Ik greep mijn analoge camera ook maar meteen aan voor het maken van wat overzichtelijker foto's van mijn huis. Deze kan namelijk de breedte van het huis bestrijken, wat moeilijk gedoe in photoshop overbodig maakt. Dus hierbij! Mijn woonkamer met keuken. De slaapkamer is alleen voor slapen en zut kwijt kunnen, dus zo aanschouwenswaardig is die niet.
30 August 2007
29 August 2007
De zomer is voorbij!
Het is eind augustus, maar op alle bergen in de omgeving ligt alweer verse sneeuw! En 's avonds is het alweer zo koud dat handschoenen op de fiets een goed idee is. 's Ochtends ook, eigenlijk. En 's nachts wordt het serieus donker. Wel mooi, met de volle maan door een wolkenflard boven Fløya, waar het restaurant bovenaan de kabelbaan dan een knus lichtje doet schijnen. Tot zover was het hier meestal net zo zomers als in Nederland, maar dat is nu waarschijnlijk wel voorbij. De winter is nakend! Dan ga ik echt weten wat het betekent om binnen de poolcirkel te wonen.
NB: nieuwe foto's Merian en Tromsdalstinden
Ik heb de met mijn analoge camera gemaakte foto's opgehaald. Wie nieuwsgierig is kijke op de postjes van begin augustus!
Blogs van anderen betreffende de Lance cruise
Wie voordat ik zelf terug ben wil weten wat we doen op de September-cruise rond Svalbard, met de Lance; die raad ik aan te kijken op de volgende blogs:
http://pooljaar.nl/noorderlicht
http://pooljaar.nl/verleden
http://sciencepub.blogg.no/
Verder, als het goed gaat is er dinsdag de 4e van 10 tot 11 op Radio 1 een Noorderlicht-uitzending met ons... misschien ook leuk! En de VPRO zet dat soort uitzendingen ook online dus het kan ook op andere tijden beluisterd worden.
http://pooljaar.nl/noorderlicht
http://pooljaar.nl/verleden
http://sciencepub.blogg.no/
Verder, als het goed gaat is er dinsdag de 4e van 10 tot 11 op Radio 1 een Noorderlicht-uitzending met ons... misschien ook leuk! En de VPRO zet dat soort uitzendingen ook online dus het kan ook op andere tijden beluisterd worden.
Bruiloft Marieke en Antero
Donderdagochtend vroeg stapte ik, de regen uit, in de bus naar Rovaniemi, bij wijze van start van mijn reis naar de bruiloft van mijn Finse zus met haar vent Antero. Met ”Wuthering Heights” in mijn bagage toog ik zuidoostwaarts. Het landschap is het 1e stuk, bijv. bij Skibotn, erg imposant. Ook dichter bij de Finse grens, waar de bergen heuvels zijn geworden, maar overvloedig smeltwater woeste kloven heeft ingesneden. Al reizende werd het weer steeds beter, en bij Kilpisjärvi scheen de zon. Goede manier van reizen! Mijn tijd verdelend tussen naar buiten kijken en mij verdiepen in de ellende die een foute huwelijkskeus teweeg kan brengen legde ik de honderden kilometers af, tot Rovaniemi was bereikt. Dat is een erg lelijk stadje, maar je kon er wel bij 24 graden, en in de zon, een biertje drinken, en even een nonchalante pizza naar binnen duwen voordat de 2e etappe een aanvang had. Die etappe betrof de nachttrein; daar eenmaal in was ik snel onder zeil. En werd de volgende ochtend wakker met verregend zuid-Finland achter het treinraampje.
Op een verder leeg perron stond Marieke me al op te wachten. Goed! Ze nam me mee naar huis voor koffie en kennismaking met Quirine, de enige al dan niet tijdelijke bewoner van het huis die ik nog niet kende. Antero en Iris kende ik al. Iris had de zware taak van ceremoniemeester (1 van de 2; bij die Finnen hebben beide bijna-echtelieden een eigen MC) in haar mik.
De rest van de dag ging op aan zwatelen en voorbereidingen. Bordjes voor de tafelschikking uitprinten en snijden, de wals oefenen, tafels schuiven, dat werk. We moesten er al voor naar Suomenlinna, het eiland waar zich het een en ander af zou spelen. Top! Ik vind het mooi. Militair eilandje, dat een functie had in havenbelasting en stadsverdediging en dergelijke, naar mijn weten. Kinderkopjes en oude forten. En een kerk annex vuurtoren. Maar de bruiloft was in de officiersmess. Geweldig! Lelijke leren stoelen, overal munitie-in-andere-functie, en portretten van mannen in uniformen aan alle muren. Maar de feestzaal, waar het vooral om ging, viel mee: die was meer universeel sfeervol. Toen we de pont terug gemist bleken te hebben hebben we dat in een voordeel omgezet door erg lekker te eten in de bij de aanlegsteiger gelegen brouwerij…
De dag zelf ging nog even zo door. Blikjes aan een touwtje rijgen, bloemen halen, dat sort dingen. En dan die kant eens op! Al snel stond het vol met Törhöset. Er waren, bruid meegerekend, maar 4 Sahers. Ook wel logisch; voor die Finnen is het wat dichterbij, en die zijn wat meer van de tradities, en die liggen ook net wat minder met elkaar overhoop dan de Sahers doen. Veel onbekende gezichten dus. Maar dat geeft niet.
En toen schreed ze aan de arm van mijn vader, helemaal in vol ornaat, de zaal in. Mooi! Wim gaf haar weg aan Antero. Fraaie scene. Gevolgd door de rest van het programma, met veel muziek en toespraken en zo. En eten. Aan het eind van het diner was er nog wel een scene waar ik enigszins moeilijk tegenaan keek. Die wals, die hadden we niet voor niets in de huiskamer geoefend, de dag ervoor! Er werd een wals gespeeld, en M&A moesten de dans openen, gevolgd door de vader van de bruid met de moeder van de bruidegom, en het reciproke paar. Omdat mijn moeder er niet was moest ik dan maar voor haar invallen. Vertellen ze je ook niet ruim van tevoren. Dus ik ging de dansvloer op! Gelukkig kan Matti, de vader van Antero, goed leiden. Hij danst wel als een derwish dus ik kwam licht duizelig de dansvloer weer af. Maar het ging goed! En alles bij elkaar stond ik wat te kijken van hoe traditioneel mijn rebelse zus haar huwelijk vierde maar ze was er zelf blij mee. Dan hoor je mij niet meer klagen.
Deze foto behoeft geen uitleg.
Tijdens het nemen van deze foto was er waarschijnlijk een al dan niet erg juveniele Törhönen iets muzikaals aan het doen. Deze foto heeft mooi alle aanwezige Sahers weten te vangen. Mijn vader is als vader van de bruid herkenbaar aan het bloemetje op zijn revers. Rechts zit mijn oom. En met deze resolutie is het niet zo goed te zien, maar op de achtergrond is Tommi, de "bestman", (niet beastman!) dubieus aan het gesticuleren...
De dag na de bruiloft ging de Nederlandse delegatie wat door Helsinki slierten. M&A sloten zich er ook vrij snel bij aan. Was een erg goede ontspannen dag met dingen als koffie op een terras, en een wandelingetje langs de haven (als afscheidingsbeweging van de rest die overstuurd aan het shoppen was) en een diner bij Zetor. Dat diner werd nog even aangegrepen voor heftige familiediscussies, maar wel met een soepel einde.
Maandag zou iedereen die t/m zondag nog in Helsinki gelogeerd had weggaan. We togen naar de supermarkt (voor voer voor onderweg) en de slijter (wie had gedacht dat ik nog es in Finland mijn goedkope drankinkopen zou doen) en voor de laatste maal naar Stockmann voor laatste-moment-overstuurd-shoppen. Waarna in twee etappes alle logeerdames afscheid namen. Voor mij betekende dat in de trein Wuterhing Heights uitlezen en gaan slapen, en dan dat hele eind bus nog. ”The portrait of Dorian gray” is nou ook uit.
Ergers later gaan zus en vent nog op huwelijksreis. Ik hoop dat ze erg blij terugkijken op de trouwdag…
Op een verder leeg perron stond Marieke me al op te wachten. Goed! Ze nam me mee naar huis voor koffie en kennismaking met Quirine, de enige al dan niet tijdelijke bewoner van het huis die ik nog niet kende. Antero en Iris kende ik al. Iris had de zware taak van ceremoniemeester (1 van de 2; bij die Finnen hebben beide bijna-echtelieden een eigen MC) in haar mik.
De rest van de dag ging op aan zwatelen en voorbereidingen. Bordjes voor de tafelschikking uitprinten en snijden, de wals oefenen, tafels schuiven, dat werk. We moesten er al voor naar Suomenlinna, het eiland waar zich het een en ander af zou spelen. Top! Ik vind het mooi. Militair eilandje, dat een functie had in havenbelasting en stadsverdediging en dergelijke, naar mijn weten. Kinderkopjes en oude forten. En een kerk annex vuurtoren. Maar de bruiloft was in de officiersmess. Geweldig! Lelijke leren stoelen, overal munitie-in-andere-functie, en portretten van mannen in uniformen aan alle muren. Maar de feestzaal, waar het vooral om ging, viel mee: die was meer universeel sfeervol. Toen we de pont terug gemist bleken te hebben hebben we dat in een voordeel omgezet door erg lekker te eten in de bij de aanlegsteiger gelegen brouwerij…
De dag zelf ging nog even zo door. Blikjes aan een touwtje rijgen, bloemen halen, dat sort dingen. En dan die kant eens op! Al snel stond het vol met Törhöset. Er waren, bruid meegerekend, maar 4 Sahers. Ook wel logisch; voor die Finnen is het wat dichterbij, en die zijn wat meer van de tradities, en die liggen ook net wat minder met elkaar overhoop dan de Sahers doen. Veel onbekende gezichten dus. Maar dat geeft niet.
En toen schreed ze aan de arm van mijn vader, helemaal in vol ornaat, de zaal in. Mooi! Wim gaf haar weg aan Antero. Fraaie scene. Gevolgd door de rest van het programma, met veel muziek en toespraken en zo. En eten. Aan het eind van het diner was er nog wel een scene waar ik enigszins moeilijk tegenaan keek. Die wals, die hadden we niet voor niets in de huiskamer geoefend, de dag ervoor! Er werd een wals gespeeld, en M&A moesten de dans openen, gevolgd door de vader van de bruid met de moeder van de bruidegom, en het reciproke paar. Omdat mijn moeder er niet was moest ik dan maar voor haar invallen. Vertellen ze je ook niet ruim van tevoren. Dus ik ging de dansvloer op! Gelukkig kan Matti, de vader van Antero, goed leiden. Hij danst wel als een derwish dus ik kwam licht duizelig de dansvloer weer af. Maar het ging goed! En alles bij elkaar stond ik wat te kijken van hoe traditioneel mijn rebelse zus haar huwelijk vierde maar ze was er zelf blij mee. Dan hoor je mij niet meer klagen.
Deze foto behoeft geen uitleg.
Tijdens het nemen van deze foto was er waarschijnlijk een al dan niet erg juveniele Törhönen iets muzikaals aan het doen. Deze foto heeft mooi alle aanwezige Sahers weten te vangen. Mijn vader is als vader van de bruid herkenbaar aan het bloemetje op zijn revers. Rechts zit mijn oom. En met deze resolutie is het niet zo goed te zien, maar op de achtergrond is Tommi, de "bestman", (niet beastman!) dubieus aan het gesticuleren...
De dag na de bruiloft ging de Nederlandse delegatie wat door Helsinki slierten. M&A sloten zich er ook vrij snel bij aan. Was een erg goede ontspannen dag met dingen als koffie op een terras, en een wandelingetje langs de haven (als afscheidingsbeweging van de rest die overstuurd aan het shoppen was) en een diner bij Zetor. Dat diner werd nog even aangegrepen voor heftige familiediscussies, maar wel met een soepel einde.
Maandag zou iedereen die t/m zondag nog in Helsinki gelogeerd had weggaan. We togen naar de supermarkt (voor voer voor onderweg) en de slijter (wie had gedacht dat ik nog es in Finland mijn goedkope drankinkopen zou doen) en voor de laatste maal naar Stockmann voor laatste-moment-overstuurd-shoppen. Waarna in twee etappes alle logeerdames afscheid namen. Voor mij betekende dat in de trein Wuterhing Heights uitlezen en gaan slapen, en dan dat hele eind bus nog. ”The portrait of Dorian gray” is nou ook uit.
Ergers later gaan zus en vent nog op huwelijksreis. Ik hoop dat ze erg blij terugkijken op de trouwdag…
22 August 2007
Drie dagen microscopen tot je scheel ziet
Marijn is naar Italië, mijn huis is weer opgeruimd, het leven kan weer -heel even- terug naar normaal. Omdat al die grappen met hiken en bruiloften handenvol vrije dagen kosten ben ik nu bezig even weer wat nieuwe te verdienen. Microscoopwerk zo ver het oog reikt! Maar ook wel es lekker. Het schiet tenminste op. Het blijkt dat je monsters met nauwelijsk forams erin niet per se tot het bittere einde (van 300 recentelijk overleden forams) hoeft uit te zoeken. Dat scheelt! Nu zit er schot in. Al is een nieuwe AIO (volgens Dorthe "exactly as blind as you are") er met mijn goeie oculair vandoor. En dan is de vergroting niet genoeg om op elkaar lijkende, kleine soorten van elkaar te onderscheiden. Maar men moet wat. Er gaat een nieuwe microscoop besteld worden! Net voor ik hier kwam was er hier bij mijn weten één foramonderzoeker, en één diatomeënonderzoeker. Inmiddels is dat 3 en 2. Meer zut nodig!
En morgenochtend half acht stap ik in de bus naar Rovaniemi. Ik ben erg benieuwd.
Plaatjes: een Globigerionoides ruber (waarover in min proefschrift veel te doen is) in het oog van de naald. En een Uvigerina sp., die meer in de richting zit van wara ik me hier mee bezig houd. Beide plaatjes gegapt van de website van University of California Museum of Paleontology
En morgenochtend half acht stap ik in de bus naar Rovaniemi. Ik ben erg benieuwd.
Plaatjes: een Globigerionoides ruber (waarover in min proefschrift veel te doen is) in het oog van de naald. En een Uvigerina sp., die meer in de richting zit van wara ik me hier mee bezig houd. Beide plaatjes gegapt van de website van University of California Museum of Paleontology
19 August 2007
Senja
De boot was stipt, de bus sloot aan, en zette ons op verzoek keurig bij het begin van de route af. Kwart over 8 ’s ochtends begonnen we aan de route! Helaas nog volkomen gaar van de dag ervoor. Na een uurtje door de zomp klotsen deden we dus maar een pauze. Waarin ik omniddellijk in slaap viel. Die dag zijn we niet ver gekomen, want bij de lunch viel ik weer in slaap. Maar dat gaf niks. Het was mooi weer, er lag een meertje, de omgeving was fraai.
De 2e dag Senja ging het al snel regenen, maar dat maakte het landschap alleen maar fraaier. We vervolgden onze weg door de zomp. Zomp is best vermoeiend, omdat je bij elke stap een eindje weg zakt. En je schoenen raken doorweekt en je krijgt badvoeten.
De rest van de tijd bleef het zomp, of hellingen, of colletjes. Hellingen waren de pest, want zelfs als er een pad was was dat meestal erg slecht. Van die puinhellingen met varens erop, waardoor je niet kan zien waar je je voeten neerzet, wat iets is dat je wel graag doet op een puinhelling. Colletjes waren gaaf. Loopt lekker, en je kijkt van het ene dal in het andere, en meestal zie je in geen van beide ook maar het geringste teken van menselijke invloed. Senja zal de afgelopen paar duizend jaar maar weinig veranderd zijn. Wat je soms wel ziet zijn lemmingen, die soms maar weinig haast maken om voor je weg te rennen, en veel roofvogels. Marijn sprak al snel van adelaars, wat me een beetje té gaaf leek, tot er een heel laag over kwam. Wat een reusachtig beest! Dat kan er inderdaad wel een geweest zijn.
Wat we ergens aan het eind van een middag wel tegenkwamen was een staatsbosbeheer hutje. Gewoon open, met bedden erin, en een kacheltje, en pannen, en een paar olielampen, en dat soort dingen. Heel knus! We besloten er die nacht te blijven. Whisky drinken en uit het raam kijken en het leven doornemen terwijl de muggen buiten zoemen. Niks mis mee.
Dat Senja trouwens zo’n zompboel is heeft wel als voordeel dat je je nooit zorgen hoeft te maken over drinkwater. Het is overal. En een kampeerplaats heeft ook altijd wel een meertje en wat beekjes in de buurt, zodat je schoon en fris je bed in kan ’s avonds. Dat is wel lekker. Al zou een tiende van die hoeveelheid water nog steeds prima zijn geweest.
Bij elkaar zorgden slechte of afwezige paden, en meegenomen vermoeidheid, er toe dat we het initiele plan betreffende een bushalte om naartoe te lopen moesten laten varen. We hadden twee dagen nog snoeihard moeten doorsjokken om het te redden, en dat was wegens gare voeten waarschijnlijk niet meer leuk geweest. We zijn naar de dichtstbijzijnde asfaltweg gelopen en hebben een lift gebietst naar Finnsnes, waarvandaan er een boot naar Tromsø gaat. Hadden we nog een dag voor een vrijdags wandelingetje op Kvaløya. Ook leuk!
En inmiddels zal Marijn in Frankrijk of Italië aangekomen zijn om met de Piemonte kliek te lopen. Ik heb nu een paar dagen om zowaar mijn gewone werk te doen. Donderdagaochtend vroeg vertrek ik naar Finland om mijn zus in het huwelijk te zien treden.
De 2e dag Senja ging het al snel regenen, maar dat maakte het landschap alleen maar fraaier. We vervolgden onze weg door de zomp. Zomp is best vermoeiend, omdat je bij elke stap een eindje weg zakt. En je schoenen raken doorweekt en je krijgt badvoeten.
De rest van de tijd bleef het zomp, of hellingen, of colletjes. Hellingen waren de pest, want zelfs als er een pad was was dat meestal erg slecht. Van die puinhellingen met varens erop, waardoor je niet kan zien waar je je voeten neerzet, wat iets is dat je wel graag doet op een puinhelling. Colletjes waren gaaf. Loopt lekker, en je kijkt van het ene dal in het andere, en meestal zie je in geen van beide ook maar het geringste teken van menselijke invloed. Senja zal de afgelopen paar duizend jaar maar weinig veranderd zijn. Wat je soms wel ziet zijn lemmingen, die soms maar weinig haast maken om voor je weg te rennen, en veel roofvogels. Marijn sprak al snel van adelaars, wat me een beetje té gaaf leek, tot er een heel laag over kwam. Wat een reusachtig beest! Dat kan er inderdaad wel een geweest zijn.
Wat we ergens aan het eind van een middag wel tegenkwamen was een staatsbosbeheer hutje. Gewoon open, met bedden erin, en een kacheltje, en pannen, en een paar olielampen, en dat soort dingen. Heel knus! We besloten er die nacht te blijven. Whisky drinken en uit het raam kijken en het leven doornemen terwijl de muggen buiten zoemen. Niks mis mee.
Dat Senja trouwens zo’n zompboel is heeft wel als voordeel dat je je nooit zorgen hoeft te maken over drinkwater. Het is overal. En een kampeerplaats heeft ook altijd wel een meertje en wat beekjes in de buurt, zodat je schoon en fris je bed in kan ’s avonds. Dat is wel lekker. Al zou een tiende van die hoeveelheid water nog steeds prima zijn geweest.
Bij elkaar zorgden slechte of afwezige paden, en meegenomen vermoeidheid, er toe dat we het initiele plan betreffende een bushalte om naartoe te lopen moesten laten varen. We hadden twee dagen nog snoeihard moeten doorsjokken om het te redden, en dat was wegens gare voeten waarschijnlijk niet meer leuk geweest. We zijn naar de dichtstbijzijnde asfaltweg gelopen en hebben een lift gebietst naar Finnsnes, waarvandaan er een boot naar Tromsø gaat. Hadden we nog een dag voor een vrijdags wandelingetje op Kvaløya. Ook leuk!
En inmiddels zal Marijn in Frankrijk of Italië aangekomen zijn om met de Piemonte kliek te lopen. Ik heb nu een paar dagen om zowaar mijn gewone werk te doen. Donderdagaochtend vroeg vertrek ik naar Finland om mijn zus in het huwelijk te zien treden.
Tromsdalstinden
Acht uur nadat ik na de Meriancruise weer op de luchthaven van Tromsø landde deed Marijn dat ook. Het was een goed weerzien. Na deze met een biertje en een avondwandelingetje gevierd te hebben was het toch wel bedtijd. En dat bleef het best lang. Zaterdag was een dag voor flink uitslapen, plannen maken, NP laten zien, en een biertje doen op het terras van Driv, de studentenkroeg in de haven, met wat bevriende Duitsers (die zijn altijd in voor een biertje). Omdat je op zondag met OV het eiland nauwelijks af kan hadden we besloten op zondag Tromsdalstinden op te gaan, en dan maandagochtend vroeg naar Senja te gaan. We hadden een mooie extra lange U-vormige route bedacht. We kwamen niemand tegen tot we op de officiele route terechtkwamen. De route zelf was vrij druk, maar wat wil je op een mooie zondag. En het is de moeite waard! Wat een uitzicht. Je kijkt westwaarts zo over de zee uit, en noordwaarts over het volkomen maanlandschap van Tomasjordfjellet, en oostwaarts tegen de imposante bergen van Lyngen aan. Prachtig. Ik ga zeker nog es over Tomasjordfjellet heen struikelen.
Op weg naar beneden weken we weer van het pad af. Mooi maar niet altijd handig. Je eindigt dan op zijn best op rare onvoorspelbare rendierenpaadjes.
En het werd al laat. We hebben dus een deel van de route maar laten zitten en zijn terug gegaagn naar de fietsen. Die we half tien ’s avonds weer onder onze konten hadden. Dus dat was als een speer eten en inpakken, en dan naar bed, want de boot zou al zeven uur ’s ochtends gaan.
Analoge foto's:
Op weg naar beneden weken we weer van het pad af. Mooi maar niet altijd handig. Je eindigt dan op zijn best op rare onvoorspelbare rendierenpaadjes.
En het werd al laat. We hebben dus een deel van de route maar laten zitten en zijn terug gegaagn naar de fietsen. Die we half tien ’s avonds weer onder onze konten hadden. Dus dat was als een speer eten en inpakken, en dan naar bed, want de boot zou al zeven uur ’s ochtends gaan.
Analoge foto's:
10 August 2007
Verslag Merian Cruise - nawoord
Ben weer heel even terug! Ik heb even snel wat foto's in het verslag gemikt. Dat verslag dat even door een ongeevenaarde en op internet aangesloten held online was gezet. Vanaf zo'n schip kan je niet surfen maar wel kale tekst mailen. Dit is nog maar het begin! Deze foto's zijn vooralsnog diegenen die ik zelf met mijn digitale cameraatje heb gemaakt, en een paar die op de server van het schip stonden. Ik hoop er nog bij te kunnen vermelden wie ze heeft gemaakt. Denkbaar dat het onze fotograaf, Christian Morel, was.
Ik ga zo'n beetje meteen door hiken, dus dan zijn er even geen updates, maar als ik terug ben ga ik proberen van meer mensen (met betere camera's) foto's los te peuteren, en ga ik ook mijn analoge foto's laten ontwikkelen. en dan vervolgens weer scannen. Mijn digitale cameraatje kan de schoonheid van Svalbard eigenlijk niet aan. Dan post ik nog wel wat extra foto-postjes! Het is de moeite waard.
Ik ga zo'n beetje meteen door hiken, dus dan zijn er even geen updates, maar als ik terug ben ga ik proberen van meer mensen (met betere camera's) foto's los te peuteren, en ga ik ook mijn analoge foto's laten ontwikkelen. en dan vervolgens weer scannen. Mijn digitale cameraatje kan de schoonheid van Svalbard eigenlijk niet aan. Dan post ik nog wel wat extra foto-postjes! Het is de moeite waard.
Verslag Merian - deel laatst
Donderdag
Ik heb geen idee waarom ik het in mijn hoofd haalde om op het ontbijt te verschijnen, aangezien dat betekende dat ik maar 2 uur slaap had. Toen na het ontbijt niemand aanstalten maakte om schoon te gaan maken ben ik maar weer naar bed gegaan. Toen ik weer wakker werd was de hangar (geen idee waarom ze dat zo noemen, maar het is het overdekte stuk achterdek waar we de kernen verwerken) al schoon. Schaamte was mijn deel. Maar dat kon ik nog goedmaken want er waren nog zat labs die gedweild moesten worden. Dat ging vrij rap dus er was nog tijd voor een tukje. Wat goed was, want tijdens het dweilen van de labs kwam er een bericht door van Neptunus, gelardeerd met berispingen. Een brandslang lag al dreigend op het dek. De gevreesde 80-graden-noorddoop was aanstaande. Toen Neptunus (een van de matrozen met een haak en een IJslandse toeristenmuts) verscheen, na een fotopresentatie van onze meevarende fotograaf, bleek het erg mee te vallen. Iedereen moest om de beurt knielen op een bankje, wat gestook van Neptunus pareren, en veel drank beloven. Intussen werden je voeten gewassen met zeewater en prak uit de keukenmachine. Aan het eind werd je naam gevraagd (die je eerder op de dag uitgereikt had gehad). Had je dat goed kreeg je je certificaat. Noem mij niet Margot, noem mij Longyearbyen Leepelaar!
Er was over sommige namen nogal wat huilariteit. De topografische namen boeiden niet zo, maar over de dierennamen was meer te doen. De Humpback Whale was not amused. Wat de Jacobs Clam niet begreep want die vond dergelijks tenminste nog stoer. Henning Bauch, een van de leidende wetenschappers, en een beetje een haantje, mocht zich tot veler amusement tooien met de naam Mud Worm. Deze mocht ons nog verblijden met een verhaal over zijn onderzoek, hetwelk aantoonde dat een week op een Duits schip goed is voor je Duits, want in deze taal vertelde hij zijn rap gebrachte verhaal en het was perfect duidelijk. Na zijn verhaal was het tijd voor de bar. Alwaar wij onze laatste avond op dit mooie schip doorbrachten.
Vrijdag
De vrijdag is nog niet om, maar het idee is dat hij cruisetechnisch opgaat aan opruimen, schoonmaken en wegwezen. Dat kan ik ook wel van tevoren opschrijven! Het is een mooie tocht geweest. Over een maand ben ik hier terug...
Ik heb geen idee waarom ik het in mijn hoofd haalde om op het ontbijt te verschijnen, aangezien dat betekende dat ik maar 2 uur slaap had. Toen na het ontbijt niemand aanstalten maakte om schoon te gaan maken ben ik maar weer naar bed gegaan. Toen ik weer wakker werd was de hangar (geen idee waarom ze dat zo noemen, maar het is het overdekte stuk achterdek waar we de kernen verwerken) al schoon. Schaamte was mijn deel. Maar dat kon ik nog goedmaken want er waren nog zat labs die gedweild moesten worden. Dat ging vrij rap dus er was nog tijd voor een tukje. Wat goed was, want tijdens het dweilen van de labs kwam er een bericht door van Neptunus, gelardeerd met berispingen. Een brandslang lag al dreigend op het dek. De gevreesde 80-graden-noorddoop was aanstaande. Toen Neptunus (een van de matrozen met een haak en een IJslandse toeristenmuts) verscheen, na een fotopresentatie van onze meevarende fotograaf, bleek het erg mee te vallen. Iedereen moest om de beurt knielen op een bankje, wat gestook van Neptunus pareren, en veel drank beloven. Intussen werden je voeten gewassen met zeewater en prak uit de keukenmachine. Aan het eind werd je naam gevraagd (die je eerder op de dag uitgereikt had gehad). Had je dat goed kreeg je je certificaat. Noem mij niet Margot, noem mij Longyearbyen Leepelaar!
Er was over sommige namen nogal wat huilariteit. De topografische namen boeiden niet zo, maar over de dierennamen was meer te doen. De Humpback Whale was not amused. Wat de Jacobs Clam niet begreep want die vond dergelijks tenminste nog stoer. Henning Bauch, een van de leidende wetenschappers, en een beetje een haantje, mocht zich tot veler amusement tooien met de naam Mud Worm. Deze mocht ons nog verblijden met een verhaal over zijn onderzoek, hetwelk aantoonde dat een week op een Duits schip goed is voor je Duits, want in deze taal vertelde hij zijn rap gebrachte verhaal en het was perfect duidelijk. Na zijn verhaal was het tijd voor de bar. Alwaar wij onze laatste avond op dit mooie schip doorbrachten.
Vrijdag
De vrijdag is nog niet om, maar het idee is dat hij cruisetechnisch opgaat aan opruimen, schoonmaken en wegwezen. Dat kan ik ook wel van tevoren opschrijven! Het is een mooie tocht geweest. Over een maand ben ik hier terug...
Verslag Merian - deel 3
Dinsdag
Dinsdagochtend had ik parasoundwacht van 8 tot 10. Een box core werd geroutineerd weggewerkt, waarna het uur der waarheid toch wel was aangebroken: het naar boven halen van een nieuwe kastencore. Om een uur of 12 was hij boven. Inmiddels wist zowel bemanning als wetenschappersschare wel wat er moest gebeuren en hoe dat het beste gaat, dus als een geoliede oorlogsmachine togen we aan de slag. Kern open, snijden, beschrijven, meten, fotograferen, liners erin, liners er weer uit, liners schoon, dicht en beschreven, en na 5 sets liners de losse monsters. En dan de rest in een trog en overboord. Modder zover het oog reikt! Voor het avondeten onderbraken we even, maar verder hebben we met vereende krachten doorgezet tot het af was. Tegen die tijd was het een uur of één ’s nachts, en waren we allemaal afgedraaid. Gelukkig waren er twee Duitsers in staat gebleken het scheepswinkeltje tijdens de zeer schimmige openingstijden te bezoeken, dus het laatste uur werk ging samen op met bier drinken. En tussen één en twee beperkten we ons met onze laatste krachten tot het laatste. En sliepen daarna als blokken.
Woensdag
Woensdag was een veel rustigere dag. Iedereen was nog gaar van de dinsdag, zo ook Katrine, en mijn slapie Kate, en ik. We hebben even aangetoond dat je redelijk goed wakker wordt van de kastencore en de troggen schoonspuiten met ijskoud zeewater. Daarna waren we klaar voor de wat gebruikelijker bezigheden, zoals daar waren wat parasoundwerk, een aantal box cores, en een aantal gravity cores. Allemaal prima behapbaar. En onderbroken door een rondleiding langs de machine, en de lieren, en de rest van het ruige spul in de regionen van het schip waar je anders als wetenschapper niet komt. Niets meer over van de waarschijnlijk ingebeelde romantiek ten tijde van dat mijn opa machinekamers onveilig maakte! Nergens nog imposante bewegingen, ontsnappend stoom of dikke lagen smeerolie. Alles weggewerkt en schoon. Voor arbo- en milieuoverwegingen. Wel goed, daar niet van, maar niet al te imposant meer. Maar terug naar de werkzaamheden. Ik maakte ergens de fout om, bij het in stukken de pvc liner uit de stalen buis te halen, de taak op me te nemen de pvc buis schoon te maken. Das nodig anders houdt tape noch edding erop. En op te merken dat ik het wel een mooie verdeling vond dat de mannen het ragwerk deden en ik het schoonmaakwerk. Doe dat niet met Duitsers! Ik vond het oprecht wel amusant, maar zo werd het niet opgevat. Onmiddellijk werd ik aan het werk gezet met de liner eruit sleuren en in stukken snijden. Eigenlijk leuker, maar zo bedoelde ik het niet. Gelukkig was er één taak die ze me niet hebben laten doen. Aan de onderkant van de stalen buis zit de core catcher. Die moet er af voor je de pvc liner eruit kan halen. Maar de bedoeling is dat je die eraf weet te halen zonder het sediment dat erin zit mee te nemen. De pragmatische oplossing daarvoor: twee sterke mannen raggen de core catcher van de kern af, terwijl een derde sterke man een lege drankfles door de core catcher heen duwt. Als dat lukt heb je je sedimentkolom intact gelaten. Helaas is het volkomen ondoenlijk. Steffen heeft nog steeds de afdruk van de fles in zijn handen staan.
Maar ergens ’s avonds waren we klaar met de laatste kern van de tocht, en konden we opruimen. En iedereen neigde ertoe om te vieren dat het de laatste was. Een ware debaucherij (lexicologen huivert!) van tafeltennis, tafelvoetbal, darts, bier en chocomel-met-wodka (?) volgde. Er is aangetoond dat ik met meer drank op sneller mijn dartsgaven verlies dan mijn vaargenoten, maar dat het juist langzamer gaat met tafelvoetbal. Eindelijk waren er ook genoeg enthousiastelingen voor 2 tegen 2! Ik heb zelfs nog gespeeld met kaas als inzet, en gewonnen. Maar tegen die tijd was het 5 uur en was iedereen dronken en was het toch wel tijd om te gaan slapen.
Dinsdagochtend had ik parasoundwacht van 8 tot 10. Een box core werd geroutineerd weggewerkt, waarna het uur der waarheid toch wel was aangebroken: het naar boven halen van een nieuwe kastencore. Om een uur of 12 was hij boven. Inmiddels wist zowel bemanning als wetenschappersschare wel wat er moest gebeuren en hoe dat het beste gaat, dus als een geoliede oorlogsmachine togen we aan de slag. Kern open, snijden, beschrijven, meten, fotograferen, liners erin, liners er weer uit, liners schoon, dicht en beschreven, en na 5 sets liners de losse monsters. En dan de rest in een trog en overboord. Modder zover het oog reikt! Voor het avondeten onderbraken we even, maar verder hebben we met vereende krachten doorgezet tot het af was. Tegen die tijd was het een uur of één ’s nachts, en waren we allemaal afgedraaid. Gelukkig waren er twee Duitsers in staat gebleken het scheepswinkeltje tijdens de zeer schimmige openingstijden te bezoeken, dus het laatste uur werk ging samen op met bier drinken. En tussen één en twee beperkten we ons met onze laatste krachten tot het laatste. En sliepen daarna als blokken.
Woensdag
Woensdag was een veel rustigere dag. Iedereen was nog gaar van de dinsdag, zo ook Katrine, en mijn slapie Kate, en ik. We hebben even aangetoond dat je redelijk goed wakker wordt van de kastencore en de troggen schoonspuiten met ijskoud zeewater. Daarna waren we klaar voor de wat gebruikelijker bezigheden, zoals daar waren wat parasoundwerk, een aantal box cores, en een aantal gravity cores. Allemaal prima behapbaar. En onderbroken door een rondleiding langs de machine, en de lieren, en de rest van het ruige spul in de regionen van het schip waar je anders als wetenschapper niet komt. Niets meer over van de waarschijnlijk ingebeelde romantiek ten tijde van dat mijn opa machinekamers onveilig maakte! Nergens nog imposante bewegingen, ontsnappend stoom of dikke lagen smeerolie. Alles weggewerkt en schoon. Voor arbo- en milieuoverwegingen. Wel goed, daar niet van, maar niet al te imposant meer. Maar terug naar de werkzaamheden. Ik maakte ergens de fout om, bij het in stukken de pvc liner uit de stalen buis te halen, de taak op me te nemen de pvc buis schoon te maken. Das nodig anders houdt tape noch edding erop. En op te merken dat ik het wel een mooie verdeling vond dat de mannen het ragwerk deden en ik het schoonmaakwerk. Doe dat niet met Duitsers! Ik vond het oprecht wel amusant, maar zo werd het niet opgevat. Onmiddellijk werd ik aan het werk gezet met de liner eruit sleuren en in stukken snijden. Eigenlijk leuker, maar zo bedoelde ik het niet. Gelukkig was er één taak die ze me niet hebben laten doen. Aan de onderkant van de stalen buis zit de core catcher. Die moet er af voor je de pvc liner eruit kan halen. Maar de bedoeling is dat je die eraf weet te halen zonder het sediment dat erin zit mee te nemen. De pragmatische oplossing daarvoor: twee sterke mannen raggen de core catcher van de kern af, terwijl een derde sterke man een lege drankfles door de core catcher heen duwt. Als dat lukt heb je je sedimentkolom intact gelaten. Helaas is het volkomen ondoenlijk. Steffen heeft nog steeds de afdruk van de fles in zijn handen staan.
Maar ergens ’s avonds waren we klaar met de laatste kern van de tocht, en konden we opruimen. En iedereen neigde ertoe om te vieren dat het de laatste was. Een ware debaucherij (lexicologen huivert!) van tafeltennis, tafelvoetbal, darts, bier en chocomel-met-wodka (?) volgde. Er is aangetoond dat ik met meer drank op sneller mijn dartsgaven verlies dan mijn vaargenoten, maar dat het juist langzamer gaat met tafelvoetbal. Eindelijk waren er ook genoeg enthousiastelingen voor 2 tegen 2! Ik heb zelfs nog gespeeld met kaas als inzet, en gewonnen. Maar tegen die tijd was het 5 uur en was iedereen dronken en was het toch wel tijd om te gaan slapen.
07 August 2007
Verslag Merian - deel 2
Zondag
Om een uur of 8 werden we afgelost door de volgende shift, en konden we gaan ontbijten. De rest van de dag namen we, bij nader inzien, alleen box cores en gravity cores (de iets minder geavanceerde versie van een piston core, zeg maar). De box core weigerde twee maal (er zat iets achterstevoren), dus er was niet zo intens veel werk. Wel gelegenheid tot een beetje bijslapen tussen de bedrijven door. En Steffen inmaken. ’s Avonds trok een van de Duitsers een doos bier open tussen het werk door. Goed dat, officieel mag je volgens de regels van het schip 6 uur voor een shift niet drinken. Maar in de praktijk valt het allemaal mee. Ik had het vast gevraagd aan de kerel die over de echo sounder gaat. Ik wist dat ik een nachtdienst zou moeten draaien op dat ding. En strikt gezien zou ik dan vanaf 6 uur ’s avonds niet mogen drinken. Maar hij vond alles best zolang ik maar niet van mijn stoel zou donderen. Dus om middernacht verliet ik het modderig bacchanaal en ging bij de echo sounder zitten. Vier uur lang valt best mee. Steffen kwam me nog een biertje brengen. En veel meer dan 6 keer op een knopje drukken en elk half uur wat gegevens opschrijven hoef je niet te doen. Dientengevolge ben ik nu ineens halverwege een Brontë. Rustige boel.
Maandag
Wegens die nachtdienst, en gebrek aan boringen, wilde en kon ik lekker uitslapen. Ik was er op tijd uit voor de mail transfer van 12 uur en voor lunch. Daarna begon het langverwachte zeeijs in zicht te komen. Dus ik ben op het dek gaan staan kijken. Eenmaal tussen het ijs heb ik mijn werkoverall maar aangetrokken.Toch wel koud! Eindelijk voelt het arctisch. Tot zover was met een T-shirtje aan dek geen uitzondering. Maar nu was een overall met capuchon en handschoenen wel het minimum. En het ijs begon bescheiden. Raargevormde ijsschotsjes. Mooie vormen! En langzaam werden dat schotsen. En op een gegeven moment zag je het hele water bijna niet. Er kwam ook nog een sfeervolle mist opzetten. Ik heb geloof ik van 12 tot 16.30 alleen maar op het dek gestaan en gekeken en foto’s gemaakt. Geweldig, dat zwarte water met dat grillige ijs, en het geraas van het schip dat zich daar een weg doorheen baant.
(http://www.youtube.com/watch?v=pkhhI-In53w)
En af en toe een zeehond op een schots. Of langsvliegende alken, of rare beestjes waarvan niemand de naam wist. Geweldig. Na het eten was er weer een station, en terwijl we aan het prutten waren werd ik gevraagd of ik even in kon vallen op de echo sounder, en bij aflossing was het op twee biertjes na weer bedtijd. De volgende ochtend weer (een echte) echo sound wacht! Zo is zo'n dag om aan vreemde dingen.
Om een uur of 8 werden we afgelost door de volgende shift, en konden we gaan ontbijten. De rest van de dag namen we, bij nader inzien, alleen box cores en gravity cores (de iets minder geavanceerde versie van een piston core, zeg maar). De box core weigerde twee maal (er zat iets achterstevoren), dus er was niet zo intens veel werk. Wel gelegenheid tot een beetje bijslapen tussen de bedrijven door. En Steffen inmaken. ’s Avonds trok een van de Duitsers een doos bier open tussen het werk door. Goed dat, officieel mag je volgens de regels van het schip 6 uur voor een shift niet drinken. Maar in de praktijk valt het allemaal mee. Ik had het vast gevraagd aan de kerel die over de echo sounder gaat. Ik wist dat ik een nachtdienst zou moeten draaien op dat ding. En strikt gezien zou ik dan vanaf 6 uur ’s avonds niet mogen drinken. Maar hij vond alles best zolang ik maar niet van mijn stoel zou donderen. Dus om middernacht verliet ik het modderig bacchanaal en ging bij de echo sounder zitten. Vier uur lang valt best mee. Steffen kwam me nog een biertje brengen. En veel meer dan 6 keer op een knopje drukken en elk half uur wat gegevens opschrijven hoef je niet te doen. Dientengevolge ben ik nu ineens halverwege een Brontë. Rustige boel.
Maandag
Wegens die nachtdienst, en gebrek aan boringen, wilde en kon ik lekker uitslapen. Ik was er op tijd uit voor de mail transfer van 12 uur en voor lunch. Daarna begon het langverwachte zeeijs in zicht te komen. Dus ik ben op het dek gaan staan kijken. Eenmaal tussen het ijs heb ik mijn werkoverall maar aangetrokken.Toch wel koud! Eindelijk voelt het arctisch. Tot zover was met een T-shirtje aan dek geen uitzondering. Maar nu was een overall met capuchon en handschoenen wel het minimum. En het ijs begon bescheiden. Raargevormde ijsschotsjes. Mooie vormen! En langzaam werden dat schotsen. En op een gegeven moment zag je het hele water bijna niet. Er kwam ook nog een sfeervolle mist opzetten. Ik heb geloof ik van 12 tot 16.30 alleen maar op het dek gestaan en gekeken en foto’s gemaakt. Geweldig, dat zwarte water met dat grillige ijs, en het geraas van het schip dat zich daar een weg doorheen baant.
(http://www.youtube.com/watch?v=pkhhI-In53w)
En af en toe een zeehond op een schots. Of langsvliegende alken, of rare beestjes waarvan niemand de naam wist. Geweldig. Na het eten was er weer een station, en terwijl we aan het prutten waren werd ik gevraagd of ik even in kon vallen op de echo sounder, en bij aflossing was het op twee biertjes na weer bedtijd. De volgende ochtend weer (een echte) echo sound wacht! Zo is zo'n dag om aan vreemde dingen.
06 August 2007
Verslag Merian - deel 1
Donderdag
Het feest begon met de delegatie van de Universiteit van Tromsø op de luchthaven aantreffen: Steffen en Katrine, twee volkomen gestoorde Denen. In het vliegtuig had Steffen binnen 5 minuten de gloedjenieuwe Harry Potter van Katrine gebietst, de laatste 10 regels gelezen en uit zijn hoofd geleerd, en haar verteld dat ze hem te vriend moest houden anders ging hij ze declameren. De sfeer was gezet. Toen de gezagvoerder meldde dat het op Svalbard 14 graden was dachten we dat hij net zo’n kolderieke bui had. Maar dat was niet zo! Een zonovergoten woestenij schitterde ons uit het raampje tegemoet. Wat een schoonheid. Eenmaal beneden werd het er alleen maar erger op. Wat een land! Met een slaperige Duitse analist en twee volkomen krankjorume Britten ben ik op pad gegaan om de boel een beetje te verkennen. Aan alle kanten torenen boven Longyearbyen grimmige, rafelige, grijze, kale, onvergevende berghellingen op. Met roestige en half ingestorte relicten uit het roemruchte mijnverleden op de raarste plaatsen uit de helling stekend. U begrijpt het al, ik wil hier terug, en meer om mij heen kijken. In september wordt dat niks meer maar volgend jaar mogen we weer. Es kijken of ik wat collega’s zo gek krijg mee te gaan, een paar dagen rondhiken! En zo niet ga ik wel alleen. Dat is, sluit ik me alleen wel bij iets commercieels aan. Wat een land. Dat moet ik zien.
Vrijdag
Vrijdagochtend gingen we naar de pier waar we door de zodiak opgepikt zouden worden. Het bleek dat in het zeeijs de schroef al wat schade geleden scheen te hebben, en een eindje uit de kust was het water zo helder dat een duiker een kijkje kon nemen. Niks te zien, overigens. Maar voor ons de kans om heroïsch met een touwladder het schip te beklimmen. Een wetenschapper die al sinds Reykjavik aan boord was toonde me meteen het koffiezetapparaat. Belangrijk! De rest van de dag bestond uit transit time. Het eerste station waar we een kern zouden nemen lag een redelijk eind uit de kust. Dus de rest van de dag ging voornamelijk op aan bijslapen, kennismakingsrondjes, veiligheidstraining, en overdonderd naar het uitzicht staren en foto’s maken. ‘s Avonds heeft Steffen me netaan weten te verslaan met tafelvoetbal, en heeft de aanwezige Belg (toch een Nederlandstalige aan boord!) zijn overwicht op het dartboard getoond. Overigens zouden er bij mijn weten vier lui van de universiteit van Bergen moeten zijn, maar daar heb ik niets meer van gehoord. Geen Noors oefenen dus. Dan maar Duits. Overigens merk je wel meteen het verschil tussen een Frans en een Duits schip: de Duitsers nemen de veiligheidstraining minstens half serieus (we zijn ook echt de reddingsboot in geweest), en doen qua eten niet teveel aan tierlantijnen. Gewoon in de rij voor een warme hap, in plaats van door vijf obers een viergangenmenu met zoveel wijn als je op kan geserveerd te worden. Maar deze keer een sympathieke kapitein! Das ook wat waard. En een polyglotte expeditieleider. Morgen komen we op het 1e punt aan waar geboord gaat worden. En dan gaat het echt beginnen!
Zaterdag
En het begon! Wat aarzelend eerst. Acht uur ’s ochtends hadden we het 1e station bereikt. We haalden er een boxcore op, en deden ermee wat je daar zoal mee doet, en daarna deden we nog een CTD-meting en zetten we een boring met een kastencore.
Een boxcore is zo ongeveer een kubus sediment met zijden van een halve meter: das behapbaar. Een kastencore daarentegen is vele meters lang, en vierkant van doorsnede, met zijden van 25 cm. Das een heleboel sediment. En daar moet ook veel mee. Een pistoncore is gewoon een PVC liner met prut erin. Je snijdt de liner in stukken, doet een dop op de uiteinden, labelt de boel en slaat het op. Klaar voor wat betreft de cruise. Maar een kastencore niet! Die is daar te groot voor. Dus dan duw je er liners in. En die vrot je er dan weer uit, en maakt ze schoon. En das veel meer werk. We hebben op iedere diepte 4 liners eruit gehaald, en nog twee andersoortige monsters genomen. Dat is terwijl ik dit typ nog bezig.
En nu is het zondagochtend half negen. Toen alles een beetje soepel liep (af en toe ligt de boel stil omdat er iets onduidelijk is, of stuk, of weg, of onhandig) zat het tempo er wel in maar toch moesten we de hele nacht doorhalen. Gelukkig niet allemaal tegelijk. Ik mocht slapen tussen 10 en 4. En ergens ’s avonds trok de wind wat aan waarop de 1e wetenschappers lichtjes groen begonnen te zien. Ik gelukkig niet! Gek, het enige wat mij niet zeeziek maakt lijkt de zee te zijn. Een schommel en een wip hebben oneindig veel meer effect op mijn maag dan de bewegingen van een schip. Misschien ben ik dan speeltuinziek ofzo. Overigens is het wel beter dan uit je neus eten, dat gepulk aan modder. Meestal met de niet-begrijpende blikken van de bemanning over ons uitgestrooid. Ach ja. Maar zo meteen komt er nog een station. Met nog een kastencore! Ik moet maar even gaan slapen voor het zover is.
Het feest begon met de delegatie van de Universiteit van Tromsø op de luchthaven aantreffen: Steffen en Katrine, twee volkomen gestoorde Denen. In het vliegtuig had Steffen binnen 5 minuten de gloedjenieuwe Harry Potter van Katrine gebietst, de laatste 10 regels gelezen en uit zijn hoofd geleerd, en haar verteld dat ze hem te vriend moest houden anders ging hij ze declameren. De sfeer was gezet. Toen de gezagvoerder meldde dat het op Svalbard 14 graden was dachten we dat hij net zo’n kolderieke bui had. Maar dat was niet zo! Een zonovergoten woestenij schitterde ons uit het raampje tegemoet. Wat een schoonheid. Eenmaal beneden werd het er alleen maar erger op. Wat een land! Met een slaperige Duitse analist en twee volkomen krankjorume Britten ben ik op pad gegaan om de boel een beetje te verkennen. Aan alle kanten torenen boven Longyearbyen grimmige, rafelige, grijze, kale, onvergevende berghellingen op. Met roestige en half ingestorte relicten uit het roemruchte mijnverleden op de raarste plaatsen uit de helling stekend. U begrijpt het al, ik wil hier terug, en meer om mij heen kijken. In september wordt dat niks meer maar volgend jaar mogen we weer. Es kijken of ik wat collega’s zo gek krijg mee te gaan, een paar dagen rondhiken! En zo niet ga ik wel alleen. Dat is, sluit ik me alleen wel bij iets commercieels aan. Wat een land. Dat moet ik zien.
Vrijdag
Vrijdagochtend gingen we naar de pier waar we door de zodiak opgepikt zouden worden. Het bleek dat in het zeeijs de schroef al wat schade geleden scheen te hebben, en een eindje uit de kust was het water zo helder dat een duiker een kijkje kon nemen. Niks te zien, overigens. Maar voor ons de kans om heroïsch met een touwladder het schip te beklimmen. Een wetenschapper die al sinds Reykjavik aan boord was toonde me meteen het koffiezetapparaat. Belangrijk! De rest van de dag bestond uit transit time. Het eerste station waar we een kern zouden nemen lag een redelijk eind uit de kust. Dus de rest van de dag ging voornamelijk op aan bijslapen, kennismakingsrondjes, veiligheidstraining, en overdonderd naar het uitzicht staren en foto’s maken. ‘s Avonds heeft Steffen me netaan weten te verslaan met tafelvoetbal, en heeft de aanwezige Belg (toch een Nederlandstalige aan boord!) zijn overwicht op het dartboard getoond. Overigens zouden er bij mijn weten vier lui van de universiteit van Bergen moeten zijn, maar daar heb ik niets meer van gehoord. Geen Noors oefenen dus. Dan maar Duits. Overigens merk je wel meteen het verschil tussen een Frans en een Duits schip: de Duitsers nemen de veiligheidstraining minstens half serieus (we zijn ook echt de reddingsboot in geweest), en doen qua eten niet teveel aan tierlantijnen. Gewoon in de rij voor een warme hap, in plaats van door vijf obers een viergangenmenu met zoveel wijn als je op kan geserveerd te worden. Maar deze keer een sympathieke kapitein! Das ook wat waard. En een polyglotte expeditieleider. Morgen komen we op het 1e punt aan waar geboord gaat worden. En dan gaat het echt beginnen!
Zaterdag
En het begon! Wat aarzelend eerst. Acht uur ’s ochtends hadden we het 1e station bereikt. We haalden er een boxcore op, en deden ermee wat je daar zoal mee doet, en daarna deden we nog een CTD-meting en zetten we een boring met een kastencore.
Een boxcore is zo ongeveer een kubus sediment met zijden van een halve meter: das behapbaar. Een kastencore daarentegen is vele meters lang, en vierkant van doorsnede, met zijden van 25 cm. Das een heleboel sediment. En daar moet ook veel mee. Een pistoncore is gewoon een PVC liner met prut erin. Je snijdt de liner in stukken, doet een dop op de uiteinden, labelt de boel en slaat het op. Klaar voor wat betreft de cruise. Maar een kastencore niet! Die is daar te groot voor. Dus dan duw je er liners in. En die vrot je er dan weer uit, en maakt ze schoon. En das veel meer werk. We hebben op iedere diepte 4 liners eruit gehaald, en nog twee andersoortige monsters genomen. Dat is terwijl ik dit typ nog bezig.
En nu is het zondagochtend half negen. Toen alles een beetje soepel liep (af en toe ligt de boel stil omdat er iets onduidelijk is, of stuk, of weg, of onhandig) zat het tempo er wel in maar toch moesten we de hele nacht doorhalen. Gelukkig niet allemaal tegelijk. Ik mocht slapen tussen 10 en 4. En ergens ’s avonds trok de wind wat aan waarop de 1e wetenschappers lichtjes groen begonnen te zien. Ik gelukkig niet! Gek, het enige wat mij niet zeeziek maakt lijkt de zee te zijn. Een schommel en een wip hebben oneindig veel meer effect op mijn maag dan de bewegingen van een schip. Misschien ben ik dan speeltuinziek ofzo. Overigens is het wel beter dan uit je neus eten, dat gepulk aan modder. Meestal met de niet-begrijpende blikken van de bemanning over ons uitgestrooid. Ach ja. Maar zo meteen komt er nog een station. Met nog een kastencore! Ik moet maar even gaan slapen voor het zover is.