheen, en van de blokhut met skiverhuur naar de daadwerkelijke piste. En dan op hoop van zegen die helling maar af. Ik ken de theorie al ongeveer...
Johanna licht onscherp terwijl ze naar beneden telemarkt
En het was ook eigenlijk niet eng. Als het moet kan ik zelfs redelijk sneeuwploegen op langlaufski's met zeemleren schoenen. En nu had ik alpiene ski's met plastic schoenen! Je gaat zo langzaam als je wil. Ga je te hard, stuur je gewoon de helling op. De grap van zo'n uitrusting is dat je ski's daarheen gaan waar je ze heen wil hebben. Dus ik zigzagde het heftigst van werkelijk iedereen, maar nou en, ik ging gecontroleerd naar beneden, soms zelf retehard, in mijn eigen perceptie. Ben niet één keer op mijn plaat gegaan! Niet eens in de lift.
Tis eigenlijk zelfs een stuk minder eng dan de lysløype. Op zo'n piste heb je de ruimte om zo heftig te zigzaggen als je maar wil. Op een lysløpe niet. Die moet je volgen! Ook als hij steil gaat. En dan op hele lange plastic ski's met de eerdergenoemde nul controle gevende schoenen. Dus remmen gaat, maar slechts tot op zekere hoogte. De piste is voor schijterds!
Zo ziet dat er dan uit: Margot met downhill prut aan! (Wie goed kijkt ziet trouwens dat ik twee verschillende bindingen heb...)
Sanja en Johanna kwamen heldhaftig telemarkend naar beneden. Baas boven baas! En na twee uur op en neer was het leuk geweest. Moeie spieren! En dan een warme choco met wafel in het cafeetje, waarvan Sanja met haar 24 me al had gewaarchuwd dat zij zich er ook oud voelt... Weer een ervaring rijker!
Johanna licht onscherp terwijl ze naar beneden telemarkt
En het was ook eigenlijk niet eng. Als het moet kan ik zelfs redelijk sneeuwploegen op langlaufski's met zeemleren schoenen. En nu had ik alpiene ski's met plastic schoenen! Je gaat zo langzaam als je wil. Ga je te hard, stuur je gewoon de helling op. De grap van zo'n uitrusting is dat je ski's daarheen gaan waar je ze heen wil hebben. Dus ik zigzagde het heftigst van werkelijk iedereen, maar nou en, ik ging gecontroleerd naar beneden, soms zelf retehard, in mijn eigen perceptie. Ben niet één keer op mijn plaat gegaan! Niet eens in de lift.
Tis eigenlijk zelfs een stuk minder eng dan de lysløype. Op zo'n piste heb je de ruimte om zo heftig te zigzaggen als je maar wil. Op een lysløpe niet. Die moet je volgen! Ook als hij steil gaat. En dan op hele lange plastic ski's met de eerdergenoemde nul controle gevende schoenen. Dus remmen gaat, maar slechts tot op zekere hoogte. De piste is voor schijterds!
Zo ziet dat er dan uit: Margot met downhill prut aan! (Wie goed kijkt ziet trouwens dat ik twee verschillende bindingen heb...)
Sanja en Johanna kwamen heldhaftig telemarkend naar beneden. Baas boven baas! En na twee uur op en neer was het leuk geweest. Moeie spieren! En dan een warme choco met wafel in het cafeetje, waarvan Sanja met haar 24 me al had gewaarchuwd dat zij zich er ook oud voelt... Weer een ervaring rijker!
10 February 2009
Wetenschap populariseren
We willen het niet, maar het is nodig! Wij wetenschappers kijken neer op het plebs, en peinzen er niet over ons zodanig te verlagen dat we onze kennis uitdrukken op plaatsen waar en manieren waarop Jan met de pet er ook nog een touw aan vast kan knopen. Jan met de pet verheft zich maar tot ons niveau, en zo niet, dan is hij onwaardig! En toch willen we dat iedereen zich iets aantrekt van wat we weten. Maar het liefst via de politiek: rechtstreeks naar andere nerds die praten in polysyllaben. En dan mag de koddebeier ervoor zorgen dat het gepeupel ook doet wat wij elite onderling bekokstoofd hebben. Maar zo nu en dan krijgen we een schop onder ons hol dat die vlieger niet op gaat...
Eigenlijk is het wel leuk je wetenschap es te presenteren voor leken. Ik heb laatst nog een powerpointpresentatie in elkaar gedraaid voor een dame van de Nederlandse ambassade in Oslo. Was leuk! Maar echt Jan met de pet was ze niet natuurlijk; eerder Jeanette met de elitaire hoed. Je kan er niet vanuit gaan dat ze zomaar weet wat benthische foraminiferen zijn, maar je kan er wel een flink tempo in houden en je hoeft niet zo op je terminologie te letten.
Om Jan met de pet wél te bereiken heeft IPY iets bedacht. Natuurlijk: een rap! De kortste weg naar het hart van alle laagopgeleiden, over de hele wereld! Wateengoedidee!
Ik schaam me vreselijk voor die rap. Oordeel zelf...
Allemaal van die veel te brave, zichzelf enorm serieus nemende types. Wie gaat daar nou van onder de indruk zijn? Hippe jongeren gaan over hun nek van zoveel braafheid, en nette ouderen hebben niks met rap. En volgens mij zit iedereen, behalve misschien een paar wereldvreemde EO-types, aan een van beide kanten der afkeuring.
Ik moest denken aan de Large Hadron Rap. Die vind ik wel leuk! Zit stampensvol informatie, maar is gedaan met grote klonten zelfrelativering. Ik ben verkocht! Maar ik erken dat dat niks zegt. Ik ben een volkomen nerd, en die hoef je niet te overtuigen van zoiets. Hippe jongeren zullen waarschijnlijk in dit geval over hun nek gaan van het nerdgehalte, terwijl nette ouderen niks hebben met rap. Dus misschien zit hier iedereen, behalve misschien een paar wereldvreemde natuurkunde-brilletjes, aan een van beide kanten der afkeuring.
Het is wat arrogant misschien om de hele boel hier maar een eind af te branden, maar, volgens mij zijn het de twee kanten van de glijdende schaal waarop popularisering van wetenschap mis kan gaan. Ofwel je probeert je te veel te verplaatsen in je doelgroep, en dat gaat altijd mis, of je probéért het niet eens, en dan gaat het dus ook mis. Nog niet makkelijk om niet in een van beide kuilen te pleuren!
In deze vind ik overigens dat de Large Hadron Rap wint: dat was gewoon een geintje, en bedoelde wetenschap niet te populariseren. Dus iedereen die hier toch wat van opgestoken heeft is winst. En die IPY-rap, die is echt bedoeld als boodschap, dus iedereen die hier licht onpasselijk van wordt, of slechts geheel door onaangedaan is, is verlies...
Eigenlijk is het wel leuk je wetenschap es te presenteren voor leken. Ik heb laatst nog een powerpointpresentatie in elkaar gedraaid voor een dame van de Nederlandse ambassade in Oslo. Was leuk! Maar echt Jan met de pet was ze niet natuurlijk; eerder Jeanette met de elitaire hoed. Je kan er niet vanuit gaan dat ze zomaar weet wat benthische foraminiferen zijn, maar je kan er wel een flink tempo in houden en je hoeft niet zo op je terminologie te letten.
Om Jan met de pet wél te bereiken heeft IPY iets bedacht. Natuurlijk: een rap! De kortste weg naar het hart van alle laagopgeleiden, over de hele wereld! Wateengoedidee!
Ik schaam me vreselijk voor die rap. Oordeel zelf...
Allemaal van die veel te brave, zichzelf enorm serieus nemende types. Wie gaat daar nou van onder de indruk zijn? Hippe jongeren gaan over hun nek van zoveel braafheid, en nette ouderen hebben niks met rap. En volgens mij zit iedereen, behalve misschien een paar wereldvreemde EO-types, aan een van beide kanten der afkeuring.
Ik moest denken aan de Large Hadron Rap. Die vind ik wel leuk! Zit stampensvol informatie, maar is gedaan met grote klonten zelfrelativering. Ik ben verkocht! Maar ik erken dat dat niks zegt. Ik ben een volkomen nerd, en die hoef je niet te overtuigen van zoiets. Hippe jongeren zullen waarschijnlijk in dit geval over hun nek gaan van het nerdgehalte, terwijl nette ouderen niks hebben met rap. Dus misschien zit hier iedereen, behalve misschien een paar wereldvreemde natuurkunde-brilletjes, aan een van beide kanten der afkeuring.
Het is wat arrogant misschien om de hele boel hier maar een eind af te branden, maar, volgens mij zijn het de twee kanten van de glijdende schaal waarop popularisering van wetenschap mis kan gaan. Ofwel je probeert je te veel te verplaatsen in je doelgroep, en dat gaat altijd mis, of je probéért het niet eens, en dan gaat het dus ook mis. Nog niet makkelijk om niet in een van beide kuilen te pleuren!
In deze vind ik overigens dat de Large Hadron Rap wint: dat was gewoon een geintje, en bedoelde wetenschap niet te populariseren. Dus iedereen die hier toch wat van opgestoken heeft is winst. En die IPY-rap, die is echt bedoeld als boodschap, dus iedereen die hier licht onpasselijk van wordt, of slechts geheel door onaangedaan is, is verlies...
Nachtskiën
Het was helder. Het was een prachtige zonnige dag! Maar een maandag. Er moest gewerkt worden. En ik werkte lang. Ik had overdag een beetje het plannetje gehad om 's avonds te kijken of ik kan skiën bij maanlicht. Maar ik zag, ook als ik het licht uit deed in mijn kantoor, helemaal geen sterren. Dus ik gaf het al op. En er is zoveel te doen!
Toen ik naar huis fietste zag ik dat het perfekt helder was. Tromsø geeft alleen zo reteveel licht dat je dat vanuit NP niet kan zien. En het was al laat.
Maar ik bedacht dat je zo'n kans niet kan laten liggen. Dus ik propte een boterham en een wortel naar binnen, trok skikleren aan, zette mijn hoofdlamp op mijn kop (voor de zekerheid) en vertrok. Zelfde plaats als de dag ervoor; daar was het lekker vlak en boomloos, wat goed is voor een 1e poging.
En wat was het mooi! Wat een feest. Hoera. Leve Tromsø, en leve het bestaan als automobilist.
En de auto wilde natuurlijk niet starten toen ik weer weg wilde, maar deze keer wist ik wat ik moest doen! Het lukte. Ik ga dit vaker doen als het weer het toestaat...
Toen ik naar huis fietste zag ik dat het perfekt helder was. Tromsø geeft alleen zo reteveel licht dat je dat vanuit NP niet kan zien. En het was al laat.
Maar ik bedacht dat je zo'n kans niet kan laten liggen. Dus ik propte een boterham en een wortel naar binnen, trok skikleren aan, zette mijn hoofdlamp op mijn kop (voor de zekerheid) en vertrok. Zelfde plaats als de dag ervoor; daar was het lekker vlak en boomloos, wat goed is voor een 1e poging.
En wat was het mooi! Wat een feest. Hoera. Leve Tromsø, en leve het bestaan als automobilist.
En de auto wilde natuurlijk niet starten toen ik weer weg wilde, maar deze keer wist ik wat ik moest doen! Het lukte. Ik ga dit vaker doen als het weer het toestaat...
09 February 2009
Knie-onderhoud
Elke dag ben ik bang mijn knie te bezeren. En in de praktijk valt het mee; het gebeurt zelden. Ik heb hem sinds ik hier woon één keer helemaal gesloopt, en daarna maar een paar keer een beetje. Maar toch.
Mijn fysiotherapeut zei dat de banden en pezen die de boel bij elkaar moeten houden onherstelbaar slap zijn. En dan zijn er twee opties: je spieren nemen het over, of het gaat mis. En hij zei dat ik wel stapels beenspieren had, maar niet de coordinatie om ze ook op de goede manier te gebruiken. Ik krijg een fietstrapper prima rond geduwd. Ik weet waar hij heen moet! Maar als mijn voet ergens misstapt en ik moet snel reageren gaat het mis. Dus ik moet oefenen met onvoorspelbare bewegingen.
Helgard heeft een halve skippybal in haar woonkamer liggen. Daar kan je op staan. Zo nodig op één been. Dikke pret! En niet alleen dat; je staat rete-instabiel op zo'n ding. Perfekt dus! Ik heb er ook een gekocht. En het vereist enige concentratie erop te staan; het economiekatern van de krant erop lezen gaat niet, dan donder je eraf. Wel de 1e dag, in ieder geval. Ik dan. Maar het nieuws kijken gaat prima! Als er nou veel leuks op de Noorse TV komt krijg ik misschien weer sterke knieën...
Mijn fysiotherapeut zei dat de banden en pezen die de boel bij elkaar moeten houden onherstelbaar slap zijn. En dan zijn er twee opties: je spieren nemen het over, of het gaat mis. En hij zei dat ik wel stapels beenspieren had, maar niet de coordinatie om ze ook op de goede manier te gebruiken. Ik krijg een fietstrapper prima rond geduwd. Ik weet waar hij heen moet! Maar als mijn voet ergens misstapt en ik moet snel reageren gaat het mis. Dus ik moet oefenen met onvoorspelbare bewegingen.
Helgard heeft een halve skippybal in haar woonkamer liggen. Daar kan je op staan. Zo nodig op één been. Dikke pret! En niet alleen dat; je staat rete-instabiel op zo'n ding. Perfekt dus! Ik heb er ook een gekocht. En het vereist enige concentratie erop te staan; het economiekatern van de krant erop lezen gaat niet, dan donder je eraf. Wel de 1e dag, in ieder geval. Ik dan. Maar het nieuws kijken gaat prima! Als er nou veel leuks op de Noorse TV komt krijg ik misschien weer sterke knieën...
08 February 2009
Prachtweekend vervolgd!
De voorspelling voor zondag was veel minder mooi geweest. Dus ik was van plan dan te werken. Maar ik werd wakker in een prachtdag. Zo veel hebben we er niet! Dit werd er een voor de ultieme autobelevenis: spontaan besluiten ergens te gaan skiën! Ik besloot naar ergens in de buurt van Finvik te gaan. Niet te ver weg, niet te hoge en steile bergen. Daar aangekomen bleek er iets gaande; een "er op uit dag" of zo, van de Norske Turistforening. Veel mensen in de sneeuw, dus!
Maar ik wilde mijn alpiene talenten, uitgevoerd op fjellski, oefenen, dus ik week al snel van het spoor af. Ik ging die bult op die het linkerdeel van de foto hierboven beheerst. Lief bergje van 327 meter. Prima doel voor zo'n dag waarop je laat je nest uit komt!
Het was even zweten om omhoog te lopen door de dikke sneeuw, maar dan heb je ook wat. Best lekker, zo'n hele berg voor jezelf!
Boven dronk ik wat koffie, en ondanks dat op de top de sneeuw wél hard was, deed ik mijn vellen af. Geen geschijtlaars vandaag! En op de harde sneeuw doe ik niks alpiens, dan red ik mij het vege lijf, maar al snel was de sneuw heus poeder. Lekker! Slalommend alsof het niets is kwam ik de berg af. Is ook goed voor mijn beenspieren: wie alleen weet hoe slalommen is op alpiene ski's heeft geen idee hoeveel kracht het kost op fjellski met leren schoenen...
Op de top. De pijl geeft aan waar de auto staat.
Het was heerlijk zomaar op de bonnefooi de mooie omgeving in te hupsen! Dit zijn precies die dingen waar ik dat rijbewijs voor gehaald heb. Het was een lekker stukje skiën! En dan gauw toch terug naar NP. Blog bijwerken...
Maar ik wilde mijn alpiene talenten, uitgevoerd op fjellski, oefenen, dus ik week al snel van het spoor af. Ik ging die bult op die het linkerdeel van de foto hierboven beheerst. Lief bergje van 327 meter. Prima doel voor zo'n dag waarop je laat je nest uit komt!
Het was even zweten om omhoog te lopen door de dikke sneeuw, maar dan heb je ook wat. Best lekker, zo'n hele berg voor jezelf!
Boven dronk ik wat koffie, en ondanks dat op de top de sneeuw wél hard was, deed ik mijn vellen af. Geen geschijtlaars vandaag! En op de harde sneeuw doe ik niks alpiens, dan red ik mij het vege lijf, maar al snel was de sneuw heus poeder. Lekker! Slalommend alsof het niets is kwam ik de berg af. Is ook goed voor mijn beenspieren: wie alleen weet hoe slalommen is op alpiene ski's heeft geen idee hoeveel kracht het kost op fjellski met leren schoenen...
Op de top. De pijl geeft aan waar de auto staat.
Het was heerlijk zomaar op de bonnefooi de mooie omgeving in te hupsen! Dit zijn precies die dingen waar ik dat rijbewijs voor gehaald heb. Het was een lekker stukje skiën! En dan gauw toch terug naar NP. Blog bijwerken...
Prachtweekend!
Het vorige weekend had het geregend. Dat had ik alleen nauwelijks gemerkt, want ik was als een dolle manuscripten en sollicitatiebrieven aan het schrijven, en was nauwelijks buiten geweest. Maar ik vond dat ik dus wel een beetje buiten spelen had verdiend in het weekend erna. Hopen dat het weer mee zou werken...
Dat deed het. En hoe! Retekoud, maar zonnig! En de sneeuw was nog geen week oud, dus zou waarschijnlijk nog sneeuw zijn. De hort op! Iets waar Helgard het hartgrondig mee eens was. We zouden Stormheimfjellet op; Knut had die berg aangeraden. Mooi maar niet te moeilijk.
De berg naar keus!
Zo togen we op weg! Daar aangekomen stopte er nog een auto, met twee al iets oudere Noren, met hetzelfde plan. Wij waren dan wel zo'n 30 jaar jonger, maar zij waren al heel lang Noor, dus zij kwamen ons snel voorbij, aanbiedend het spoor te trekken. Zo togen we naar boven. En belandden in de zon!
Kijk nou toch!
Daar waar de zon scheen hadden deze en de wind vrij spel gehad. Ep de erste stukken was de sneeuw volkomen verijsd, en op de iets minder enge stukken was het tot harde sastrugi geblazen. Das te moeilijk skiën voor prutsers als wij. Dus we besloten lekker in de zon te lunchen, onze chaperones te verlaten, en na de lunch naar beneden te gaan, terug de sneeuw in.
Hier zie je de sastrugi. Zie ook de sporen van onze ski's: ze zijn hard! Je zakt er niet in weg.
Lunch in de zon! Dat was lang geleden. En zonnig is niet per se warm; dat donsjack had ik nodig... onze mannen hadden een thermometer in de auto, en zeiden dat het beneden -21° C was geweest. En op zo'n berg is het kouder...
En het stuk in de sneeuw was leuk! Ik zag kans meerdere alpiene turns te maken op mijn fjellski. Das hard werken, maar top als het lukt. Op die manier waren we alleen wel zó beneden. En het was nog steeds zo'n mooie dag! We besloten nog ergens langs de weg terug een skispoortje een waarschijnlijk pittoresque vallei in te hopsen tot we geen zin meer hadden. En zo gezegd zo gedaan.
De pittoresque vallei
Na een lekker stukje bonusskiën kwamen we weer terug bij de auto. En daar gebeurde waar ik al een tijdje een beetje bang voor was: hij wilde niet starten. Dat had hij na de lysløype met Tana ook al niet spontaan willen doen, en zij had me wat tips gegeven om het toch voor elkaar te krijgen; die Canadezen weten wel hoe ze een auto bij min veel aan de praat krijgen. Maar nu had ik alleen die herinnering, en een kompaan ui Hessen waar het nooit koud is, en het was niet genoeg. Choke helemaal uit, blijven proberen, zelfs nog flink gas bij geven met het gaspedaal, maar niks! En het huis waarbij we geparkeerd stonden was verlaten. We waren allebei te verlegen gewoon een auto van de weg te plukken en lief "help!" te zeggen. Dus ik belde NAV, een Noors soort ANWB. En die kwamen. En kregen hem wel aan de praat. Het geheim: afschuwelijk veel gas geven. Zoveel gas geven dat je zeker weet dat je de motor verzuipt. Alleen verzuip je de motor niet bij -25°C, of wat was het.
Weer wat geleerd! The hard way. Twee keer per jaar helpen ze je voor niets, en ik heb er nou één opgebruikt. Maar nu zou ik het zelf moeten kunnen!
Dat deed het. En hoe! Retekoud, maar zonnig! En de sneeuw was nog geen week oud, dus zou waarschijnlijk nog sneeuw zijn. De hort op! Iets waar Helgard het hartgrondig mee eens was. We zouden Stormheimfjellet op; Knut had die berg aangeraden. Mooi maar niet te moeilijk.
De berg naar keus!
Zo togen we op weg! Daar aangekomen stopte er nog een auto, met twee al iets oudere Noren, met hetzelfde plan. Wij waren dan wel zo'n 30 jaar jonger, maar zij waren al heel lang Noor, dus zij kwamen ons snel voorbij, aanbiedend het spoor te trekken. Zo togen we naar boven. En belandden in de zon!
Kijk nou toch!
Daar waar de zon scheen hadden deze en de wind vrij spel gehad. Ep de erste stukken was de sneeuw volkomen verijsd, en op de iets minder enge stukken was het tot harde sastrugi geblazen. Das te moeilijk skiën voor prutsers als wij. Dus we besloten lekker in de zon te lunchen, onze chaperones te verlaten, en na de lunch naar beneden te gaan, terug de sneeuw in.
Hier zie je de sastrugi. Zie ook de sporen van onze ski's: ze zijn hard! Je zakt er niet in weg.
Lunch in de zon! Dat was lang geleden. En zonnig is niet per se warm; dat donsjack had ik nodig... onze mannen hadden een thermometer in de auto, en zeiden dat het beneden -21° C was geweest. En op zo'n berg is het kouder...
En het stuk in de sneeuw was leuk! Ik zag kans meerdere alpiene turns te maken op mijn fjellski. Das hard werken, maar top als het lukt. Op die manier waren we alleen wel zó beneden. En het was nog steeds zo'n mooie dag! We besloten nog ergens langs de weg terug een skispoortje een waarschijnlijk pittoresque vallei in te hopsen tot we geen zin meer hadden. En zo gezegd zo gedaan.
De pittoresque vallei
Na een lekker stukje bonusskiën kwamen we weer terug bij de auto. En daar gebeurde waar ik al een tijdje een beetje bang voor was: hij wilde niet starten. Dat had hij na de lysløype met Tana ook al niet spontaan willen doen, en zij had me wat tips gegeven om het toch voor elkaar te krijgen; die Canadezen weten wel hoe ze een auto bij min veel aan de praat krijgen. Maar nu had ik alleen die herinnering, en een kompaan ui Hessen waar het nooit koud is, en het was niet genoeg. Choke helemaal uit, blijven proberen, zelfs nog flink gas bij geven met het gaspedaal, maar niks! En het huis waarbij we geparkeerd stonden was verlaten. We waren allebei te verlegen gewoon een auto van de weg te plukken en lief "help!" te zeggen. Dus ik belde NAV, een Noors soort ANWB. En die kwamen. En kregen hem wel aan de praat. Het geheim: afschuwelijk veel gas geven. Zoveel gas geven dat je zeker weet dat je de motor verzuipt. Alleen verzuip je de motor niet bij -25°C, of wat was het.
Weer wat geleerd! The hard way. Twee keer per jaar helpen ze je voor niets, en ik heb er nou één opgebruikt. Maar nu zou ik het zelf moeten kunnen!
06 February 2009
14 kilo smurrie
Ik had dit postje ook een hele romantische titel kunnen geven. Iets met tranen en twee harten verenigd en dat soort grappen. Maar de werkelijkheid deed de focus verschuiven.
Het is hier bij velen, voornamelijk de biologen, en voornamelijk de Noorse en Finse exemplaren, gebruikelijk om, indien toevallig wat te doen te hebben verder inlands, bij Kilpisjärvi bijvoorbeeld, even de lokale rendierhouders te bellen om te kijken of die nog een lever hebben liggen. Of te regelen dat ze hele karkassen hebben en die speciaal komen halen. En dan begint het grote vleesverwerken.
Toen ik met Sanja en Eeva in Kilpis was belde Eeva ook nog even, maar helaas, er was recentelijk niks geslacht dus ze moest met lege handen naar huis. De rendierhouder had haar lichte teleurstelling onthouden. En op een gegeven moment werd zij, of Heli (een van de andere Finse biologen) daar wil ik vanaf zijn, gebeld door die kerel. Hij had 200 harten liggen, en ook stapels levers. Kom maar halen!
Heli wist het geheel in haar vriezer te krijgen, en het uitventen kon een aanvang hebben. Ik ben een Nederlands stadskind, en heb geen idee wat je met allerlei rendiereningewanden moet. Maar dat biedt ruimte tot ontplooiïng! En een toevallig langswaaiende Groenlandse riep dat je heel makkelijk stoofpot kan maken van rendierhart. Dus ik bestelde er ook een.
Eigenlijk had ik mijn hart in het weekend moeten halen. Maar ik zat met dat manuscript waar nog achterlijk veel aan moest gebeuren. Dat moest eerst. Dus ik gaf de auto aan Eeva en Ingeborg en Johanna, en bleef zelf achter mijn computer zitten. En zij haalden hun harten en levers, maar namen die van mij niet mee. Dus ik kwam nog es terug, en dan beter: op de fiets. Zo valt het ook nog best mee hoe lui en vet men wordt van een auto.
Woensdag fietste ik naar de andere kant van het eiland, waar Heli in een droomhuisje woont. het was flink koud, dus bij elke flauwe helling naar beneden stroomden de tranen me over de wangen. Maar een kniesoor die daarop let. Ik kwam aan, en kreeg meteen avondeten. Om me te introduceren was het voorgerecht: rendierhart! Lekker hoor. Ik besloot er maar twee mee te nemen. Het was gezellig, en als ze me er niet aan herinnerd zou hebben zou ik zonder harten vertrokken zijn. Maar zo zat ik, wederom huilend, met twee verenigde harten (bevroren, maar nou en) weer op de fiets, in het maanlicht, en onder het noorderlicht. Romantische avond, toch, op een manier.
De dag erna herinnerde Sanja me aan de grote leverpastei-actie die die dag zou plaatshebben. Niet aan gedacht! En het leek me wel rete-didactief. Dus ik toog wederom in mijn bijna toereikende outfit noordwestwaarts.
Toevallig was het de Finse nationale feestdag ter ere van hun nationale dichter, Runeberg. Die in Zweeds schreef, maar je kan niet te kritisch worden. En op zo'n dag moet je runeberg-taartjes eten. Toen ik in het halletje stond hoorde ik uit de keuken al een voorwereldlijk kabaal komen, dus ik dacht dat de 1e levers hun lotsbestemming al onder ogen aan het zien waren. Maar nee! Sanja was koekjes aan het vergruizen voor de runebergikakku, of hoe heet zoiets.
Terwijl zij dat deed ging ik eten koken, koffie zetten en de afwas doen. En de biologen (Eeva, Johanna) vielen op de levers aan. Johanna sneed ze in stukjes en Eeva haalde ze door de mooie, ouderwetse gehaktmolen.
En zo hadden we voor we het wisten ruim zeven kilo donkerrode smurrie. Prachtig! Ik hoop nog foto's van Eeva los te peuteren (ik was mijn eigen camera vergeten). En leverpastei, dat is maar voor grofweg de helft lever. Dus het was maar goed dat Sanja een enorme pan had: er moest nog 2.4 kg gehakt bij, en anderhalve liter melk, en 12 eieren (meer hadden we niet), een zak uien (ook via de gehaktmolen), en een pond gemalen ansjovis en wat niet! Zo kom je wel aan 14 kilo smurrie. Met vereende krachten stonden we in de brij te roeren.
En het is nog best werk! We kregen de 1e lichting de oven in, en toen was het tijd voor een kop koffie, een runebergikakku en een prachtig gedicht (ik vond het althans mooi). Toen was het toch echt wel bedtijd, en we moesten ook nog drie kwartier terugfietsen.
Ik heb geen idee hoe lang Sanja er nog over gaat doen om alles gebakken te krijgen. Het moet vrij lang in de oven. Maar ze heeft voorlopig geen gebrek aan leverpastei... en ik heb weer wat geleerd. Ik begin langzaam iets minder "skikkelig byjente" te worden. Het contrast viel me op! Intussen waren de Beunhaas voorbereidingen in volle gang; over de mail plannen we alle maaltijden. En in met de nieuwjaarstrip had Sanja ziplocks met aardappelpuree/paddestoelenpoeder. Geweldige lunch! Dus ik stelde dat voor. Kwamen er meteen vragen: waar koop je dat? Leg je uit dat je gewoon instant aardappelpuree en instant champignonsoep bij elkaar mikt. Komen de vragen gewoon terug: waar koop je dat? Hoe groot is een verpakking? Weten al niet meer dat je helemaal zelf bewerkt voedsel kan combineren zonder te wachten tot Maggi het voor je doet, en er een flinke reclamecampagne aan spendeert. Zo'n verschil met die lui hier. Die gaan vissen als ze honger hebben, en draaien hele rendieren door de gehaktmolen. Ik hoop dat ik nog veel leer voor ik hier weer weg ben...
Het is hier bij velen, voornamelijk de biologen, en voornamelijk de Noorse en Finse exemplaren, gebruikelijk om, indien toevallig wat te doen te hebben verder inlands, bij Kilpisjärvi bijvoorbeeld, even de lokale rendierhouders te bellen om te kijken of die nog een lever hebben liggen. Of te regelen dat ze hele karkassen hebben en die speciaal komen halen. En dan begint het grote vleesverwerken.
Toen ik met Sanja en Eeva in Kilpis was belde Eeva ook nog even, maar helaas, er was recentelijk niks geslacht dus ze moest met lege handen naar huis. De rendierhouder had haar lichte teleurstelling onthouden. En op een gegeven moment werd zij, of Heli (een van de andere Finse biologen) daar wil ik vanaf zijn, gebeld door die kerel. Hij had 200 harten liggen, en ook stapels levers. Kom maar halen!
Heli wist het geheel in haar vriezer te krijgen, en het uitventen kon een aanvang hebben. Ik ben een Nederlands stadskind, en heb geen idee wat je met allerlei rendiereningewanden moet. Maar dat biedt ruimte tot ontplooiïng! En een toevallig langswaaiende Groenlandse riep dat je heel makkelijk stoofpot kan maken van rendierhart. Dus ik bestelde er ook een.
Eigenlijk had ik mijn hart in het weekend moeten halen. Maar ik zat met dat manuscript waar nog achterlijk veel aan moest gebeuren. Dat moest eerst. Dus ik gaf de auto aan Eeva en Ingeborg en Johanna, en bleef zelf achter mijn computer zitten. En zij haalden hun harten en levers, maar namen die van mij niet mee. Dus ik kwam nog es terug, en dan beter: op de fiets. Zo valt het ook nog best mee hoe lui en vet men wordt van een auto.
Woensdag fietste ik naar de andere kant van het eiland, waar Heli in een droomhuisje woont. het was flink koud, dus bij elke flauwe helling naar beneden stroomden de tranen me over de wangen. Maar een kniesoor die daarop let. Ik kwam aan, en kreeg meteen avondeten. Om me te introduceren was het voorgerecht: rendierhart! Lekker hoor. Ik besloot er maar twee mee te nemen. Het was gezellig, en als ze me er niet aan herinnerd zou hebben zou ik zonder harten vertrokken zijn. Maar zo zat ik, wederom huilend, met twee verenigde harten (bevroren, maar nou en) weer op de fiets, in het maanlicht, en onder het noorderlicht. Romantische avond, toch, op een manier.
De dag erna herinnerde Sanja me aan de grote leverpastei-actie die die dag zou plaatshebben. Niet aan gedacht! En het leek me wel rete-didactief. Dus ik toog wederom in mijn bijna toereikende outfit noordwestwaarts.
Toevallig was het de Finse nationale feestdag ter ere van hun nationale dichter, Runeberg. Die in Zweeds schreef, maar je kan niet te kritisch worden. En op zo'n dag moet je runeberg-taartjes eten. Toen ik in het halletje stond hoorde ik uit de keuken al een voorwereldlijk kabaal komen, dus ik dacht dat de 1e levers hun lotsbestemming al onder ogen aan het zien waren. Maar nee! Sanja was koekjes aan het vergruizen voor de runebergikakku, of hoe heet zoiets.
Terwijl zij dat deed ging ik eten koken, koffie zetten en de afwas doen. En de biologen (Eeva, Johanna) vielen op de levers aan. Johanna sneed ze in stukjes en Eeva haalde ze door de mooie, ouderwetse gehaktmolen.
En zo hadden we voor we het wisten ruim zeven kilo donkerrode smurrie. Prachtig! Ik hoop nog foto's van Eeva los te peuteren (ik was mijn eigen camera vergeten). En leverpastei, dat is maar voor grofweg de helft lever. Dus het was maar goed dat Sanja een enorme pan had: er moest nog 2.4 kg gehakt bij, en anderhalve liter melk, en 12 eieren (meer hadden we niet), een zak uien (ook via de gehaktmolen), en een pond gemalen ansjovis en wat niet! Zo kom je wel aan 14 kilo smurrie. Met vereende krachten stonden we in de brij te roeren.
En het is nog best werk! We kregen de 1e lichting de oven in, en toen was het tijd voor een kop koffie, een runebergikakku en een prachtig gedicht (ik vond het althans mooi). Toen was het toch echt wel bedtijd, en we moesten ook nog drie kwartier terugfietsen.
Ik heb geen idee hoe lang Sanja er nog over gaat doen om alles gebakken te krijgen. Het moet vrij lang in de oven. Maar ze heeft voorlopig geen gebrek aan leverpastei... en ik heb weer wat geleerd. Ik begin langzaam iets minder "skikkelig byjente" te worden. Het contrast viel me op! Intussen waren de Beunhaas voorbereidingen in volle gang; over de mail plannen we alle maaltijden. En in met de nieuwjaarstrip had Sanja ziplocks met aardappelpuree/paddestoelenpoeder. Geweldige lunch! Dus ik stelde dat voor. Kwamen er meteen vragen: waar koop je dat? Leg je uit dat je gewoon instant aardappelpuree en instant champignonsoep bij elkaar mikt. Komen de vragen gewoon terug: waar koop je dat? Hoe groot is een verpakking? Weten al niet meer dat je helemaal zelf bewerkt voedsel kan combineren zonder te wachten tot Maggi het voor je doet, en er een flinke reclamecampagne aan spendeert. Zo'n verschil met die lui hier. Die gaan vissen als ze honger hebben, en draaien hele rendieren door de gehaktmolen. Ik hoop dat ik nog veel leer voor ik hier weer weg ben...
03 February 2009
Verse sneeuw, nieuwe kansen
Het had al een hele tijd niet gesneeuwd! Sneeuw was overal ijs geworden. Maar dat is nu voorbij. Er ligt weer zat nieuwe. Meer dan zat. De sneeuwschuiver was niet gekomen, ik moest mijn fiets dragen tussen openbare weg en huis... zowel heen als terug. (Heimveien is een privéweg, die privé geschoven wordt.) Maar das een klein offer. Nu proberen ergens een ochtendje vrij te nemen en met een stuje skiën ervan te genieten!
Let ook op het informatieve verkeersbord. Zo zien ze er op zo'n dag allemaal uit...
En het begon met een avondje skiën. Op de lysløype van Kvaloya. En men voorspelde mij dat ik dik en lui zou worden, zo met auto & rijbewijs, maar met dagen als deze valt het erg mee... na een half uur had ik de auto uitgegraven en schoongeveegd. En toen moest het skiën nog beginnen!
Ik heb mijn zelfgegraven parkeerplaats, en met iedere sneeuwbui komt die relatief dieper te liggen. Nu komt de sneeuw nog maar tot de motorkap. Het zou wel stijl hebben als dat later tot het dak komt. Maar als dan iemand anders op die plek gaat staan als ik even ben skiën, wat natuurlijk geheel legaal is, baal ik wel...
Let ook op het informatieve verkeersbord. Zo zien ze er op zo'n dag allemaal uit...
En het begon met een avondje skiën. Op de lysløype van Kvaloya. En men voorspelde mij dat ik dik en lui zou worden, zo met auto & rijbewijs, maar met dagen als deze valt het erg mee... na een half uur had ik de auto uitgegraven en schoongeveegd. En toen moest het skiën nog beginnen!
Ik heb mijn zelfgegraven parkeerplaats, en met iedere sneeuwbui komt die relatief dieper te liggen. Nu komt de sneeuw nog maar tot de motorkap. Het zou wel stijl hebben als dat later tot het dak komt. Maar als dan iemand anders op die plek gaat staan als ik even ben skiën, wat natuurlijk geheel legaal is, baal ik wel...
Uit!
01 February 2009
Publicaties
Zou iedereen dat hebben? Iedereen die wel eens een wetenschappelijk artikel schrijft, eigenlijk; in mijn beleving wil dat nogal eens ”iedereen” zijn maar dat is niet helemaal accuraat. Maar dat terzijde.
Zou iedereen dat hebben? Van die rare undulaties in het schrijven van een manuscript. Het ene moment zie je de kracht van je data, en de pracht van je rotsvaste conclusies, en ga je gierend van enthousiamse door de gang, naar de printer, voor nóg een briljant plaatje. En dan zomaar ergens terwijl je nog wat opzoekt, uitzoekt, uitdrukt, uitpluist, zie je ineens allemaal gaten vallen, de een na de ander, tot je je moedeloos afvraagt hoe je dat losse zand, die veel te ambigue data, in vredesnaam gepubliceerd gaat krijgen. Maar dan ploeter je maar voort. En op een gegeven moment zie je het licht weer.
En uiteindelijk wordt het een echte grote-mensen-publicatie. Ik denk dat er weinig wetenschappers zijn, zeker relatief jonge, die niet ergens in hun achterhoofd verbaasd zijn dat, of all people, zíj kans hebben gezien een heuse Bijdrage aan de Wetenschap te leveren.
Ik heb weer wat ingestuurd. We gaan het zien!
Zou iedereen dat hebben? Van die rare undulaties in het schrijven van een manuscript. Het ene moment zie je de kracht van je data, en de pracht van je rotsvaste conclusies, en ga je gierend van enthousiamse door de gang, naar de printer, voor nóg een briljant plaatje. En dan zomaar ergens terwijl je nog wat opzoekt, uitzoekt, uitdrukt, uitpluist, zie je ineens allemaal gaten vallen, de een na de ander, tot je je moedeloos afvraagt hoe je dat losse zand, die veel te ambigue data, in vredesnaam gepubliceerd gaat krijgen. Maar dan ploeter je maar voort. En op een gegeven moment zie je het licht weer.
En uiteindelijk wordt het een echte grote-mensen-publicatie. Ik denk dat er weinig wetenschappers zijn, zeker relatief jonge, die niet ergens in hun achterhoofd verbaasd zijn dat, of all people, zíj kans hebben gezien een heuse Bijdrage aan de Wetenschap te leveren.
Ik heb weer wat ingestuurd. We gaan het zien!