Mijn inboedel paste in dozen toen ik hier kwam. Ik heb de dozen nog. Ze zijn nog gelabeled. Ik ga een extra doos nodig hebben voor sportuitrusting, maar verder probeer ik alles gewoon weer in diezelfde dozen te stoppen. Het is een vrij comfortabele manier van inpakken... en als het niet past moet ik dingen weegooien.
Een zeldzaam gezicht in mijn huis: lege kastruimte
Maar het is wel een sippe boel.
31 July 2009
Touristenpragmatisme
Vanochtend kwam ik POMI binnen, en struikelde zowat over een Frans paar dat bij de toiletten rondhing. Even verderop trof ik een extra waakzame Kurt, de receptionist, aan. In de zomer heeft hij er veel werk aan touristen de weg te wijzen die abusievelijk menen dat POMI Polaria is. Polaria is misschien wel de grootste touristentrekker van Tromsø...
Kurt, die geen woord Frans spreekt, bleef de kalmte en vriendelijkheid zelve. De Fransen spraken een paar woorden Engels, en dat maakte de situatie overzichtelijk. Grappig genoeg vertelde hij me dat als hij echt paniekende lui in zijn hal heeft hij meestal een wetenschapper van bijpassende nationaliteit uit het gebouw trekt... hij heeft als receptionist van talloze onderzoeksinstituten lui van nog tallozere nationaliteiten voorhanden. En zo komt het altijd goed...
Kurt, die geen woord Frans spreekt, bleef de kalmte en vriendelijkheid zelve. De Fransen spraken een paar woorden Engels, en dat maakte de situatie overzichtelijk. Grappig genoeg vertelde hij me dat als hij echt paniekende lui in zijn hal heeft hij meestal een wetenschapper van bijpassende nationaliteit uit het gebouw trekt... hij heeft als receptionist van talloze onderzoeksinstituten lui van nog tallozere nationaliteiten voorhanden. En zo komt het altijd goed...
28 July 2009
Hot naar her weekend
In Tromsø is geen tijd te verliezen! Er zijn mensen! En bergen! En de tijd tikt...
Ik verloor geen tijd. Bij terugkomst ruimde ik mijn bagage op, gaf de planten water en deed boodschappen, en vertrok richting Stuart. Die had per sms allemaal woeste plannen geopperd bij wijze van afscheidsactiviteit, maar eenmaal geland bleek het neer te komen op soep eten met hem en zijn dochter. Nou heeft laatstgenoemde nogal een woeste reputatie, dus misschien had ik het kunnen zien aankomen; het was in ieder geval toch niet wat ik verwacht had. Overigens wist ik bij aankomst niet welke dochter hij bedoelde, en met beide dames uit verschillende huwelijken stammend scheelt het nogal. Het betrof de jongste; Madeline. De oudste doet mensen hem nog wel eens vragen hoe hij in vredesnaam aan zo'n gelukte dochter komt. Maar degene die ik nu de hand schudde is nog niet af. Pas elf, en dientengevolge nog niet zelfstandig. Woonachtig in Canada, maar nu dus duidelijk hier. En het lijkt erop dat ik begin te wennen aan vrienden met dochters van ongeveer die leeftijd (iedereen lijkt er één te hebben: Carsten, Knut, Jack, en Stuart dus ook), want het was ontspannen en gezellig. Ze wist overigens meteen een goeie snaar te raken: Stuart meldde dat ik op het punt stond naar Engeland te verhuizen, hetwelk ik bevestigde, wat haar het commentaar ontlokte "you sure have the English for it!". Ook komend van een halve Canadees vond ik dat een compliment.
Niet ver na de soep verwerd het geheel modern gezinsleven: dochter achter een DVD, en pa duikt met zijn gast de kroeg in. Mobiele telefoon mee voor hotdogadvies op afstand. En dan zorgen terug te zijn voor de film is afgelopen. Ik maakte me op de terugweg nog populair bij Madeline: niet alleen zij wachtte ons op vanuit het huis, maar vanuit de tuin ook een buurpoes, die zich tot zover als onbenaderbaar had laten kennen. Ze zag eruit als een langharige Chutney! Onweerstaanbaar. Dus ik gooide mijn charmes in de strijd, en binnen no time flikflooide het beest met alle aanwezigen. Hoe win ik de gunst van een 11-jarig meisje dat graag een kat wil.
Inmiddels was het kinderbedtijd. Waarop de aanwezige ouwe sokken overschakelden op whisky en er een late boel van maakten. Moe, aangeschoten, en met veel meer boeken in mijn hoofd dan ik redelijkerwijs in een jaar kan lezen, fietste ik weer naar huis. Zoals altijd, eigenlijk. Overigens werkt het ook andersom: ik heb Stuart inmiddels aan Maarten 't Hart.
Zaterdag was de laatste dag van Helgard in Tromsø voor ze naar het buitenland zou vertrekken, en pas zou terugkeren op de dag van mijn afscheidsfeest. (dat laatste zo'n beetje per definitie; het feest is aangepast aan haar reisschema.) Dus daar moest nog een biertje op gedronken worden. Op het balkon. Wat maar net goed ging: de communicatie ging niet zo best, dus ik was al bijna op weg naar Helgard toen bleek dat zij inmiddels bij mij beland was... Rafael voegde zich nog bij het gezelschap.
Het was mij ook ter ore gekomen dat Eeva en Sandra zouden picknicken in Telegrafbukta. Sandra was een tijd de huisgenoot van Tana. En is inmiddels ook door Tana weggezet als leugenachtig, profiteuristisch kreng, dus dat schept weer een band. Het was gezellig in de avondzon te zitten bomen, vanzelfsprekend onder het genot van goed eten. Laat dat maar aan de dames over. Ik ben te lui, veel verder dan een zak wortels kwam ik niet... en vanuit Telegrafbukta sloeg ik ook nog een uitnodiging van Mats af. Veel sociaal leven!
Zondag zou ik met Eeva een berg op. Maandag zou ze naar Argentinië vliegen. En niet meer in het land zijn voor ik zou vertrekken... dus weer een afscheid. En het was Eeva, dus dan moet het afscheid ergens buiten. We kozen een berg met uitzicht zowel over Sommarøy als Skamtinden...
We vonden de eerste bosbessen van het seizoen! En de eerste paddestoelen. Het paddestoelen zoeken liet ik overigens wijselijk aan Eeva over; ik zou mezelf ermee van kant maken. Later vonden we zelfs rijpe kruipbramen...
Het was een beetje een moeilijke wandeling: er was geen pad, en het was warm, en er waren beesten. We moesten ons door berkebosjes wurmen, en normaal is dat een beetje gedoe maar verder niet erg, maar ik had op Svalbard een rare allergische reactie opgelopen, en mijn hele huid (niet in mijn gezicht, maar verder vrijwel overal wel) was rood, jeukig en gevoelig. Zo'n berkebosje doet dan pijn... De helling verder was lang en steil: goed schoenentest. Maar we hadden een fantastisch uitzicht.
Het uitzicht naar het oosten
Het uitzicht naar het noorden
Het uitzicht naar het zuiden
Het was waarschijnlijk maar een graad of 20. Maar we zijn niks meer gewend! En het was vochtige warmte. We raakten in ieder geval flink oververhit, al was het met enige schroom, want er zijn tijden geweest dat we veel meer konden hebben qua hitte. Maar overdreven of niet, op weg naar beneden konden we een meertje niet weerstaan. Eeva sprong erin, zwom drie slagen, drie slagen terug, en klom er weer uit. Ik was minder geneigd mijn toevluchtsoord zo snel op te geven. Heerlijk! Water dat warm genoeg is om uitgebreid in te blijven liggen, maar koel genoeg om je je daarna herboren te voelen. Feest. En dan terug naar de weg. Toen ik Eeva thuis afleverde was dat weer zo'n afscheid voor lange tijd. En voorlopig niet het laatste...
Het verkoeling brengende meertje
Mijn vrienden! Insecten-etende planten in het moerassige laagland!
Thuis belde ik mijn moeder, en toog daarna naar een barbecue bij Rafael thuis. Op het dak! Vanaf de top van het eiland. Magisch uitzicht. Leuke Zweden als mede-barbecuërs. En bij afloop daarvan was een druk weekend afgelopen. En dan maandag terug naar het bureau. Er moet gepubliceerd worden...
Ik verloor geen tijd. Bij terugkomst ruimde ik mijn bagage op, gaf de planten water en deed boodschappen, en vertrok richting Stuart. Die had per sms allemaal woeste plannen geopperd bij wijze van afscheidsactiviteit, maar eenmaal geland bleek het neer te komen op soep eten met hem en zijn dochter. Nou heeft laatstgenoemde nogal een woeste reputatie, dus misschien had ik het kunnen zien aankomen; het was in ieder geval toch niet wat ik verwacht had. Overigens wist ik bij aankomst niet welke dochter hij bedoelde, en met beide dames uit verschillende huwelijken stammend scheelt het nogal. Het betrof de jongste; Madeline. De oudste doet mensen hem nog wel eens vragen hoe hij in vredesnaam aan zo'n gelukte dochter komt. Maar degene die ik nu de hand schudde is nog niet af. Pas elf, en dientengevolge nog niet zelfstandig. Woonachtig in Canada, maar nu dus duidelijk hier. En het lijkt erop dat ik begin te wennen aan vrienden met dochters van ongeveer die leeftijd (iedereen lijkt er één te hebben: Carsten, Knut, Jack, en Stuart dus ook), want het was ontspannen en gezellig. Ze wist overigens meteen een goeie snaar te raken: Stuart meldde dat ik op het punt stond naar Engeland te verhuizen, hetwelk ik bevestigde, wat haar het commentaar ontlokte "you sure have the English for it!". Ook komend van een halve Canadees vond ik dat een compliment.
Niet ver na de soep verwerd het geheel modern gezinsleven: dochter achter een DVD, en pa duikt met zijn gast de kroeg in. Mobiele telefoon mee voor hotdogadvies op afstand. En dan zorgen terug te zijn voor de film is afgelopen. Ik maakte me op de terugweg nog populair bij Madeline: niet alleen zij wachtte ons op vanuit het huis, maar vanuit de tuin ook een buurpoes, die zich tot zover als onbenaderbaar had laten kennen. Ze zag eruit als een langharige Chutney! Onweerstaanbaar. Dus ik gooide mijn charmes in de strijd, en binnen no time flikflooide het beest met alle aanwezigen. Hoe win ik de gunst van een 11-jarig meisje dat graag een kat wil.
Inmiddels was het kinderbedtijd. Waarop de aanwezige ouwe sokken overschakelden op whisky en er een late boel van maakten. Moe, aangeschoten, en met veel meer boeken in mijn hoofd dan ik redelijkerwijs in een jaar kan lezen, fietste ik weer naar huis. Zoals altijd, eigenlijk. Overigens werkt het ook andersom: ik heb Stuart inmiddels aan Maarten 't Hart.
Zaterdag was de laatste dag van Helgard in Tromsø voor ze naar het buitenland zou vertrekken, en pas zou terugkeren op de dag van mijn afscheidsfeest. (dat laatste zo'n beetje per definitie; het feest is aangepast aan haar reisschema.) Dus daar moest nog een biertje op gedronken worden. Op het balkon. Wat maar net goed ging: de communicatie ging niet zo best, dus ik was al bijna op weg naar Helgard toen bleek dat zij inmiddels bij mij beland was... Rafael voegde zich nog bij het gezelschap.
Het was mij ook ter ore gekomen dat Eeva en Sandra zouden picknicken in Telegrafbukta. Sandra was een tijd de huisgenoot van Tana. En is inmiddels ook door Tana weggezet als leugenachtig, profiteuristisch kreng, dus dat schept weer een band. Het was gezellig in de avondzon te zitten bomen, vanzelfsprekend onder het genot van goed eten. Laat dat maar aan de dames over. Ik ben te lui, veel verder dan een zak wortels kwam ik niet... en vanuit Telegrafbukta sloeg ik ook nog een uitnodiging van Mats af. Veel sociaal leven!
Zondag zou ik met Eeva een berg op. Maandag zou ze naar Argentinië vliegen. En niet meer in het land zijn voor ik zou vertrekken... dus weer een afscheid. En het was Eeva, dus dan moet het afscheid ergens buiten. We kozen een berg met uitzicht zowel over Sommarøy als Skamtinden...
We vonden de eerste bosbessen van het seizoen! En de eerste paddestoelen. Het paddestoelen zoeken liet ik overigens wijselijk aan Eeva over; ik zou mezelf ermee van kant maken. Later vonden we zelfs rijpe kruipbramen...
Het was een beetje een moeilijke wandeling: er was geen pad, en het was warm, en er waren beesten. We moesten ons door berkebosjes wurmen, en normaal is dat een beetje gedoe maar verder niet erg, maar ik had op Svalbard een rare allergische reactie opgelopen, en mijn hele huid (niet in mijn gezicht, maar verder vrijwel overal wel) was rood, jeukig en gevoelig. Zo'n berkebosje doet dan pijn... De helling verder was lang en steil: goed schoenentest. Maar we hadden een fantastisch uitzicht.
Het uitzicht naar het oosten
Het uitzicht naar het noorden
Het uitzicht naar het zuiden
Het was waarschijnlijk maar een graad of 20. Maar we zijn niks meer gewend! En het was vochtige warmte. We raakten in ieder geval flink oververhit, al was het met enige schroom, want er zijn tijden geweest dat we veel meer konden hebben qua hitte. Maar overdreven of niet, op weg naar beneden konden we een meertje niet weerstaan. Eeva sprong erin, zwom drie slagen, drie slagen terug, en klom er weer uit. Ik was minder geneigd mijn toevluchtsoord zo snel op te geven. Heerlijk! Water dat warm genoeg is om uitgebreid in te blijven liggen, maar koel genoeg om je je daarna herboren te voelen. Feest. En dan terug naar de weg. Toen ik Eeva thuis afleverde was dat weer zo'n afscheid voor lange tijd. En voorlopig niet het laatste...
Het verkoeling brengende meertje
Mijn vrienden! Insecten-etende planten in het moerassige laagland!
Thuis belde ik mijn moeder, en toog daarna naar een barbecue bij Rafael thuis. Op het dak! Vanaf de top van het eiland. Magisch uitzicht. Leuke Zweden als mede-barbecuërs. En bij afloop daarvan was een druk weekend afgelopen. En dan maandag terug naar het bureau. Er moet gepubliceerd worden...
27 July 2009
Terug in Longyearbyen
Ga als Nederlander in een vliegtuigje met maar vijf passagiers zitten, en vind alsnog een andere Nederlander in het vliegtuig. De amateur-ornitholoog van het Nederlandse onderzoeksstation moest ook terug naar Longyearbyen.
Prachtige, duistere doorkijkjes in het wolkendek
De 5e passagier verdween. Nummer 3 en vier (mijn telling) waren Italianen. Die meldden desgevraagd dat ze een lift vanaf de luchthaven gingen krijgen van een vriend. Dezelfde kerel waarmee ik oorspronkelijk zondag de hort op zou gaan! Helaas stuurde deze een ander, maar desondanks waren de genoemde Italianen zo vriendelijk mij en de vogelman: Oebele, ook mee te nemen.
Johanna zat nog op haar rots. Dus ik toog met Oebele de stad in voor een biertje. En, na een kort sleutel-van-Johanna-krijgen-interval, voordat laatstegenoemde dringend moest gaan slapen, ook voor eten in Kroa. Leuk bijbomen! En ik stak nog wat op. Ik leer hier vanalles over vogels, maar vaak weet ik de Nederlandse naam niet, bijvoorbeeld. Nu wel. Later doken ook Rike en Jonathan, een voormalige NP-student, op.
Nóg een mooie sfeerfoto van Longyearbyen, met Hiortfjellet dreigend op de achtergrond
Met Rike sprak ik af de volgende dag een eind te gaan lopen. Ze heeft nog steeds veel last van haar met Pasen gebroken enkel. En ze wil wel nog hiken later in het seizoen, dus die poot heeft oefening nodig!
De steenkool-kabelbaan naar, naar ik meen, groeve 7
Zo dumpte ik de dag erna mijn grote rugzak bij UNIS, en vertrok Adventdalen in, met Rike. Die haar schoen nog los had zitten (enkel nog steeds dik) en ook nog één van haar krukken bij zich had. Al snel werd het toch nog serieus: er kwam een rivier uit de berg. en beneden bij de weg was wel een brug, maar niet waar wij liepen. En kruk of geen kruk, Rike besloot zich daardoor niet te laten kisten, en wist zich de vrijwel verticale helling af te manouvreren zonder meer kleerscheuren dan een stoffige broek. De rivier over was daarna niet zo'n probleem.
Of de foto oogt het weinig spectaculair, maar het gaat hier vrijwel verticaal naar beneden. Ook moeilijk zónder recentelijk gebroken been
We volgden voor het gemak één van de oude transportlijnen van steenkool. Mooie oude houten structuren met zo nu en dan een ijzeren exemplaar ertussen. Maar we gingen niet zo hard, en ik had een vliegtuig te halen. Dus we keerden al vrij snel om. De helling af komend hadden we ook nog even spraakverwarring. Ik ben Nederlands, Rike is Duits, dus wat spreken we met elkaar? Noors en Zweeds natuurlijk. Meestal gaat dat goed. Maar ze riep ineens iets als "se på det: en svamp!" En een svamp, dat is een spons, in het Noors. Maar een spons? Op het land? Not bloody likely. En Engelse invloed is sterk (q.e.d.) in niet-anglofoon-Europa, dus een anglicisme hier en daar kan verwacht worden, maar het hele dal is een modderbende, dus het leek me ook niet waarschijnlijk dat ze mijn aandacht wilde vestigen op een zojuist ontdekt moeras. Maar een blik verklaarde alles: een paddestoel! Svamp dus, in het Zweeds. Weer wat geleerd.
Op de terugweg kwamen we nog een pijpleiding tegen. Deze moest natuurlijk ook de rivier over! En bleek dat te doen met behulp van een hangbrug. En het is Longyearbyen, dus zulke structuren worden dan ook door voetgangers gebruikt. En ook door ons. Een on-Nederlands gevoel: een half ravijn oversteken over een deinende hangbrug, waarvan de kabels alleen aan de uiteinden een beetje hoog zitten, maar in het instabiele midden slechts op enkelhoogte... maar natuurlijk kwamen we ermee weg. Wederom, kruk of geen kruk.
Aan de ander kant van de brug werd ik weer herinnerd aan de contrasten tussen mijn moederland en het land waar ik mij in bevond. Nog geen 100 meter van de bebouwde kom troffen we een rendier aan dat zich niet had weten te verweren tegen wat het zoal bedreigt. Een mooi symbool van vergankelijkheid in roerige tijden.
En zo waren we terug in Longyearbyen. Rike ging haar voet uit laten rusten op de bank. En ik ging naar het vliegveld; terug naar huis. het was een hele bijzondere week geweest...
Prachtige, duistere doorkijkjes in het wolkendek
De 5e passagier verdween. Nummer 3 en vier (mijn telling) waren Italianen. Die meldden desgevraagd dat ze een lift vanaf de luchthaven gingen krijgen van een vriend. Dezelfde kerel waarmee ik oorspronkelijk zondag de hort op zou gaan! Helaas stuurde deze een ander, maar desondanks waren de genoemde Italianen zo vriendelijk mij en de vogelman: Oebele, ook mee te nemen.
Johanna zat nog op haar rots. Dus ik toog met Oebele de stad in voor een biertje. En, na een kort sleutel-van-Johanna-krijgen-interval, voordat laatstegenoemde dringend moest gaan slapen, ook voor eten in Kroa. Leuk bijbomen! En ik stak nog wat op. Ik leer hier vanalles over vogels, maar vaak weet ik de Nederlandse naam niet, bijvoorbeeld. Nu wel. Later doken ook Rike en Jonathan, een voormalige NP-student, op.
Nóg een mooie sfeerfoto van Longyearbyen, met Hiortfjellet dreigend op de achtergrond
Met Rike sprak ik af de volgende dag een eind te gaan lopen. Ze heeft nog steeds veel last van haar met Pasen gebroken enkel. En ze wil wel nog hiken later in het seizoen, dus die poot heeft oefening nodig!
De steenkool-kabelbaan naar, naar ik meen, groeve 7
Zo dumpte ik de dag erna mijn grote rugzak bij UNIS, en vertrok Adventdalen in, met Rike. Die haar schoen nog los had zitten (enkel nog steeds dik) en ook nog één van haar krukken bij zich had. Al snel werd het toch nog serieus: er kwam een rivier uit de berg. en beneden bij de weg was wel een brug, maar niet waar wij liepen. En kruk of geen kruk, Rike besloot zich daardoor niet te laten kisten, en wist zich de vrijwel verticale helling af te manouvreren zonder meer kleerscheuren dan een stoffige broek. De rivier over was daarna niet zo'n probleem.
Of de foto oogt het weinig spectaculair, maar het gaat hier vrijwel verticaal naar beneden. Ook moeilijk zónder recentelijk gebroken been
We volgden voor het gemak één van de oude transportlijnen van steenkool. Mooie oude houten structuren met zo nu en dan een ijzeren exemplaar ertussen. Maar we gingen niet zo hard, en ik had een vliegtuig te halen. Dus we keerden al vrij snel om. De helling af komend hadden we ook nog even spraakverwarring. Ik ben Nederlands, Rike is Duits, dus wat spreken we met elkaar? Noors en Zweeds natuurlijk. Meestal gaat dat goed. Maar ze riep ineens iets als "se på det: en svamp!" En een svamp, dat is een spons, in het Noors. Maar een spons? Op het land? Not bloody likely. En Engelse invloed is sterk (q.e.d.) in niet-anglofoon-Europa, dus een anglicisme hier en daar kan verwacht worden, maar het hele dal is een modderbende, dus het leek me ook niet waarschijnlijk dat ze mijn aandacht wilde vestigen op een zojuist ontdekt moeras. Maar een blik verklaarde alles: een paddestoel! Svamp dus, in het Zweeds. Weer wat geleerd.
Op de terugweg kwamen we nog een pijpleiding tegen. Deze moest natuurlijk ook de rivier over! En bleek dat te doen met behulp van een hangbrug. En het is Longyearbyen, dus zulke structuren worden dan ook door voetgangers gebruikt. En ook door ons. Een on-Nederlands gevoel: een half ravijn oversteken over een deinende hangbrug, waarvan de kabels alleen aan de uiteinden een beetje hoog zitten, maar in het instabiele midden slechts op enkelhoogte... maar natuurlijk kwamen we ermee weg. Wederom, kruk of geen kruk.
Aan de ander kant van de brug werd ik weer herinnerd aan de contrasten tussen mijn moederland en het land waar ik mij in bevond. Nog geen 100 meter van de bebouwde kom troffen we een rendier aan dat zich niet had weten te verweren tegen wat het zoal bedreigt. Een mooi symbool van vergankelijkheid in roerige tijden.
En zo waren we terug in Longyearbyen. Rike ging haar voet uit laten rusten op de bank. En ik ging naar het vliegveld; terug naar huis. het was een hele bijzondere week geweest...
26 July 2009
Ny-Ålesund
In een lief klein vliegtuigje (ruimte voor 14 passagiers) boven Svalbard kan men weinig anders dan dromen. En dat was pas het begin.
In zoiets kleins had ik nog nooit gevlogen
De nederzetting lag er stralend bij. En ik had reden om mee te stralen, want Sanja en Max stonden me op te wachten. En nog wel meer NP-ers, overigens. Terstond naar het dorp, voor avondeten! Ny-Ålesund, of Kings Bay zoals de ouwe mijnveteranen het nog schijnen te noemen, is een soort van kommune, en men eet in de mensa. Alle maaltijden. Iedereen.
Op de voorgrond "Italia"; op de begane grond zit het Italiaanse onderzoeksstation. En op de 1e verdieping wonen Sanja, Max, en Fiona. Op de achtergrond, in grijs: Sverdrup Station.
Na de lunch was het tijd voor spullen dumpen bij Sanja, en drank kopen voor de kajaktrip. De winkel is niet zo vaak open in Ny-Ålesund. En weerobservaties doen op het dak van het Sverdrupstation (de dependence van NP in N-Å), en door het station rondgeleid worden. Max en Sanja waren tenslotte aan het werk. Maar met hetzelfde vliegtuig als waarmee ik kwam kwam ook Fiona, de andere stationsleider, en die moest natuurlijk even alles getoond krijgen.
Ny-Ålesund vanaf het dak van het Sverdrup Station
Kleumende stationsleiders en ontspannen optisch ingenieurs op het dak
Toen Sanja klaar was met haar dienst was het nog even gedoe in te pakken. Ze moest ook het gloedjenieuwe dry suit aan proberen... en ik moest mijn lenzen nog in doen. Scheeeuwend over de grond rollend herinnerde ik mij ineens de pepertruffels van Johanna's buurvrouw, de vorige dag... maar het goede nieuws was dat terwijl wij bezig waren met drooghoudzakken en lenzen en eten en kleren de wind ging liggen. Het had weken zo hard gewaaid dat kajakken geen optie was! Maar we vertrokken. Het licht was prachtig. We besloten naar de tweede hut te kajakken: Tyskerhytta. Het zag eruit als een primitieve treinwagon. Later bleek dat dat ook precies was wat het was... geweldig.
Het waren niet echt handige kajaks om de pedalen van het roer van te verstellen; je moet er helemaal in om dat voor elkaar te krijgen. Sanja is hier alweer op weg eruit.
Twee kleine rastameisjes in vrijwel identieke dracht! Jammer dat ik het reddingsvest al aan had, en zij niet...
Met de punt naar de kop van de fjord!
Prachtig kajakweer
Tyskerhutta - een heel schattig hutje, in het grote niks
Het was al laat, dus we hadden alweer trek. En maakten eten, en koffie, op een houtvuurtje buiten. Zo sfeervol! En we keken naar de grote jagers die baadden in een plas, en een kudde eenden die hun enige pulletje dapper verdedigden tegen de meeuwen en de stormvogels.
Uiteindelijk was het toch bedtijd. En de volgende ochtend bracht ik Sanja koffie op bed. En maakte nogmeerkoffie. En we ontbeten. En dan nogmeerkoffie. En zo langzamerhand moesten we maar es gaan.
Het uitzicht 's ochtends - zon, en 5 graden!
Sanja met pas-net-de eerste-kop-koffie-blik
We kwamen nu diep de fjord in, waar de gletschers groter zijn, en het water bereiken. En dat betekent: ijsbergen. Mooi! Ik was er eentje van dichtbij aan het bewonderen, toen hij ineens omrolde. ACHTERUIT! Gelukkig rolde hij van me weg, in plaats van naar me toe, en bleven kajakomslaande golven me bespaard. Maar wat een majestueus gezicht.
Hier peddel ik naast een andere mooie ijsberg, die gelukkig, of helaas, wel op zijn plaats bleef
Hier en daar komer er hele slierten ijsstukjes uit zo'n geltscher
Voorbij de 1e twee grote gletchers begon ik te beseffen dat liters koffie hijsen toch nadelen heeft. En Sanja kreeg trek. We voeren toevallig nu tussen een stapel gletschers, langs een schiereiland dat een vogelreservaat is. Nergens een legale plek om aan land te gaan! En we hebben respect voor vogels, maar we zagen in onze dry suits zeiken toch ook niet zitten. Toen we een lief klein strandje, van alle vogelrotsen vandaan, vonden, besloten we er dan toch maar te gaan lunchen. En onse blazen te ontlasten. Voor mij een gelegenheid om mijn plastuit eens in combinatie met een dry suit te proberen. En het werkt!
Één van de vogelkolonies op Georg Ossian Sars land: alle stipjes op die roje rots
Geheel verfrist konden we weer verder. Beetje jammer dat op de dag dat we de wind in de rug hoorden te hebben het windstil was. Maar dat had ook voordelen: toen we es stillagen om op de kaart te kijken kwam er een Noorse Stormvogel meedrijven. En nog een. En nog drie. Heel dichtbij! Prachtvogels.
Gave beesten, met hun vuilige kleur, dondere ogen en klont op de neus... en groot ook!
Hoort er ook bij: dubbelportret-met-behulp-van-zonnebril
Later probeerde ik nog iets wat ik meen dat een Grote Jager was op de foto te zetten, maar dat wordt niks met een compactcameraatje. Even later kreeg ik wel ons doel voor die kajakdag in de smiezen: Gorilla-heimen, de volgende hut. Op Blomstrandhalvøya. Het is geen halvøy; het is een heus eiland, maar het kreeg de naam toen zich nog een gletscher knus om de steenklomp heenkrulde. Zo in '95 of zo smolt het ding zo ver af dat het ineens bleek dat er sprake was van een eiland. Maar de naam blijft. Zo zijn we helemaal om een schiereiland heengevaren... een aparte aktiviteit.
Er hopsten nog wat haveloos ogende rendieren rond de hut, wat hem extra gezellig maakte. Vergenoegd dronken we koffie, en maakten pasta klaar. Na het eten wilden we nog een stuk gaan lopen; het is op Blomstrandhalvøya dat Ny London, de verlaten nederzetting bij de mislukte marmergroeve, die ik in een postje van vorig jaar noemde (inclusief foto's), ligt. Sanja was er nog niet geweest. En het is wel de moeit waard! Maar we wilden natuurlijk niet saaisgewijs er recht heen schrijden, maar besloten tot een flinke omweg langs de hoogste top van het eiland. Dat is niet erg hoog, maar wel een eind uit de buurt. We deden het toch!
Gorillaheimen ligt schattig te zijn in majestueuze ambiance
Het is nog best rot lopen op veel plaatsen: het oppervlakte van halve eiland is van dat onzettend glaciale spul: in de zomer een octahedrisch patroon met stenen als de octaëders, met hele zompige modder al vulling. Heeft iets te maken met het steeds bevriezen en ontdooien van de permafrost. (Steeds ontdooien van permafrost? Ja, als de bovenste, zeg, twee meter in de zomer smelt telt het nog steeds als permafrost.) En vaak moet je dus over de randen van de octaëders balanceren omdat je wegzakt in de rest. Niet praktisch; wel gaaf.
Met wat imzoomen valt te zien dat het streeppatroon eigenlijk octagonaal is
Zo kwamen we bij de top. En het uitzicht was het gemodder waard. Maar het was al middernacht, dus we bleven niet de hele tijd staan. Op naar Ny London!
Confuus typ met de Noord-Atlantische oceaan op de achtergrond
Een rendier was nog zo vriendelijk heel Lucky Lukig over de horizon te wandelen
Het is een heel verschil om met een hele groep, gehesen in veiligheidspakken, omringd door twee waakzame types met geweren, naar zo'n historische plaats bebracht te worden. Per boot. En vanaf het strand over een breed pad. En dan als een Japanse tourist enige minuten krijgen om het bezienswaardige te zien. Of vanaf een bergtop door de blubber heen slijken, en dan met een klein meisje dat ook wel een geweer over haar schouder heeft, maar daar niet zo moeilijk mee loopt te doen, en dan de roestige stoommachine te zien opdoemen in de nachtzon, en op je gemak heen en weer kunnen darren, en zelfs een hut in te stekkeren; één van die gebouwtjes, daar mag je in slapen! We hadden zelfs pannekoekenmeel bij ons voor als we trek zouden krijgen, maar we waren meer moe, dus we bleven niet. En struikelden weer terug naar Gorillaheimen, waar we vier uur 's nachts aankwamen. En toen had ik na twee dagen en het een en ander aan zweet ernstig behoefte aan een douche met behulp van het beekje nabij de hut...
Bordje uit de groeve-tijd dat in de hut hing
We waren niet erg vroeg wakker. En genoten van veel koffie, en pannekoeken als ontbijt, in de zon. Maar we hadden Max en Fiona beloofd 's avonds naar de kroeg te komen. Op woensdag en zaterdag is deze open. Op woensdag niet erg lang, en de muziek is zacht; op zaterdag gaat het er wat wilder aan toe. Maar tegen het eind van het ontbijt was het alweer een
uur of vier 's middags, en we zaten aan de verkeerde kant van de fjord, dus we moesten er maar eens vandoor.
Koffie! Enb zon! En uitzicht!
Omdat ik niet erg vaak de kans krijg door Kongsfjorden (ook wel King's Bay, dus) te kajakken besloten we toch achter het eiland langs te varen. Veel verder, maar wel mooi! En mooi was het. Prachtweer, ook.
Sanja was niet erg fris (voorhoofdsholteontsteking, zou later blijken - waar hebben we dat eerder gehoord?), dus we deden het rustig aan. Kwamen een eindje voor we het eiland zouden verlaten ook nog een prachtgrot tegen. Die konden we niet weerstaan! En hij bood een mooi rustpunt voor we in de toch wel flinke wind de fjord over zouden moeten.
Even later was het dan toch zover. Best saai, een fjord over; je hebt vanaf het begin de andere kant al in het oog maar het lijkt maar niet dichterbij te komen. En de wind blies ons steeds de fjord uit. Ik denk dat we meer energie verbruikt hebben met het tegen de wind in kajakken dan we gebruikten voor het daadwerkelijk oversteken van de fjord. En Sanja had het er met haar zieke kop al moeilijk mee, maar natuurlijk kon het erger; een eindje voor Ny-Ålesund begaf haar roer het... das extra rot peddelen. Maar we kwamen er.
We trokken onze dry suits uit en ruimden de kajaks op, en doken toen rechtstreeks de kroeg in. Sanja, die de volgende dag om 8 uur alweer moest werken, meende dat het misschien verstandig was een nacht door te halen, omdat onze bioritmes volkomen aan gort waren. Maar in slaap vallen in de kroeg deed haar haar mening veranderen. En we togen bedwaarts.
De volgende dag was een werkdag. Eén van de dingen die Sanja moest doen was naar het Zeppelin station, op de berg. Daar staat een hele batterij aan instrumenten die afgelezen en gecontroleerd moet worden. Gelukkig is Sanja goed met apparaten; het is aan haar en Dorothea, de logistiek manager, om die hele santenkraam draaiende te houden, en Sanja is daar helemaal niet voor opgeleid. Dorothea misschien ook wel niet. Maar het schijnt wel erg leuk te zijn...
De kabelbaan naar het Zeppelin Station
Maar goed. Ik mocht mee! En nog een dame van de schoonmaakdienst. Die kwamen daar niet zo vaak, scheen... beide waren we enthousiast. En het uitzicht was prachtig. Verder was er ergens bij het dak nog wat stuk waar Sanja iets aan moest doen, dus ik mocht mee, en daar wordt het uitzicht alleen beter van.
Eén van de dingen die ze doen vanuit Zeppelin is de CO2 concentratie van de atmosfeer meten... het idee is dat de lucht daar schoon is. En de metingen spreken boekdelen... ik durf bijna te wedden dat dat plaatje wel es in de wetenschapsbijlage van een Nederlandse krant is verschenen.
Terwijl we daar boven ronddarden kwam zowaar Lance de fjord in varen. Ze kon niet naar de kade; die lag vol, met het door alle Ny-Ålesunders zeer verheugd ontvangen bevoorradingsschip (yay! Verse groenten!), maar we zagen de zodiacs gaan.
Hier is heel Ny-Ålesund te zien: een gat van niks! En aan de overkant van de fjord Blomstrandhalvøya. En links van de kade: Lance!
Eenmaal weer beneden ging ik ook nog even op zoek naar mosselen; ik had snel even mijn mail en blog bekeken, en ze wilde ook vanaf Svalbard wel een paar exemplaren. Helaas, geen mossel te vinden in Ny-Ålesund. Moet ik nog wel even doorgeven...
Na de lunch zouden Max en Fiona, die ook met regelmaat naar het Zeppelin Station moeten, zouden leren wat je moet doen als de kabelbaan het begeeft. En dan bedoel ik niet: neerstort, want daar kan je je moeilijk op voorbereiden, maar ik bedoel, als het bakje ergens stil blijft hangen. Eén van de dingen die je dan kan doen is er simpelweg uit springen en teruglopen. Saillant detail dat lui in de kabelbaan vaak geen geweer meenenem... maar goed. Eveneens niet van geweren voorzien gingen wij een stukje omhoog. Ik ben een tourist, maar ik mocht ook!
Hier heeft Max de sprong uit het cabinetje alweer achter de rug, en straalt weer alle rust uit. Op de achtergrond beschermengel Sanja - deze keer zonder geweer
En daar gaat Fiona!
Ik mocht zelfs eerst. Leuk! Je hangt jezelf in een canvas luier aan een automatische kabelrem en hop, gaan. Met iets meer aarzeling volgden de stationsleiders. En zo hadden we nog net tijd voor een bezoek aan het Nederlandse onderzoeksstation voor ik weer weg moest. Er zit één permanente wetenschapper: Maarten, een bioloog die met ganzen werkt. Hij had ook wat studenten rondhopsen, en zijn tienerzoon, en een amateur-ornitholoog... en het was een heel knus huisje waar ze zich ophielden. Was nog een van de huizen van Ny London geweest.
En zo was het tijd voor afscheid. Ik stond met Sanja en Max buiten het hok waar de bus staat die pessagiers van en naar het vliegveld brengt. Ze kwamen me halen zodat ze weg konden - hij stond op het punt er aan de andere kant uit te rijden. Nog een laatste knuffel voor Max, en een hele dikke voor Sanja, en daar ging ik. Terug naar Longyearbyen. Het was kort geweest, maar zeker de moeite waard. Als tourist in Ny-Ålesund, dat kunnen er weinig zeggen... ik had mazzel dat Sanja geauthoriseerd was een vliegticket voor me te bestellen. En ze genoeg vrije dagen had verdiend om die kajaktocht mogelijk te maken. En dat ik werd behandeld als NP-medewerker, en niet als een vieze vuile buitenstaander. En wat een mazzel met het weer! Maar zelfs met rotweer was het magisch geweest. Ny-Ålesund. Een raar oord, maar wat een gave...
Klaar om te gaan
In zoiets kleins had ik nog nooit gevlogen
De nederzetting lag er stralend bij. En ik had reden om mee te stralen, want Sanja en Max stonden me op te wachten. En nog wel meer NP-ers, overigens. Terstond naar het dorp, voor avondeten! Ny-Ålesund, of Kings Bay zoals de ouwe mijnveteranen het nog schijnen te noemen, is een soort van kommune, en men eet in de mensa. Alle maaltijden. Iedereen.
Op de voorgrond "Italia"; op de begane grond zit het Italiaanse onderzoeksstation. En op de 1e verdieping wonen Sanja, Max, en Fiona. Op de achtergrond, in grijs: Sverdrup Station.
Na de lunch was het tijd voor spullen dumpen bij Sanja, en drank kopen voor de kajaktrip. De winkel is niet zo vaak open in Ny-Ålesund. En weerobservaties doen op het dak van het Sverdrupstation (de dependence van NP in N-Å), en door het station rondgeleid worden. Max en Sanja waren tenslotte aan het werk. Maar met hetzelfde vliegtuig als waarmee ik kwam kwam ook Fiona, de andere stationsleider, en die moest natuurlijk even alles getoond krijgen.
Ny-Ålesund vanaf het dak van het Sverdrup Station
Kleumende stationsleiders en ontspannen optisch ingenieurs op het dak
Toen Sanja klaar was met haar dienst was het nog even gedoe in te pakken. Ze moest ook het gloedjenieuwe dry suit aan proberen... en ik moest mijn lenzen nog in doen. Scheeeuwend over de grond rollend herinnerde ik mij ineens de pepertruffels van Johanna's buurvrouw, de vorige dag... maar het goede nieuws was dat terwijl wij bezig waren met drooghoudzakken en lenzen en eten en kleren de wind ging liggen. Het had weken zo hard gewaaid dat kajakken geen optie was! Maar we vertrokken. Het licht was prachtig. We besloten naar de tweede hut te kajakken: Tyskerhytta. Het zag eruit als een primitieve treinwagon. Later bleek dat dat ook precies was wat het was... geweldig.
Het waren niet echt handige kajaks om de pedalen van het roer van te verstellen; je moet er helemaal in om dat voor elkaar te krijgen. Sanja is hier alweer op weg eruit.
Twee kleine rastameisjes in vrijwel identieke dracht! Jammer dat ik het reddingsvest al aan had, en zij niet...
Met de punt naar de kop van de fjord!
Prachtig kajakweer
Tyskerhutta - een heel schattig hutje, in het grote niks
Het was al laat, dus we hadden alweer trek. En maakten eten, en koffie, op een houtvuurtje buiten. Zo sfeervol! En we keken naar de grote jagers die baadden in een plas, en een kudde eenden die hun enige pulletje dapper verdedigden tegen de meeuwen en de stormvogels.
Uiteindelijk was het toch bedtijd. En de volgende ochtend bracht ik Sanja koffie op bed. En maakte nogmeerkoffie. En we ontbeten. En dan nogmeerkoffie. En zo langzamerhand moesten we maar es gaan.
Het uitzicht 's ochtends - zon, en 5 graden!
Sanja met pas-net-de eerste-kop-koffie-blik
We kwamen nu diep de fjord in, waar de gletschers groter zijn, en het water bereiken. En dat betekent: ijsbergen. Mooi! Ik was er eentje van dichtbij aan het bewonderen, toen hij ineens omrolde. ACHTERUIT! Gelukkig rolde hij van me weg, in plaats van naar me toe, en bleven kajakomslaande golven me bespaard. Maar wat een majestueus gezicht.
Hier peddel ik naast een andere mooie ijsberg, die gelukkig, of helaas, wel op zijn plaats bleef
Hier en daar komer er hele slierten ijsstukjes uit zo'n geltscher
Voorbij de 1e twee grote gletchers begon ik te beseffen dat liters koffie hijsen toch nadelen heeft. En Sanja kreeg trek. We voeren toevallig nu tussen een stapel gletschers, langs een schiereiland dat een vogelreservaat is. Nergens een legale plek om aan land te gaan! En we hebben respect voor vogels, maar we zagen in onze dry suits zeiken toch ook niet zitten. Toen we een lief klein strandje, van alle vogelrotsen vandaan, vonden, besloten we er dan toch maar te gaan lunchen. En onse blazen te ontlasten. Voor mij een gelegenheid om mijn plastuit eens in combinatie met een dry suit te proberen. En het werkt!
Één van de vogelkolonies op Georg Ossian Sars land: alle stipjes op die roje rots
Geheel verfrist konden we weer verder. Beetje jammer dat op de dag dat we de wind in de rug hoorden te hebben het windstil was. Maar dat had ook voordelen: toen we es stillagen om op de kaart te kijken kwam er een Noorse Stormvogel meedrijven. En nog een. En nog drie. Heel dichtbij! Prachtvogels.
Gave beesten, met hun vuilige kleur, dondere ogen en klont op de neus... en groot ook!
Hoort er ook bij: dubbelportret-met-behulp-van-zonnebril
Later probeerde ik nog iets wat ik meen dat een Grote Jager was op de foto te zetten, maar dat wordt niks met een compactcameraatje. Even later kreeg ik wel ons doel voor die kajakdag in de smiezen: Gorilla-heimen, de volgende hut. Op Blomstrandhalvøya. Het is geen halvøy; het is een heus eiland, maar het kreeg de naam toen zich nog een gletscher knus om de steenklomp heenkrulde. Zo in '95 of zo smolt het ding zo ver af dat het ineens bleek dat er sprake was van een eiland. Maar de naam blijft. Zo zijn we helemaal om een schiereiland heengevaren... een aparte aktiviteit.
Er hopsten nog wat haveloos ogende rendieren rond de hut, wat hem extra gezellig maakte. Vergenoegd dronken we koffie, en maakten pasta klaar. Na het eten wilden we nog een stuk gaan lopen; het is op Blomstrandhalvøya dat Ny London, de verlaten nederzetting bij de mislukte marmergroeve, die ik in een postje van vorig jaar noemde (inclusief foto's), ligt. Sanja was er nog niet geweest. En het is wel de moeit waard! Maar we wilden natuurlijk niet saaisgewijs er recht heen schrijden, maar besloten tot een flinke omweg langs de hoogste top van het eiland. Dat is niet erg hoog, maar wel een eind uit de buurt. We deden het toch!
Gorillaheimen ligt schattig te zijn in majestueuze ambiance
Het is nog best rot lopen op veel plaatsen: het oppervlakte van halve eiland is van dat onzettend glaciale spul: in de zomer een octahedrisch patroon met stenen als de octaëders, met hele zompige modder al vulling. Heeft iets te maken met het steeds bevriezen en ontdooien van de permafrost. (Steeds ontdooien van permafrost? Ja, als de bovenste, zeg, twee meter in de zomer smelt telt het nog steeds als permafrost.) En vaak moet je dus over de randen van de octaëders balanceren omdat je wegzakt in de rest. Niet praktisch; wel gaaf.
Met wat imzoomen valt te zien dat het streeppatroon eigenlijk octagonaal is
Zo kwamen we bij de top. En het uitzicht was het gemodder waard. Maar het was al middernacht, dus we bleven niet de hele tijd staan. Op naar Ny London!
Confuus typ met de Noord-Atlantische oceaan op de achtergrond
Een rendier was nog zo vriendelijk heel Lucky Lukig over de horizon te wandelen
Het is een heel verschil om met een hele groep, gehesen in veiligheidspakken, omringd door twee waakzame types met geweren, naar zo'n historische plaats bebracht te worden. Per boot. En vanaf het strand over een breed pad. En dan als een Japanse tourist enige minuten krijgen om het bezienswaardige te zien. Of vanaf een bergtop door de blubber heen slijken, en dan met een klein meisje dat ook wel een geweer over haar schouder heeft, maar daar niet zo moeilijk mee loopt te doen, en dan de roestige stoommachine te zien opdoemen in de nachtzon, en op je gemak heen en weer kunnen darren, en zelfs een hut in te stekkeren; één van die gebouwtjes, daar mag je in slapen! We hadden zelfs pannekoekenmeel bij ons voor als we trek zouden krijgen, maar we waren meer moe, dus we bleven niet. En struikelden weer terug naar Gorillaheimen, waar we vier uur 's nachts aankwamen. En toen had ik na twee dagen en het een en ander aan zweet ernstig behoefte aan een douche met behulp van het beekje nabij de hut...
Bordje uit de groeve-tijd dat in de hut hing
We waren niet erg vroeg wakker. En genoten van veel koffie, en pannekoeken als ontbijt, in de zon. Maar we hadden Max en Fiona beloofd 's avonds naar de kroeg te komen. Op woensdag en zaterdag is deze open. Op woensdag niet erg lang, en de muziek is zacht; op zaterdag gaat het er wat wilder aan toe. Maar tegen het eind van het ontbijt was het alweer een
uur of vier 's middags, en we zaten aan de verkeerde kant van de fjord, dus we moesten er maar eens vandoor.
Koffie! Enb zon! En uitzicht!
Omdat ik niet erg vaak de kans krijg door Kongsfjorden (ook wel King's Bay, dus) te kajakken besloten we toch achter het eiland langs te varen. Veel verder, maar wel mooi! En mooi was het. Prachtweer, ook.
Sanja was niet erg fris (voorhoofdsholteontsteking, zou later blijken - waar hebben we dat eerder gehoord?), dus we deden het rustig aan. Kwamen een eindje voor we het eiland zouden verlaten ook nog een prachtgrot tegen. Die konden we niet weerstaan! En hij bood een mooi rustpunt voor we in de toch wel flinke wind de fjord over zouden moeten.
Even later was het dan toch zover. Best saai, een fjord over; je hebt vanaf het begin de andere kant al in het oog maar het lijkt maar niet dichterbij te komen. En de wind blies ons steeds de fjord uit. Ik denk dat we meer energie verbruikt hebben met het tegen de wind in kajakken dan we gebruikten voor het daadwerkelijk oversteken van de fjord. En Sanja had het er met haar zieke kop al moeilijk mee, maar natuurlijk kon het erger; een eindje voor Ny-Ålesund begaf haar roer het... das extra rot peddelen. Maar we kwamen er.
We trokken onze dry suits uit en ruimden de kajaks op, en doken toen rechtstreeks de kroeg in. Sanja, die de volgende dag om 8 uur alweer moest werken, meende dat het misschien verstandig was een nacht door te halen, omdat onze bioritmes volkomen aan gort waren. Maar in slaap vallen in de kroeg deed haar haar mening veranderen. En we togen bedwaarts.
De volgende dag was een werkdag. Eén van de dingen die Sanja moest doen was naar het Zeppelin station, op de berg. Daar staat een hele batterij aan instrumenten die afgelezen en gecontroleerd moet worden. Gelukkig is Sanja goed met apparaten; het is aan haar en Dorothea, de logistiek manager, om die hele santenkraam draaiende te houden, en Sanja is daar helemaal niet voor opgeleid. Dorothea misschien ook wel niet. Maar het schijnt wel erg leuk te zijn...
De kabelbaan naar het Zeppelin Station
Maar goed. Ik mocht mee! En nog een dame van de schoonmaakdienst. Die kwamen daar niet zo vaak, scheen... beide waren we enthousiast. En het uitzicht was prachtig. Verder was er ergens bij het dak nog wat stuk waar Sanja iets aan moest doen, dus ik mocht mee, en daar wordt het uitzicht alleen beter van.
Eén van de dingen die ze doen vanuit Zeppelin is de CO2 concentratie van de atmosfeer meten... het idee is dat de lucht daar schoon is. En de metingen spreken boekdelen... ik durf bijna te wedden dat dat plaatje wel es in de wetenschapsbijlage van een Nederlandse krant is verschenen.
Terwijl we daar boven ronddarden kwam zowaar Lance de fjord in varen. Ze kon niet naar de kade; die lag vol, met het door alle Ny-Ålesunders zeer verheugd ontvangen bevoorradingsschip (yay! Verse groenten!), maar we zagen de zodiacs gaan.
Hier is heel Ny-Ålesund te zien: een gat van niks! En aan de overkant van de fjord Blomstrandhalvøya. En links van de kade: Lance!
Eenmaal weer beneden ging ik ook nog even op zoek naar mosselen; ik had snel even mijn mail en blog bekeken, en ze wilde ook vanaf Svalbard wel een paar exemplaren. Helaas, geen mossel te vinden in Ny-Ålesund. Moet ik nog wel even doorgeven...
Na de lunch zouden Max en Fiona, die ook met regelmaat naar het Zeppelin Station moeten, zouden leren wat je moet doen als de kabelbaan het begeeft. En dan bedoel ik niet: neerstort, want daar kan je je moeilijk op voorbereiden, maar ik bedoel, als het bakje ergens stil blijft hangen. Eén van de dingen die je dan kan doen is er simpelweg uit springen en teruglopen. Saillant detail dat lui in de kabelbaan vaak geen geweer meenenem... maar goed. Eveneens niet van geweren voorzien gingen wij een stukje omhoog. Ik ben een tourist, maar ik mocht ook!
Hier heeft Max de sprong uit het cabinetje alweer achter de rug, en straalt weer alle rust uit. Op de achtergrond beschermengel Sanja - deze keer zonder geweer
En daar gaat Fiona!
Ik mocht zelfs eerst. Leuk! Je hangt jezelf in een canvas luier aan een automatische kabelrem en hop, gaan. Met iets meer aarzeling volgden de stationsleiders. En zo hadden we nog net tijd voor een bezoek aan het Nederlandse onderzoeksstation voor ik weer weg moest. Er zit één permanente wetenschapper: Maarten, een bioloog die met ganzen werkt. Hij had ook wat studenten rondhopsen, en zijn tienerzoon, en een amateur-ornitholoog... en het was een heel knus huisje waar ze zich ophielden. Was nog een van de huizen van Ny London geweest.
En zo was het tijd voor afscheid. Ik stond met Sanja en Max buiten het hok waar de bus staat die pessagiers van en naar het vliegveld brengt. Ze kwamen me halen zodat ze weg konden - hij stond op het punt er aan de andere kant uit te rijden. Nog een laatste knuffel voor Max, en een hele dikke voor Sanja, en daar ging ik. Terug naar Longyearbyen. Het was kort geweest, maar zeker de moeite waard. Als tourist in Ny-Ålesund, dat kunnen er weinig zeggen... ik had mazzel dat Sanja geauthoriseerd was een vliegticket voor me te bestellen. En ze genoeg vrije dagen had verdiend om die kajaktocht mogelijk te maken. En dat ik werd behandeld als NP-medewerker, en niet als een vieze vuile buitenstaander. En wat een mazzel met het weer! Maar zelfs met rotweer was het magisch geweest. Ny-Ålesund. Een raar oord, maar wat een gave...
Klaar om te gaan