In Amsterdam heb je donderdorst. Hier in Tromsø heb je donderpeddel. Of zoiets. Toevallig, maar treffend verschil.
Sanja en ik wilden nog steeds es gaan kajakken. De "torsdagspadling" van de kajakclub leek wel geschikt. Bij nader inzien is er zomerstop, maar dan kan je natuurlijk nog steeds zelf gaan. Dat deden we!
Bij veel Tromsøers is de gewoonte blijkbaar goed ingesleten, want op het gebruikelijke tijdstip waren er nog een stuk of zes kajakkers. Vier gingen dezelfde kant op als wij; het standaard donderdag traject.
Het boothuis
Alle anderen, Noren, waren keurig in wetsuit of dry suit. Sanja en ik vonden dat we, niet in ons eentje en kustnabij, ook wel zonder konden. Tis zo warm en oncomfortabel met! Maar de Noren zagen het bezorgd aan. Dat we samen op voeren was volgens mij ook gedeeltelijk daarom.
We begonnen in het zonnetje, en met de wind mee. Het tempo lag maar net hoger dan de wind je zou blazen. En die blies harder dan ik had verwacht. Serieuze golven, toch!
Verder was bij het gepruts met de deur van het boothuis het wondje in mijn vinger weer opengegaan. Ik droop weer van het bloed. Moet een goed doorbloed stukje zijn; apart dat zo'n oppervlakkig wondje zo'n plas bloed genereert! Maar bij kajakken geeft zoiets niet zoveel; de zee spoelt alles wel weer schoon. Ik probeerde nog met mijn hand ondersteboven (dus vingers omhoog) te kajakken, maar dat stopte het bloeden ook niet. Dus ik moest het houden bij af en toe de glibberige peddel met zeewater weer schoonspoelen.
Voor het gebruikelijke keerpunt gebaarde Sanja "omkeren". En toen werd het zonnige gedobber ineens serieus kajakken! Tegen de wind in is veel leuker; flink tegen de aankomende golven in raggen. Je spieren gebruiken! En intussen kwam er vanuit het noorden ook nog allemaal onaangekondigd rotweer aan. Dat zag er prachtig uit. Maar de Noren keken extra hoofdschuddend naar mijn T-shirtje...
Helemaal volle kracht kon ik niet gaan; zonder dry suit moet je wel bij iemand in de buurt blijven. Zo kwam het dat dit woeste zee-gekajak me niet half de moeie spieren opleverde die ik in Amsterdam altijd had. Maar misschien heeft de combinatie geen proefschrift schrijven - wel klimmen wel tot veel stoerdere spieren geleid.
In ieder geval, we kwamen allemaal weer veilig bij het boothuis uit. Iedereen hielp elkaar de kajaks weer op te ruimen, en iemand toverde ergens een EHBO doos vandaan om mij van mijn gedruip af te helpen. Sanja en ik kregen nog heel wat goede raad betreffende onze outfit. Het was heerlijk om het noch in de zon, noch tijdens flinke inspanning broeierig te krijgen, maar de volgende keer denk ik dat ik toch maar door de hitte heen bijt en het pak gewoon aantrek. Kan je doen en laten wat je wil!
Sanja had een wat laconiekere kijk op de zaak. Die vond dat dat gezeur over pakken alleen iets zei over het gehalte aan sportuitrustingsfetisjisme van de Noren. Dat deed me nog denken aan mijn Finse zus, die me ooit verteld had dat de Finnen daar een mooi woord voor hebben. Het Fins ben ik vergeten, maar de letterlijke vertaling was "artikelsporter". Toen ik Sanja daarnaar vroeg antwoordde ze "we noemen dat "Noren"."
Välineurheilu [vèlliene-oerheeloe]! Alweer een.
ReplyDelete