Donderdag was een dag met veel stations, dicht bij elkaar. Het effect daarvan is dat je om de haverklap de Multicorer (MC) laadt, hem overboord begeleidt, hem van het dek af peert (ze willen niet hebben dat je daar bent terwijl er lieren en kranen bezig zijn), dan haal je hem weer binnen (wat ook met lieren en kranen gepaard gaat, maar daar is niets aan te doen), trekt hem leeg, brengt de kernen naar binnen, laadt hem weer, en voor je de kans hebt gehad die kernen ook te bemonsteren, zodat eventueel overblijvende modder overboord kan, de buis weer schoongemaakt en hergebruikt kan worden, ben je alweer op het volgende station, en kan het ding weer overboord. Zo stapelen de te bemonsteren kernen zich dan op in het lab. En tot op zekere hoogte geeft dat niet, want de nightshift lost dat wel op; die nemen zelf weinig kernen. Maar als je je zut niet meer kwijt kan is dat wel onpraktisch.
Het was ineens mooi en stil weer!
We hadden zelfs een uurtje zon tijdens de shift.
Tussen het kernen door hadden we ook nog even heel wat anders te doen: de kok moest herbevoorraad worden, en als menselijke keten haalden we in Ny-Alesund even vier pallets eten van de kade naar het ruim... sommige potige bemanningsleden vinden het erg leuk om met dozen vol melkpakken naar fragiele wetenschappelijke meisjes te gooien. Maar fragiel of niet, er ging niets mis!
Maar daarna terug naar de modder. Zo werken we ons best scheel, tot een kwartiertje voor tijd. Er is wat gaande met bootjes om het schip. Allerlei lui gaan om al dan niet duidelijke redenen allerlei kanten op. En als onze dienst er bijna op zit roept Nalan: omkleden! We gaan aan land!
Dat hoeft ze natuurlijk niet te herhalen. Als een speer hijs ik me in een overall (iets tussen een werkpak en een safety suit in; als je ermee overboord slaat blijf je net even langer leven dan met een gewoon overall aan, schijnt) en zorg dat ik klaarsta op het dek. Als 1e gaan Nalan en Petter, de kapitein, de hort op: zij kunnen schieten, en gaan even zien hoe druk het is waar we aan land willen, qua ijsberentechnisch.
Nalan en Petter, de kapitein, klaar om de zodiak in te stappen
Het blijkt in orde want we mogen erachteraan. Het blijkt dat we op bezoek gaan bij een ouwe, mislukte marmergroeve. Geweldig verhaal... de één of andere Australische malloot had es marmer ontdekt op Svalbard, en was met dat idee gaan leuren in Londen. Niet gehinderd door enige kennis waren allerlei financiers enthousiast in zee gegaan met de beunhaas, en de nog niet bestaande groeve leverde al een miljoen pond op. In 1910! De Australiër kon aan de slag. Met 25 arbeiders werd een hele mijnbouw-infrastructuur neergezet, tegenover Ny-Ålesund. En al snel werden de 1e paar kuub marmer naar Londen verscheept. Waar het waardeloze prak bleek. Weg miljoen pond! Maar de overblijfselen zijn verbluffend mooi. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat zoiets went: rondlopen op Svalbard. Adembenemend.
Zo zag het schip er vanuit de zodiak uit... zoek de vliegende Hollander!
We sjouwden er wat rond, in nauw groepsverband, want ze willen niet hebben dat je te ver van de geweren afdwaalt. De terabytes aan foto’s die we er namen zullen niet te tellen zijn geweest...
De gebouwtjes en een ouwe kraan, die nog (min of meer) staan.
Het hoofdgeboutje, met de toch trotse naam...
Imposante machinerie
Dit is het hele afgegraven stuk. Formaatje Uilenstedekamer!
Er stond ook nog een aan flarden gegane stoommachine
Hier poseer ik bij een heel schattig fornuisje dat er nog stond.
Het geheel lag aan een fraai strandje
Met de speedboot terug naar Lance
Toevallig had de crew ook een fotowedstrijd ingesteld. Elke dag was er een thema, en in dat thema kon iedereen max. 3 foto’s insturen. Ik had nog net tijd, voor ik weer aan het werk moest, er eentje uit te printen en in te leveren voor het thema van de dag... Wel leuk, zo’n fotowedstrijd, het inspireert mensen wel, en ’s avonds na je avonddienst kan je leuk met een kop thee nog even zien wat er zoal ingestuurd is geworden.
We vingen per ongeluk ook nog een diepwatergarnaal in een van de kernen...
De avonddienst was ook weer hektiek, maar wel onderbroken: we waren toevallig in de buurt van Kongsbreen, “de” gletscher van Kongsfjorden, en we gingen even sightseeën. En daarna weer terug de modder in.
Je krijgt zo’n gletscher er nooit op: veel te groot. Maar stukjes zijn ook mooi.
Iedereen schiet wederom hele geheugenkaarten vol
Toch mooi, dat blauwe ijs... en dat is echt! Komt niet uit photoshop.
Smurfenijs! Dus hier maken ze het. Ik had het kunnen weten...
ReplyDelete